IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 5596

Nederland verwelkomt de mededeling

Kamerstukken II 2007-2008, 22112, nr. 609. Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief staatssecretaris met 8 nieuwe BNC-fiches

BNC fiche van de "Mededeling inzake creatieve online-inhoud in de interne markt (3 januari 2008, COM(2007) 836)"

"Nederland verwelkomt de mededeling en kan de door de Commissie gekozen doelstellingen en uitdagingen ten aanzien van creatieve onlinecontent onderschrijven. Nederland steunt een benadering die enerzijds het potentieel van schaalvoordelen benut, maar anderzijds rekening houdt met de economische en culturele gevolgen voor de betrokken partijen en de maatschappij in het algemeen. Voorts zijn er nog wel enkele kanttekeningen te plaatsen. Zo biedt de mededeling de mogelijkheid om de volgende voor Nederland belangrijke onderwerpen nogmaals onder de aandacht van de Commissie te brengen:

– Ten eerste hecht Nederland sterk aan harmonisatie van de uiteenlopende nationale thuiskopiestelsels. Het ontbreken daarvan werkt zowel mededingingsverstorend als innovatiebelemmerend en raakt daarmee het hart van de onderhavige mededeling (zie de Auteursrechtbeleidsbrief van 20 december 2007- Kamerstukken II 2007/08, 31 200 VI, nr. 98).

– Ten tweede wil Nederland het collectieve rechtenbeheer graag via een juridisch bindend instrument, zoals een richtlijn, reguleren (zie de Auteursrechtenbrief en de motie Dittrich c.s.Kamerstukken II 2005/06, 28 989, nr. 37).

De wens van de Commissie om de markt voor grensoverschrijdend collectief beheer van auteursrechten en naburige rechten voor rechtmatige online-muziekdiensten te liberaliseren (zie de aanbeveling van 18 mei 2005, PbEU 2005, L 276/54), zal volgens Nederland de facto namelijk leiden tot een ontwikkeling waarbij fonogrammenproducenten hun rechten bij slechts een paar grote collectieve beheersorganisaties gaan onderbrengen. Hierdoor lopen kleinere nationale organisaties in de EU, zoals Buma/ Stemra, het risico dat hun rechtenpakket zal krimpen, waardoor de pluriformiteit van het aanbod en de culturele diversiteit worden ondermijnd. Dit strookt niet met het streven van de Commissie in de onderhavige mededeling om het legale online aanbod te vergroten.

Ook het Europees Parlement heeft inmiddels het belang van een kaderrichtlijn en van culturele diversiteit en creativiteit ondubbelzinnig benadrukt. Naast de twee bovengenoemde punten steunt Nederland het standpunt van de Commissie dat DRM-techniek in potentie goede mogelijkheden biedt voor eerlijk rechtenmanagement waardoor nieuwe mogelijkheden kunnen ontstaan voor innovatieve businessmodellen.

De Commissie erkent overigens terecht dat nog hard gewerkt moet worden aan de interoperabiliteit, transparantie en gebruiksvriendelijkheid van deze techniek. Technische beschermingsmaatregelen in een DRM-systeem, zoals kopieerbeveiliging en kopieerbeperking, kunnen soms ook benut worden bij het tegengaan van auteursrechtinbreuk en grootschalige piraterij.

Nederland is ook geïnteresseerd in de door de Commissie genoemde andere elementen ter bestrijding van online piraterij: invoering van legaal aanbod, voorlichting, handhaving en samenwerking met internet service providers. In algemene zin zal Nederland erop toezien dat bij vervolgacties op dit vlak onnodige regeldruk voor bedrijven wordt voorkomen. Verder is het voor Nederland van belang dat de Commissie in geval van concrete vervolgstappen een degelijk «impact assessment» voegt, inclusief een volwaardige kosten-batenanalyse."

Lees het kamerstuk hier

IEF 5594

Eerst even voor jezelf lezen

Vzr. Rechtbank Almelo, 11 februari 2008, KG ZA 08-27, Internetnotarissen B.V. tegen Openbareverkopen.nl B.V.(met dank aan Mark Jansen, Dirkzwager).

Auteursrecht, databankenrecht, geschriftenbescherming. “Veroordeelt Openbareverkopen.nl om zich binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te onthouden van iedere inbreuk op de aan Internetnotarissen en/of de Notarissen toekomende geschriftenbescherming op de objectbeschrijving en bijzondere veilingvoorwaarden , afzonderlijk dan wel gezamenlijk als geheel, van de door de Notarissen op www.veilingnotaris.nl geplaatste en in de toekomst te plaatsen advertenties, direct of indirect via anderen, door het overnemen van een (nagenoeg) identiek kopie daarvan op de website www.openbareverkopen.nl of op een andere door Openbareverkopen geëxploiteerde website, dan wel door een andere vorm van ongeoorloofde verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze objectbeschrijvingen en bijzondere veilingvoorwaarden, waardoor inbreuk wordt gemaakt op de geschriftenbescherming van Internetnotarissen en/of de Notarissen."

Lees  het vonnis hier.

Rechtbank Amsterdam, 9 januari 2008, LJN: BC3829, Web Measurement Services B.V. c.s. tegen Weborama S.A.

Databankrecht. “Gesteld noch gebleken is dat Weborama met het opvragen van de gegevens geprofiteerd heeft van, dan wel substantiële schade toegebracht heeft aan WMS c.s. Gezien het geringe aantal files (27.800, althans 110 van 1 miljoen) dat Weborama heeft opgevraagd, derhalve nog geen 3%, heeft zij in kwantitief opzicht geen substantieel deel van de op Webstats aanwezige gegevensverzameling geraadpleegd. Van een substantieel deel in kwalitatief opzicht is naar het oordeel van de rechtbank ook geen sprake, nu slechts URL’s zijn opgevraagd. Ook van herhaald en systematisch opvragen van niet-substantiële delen van Webstats is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake geweest.”

Lees het vonnis hier.

Vzr.  Rechtbank Haarlem, 25 januari 2008, LJN: BC3298, Eiser tegen Gedaagde.

Winegallery.nl. Samenvatting rechtspraak.nl: “Hoewel gedaagde gezien het merkenrecht van eiseres, de domeinnaam niet zal kunnen gebruiken - dat zal alleen eiseres kunnen -, zou gedaagde de domeinnaam wel aan eiseres kunnen verkopen. Dat geeft gedaagde, indien hij de rechthebbende op de domeinnaam is, voldoende belang bij zijn verweer tegen de door eiseres gevorderde overdracht (om niet) van de domeinnaam. De voorzieningenrechter tekent hierbij aan dat gesteld noch gebleken is dat in het onderhavige geval sprake is van domeinnaamkaping, welke handelwijze tot een ander oordeel kan leiden.

Lees het vonnis hier.

IEF 5593

En de genomineerden zijn...

wiporoze.gifOp de WIPO site is een lijst met mogelijke opvolgers van Dr. Kamil Idris verschenen:

Mr. José Graça Aranha (Brazilie), Mr. Enrique A. Manalo (the Philippijnen)
Prof. James Otieno Odek (Kenia), Mr. José Delmer Urbizo Panting (Honduras)
Mr. Yoshiyuki Takagi (Japan),  Mr. Philippe Petit (Frankrijk).

Lees hier meer over de kandidaten.

IEF 5592

Voldoende afstand tussen de vazen

vaas.gifGerechtshof Amsterdam, 29 januari 2008, rolnummer 2007, 1009, Brass & Boom tegen Zarex B.V. c.s (met dank aan Helen Maatjes, Intellectueel Eigendom Advocaten).

Hoger beroep in de kort geding  over afgeplatte vazen. Geen werk volgens rechtbank, geen overeenstemming volgens het hof.

Anders dan de rechtbank slaat het Hof de vraag of er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk over. Het hof  neemt voorshands aan dat wel zo is, maar omdat er, gelet op de totaalindrukken, voldoende afstand is gehouden  door de wederpartij is er ook bij het hof een sprake van inbreuk. Ook van slaafse nabootsing is geen sprake. Er is, zoals gezegd,  voldoende afstand tussen de vazen en gesteld noch gebleken is dat door de vormgeving de goede naam van appellante is aangetast. Ook verwarring is niet aannemelijk geworden. 

Lees het arrest hier. Eerder bericht + vonnis rechtbank hier.

IEF 5591

Kartelrandjes

kartelrnd.JPGVzr. Rechtbank ‘s-Gravenhage, 7 december 2007, KG ZA 07-1378, Bonnie Doon Europe BV tegen Angro Hosery c.s.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Twee strepen, drie strepen, drie kartelrandjes, vier kartelrandjes… Gemeenschapsmodel voor gebreide onderbroek. Vier kartelrandjes geeft geen andere algemene indruk dan de in het modeldepot vastgelegde drie kartelrandjes. Afbeeldingen in het vonnis.

Bonnie Doon brengt een legging op de markt die wordt gekenmerkt door drie kartelrandjes onderaan de pijp. Het ontwerp van de legging is als Gemeenschapsmodel geregistreerd. Angro Hosiery die al eerder een schikking had getroffen met Bonnie Doon vanwege de exploitatie van een legging met drie kartelrandjes probeert het opnieuw met een legging met vier kartelrandjes. Bonnie Doon accepteert dit niet en stapt naar de rechter.

Angro slaagt niet in haar verweer dat het modelrecht niet geldig zou zijn. De bewijsstukken inzake het vormgevingserfgoed en de toelichting langs welke techniek een kartelrandje kan worden gemaakt, hebben Angro niet gebaat. Er zijn geen voorbeelden uit het vormgevingserfgoed overgelegd waaruit de toepassing van het stylingelement bij leggings blijkt. In het door Angro overgelegde broekje is het lockstiksel een zoomafwerking en niet als stylingelement midden in de stof toegepast. Inbreuk op het modelrecht wordt aangenomen.

“De Voorzieningenrechter overweegt dat het modelrecht van Bonnie Doon geenszins impliceert dat Bonnie Doon een algeheel monopolie heeft verkregen voor het aanbrengen van kartelrandjes op de leggings. Het criterium blijft immers dat inbreukmakend is hetgeen, kort gezegd, dezelfde algemene indruk maakt. Naar voorlopig oordeel maken de leggings met drie kartelrandjes dezelfde algemene indruk als de leggings met vier kartelrandjes. Het is Angro daar kennelijk ook om te doen: aanvankelijk heeft zij het model van Bonnie Doon gewoon nagemaakt door een legging met drie randjes op de markt te brengen; met de huidige vier randjes streeft zij nog steeds dezelfde algemene in druk na, hetgeen zij benadrukt door deze zo te verpakken dat slechts drie van de vier randjes zichtbaar zijn.”

De Voorzieningenrechter wijst de vordering toe en vordert Angro tot betaling van de werkelijk gemaakte kosten in dit geding begroot op € 14.179,98.

Lees het vonnis hier.

IEF 5590

De grieven slagen

Charly-Beat.gifGerechtshof Amsterdam 29 november 2007, LJN: BC2996, Goossens Meubelen B.V.  tegen Montis Design B.V..

Modellenrecht, instandhoudingsverklaring. Verval auteursrecht bij verstrijken geldigheidsduur van de inschrijving van het modeldepot. Artikel 21 lid 3 BTMW (vervallen) ook van toepassing wanneer het model niet aan de nieuwheidseis voldeed doch geen nietigverklaring op die grond was gevorderd en in rechte was uitgesproken. Specialistische advocaten hebben geen deskundigen nodig.

Montis ontwikkeld en produceert meubelen. De voormalig directeur van Montis heeft in 1984 de stoelen Charly en Chaplin ontworpen. Hiervoor is een internationaal modeldepot geregistreerd. Goossens exploiteert een winkelketen in meubels en textiel. Zij heeft een stoel op de markt gezet waarvan het uiterlijk een zekere gelijkenis vertoont met dat van de Charly en de Chaplin.

Montis beroept zich op het auteursrecht op de stoelen. Het modeldepot was inmiddels komen te vervallen. Goossens verweert zich door te stellen dat het auteursrecht is komen te vervallen doordat Montis niet tijdig alvorens de geldigheidsduur van de inschrijving van het modeldepot was verstreken een instandhoudingsverklaring in de zin van artikelen 21 lid 3 en 4 en 24 BTMW (deze artikelen zijn inmiddels komen te vervallen) heeft gedeponeerd.

Montis erkent dat er geen verlenging van het modeldepot heeft plaatsgehad en dat zij niet is overgegaan tot het afleggen van een instandhoudingverklaring. Zij stelt zich echter op het standpunt dat het modeldepot nietig was vanwege niet nieuwheid en dat daardoor de BTMW (in het bijzonder artikel 21 lid 3) toepassing mist.

Het Hof gaat, anders dan de Voorzieningenrechter, hier niet in mee. De opvatting van Montis is volgens het Hof in strijd met de systematiek van de BTMW. Artikel 21 lid 3 BTMW (vervallen) is ook van toepassing wanneer het model niet aan de nieuwheidseis voldeed doch geen nietigverklaring op die grond was gevorderd en in rechte was uitgesproken.

Volgens het Hof is er ook geen sprake van een verwarringwekkende gelijkenis tussen de stoelen, zodat ook niet kan worden gesproken van een onrechtmatige daad (slaafse nabootsing). 

Montis wordt veroordeeld in de volledige proceskosten. Opvallend is dat een advies van prof. mr. Quaedvlieg door het Hof overbodig wordt geacht nu de advocaat van Goossens een specialistentarief hanteert en derhalve niet valt in te zien waarom hij een deskundige diende te raadplegen.

Lees het arrest hier. Vonnis in eerste instantie (+ afbeeldingen) hier.

IEF 5589

In strijd met de zorgvuldigheid

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 24 januari 2008, KG ZA 07-2249 P/TF, Stichting Brein tegen M. (met dank aan Ruber Brouwer, Hocker).

Auteursrecht. Website faciliteert systematisch en structureel het downloaden van bestanden die slechts door inbreuken op rechten van anderen beschikbaar gesteld zijn. Strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid. Geen volledige proceskostenveroordeling: geen IE, maar OD.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Brein bestrijdt Intellectuele eigendomsfraude namens de bij haar aangesloten recht- en belanghebbende, zoals BUMA, STEMRA, IFPI, MPA, NVPI en NVF. M. is houder en beheerder van de website www.shareconnector.com. Deze website fungeert als een portaal om bestanden te downloaden. 95% van deze bestanden worden zonder toestemming van de rechthebbende gedownload. Brein vraagt een verbod op grond van auteursrecht, naburige rechten en/of onrechtmatige daad.

De Voorzieningenrechter oordeelt dat ShareConnector zelf niet beschikt over bestanden en dat zij deze dus ook niet kan aanbieden. M, al dan niet met anderen, selecteert en indexeert de via het eDonkey-netwerk beschikbare bestanden en maakt deze geselecteerde bestanden toegankelijk via het eDonkey peer-to-peer netwerk. Hieruit volgt volgens de voorzieningenrechter dat M niet zelf die bestanden openbaar maakt. Het feit dat hij die openbaarmaking door anderen via ShareConnector faciliteert, maakt dit niet anders. Er is derhalve geen sprake van inbreuk op de Auteurswet en/of de Wet op de Naburige rechten.

De vraag resteert of de handelswijze van M onrechtmatig is jegens de rechthebbende. In beginsel staat het M immers vrij om op internet beschikbare bestanden te selecteren en te indexeren en vervolgens die bestanden voor anderen toegankelijk te maken. Echter, onder omstandigheden kan deze handelswijze toch onrechtmatig zijn. Zo ook in dit geval. Het is bekend dat 95% van de door M samen met anderen geselecteerde bestanden openbaar zijn gemaakt zonder toestemming van de rechthebbenden. Zijn website faciliteert dus systematisch en structureel het downloaden van bestanden die slechts door inbreuken op rechten van anderen beschikbaar gesteld zijn. De voorzieningenrechter oordeelt derhalve dat deze handelswijze in strijd is met de zorgvuldigheid die M in het maatschappelijk verkeer betaamt en dus onrechtmatig is jegens de belangen wier belangen door Brein worden vertegenwoordigd. Het feit dat M met zijn hobby geen inkomsten genereert doet niets af aan het onrechtmatige karakter. 

De vorderingen van Brein worden aldus grotendeels toegewezen. Echter, de vordering tot vergoeding van de volledige proceskosten van Brein wordt afgewezen nu de vorderingen tegen M niet op een IE-recht, maar op onechtmatige daad worden toegewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5588

Steunbetuiging

Rechtbank Alkmaar 24 januari 2008, KG ZA 07-418, Stichting Baas in Eigen Huis tegen Plazacasa B.V.

Auteursrecht. Eiseres in collectieve actie is niet-ontvankelijk in haar vordering. Zij maakt onvoldoende onderscheid tussen voor- en tegenstanders van de handelwijze van gedaagde.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Dit kort geding is het tweede kort geding van Stichting Baas in Eigen Huis tegen Plazacasa. Plazacasa exploiteert de website www.jaap.nl waarop volledige beschrijvingen en foto’s van in Nederland te koopstaande woningen worden gepubliceerd.   

Plazacasa moest na het vonnis van 7 augustus 2007 van de Voorzieningenrechter Alkmaar stoppen met het exploiteren van de website jaap.nl door objectgegevens van websites van Nederlandse makelaars over te nemen. In hoger beroep is dit vonnis vernietigd (arrest hier). Het Hof was van mening dat de Stichting niet kon worden ontvangen in haar vordering omdat de Stichting slechts zou optreden voor een klein gedeelte van de makelaars van wie de objectgegevens worden overgenomen. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat de Stichting opkomt voor gelijksoortige belangen in de zin van artikel 3:305a BW. Bovendien verhindert het opgelegde verbod feitelijk de publicatie van objectgegevens van zowel tegenstanders als voorstanders van openbaarmaking op jaap.nl.

Na het arrest van het Hof is jaap.nl weer als vanouds van start gegaan. Hiertegen komt de Stichting wederom op. De Stichting heeft na het arrest van het Hof haar statuten aangepast. Ook heeft zij duizenden steunbetuigingen verzameld. De vordering wordt dan ook alleen ingesteld namens de makelaars die een steunbetuiging hebben afgegeven. Zij gaat er in het tweede kort geding dan ook vanuit dat zij nu wel zal worden ontvangen in haar vorderingen.

De Voorzieningenrechter beslist anders. Met het arrest van het Hof als uitgangspunt oordeelt de Voorzieningenrechter voorshands dat de Stichting wederom niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.

Uit de gewijzigde staturen blijkt volgens de Voorzieningenrechter niet dat de Stichting uitsluitend de belangen behartigt van die makelaars die schriftelijk hun steun hebben betuigd. Hiermee staat vast dat de Stichting in haar gewijzigde staturen geen onderscheid maakt tussen voor- en tegenstander van jaap.nl.

Bovendien kan uit de tekst van de schriftelijke steunbetuiging niet worden opgemaakt dat de makelaars het onderhavige kort geding steunen. De steunbetuiging is te algemeen verwoord. Bovendien heeft Plazacasa aangevoerd dat minstens 60 makelaars die op de lijst van de Stichting staan hun steun aan de Stichting hebben uitgesproken, maar ook aan Plazacasa te kennen hebben gegeven geen bezwaar te hebben tegen publicatie van de objectgegevens van bij hen te koop staande woningen.

Ook de meer specifieke steunbetuigingen doen de Voorzieningenrechter niet anders oordelen nu deze ook al in het eerste kort geding door het Hof zijn bekeken en ook het Hof hierdoor niet tot een andere beslissing hebben gevoerd.

De Stichting heeft naar het voorlopig oordeel van de Voorzieningenrechter niet voldaan aan de door het Hof gestelde eisen en is daarmee niet-ontvankelijk in haar vorderingen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5587

De verboden column

Gametijdschrift Control. Nummer 3, februari 2008, pagina 49: “Op deze pagina zou een column komen van Evert van Gelderen en Maarten Heintges, advocaten bij De Gier / Stam & Advocaten over de soms ingewikkelde regels omtrent het IP van een game. Van Gelderen en Heinthes gebruikten ter illustratie een rechtszaak tussen gamepublisher Playlogic en de developer van Áncient Wars: Sparta.

Vanweg de dreiging met juridische acties door Playlogic heeft d eredactie kort voor het het ter perse gaan van dit februarinummer moeetn besluiten om de column niet te plaasten in deze editie”

Lees de column en het hoe en wat hier(weblog Evert van Gelderen).

IEF 5586

Verstoorde verhouding

alive.gifRechtbank Amsterdam, 24 januari 2008, KG ZA 08-142 P/BB, Amstel Brouwerij tegen One and Only Productions B.V. (met dank aan Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap).

Merkenrecht. Partijen leven in onmin na een vonnis van twee dagen eerder over een niet-gezamenlijk te organiseren evenement waardoor nu ook bij een wèl gezamenlijk te organiseren evenement de merkenrechtelijke spanningen hoog oplopen. Het “heeft er voorshands meer van weg dat One and Only alvast een koppeling tot stand probeert te brengen tussen het 'De Vrienden van Amstel Live' evenement en een door One and Only nog op te bouwen merk voor als de samenwerking tussen partijen is beëindigd. Amstel c.s. hoeft dit uiteraard niet te dulden.”

Het eerdere geschil betrof een evenement in de Kuip. In de onderhavige zaak stelt eiser Amstel dat gedaagde haar verplichtingen tot het wel gezamelijk te organiseren ‘Vrienden Van Amstel Live’-evenement in Ahoy niet nakomt, o.a. door  Amstelpersoneel en -gasten de toegang te weigeren en de gebruikelijk Amstel- merkuitingen niet op te hangen. De voorzieningenrechter gaat hierin mee.

“4.5. Met betrekking tot de vordering onder 3.1. d. heeft Amstel c.s. gesteld dat de onder punt 10 in de dagvaarding vermelde merkuitingen in de loop der jaren gebruikelijk zijn geworden. Dit heeft One and Only onvoldoende betwist. Daarnaast heeft One and Only in haar brief van 24 januari 2008 te kennen gegeven dat zij op dit punt de bestendige gedragslijn, zoals die in de afgelopen jaren 'gewoon' is geworden, zal voortzetten.

Gelet op hetgeen ter zitting naar voren is gebracht en met foto's is getoond, is echter voorshands voldoende aannemelijk dat qua merkuitstraling van de bestendige gedragslijn is afgeweken. Gebleken is dat op de boarding in de ring van de Ahoy afwisselend zijn bevestigd de teksten 'Al 10 jaar samen elkaars hits!' en 'De Vrienden van Amstel Live!' in plaats van zoals in voorgaande jaren het geval was afwisselend 'De Vrienden van Amstel Live!' en het 'De Vrienden van Amstel Live- logo. Dat, zoals One and Only heeft aangevoerd, de tekst 'Al 10 jaar samen elkaars hits' louter een slogan is in het kader van deze speciale jubileumeditie komt niet aannemelijk voor, nu One and Only 'Samen eikaars hits' als merk heeft gedeponeerd en onder die naam ook een website heeft geopend.

Mede gelet op de omstandigheid dat One and Only voor het evenement overwegend een nieuw logo gebruikt en niet het samen met Amstel c.s. ontwikkelde logo, heeft het er voorshands meer van weg dat One and Only alvast een koppeling tot stand probeert te brengen tussen het 'De Vrienden van Amstel Live' evenement en een door One and Only nog op te bouwen merk voor als de samenwerking tussen partijen is beëindigd. Amstel c.s. hoeft dit uiteraard niet te dulden.

In dit kader wenst Amstel c.s. dan ook terecht dat, zolang de overeenkomst tussen partijen voortduurt, de locaties de gebruikelijke merkuitstraling hebben. Daartoe behoort ook dat op de projecties via de LED verlichting bij en achter het podium en op de Gobo's uitsluitend het officiële logo van het evenement zoals door Amstel c.s. is goedgekeurd wordt vertoond en niet een door One and Only zelf ontwikkeld logo.”

Aan het evenementpersoneel van Amstel c.s. en de gasten van Amstel c.s mag de toegang niet worden geweigerd en ook mag gedaagde tijdens het evenement geen aankondigingen (meer) doen voor andere evenementen. “Gelet op de verstoorde verhouding tussen partijen als gevolg van de merkinbreuk door One and Only, mocht One and Only er niet langer op vertrouwen dat Amsel c.s. zou toestaan dat One and Only andere evenementen promoot, waar Amstel c.s. niet bij betrokken is.

Doordat One and Only gebruik is blijven maken van het door haarzelf ontwikkelde logo in combinatie met de merknaam van Amstel c.s., terwijl Amstel c.s. daarvoor geen toestemming heeft gegeven, worden de naar aanleiding van het eerdere vonnis gevorderde dwangsommen toegewezen.

Lees het vonnis hier. Lees het eerdere vonnis hier.