IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 6396

De Roze Rooier

vdp.gifRechtbank ‘s-Gravenhage, 2 juli 2008, KG ZA 07/3506, Loon- en Kranenverhuurbedrijf J.S. Van Diepen B.V. en Oudhuis tegen M. Pronk Innovation Service B.V., M. Pronk Holding B.V. en Pronk

Octrooirecht. Octrooiprocesrecht. Op straffe van niet-ontvankelijkheid dient het ingevolgde artikel 76 lid 1 ROW verplichtte nietigheidsadvies tijdig te worden overlegd zodat de wederpartij al meteen in zijn conclusie van antwoord hierop kan reageren. Dit is niet anders voor zaken die in een versneld regime zitten.

Van Diepen en Pronk drijven beiden een onderneming in de agrarische sector en richten zich onder meer op het planten, koppen en rooien van bloembollen. Van Diepen is houder van een Nederlands octrooi voor inrichting voor het oogsten van gewassen met buffer.

Pronk is op haar beurt houder van een Nederlands octrooi voor inrichting voor het rooien van bolgewassen, alsmede haspel voor toepassing daarin. Pronk is teven houder van een Europees octrooi voor een “apparatus for lifting bulbous plants, and reel for use therein”.

Partijen hebben in januari 2004 afspraken gemaakt in verband met een te ontwerpen bollenrooimachine. Deze afspraken zijn uiteindelijk in een overeenkomst terecht gekomen. Van Diepen heeft later bij de rechtbank Alkmaar de vernietiging van de overeenkomst gevorderd. Die vordering is afgewezen en van Diepen is daartegen in hoger beroep gekomen.

Partijen bestoken elkaar thans met hun octrooien. In conventie vordert Van Diepen onder meer een inbreukverbod op haar Nederlandse octrooi. Pronk zou met haar machine genaamd De Roze Rooier inbreuk maken op het ingeroepen octrooi. In reconventie vordert Pronk onder meer vernietiging van het octrooi van Van Diepen en een inbreukverbod op haar Europese octrooi.

Als meest vergaande verweer tegen de gestelde inbreuk op NL 465 doet Pronk een beroep op de nietigheid van het door Van Diepen ingeroepen octrooi. Pronk heeft in dit verband een reconventionele nietigheidsvordering ingesteld, maar voert dit in conventie tevens als niet-inbreukverweer. De rechtbank overweegt ten aanzien van de reconventionele nietigheid als volgt:

“4.3. Ingevolge artikel 76 lid 1 Rijksoctrooiwet 1995 (Row 1995) is degene die een
rechtsvordering als bedoeld in artikel 75 Row 1995 tot vernietiging van een krachtens de Row 1995 verleend octrooi instelt, in die vordering niet ontvankelijk als hij niet als bijlage bij de conclusie van eis (in voorkomend geval in reconventie) het resultaat van een door OCN uitgebracht advies omtrent de toepasselijkheid van de in artikel 75 lid 1 Row 1995 genoemde nietigheidsgronden overlegt. Pronk c.s. heeft bij de eis in reconventie, genomen op de rol van 9 januari 2008, niet een dergelijk advies overgelegd. Het op 25 april 2008 uitgebrachte advies is bij akte van 29 april 2008 in het geding gebracht. Van Diepen c.s. is daarmee de mogelijkheid ontnomen om al in zijn conclusie van antwoord in reconventie, genomen op de rol van 2 april 2008, op het rapport te reageren. Dat is precies wat de wetgever heeft beoogd te voorkomen.

4.4. De rechtbank verwerpt het verweer van Pronk c.s., inhoudende dat de termijnen binnen het versneld regime voor octrooizaken, zoals gehanteerd in de beschikking van 1 oktober 2007, te krap zijn om aan het vereiste van artikel 76 lid 1 Row 1995 te voldoen. Artikel 76 lid 1 Row 1995 zou volgens Pronk c.s. alleen bedoeld zijn voor een “gewone” bodemprocedure, als in Rechtbank ’s-Gravenhage 22 maart 2006, BIE 2006/83 (SKB/FAL). Dat is niet het geval. Ook in het versneld regime geldt immers dat, als de rechtbank voorbij zou gaan aan de eis om bij de conclusie van eis in reconventie een nietigheidsadvies over te leggen, de eerste gelegenheid die Van Diepen c.s. zou hebben om op het nietigheidsrapport te reageren het pleidooi zou zijn. Die gelegenheid is daartoe niet geëigend. Dat de termijnen binnen het versneld regime kort zijn en mogelijk te kort om tijdig een nietigheidsadvies te laten uitbrengen, maakt dit in het onderhavige geval niet anders. Pronk c.s. heeft nog altijd de gelegenheid om in een afzonderlijke procedure de nietigverklaring van EP 220 te vorderen, terwijl hij, zoals uit het navolgende zal blijken, in de onderhavige procedure (wel) bij wege van verweer een beroep op het bestaan van één of meer nietigheidsgronden kan doen. Voor zover Pronk c.s. een beroep heeft gedaan op het vonnis van deze rechtbank van
17 maart 1999, BIE 1999/101 (Kuijk/Abemec), gaat dit niet op. Dat is reeds het geval omdat in de onderhavige zaak (anders dan in Kuijk/Abemec) geen sprake is van een aanvankelijk tijdig ingediend nietigheidsadvies dat in een latere fase van de procedure is aangevuld met een tweede advies. De conclusie van het voorgaande is dat Pronk c.s. niet ontvankelijk is in zijn reconventionele nietigheidsvordering.”

De rechtbank gaat vervolgens verder met het beoordelen van de nietigheid bij wege van verweer. Onder het versneld regime nieuwe stijl is het immers in beginsel niet strijdig met de goede procesorde om bij wege van verweer een beroep te doen op het bestaan van één of meer nietigheidsgronden, zonder een daarop toegesneden eis in reconventie in te stellen. De rechtbank concludeert na alle ingeroepen conclusies te hebben ebsproken dat het niet-inbreukverweer van pronk slaagt. Alle ingeroepen conclusies zijn niet inventief te achten, terwijl Pronk ook op de werkwijzeconclusies geen inbreuk maakt nu hij die methoden niet toepast.

Ten aanzien van het octrooi van Pronk oordeelt de rechtbank in reconventie dat Van Diepen geen inbreuk maakt. Omdat de reconventionele vordering tot nietigverklaring  voorwaardelijk is geformuleerd komt de rechtbank niet toe aan het beoordelen van de geldigheid van het octrooi van Pronk. Ook de vorderingen van Pronk worden derhalve afgewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 6395

Op aanvaardbare en voorzienbare termijn

695.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 2 juli 2008, HA ZA 08-1039, PFM S.P.A> tegen Freshsupport Packing B.V. (met dank aan Erik Vollebregt,  Greenberg Traurig).

Octrooirecht. Zaak over de mogelijkheid tot voeging van een normale bodemprocedure inzake octrooien met een VRO procedure inzake octrooien.

“2.5. De rechtbank zal in het midden laten of de voeging van een zaak volgens de VR0 procedure met een zaak volgens de gewone procedure tot onvermijdelijk gevolg heeft dat de VR0 procedure uit het versneld regime wordt gehaald. Deze mogelijke consequentie is echter wel een reden om het verzoek tot voeging te weigeren, omdat daardoor afbreuk dreigt te worden gedaan aan de verschillende aard van de procedures waarvan thans de voeging wordt verzocht.

2.6. De VWO procedure is in het leven geroepen om de octrooihouder dan wel de partij die octrooi-inbreuk wordt verweten een procedure te bieden waarin met behoud van processuele waarborgen op aanvaardbare en voorzienbare termijn een bodembeslissing kan worden verkregen. Reeds de mogelijkheid dat die procedure wordt verstoord door de voeging is voldoende grond die voeging niet toe te staan.

2.7. De rechtbank merkt nog op dat de beslissing niet te voegen niet uitsluit dat in beide zaken door deze rechtbank gelijktijdig uitspraak wordt gedaan en dat ook langs die weg tegenstrijdige uitspraken kunnen worden voorkomen. In het huidige procesrecht wordt in een gewone bodemzaak immers als regel een comparitie van partijen gelast na antwoord, waarna er in beginsel geen ruimte is voor repliek en dupliek. Voorshands verzet zich niets ertegen in de zaak volgens de gewone procedure de comparitie na antwoord te bepalen op dezelfde dag als het reeds bepaalde pleidooi in de VXO procedure (l0 oktober 2008).

2.8. De proceskosten worden desgevorderd beoordeeld naar de maatstaf van artikel 1019 h Rv. De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, opdat partijen zich daarover kunnen uitlaten waarna hierover in de hoofdzaak bij eindvonnis zal worden beslist.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6394

Den Haag Gisteren

Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 juli 2008, HA ZA 07-3506, Van Diepen B.V. c.s. tegen Pronk Innovation Service B.V. c.s

Octrooirecht. Octrooiprocesrecht. NL Octrooi ‘inrichting voor het oogsten van gewassen met buffer’. Eiser stelt dat ‘De Roze Rooier’ van gedaagde inbreuk maakt op zijn octrooi en dat het octrooi van gedaagde nietig verklaard dient te worden. Gedaagde stelt dat octrooi eiser niet inventief is. Vorderingen afgewezen. Partijen werkten ooit samen, geen ongeoorloofde mededinging, schending geheimhoudingsverplichting Metaalunivoorwaarden.

Lees het vonnis hier.

cycl.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 2 juli 2008, gevoegde zaken HA ZA 07-2628 en HA ZA 07-2629,  Novartis AG Tegen Actavis Group HF c.s. en Novartis AG tegen Pharmachemie B.V. 

42 pagina’s octrooirecht. NL Octrooi ‘Farmaceutisch preparaat voor orale toediening dat een cyclosporine bevat’. Reconventionele vordering tot vernietiging wordt afgewezen, octrooi is geldig. Niet alle gedaagden zijn terecht gedaagd.

4.58. De vorderingen tegen Actavis dienen te worden afgewezen reeds omdat zij geen houder is van de marktregistratie en betrokkenheid van deze vennootschap bij de gestelde inbreuk door Actavis Group niet is komen vast te staan. (€45.000,- proceskosten voor Novartis).

4.59. Na intrekking ter zitting van haar primaire vordering, vordert Novartis thans nog slechts een verklaring voor recht dat het product Ciclosporine PCH onder de beschermingsomvang valt van NL 781. Die vordering wordt afgewezen. Novartis heeft slechts gesteld dat zij daarbij belang heeft omdat, indien zij daarover niet zou beschikken, Novartis onherstelbare schade zal lijden aangezien haar geen instrumenten ter beschikking staan om adequaat te kunnen optreden indien Pharmachemie haar product vroegtijdig, i.e. voor de expiratie, zou lanceren. Met de verklaring voor recht heeft zij, zo heeft Novartis betoogd, alle middelen in handen om zulks in een (ex parte) kort geding tegen te gaan. Pharmachemie heeft evenwel uitdrukkelijk toegezegd “that it will not commence any marketing, sale and distribution in the Netherlands of ‘Deximunne’ or any product identical thereto” voor de expiratiedatum van het octrooi behoudens de in r.o. 2.14. genoemde omstandigheden, die zich evenwel vooralsnog niet voordoen. Nu Pharmachemie ten pleidooie bovendien heeft erkend dat het product Ciclosporine PCH identiek is aan Deximunne en niet is gebleken van feiten en/of omstandigheden dat de toezegging is of zal worden geschonden, heeft Novartis bij haar subsidiaire vordering geen belang. (€ 100.000,- proceskosten voor Novartis).

4.100. De slotsom luidt dat het voorgenomen product van Actavis Group onder de beschermingsomvang valt van conclusie 1 van NL 781. (€75.000,- proceskosten voor Actavis Group)

4.113. Nu de voorwaarde waaronder deze is ingesteld is vervuld, dient ook de gevorderde
verklaring voor recht dat Ciclosporin Actavis geen inbreuk maakt op NL 781 te
worden beoordeeld. De verklaring voor recht wordt afgewezen, nu juist wel sprake
is van inbreuk. (€50.000,- proceskosten voor Actavis Group).

Lees het vonnis hier.

IEF 6379

The Sun Company Benelux tegen Sol de Mallorca

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008, HA ZA 06-3533.

Merkenrecht, handelsnaamrecht, auteursrecht huisstijl. Het 6e vonnis in dit zonnestudiofranchisegeschil.

“4.41. Sol de Mallorca c.s. (…) vorderen daarom in reconventie primair een verklaring voor recht dat zij binnen twee weken na de betekening van voormeld vonnis het gebruik van de handelsnaam, het merk en de huisstijl van Sun hebben gestaakt en gestaakt hebben gehouden.
(…) 4.44. Hierboven onder 4.8 heeft de rechtbank al overwogen dat de kwestie van de inbreuk in 2006 juist door Sol de Mallorca c.s. in reconventie aan de orde is gesteld. Sun kan zich daaraan niet onttrekken door te stellen dat zij dat debat gaarne in een andere door haar nog te initiëren procedure had gevoerd. Het dient dan ook voor rekening van Sun te komen dat zij geen of summier verweer heeft gevoerd in reconventie.
4.45. Zodanig verweer lag in het bijzonder op de weg van Sun nu de voorzieningenrechter al het voorlopig oordeel had gegeven dat de verbeurde dwangsommen hooguit zouden kunnen zien op een tweetal cadeaubonnen met het beeldmerk. In het licht van hetgeen hierboven met betrekking tot het beeldmerk is overwogen ligt het niet in de rede deze bonnen als inbreukmakend, dat wil zeggen inbreukmakend op enig recht van Sun, aan te merken.
4.46. Bij gebreke aan onderbouwd verweer zal dan ook de primair gevoerde verklaring
voor recht worden gegeven.”

Lees hier meer

IEF 6368

Innovatievouchers

Kamerstukken II 2007/08, 31474 XIII, nr. 3. Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden 

Vraag: Waarop is de verwachting gebaseerd dat in 2008 een grotere aanvraag van innovatievouchers/Innovatie Prestatie Contracten zal plaatsvinden,waardoor het beschikbare budget met € 14 mln wordt verhoogd?

Antwoord: In het Coalitieakkoord is een bredere inzetbaarheid van de innovatievouchers aangekondigd. Dit is in de subsidieregeling Innovatievouchers 2008 verwerkt. Zo kan de voucher nu aangevraagd worden door de gehele landbouwsector. Ook is de de voucher nu inzetbaar bij het aanvragen en verkrijgen van een octrooi. Hiermee is gevolg gegeven aan de motie-Aptroot/Gesthuizen (Kamerstuk II 2006–2007, 30 975, nr. 9). Vanwege de aanzienlijk bredere doelgroep zal naar verwachting een groter beroep worden gedaan op het aantal vouchers. Het aantal aanvragen gedurende de eerste twee maanden wijst ook op een ruime stijging ten opzichte van 2007. Om aan de toegenomen vraag tegemoet te komen is hiervoor extra budget vrij gemaakt.

Lees het verslag hier

IEF 6367

Nepspul invoeren

De Telegraaf bericht: "Toerist mag nepspul invoeren. Vakantiegangers die een beetje slim shoppen kunnen deze zomer zonder problemen een tas vol namaakmerkartikelen mee naar huis nemen. Zolang ze niet meer dan drie nephorloges, -shirts, -cd's, -dvd's, -elektronica of maximaal 250 milliliter nepparfum voor eigen gebruik meenemen, mogen ze het van de douane allemaal houden."

Lees hier meer.

IEF 6366

Eerst even voor jezelf lezen

GvEA, 1 juli 2008, zaak T-328/05, Apple Computer, Inc tegen OHIM / TKS-Teknosoft SA(Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Oppositieprocedure. Aanvraag Gemeenschapswoormerk QUARTZ (Apple). Oppositie o.g.v. eerder gemeenschapsbeeldmerk QUARTZ. Oppositie toegewezen.

“59. Accordingly, the fact that the relevant public is composed of persons whose level of attention may be considered high is not sufficient, given the fact that the signs at issue are almost identical and the similarity between the goods in question, to exclude the possibility that that public might believe that the goods and services concerned come from the same undertaking or, as the case may be, from economically-linked undertakings.”

Lees het arrest hier.

Rechtbank Amsterdam , 16 januari 2008, LJN: BD5729, A. tegen Omroepvereniging VARA.

Stilfoto van videoclip rapper (‘op de foto is A te zien met twee schaars geklede dames’. Bij artikel over de stelling dat rapclips aanzetten tot groepsverkrachting. Portretrecht, onrechtmatige perspublicatie. Nalatigheid, VARA, immateriele schadevergoeding.

“5.1.  Voorop dient te worden gesteld dat partijen van mening verschillen over het antwoord op de vraag of A ten aanzien van de gebruikte ‘stil’ uit de videoclip bescherming toekomt als bedoeld in artikel 21 Auteurswet. Volgens Vara berust het auteursrecht op de video niet bij A maar bij de stuntschool, volgens A berust het auteursrecht bij hem.

5.2.  Vast staat dat het portret van A (in de vorm van de ‘stil’ uit zijn videoclip) is gebruikt door Vara zonder toestemming van A te hebben gevraagd. Of dit een schending van het portretrecht van A in de zin van artikel 21 Auteurswet betekent, kan in het midden blijven nu zowel op grond van artikel 21 Auteurswet als op grond van een onrechtmatige daad (schending van de persoonlijke levenssfeer van A in het bijzonder schending van zijn eer en goede naam) de rechtbank toe zal komen aan dezelfde belangenafweging waarbij het belang van A bij bescherming van zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer dient te worden afgewogen tegen het recht op vrijheid van meningsuiting van Vara. Zoals de Hoge Raad bij arrest van 21 januari 1994 reeds heeft overwogen (HR 21 januari 1994, NJ 1994, 473), kent artikel 21 Auteurswet de geportretteerde een bescherming toe met name tegen inbreuken op zijn recht op eerbieding van zijn persoonlijke levenssfeer, maar dit recht heeft niet een absoluut gewicht dat in beginsel groter is dan het recht op vrijheid van meningsuiting.

Er bestaat geen deugdelijke reden om, ingeval het buiten toestemming van de geportretteerde publiceren van diens portret de vrijheid van meningsuiting in conflict brengt met het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, ter beoordeling van de vraag aan welke beide vrijheden in het gegeven geval voorrang toekomt, anders te werk te gaan dan wanneer zodanig conflict zijn grond vindt in een andersoortige publicatie, zoals die van mededelingen. Ingeval in het kader van een perspublicatie een portret zonder toestemming van de geportretteerde openbaar wordt gemaakt, onder zodanige omstandigheden dat deze openbaarmaking een inbreuk vormt op zijn recht op eerbieding van zijn persoonlijke levenssfeer, kan het antwoord op de vraag of die openbaarmaking jegens hem onrechtmatig is, slechts worden gevonden door een afweging die met inachtneming van alle bijzonderheden van het gegeven geval ertoe strekt na te gaan welke van beide fundamentele rechten in dit geval zwaarder weegt. “

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Amsterdam, 23 april 2008, LJN: BD5728, Nestlé Nederland B.V. tegen Nutricia Nederland B.V. 

Misleidende reclame, claimsverordening.

“4.25.  De rechtbank zal ten aanzien van de claims die zij misleidend of op grond van de Claimsverordening verboden acht de vorderingen tot het staken van het gebruik van die claims en de vorderingen tot rectificatie op na te noemen wijze toewijzen. Nu dit tot gevolg zal hebben dat er geen nieuwe producten en promotiemateriaal met de verboden claims in omloop komen en het publiek wordt geïnformeerd over het oordeel van de rechtbank ten aanzien van die claims, hebben partijen in dit geval geen belang bij de over en weer gevorderde terugname en vernietiging van reeds in de handel zijnde producten en promotiemateriaal met de verboden claims. Dat deel van de vorderingen zal dan ook worden afgewezen. Voorts zullen de gevorderde dwangsommen op na te noemen wijze worden gemaximeerd.”

Lees het vonnis hier

Rechtbank Middelburg, 11 juni 2008, LJN: BD5811, Gevoegde zaken Unitron Systems B.V. tegen Endotwinn B.V./ Unitron Systems B.V. c.s  tegen  Gedaagde c.s

Feitelijk ingewikkelde zaak over wortelkanaalmachine. Piepklein IE-componentje wordt niet nader uitgewerkt. “3.6 (…) Dat de overige gedaagden (als bestuurders) onrechtmatig zouden hebben gehandeld heeft Unitron c.s. niet onderbouwd. Deze gedaagden betwisten “het kunstmatig verschuiven van de intellectuele eigendomsrechten” in de zomer van 2005 naar MDCL;”

Lees het vonnis hier.

IEF 6365

Ongeoorloofde referentie

mmsgal.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 1 juli 2008, KG ZA 08-668, Steinway & Sons Corporation tegen Muziekmetropool Culemborg B.V.

Merkenrecht, reclamerecht. Dealerjurisprudentie. Gedaagde muziekinstrumentenwinkel  opent met heel veel publiciteit een “Steinway Gallery”. Steinway & Sons maakt bezwaar. Merkinbreuk en misleidende  reclame. Geen uitputting. Proceskosten verdeeld in IE- en niet-IE gerelateerde kosten. Een samenvatting in citaten:  

“4.14. Dat ligt anders ten aanzien van het gebruik van het teken Steinway Gallery en het – nadien (ook) gebruikte, kennelijk naar aanleiding van de door Steinway & Sons geopperde bezwaren – teken Steinway Plaza. Naar voorlopig oordeel komt Muziekmetropool voor het gebruik van deze tekens geen beroep op de uitputtingsregel toe omdat Steinway, zoals zij terecht heeft betoogd, een gegronde reden heeft zich tegen het gebruik van haar merken door Muziekmetropool te verzetten. (…)

4.16. Muziekmetropool gebruikt de (dominerende en onderscheidende bestanddelen uit de) woordmerken van Steinway & Sons in bedoelde campagne, zoals Steinway & Sons heeft betoogd, inderdaad zodanig dat geen sprake is van geoorloofd refererend merkgebruik, maar daarentegen van gebruik op een wijze die de indruk kan wekken dat er een commerciële band tussen Muziekmetropool en Steinway & Sons als merkhouder bestaat, en met name dat Muziekmetropool tot het distributienet van Steinway & Sons behoort of dat een bijzondere relatie tussen de twee bestaat, zodat Muziekmetropool’s gebruik van de merken van Steinway & Sons te ver gaat.

4.17. Steinway & Sons heeft in dit verband terecht betoogd dat de strekking van de reclamecampagne er onmiskenbaar op is gericht de consument te informeren dat Muziekmetropool een nieuw merk voert in haar nieuwe, nét geopende, Steinway Gallery. Het is, gezien de hiervoor in r.o. 4.15. opgesomde uitingen, bepaald aannemelijk dat, zoals Steinway & Sons heeft gesteld, bij die consument de indruk wordt gewekt dat Muziekmetropool is gestart met de verkoop van (ook nieuwe) STEINWAY & SONS piano’s en vleugels en dat zij tot het dealer netwerk van Steinway & Sons is toegetreden, althans dat zij een bijzondere relatie met haar heeft. Zulks evenwel ten onrechte, omdat, zoals hiervoor reeds is vastgesteld, Muziekmetropool sinds jaar en dag gebruikte piano’s en vleugels van het merk STEINWAY & SONS verkoopt, terwijl zij geen geautoriseerd dealer is van Steinway & Sons. Het feit dat, zoals Muziekmetropool heeft betoogd, zij enige tijd geleden over een grote partij gereviseerde Steinways & Sons vleugels kwam te beschikken, is daarvoor geen rechtvaardiging. Immers, de promotie daarvan heeft Muziekmetropool ook op een andere, niet de grenzen van refererend merkgebruik overschrijdende, wijze kunnen doen.”

(..) 4.26. Nu Steinway & Sons heeft betwist dat de onder (i) en (ii) bedoelde mededelingen juist zijn, en Muziekmetropool de juistheid of volledigheid van die mededelingen in dit geding niet aannemelijk heeft gemaakt, is de misleiding naar voorlopig oordeel gegeven. Wat de mededeling onder (iii) betreft, is de voorzieningenrechter voorshands van mening dat die mededeling ten onrechte suggereert dat Muziekmetropool ook nieuwe piano’s en vleugels van het merk STEINWAY & SONS verkoopt, dit terwijl, hierover verschillen partijen niet van mening, zulks niet het geval is. Dat, zoals Muziekmetropool ter zitting nog heeft aangevoerd, de in de mededeling genoemde “normaal”-prijs van € 49.900,00 ziet op de tweedehands-prijs en niet op de nieuwwaarde, die volgens Muziekmetropool € 52.000,00 bedraagt, zal de gemiddelde consument, gelet op het geringe verschil tussen nieuwwaarde en tweedehands-prijs, ontgaan, zodat dit aan het misleidende karakter van de mededeling niet afdoet.

(…) 4.27. Op grond van het vorenstaande wordt voorshands geoordeeld dat de door Muziekmetropool gedane mededelingen jegens Steinway & Sons als onrechtmatig moeten worden aangemerkt en zullen op die grond worden verboden.

Lees het vonnis hier.

IEF 6364

Klemmen en hangsloten

ccen.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 1 juli 2008, KG ZA 08-697, Schalkoort Beheer B.V. c.s tegen Container Centralen A.m.b.A c.s.

Opheffingsvonnis over toegewezen ex parte m.b.t. counterfeit klemmen en hangsloten met daarop o.a.  de aanduidingen CC, Container Centralen A/S (zie IEF 4687). De voorzieningenrechter wijst de vordering tot opheffing af. In de integraal opgenomen ex parte beslissing wijst de voorzieningenrechter er wel op dat de rechtsgrond slaafse nabootsing niet wordt vermeld in artikel 1019 Rv. als recht waarop titel 15 van toepassing is; bij slaafse nabootsing is een ex parte derhalve niet mogelijk. Nuttige informatie: de (werkelijke) proceskostenveroordeling betreft ook het ex parte verzoek.

“4.3. Schalkoort bestrijdt niet hetgeen door Container Centralen in het verzoekschrift van 19 mei 2008 aan het gevraagde bevel ten grondslag is gelegd. In het bijzonder bestrijdt Schalkoort niet dat zij namaak klemmen en sloten heeft geleverd aan een medewerker van SNB React en aldus moedwillig inbreuk heeft gemaakt op de merk- en modelrechten van Container Centralen. Het bevel richt zich allereerst tegen dit handelen en dient gezien de niet bestreden inbreuk te worden gehandhaafd.

(…) De omstandigheid dat Container Centralen onvoldoende actief zou zijn bij de bestrijding van inbreuk op haar rechten leidt er niet toe dat zij haar recht op handhaving daarvan zou verspelen. Schalkoort kan zich moeilijk verschuilen achter het in haar ogen onvoldoende voortvarende optreden van Container Centralen om een verbod tegen haar eigen moedwillige inbreuk af te wenden.

4.4. De voorzieningenrechter ziet, ook gezien de ernst van de inbreuk, geen aanleiding de opgelegde dwangsom verder te matigen dan in het bevel al is gedaan of deze aan een maximum te binden.

4.5. Schalkoort zal als de in het ongelijk gestelde partij in de volgens 1019h Rv. te begroten proceskosten worden veroordeeld. Deze bedragen volgens de gespecificeerde opgave van Container Centralen, inclusief de voorbereiding van het verzoek tot afgifte van het bevel en inclusief verschotten, circa € 40.000,-, waarvan zij € 30.000,- in rekening wil brengen. Schalkoort heeft deze opgaven niet gemotiveerd bestreden, zodat dit bedrag toewijsbaar is.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6363

Uit illegale bron (2)

Nog meer reacties op Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008,  HA ZA 05-2233, ACI Adam B.V. c.s. (20 eisers) tegen Stichting De Thuiskopie c.s (IEF 6341).

 “Wouter Pors van advocatenkantoor Bird & Bird in Den Haag vindt de ophef over de thuiskopie een storm in een glas water. ,,In de KaZaA-zaak, waarin het ging over de aansprakelijkheid van een softwareprovider, hebben de Hoge Raad en de advocaat-generaal in 2003 ook naar dit probleem gekeken. Zij hebben in het midden gelaten of het maken van een privé-kopie van een illegale kopie inbreuk op het auteursrecht oplevert.

Nederland werd daarmee een buitenbeentje in Europa. Pors: ,,Nu oordeelt de rechtbank dat dit illegaal is, waarmee Nederland weer in het spoor loopt. Iets anders is of de auteursrechthebbenden nu massaal de consument gaan aanpakken. In de VS is dat eerder wel gebeurd, maar dat leidde tot veel negatieve publiciteit. In Nederland zijn zulke acties volgens mij niet te verwachten.''

Lees hier meer (NRC).

Kamiel Koelman, rechtswetenschapper bij de UvA, de VU en momenteel advocaat bij Bousie, is bovenal verbaasd over het vonnis. "De rechter zegt eigenlijk dit: de minister van Justitie heeft er niks van begrepen, ik snap het beter en het zit zo. Ik zou hiermee wel naar een hogere rechter durven gaan."

(…) "Wat de minister van Justitie zegt moet leidend zijn, zeker omdat hij heeft aangegeven dat de drie-stappen-toets is doorlopen bij de totstandkoming van de wet."

(…) "Ook hier gaat hij (de rechter, red.) tegen de minister van Justitie én de logica in, de heffing geldt immers alleen voor legaal kopiëren. De thuiskopieregeling is een ruil: mensen mogen kopiëren en downloaden, mits er een vergoeding tegenover staat. Nu is er helemaal geen ruil meer: downloaden mag niet, maar de rechthebbenden krijgen er wel een vergoeding voor."

“Advocaat Edy Engels, die de gedaagde Stichting de Thuiskopie vertegenwoordigt, sluit een hoger beroep ook niet uit, maar gaat er vanuit dat de tegenpartij dat zal doen, want over het algemeen is Thuiskopie bijzonder content met het vonnis.”

Lees hier meer (Webwereld).

“Volgens Arnout Groen van De Brauw zullen de platenmaatschappijen en antipiraterijstichting Brein extatisch zijn over het vonnis. 'Het wachten is op de eerste zaak die aanhangig wordt gemaakt tegen een downloader. Op basis van dit vonnis zou Brein een goede kans maken. Iedereen die ook maar een liedje downloadt, maakt inbreuk op het auteursrecht.' Een goede zaak, vindt Groen: 'Het is een gek idee, dat je iets van waarde gratis kunt consumeren.'

(…) Ook advocaat Groen van De Brauw voorziet dat privacybescherming een grote rol zal gaan spelen in de ophanden zijnde discussie. Brein zou wel eens af kunnen stappen op internetaanbieders om via hen gegevens van individuele overtreders los te kunnen krijgen, denkt hij.”

Lees hier meer (FD).