IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 22222
4 september 2024
Artikel

Nieuw op IE-C.nl: inleidend commentaar op AI Act

 
IEF 22221
4 september 2024
Artikel

Uitspraak in AGA Rangemasters v UK Innovations

 
IEF 2413

Tweede Leeuwarder Jurkjeszaak

Rechtbank Leeuwarden, 27 juli 2006, KG ZA 06-192, Lucy Locket Ltd tegen Locket vs Intertoys en Boland/Party Partners. (Met dank aan Evert van Gelderen en Michael Gerrits, De Gier & Stam Advocaten).

Tweede Leeuwarder Jurkjeszaak. In de Eerste Leeuwarder Jurkjeszaak (vonnis hier) kwam de rechtbank nog met prachtige formulering: "De beide jurken lijken opvallend sterk op elkaar, met name ook in de totaalindrukken." Maar hoewel er, terecht, redelijk wat geknipt en geplakt is, kom die uitspraak helaas niet meer terug in dit vonnis. Inbreuk, afgifte en gedeeltelijke (richtlijnconforme) proceskostenveroordeling.

In deze zaak gaat het weer om twee jurkjes. Lucky Locket brengt in Nederland een kinderjurk van het model Wild Witch (boven) op de markt. Boland  brengt, via Intertoys, een gelijkende jurk op diezelfde Nederlandse markt onder de naam Heksenjurk (onder). Intertoys  maakt met de verkoop van de jurk volgens eiseres Lucky Locker inbreuk op het aan haar ie-rechten.

Het reciprociteistverweer van intertoys (de jurkjes zijn in Engeland op de markt gebracht) gaat, waarschijnlijk niet geheel onverwacht, niet op.

Model, materiaal en kleurstelling zijn volgens Intertoys vormgevingselementen die  bepaald zijn door een een wijd verbreide stijl en dus niet beschermd. Maar naar oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende aannemelijk geworden dat de Wild Witch jurk binnen de genoemde grenzen een zodanig gebruik heeft gemaakt van de kleurcombinaties, materialen en vormgevingselementen die de Wild Witch  jurk een eigen karakteristiek uiterlijk geven, waardoor deze zich onderscheidt van andere meisjesjurken. Aan de Wild Wich  jurk komt derhalve voorshands auteursrechtelijke bescherming toe.

De vergelijking tiussen de jurken brengt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat er sprake is van inbreuk. De Heksenjurk van gedaagde stemt in het geheel genomen sterk overeen met de Wild Witch jurk: “Het opvallendste verschil is nog, dat de Heksenjurk kennelijk goedkoper is (na)gemaakt dan de Wild Witch jurk”.

Geen grensoverschrijdend verbod voor België. Voor afgifte jurkjes door (afnemers van) Intetoys is in dit kort geding wel plaats, omdat Lucky Locket zich voor de tweede keer in korte tijd geconfronteerd ziet met een inbreuk door Intertoys en belang heeft bij een spoedige beëindiging van de inbreuk.

Over de gevraagde volledige richtlijnconforme proceskostenvergoeding stelt de voorzieningenrechter dat toetsing aan  de maatstaven van redelijkheid en billijkheid er toe leiden dat Intertoys niet gehouden is de volledige proceskosten te vergoeden. “Van een naar verhouding grootschalige inbreuk is, mede gelet op de omstandigheid dat Lucky Locket wereldwijd opereert, niet gebleken en de voorzieningenrechter acht het niet aannemelijk geworden dat er sprake is van piraterij. De jurken waren bovendien al besteld voor de eerdere veroordelingen en na sommatie meteen uit de winkels verwijderd.

Lees het vonnis hier.

IEF 2412

Slechts als adres

Rechtbank Zwolle, 20 juni 2006, KG ZA 06-185. Vastgoed Zwolle B.V. tegen Arnold van Born B.V. en de heer Van Born (Met dank aan Ernst-Jan van de Pas, Dirkzwager Advocaten & Notarissen).

Handelsnaaminbreuk of onrechtmatig handelen door het gebruik van de domeinnaam vastgoedzwolle.nl?

Vastgoed Zwolle koopt, verkoopt, ontwikkelt en bemiddelt sinds 1978 in vastgoed. Op 1 augustus 2005 is de domeinnaam ‘www.vastgoedzwolle.nl’ vastgelegd op naam van Van Born. Vastgoed Zwolle heeft vervolgens, bij brief van 17 februari 2006 aan voornoemd adres, verzocht het gebruik van de domeinnaam ‘www.vastgoedzwofle.1’ te staken en gestaakt te houden. Van Bom in heeft aangegeven niet op dit verzoek te zullen ingaan.

Vastgoed Zwolle vordert onder meer staking van het gebruik van de domeinnaam en de overdracht daarvan. Vastgoed Zwolle grondt haar vordering - kort samengevat - op de stelling dat de door Arnold van Born c.s. gebruikte handelsnaam danwel domeinnaam www.vastgoedzwolle.nl inbreuk maakt op de oudere handelsnaam van Vastgoed Zwolle, te weten Vastgoed Zwolle B.V.. Het voorgaande is in strijd met artikel 5 van de Handelsnaamwet en onrechtmatig jegens Vastgoed Zwolle B.V.

Vastgoed Zwolle wordt jegens de B.V. van Van Born niet-ontvankelijk verklaard, omdat de B.V. de domeinnaam niet bezigt.

Vervolgens is de heer Van Born aan de beurt. Bekeken moet worden of er sprake is van het gebruik van de domeinnaam www.vastgoedzwolle.nl als handelsnaam. De Voorzieningenrechter vindt van niet. Daartoe is het volgende redengevend.

“Allereerst wordt overwogen dat de domeinnaam wwwvastgoedzwolle.nl, mede gelet op het beschrijvende karakter van deze naam enkel slechts als ‘adres’ van de onderneming kan worden aangemerkt en niet tevens als handelsnaam. In dit verband is van belang dat de betreffende website prominent de naam ‘van Bom’ vermeldt. De conclusie hieruit is dat, voor zover Van Bom zich op haar website onder enige handelsnaam aan het publiek bedient, dit de naam ‘van Bom’ is.

Voorts wordt de naam (www.)vastgoedzwolle.nl’ op het briefpapier en op affiches en andere reclame-uitingen van Van Bom vermeld. Nu op deze uitingen echter naast voornoemde naam steeds prominent de naam ‘van Bom’ wordt vermeld en er in het briefpapier wordt verwezen naar de website www.vanborn.nl en het e-mail adres info@vanborn.nl kan ook op grond hiervan niet worden geconcludeerd dat ‘(www)vastgoedzwolle.nl’ door Van Bom als handelsnaam wordt gebruikt. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat de handelsnaamrechtelijke grondslag de vorderingen van Vastgoed Zwolle niet kan dragen.”

Ook wordt het gebruik van de domeinnaam niet onrechtmatig geacht, omdat onvoldoende aannemelijk is dat het publiek door het gebruik verward wordt. In dit verband is van belang dat door Van Bom naast de naam (www.)vastgoedzwolle.nl steeds de naam ‘van Bom’ wordt gebruikt, alsmede het beschrijvende karakter van voornoemde (domein)naam.

Lees het vonnis hier.

IEF 2411

Doe-het-zelf arrest

Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006, LJN: AY4979. Fan Media B.V. tegen SBS Broadcasting B.V.

Hoger beroep van dit vonnis waar de rechtbank bepaalde dat RTL de programmanaam Klussen & Wonen terug moest geven aan SBS6.

Tenfold produceerde het programma Klussen & Wonen voor SBS. Voor het programma werd per seizoen een productieovereenkomst werd gesloten. Rond maart / april 2003 heeft FAN, handelende onder de naam Tenfold, bij een door beide partijen ondertekende ongedateerde akte al haar ie-rechten m.b.t. onder meer het programma Klussen & Wonen overgedragen aan SBS. Op 20 juli 2004 werd het faillissement van Tenfold uigesproken.

Het Hof oordeelt dat de titel niet auteursrechtelijk is beschermd en niet als merk is gedeponeerd. Volgens de productieovereenkomst komen de rechten op de titel aan partijen gezamenlijk toe. Enkel met betrekking tot de formatrechten (en niet de titel!) bevatte de productieovereenkomst de volgende bepaling: "Indien partijen geen overeenstemming kunnen bereiken omtrent een vervolgserie van het Programma, is de Producent, in overleg met SBS, gerechtigd om het Programma aan te bieden aan andere Nederlandse televisiezenders."

Fan Media betoogde dat het haar aldus vrijstond om met een ander - lees: RTL - in zee te gaan. Het Hof oordeelt dat "onder de gegeven omstandigheden het bedoelde gebruik van de titel door FAN in strijd komt met de zorgvuldigheid die haar in het maatschappelijk verkeer jegens SBS betaamt, zodat dit gebruik voorshands als onrechtmatig moet worden aangemerkt".

"Die omstandigheden bestaan met name hierin, dat het programma al vijf jaar onder de titel "Klussen & Wonen" door SBS is uitgezonden, dat SBS tot en met het seizoen 2002/2003 met (de rechtsvoorganger van) FAN was overeengekomen dat zij voor 50 procent gerechtigd was op de titel en dat SBS, op wier zender het programma sinds het seizoen 2000/2001 te zien is geweest, daarmee een bepaalde goodwill bij het kijkerspubliek heeft opgebouwd. Onder deze omstandigheden staat het FAN niet vrij om, zonder daarover met SBS overeenstemming te bereiken, diezelfde titel te gebruiken voor een voortaan door RTL uit te zenden identiek of vergelijkbaar programma over doe-het-zelven, waaraan niet afdoet dat FAN als zelfstandige producent het voorheen door SBS uitgezonden programma zelf heeft ontwikkeld en de titel heeft bedacht" (rov 4.11)

De vraag aan wie de intellectuele eigendomsrechten toekomen en of Tenfold paulianeus heeft gehandeld vereist volgens de rechter nader feitelijk onderzoek en leent zich aldus niet voor dit kort geding.

Lees het arrest hier.

IEF 2410

GeZetteld

Afgelopen donderdag hebben KaZaa, Universal Music, Sony BMG, EMI en Warner Music een wereldwijd geldende schikking getroffen waarmee de rechtzaken in Australie en de Verenigde Staten tot een einde komen. Volgens nu.nl gaat het om een bedrag van 100 miljoen dollar.
 
"Under the terms of the settlement, Kazaa has agreed to pay a substantial sum in compensation to the record companies that took the legal action to stop copyright infringement on the Kazaa network. Kazaa will also introduce filtering technologies ensuring that its users can no longer distribute copyright-infringing files."

Lees hier en hier meer

IEF 2409

Al die inbreuken

Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006, LJN: AY4981. Aldi Einkauf GMBH & Co c.s. tegen Benaldim Supermarkt, voorheen Aldim Supermarkt.


Eisers Aldi c.s. exploiteren een supermarkt onder de naam ALDI. Hiertoe heeft zij een aantal merken geregistreerd in het Benelux merkenregister, waaronder het woordmerk ALDI.

Gedaagden, Benaldim c.s., hebben in februari 2005 in Amersfoort een supermarkt geopend, aanvankelijk onder de naam ALDIM SUPERMARKT. Deze naam is medio augustus 2005 gewijzigd. Ter zitting heeft gedaagde verklaard dat sindsdien (ook) de naam BEN ALDIM SUPERMARKT wordt gevoerd, waarbij Ben in kleine blauwe letters en Aldim in grote rode letters is vermeld.

Aldi stelt dat Benaldim c.s. door het gebruik van het teken (BEN) ALDIM inbreuk maken op de merkrechten van Aldi en bovendien in strijd handelen met de artikelen 5 en 5a Hnw. Uit het ten processe gebleken gebruik van het teken Ben ALDIM leidt het hof af dat dit teken wordt gebruikt ter onderscheiding van de onderneming van Benaldim c.s. Onvoldoende is gebleken dat het teken ook wordt gebruikt om de betreffende diensten te onderscheiden van die van anderen of dat het gebruik van het teken als zodanig kan worden opgevat. Onweersproken is dat de merken van Aldi Einkauf zeer bekend zijn en mede daardoor een groot onderscheidend vermogen bezitten een relatief grote beschermingsomvang hebben.

Van de door gedaagden gebruikte tekens is het dominante bestanddeel ALDIM verreweg het meest kenmerkend en onderscheidend. Aan het element SUPERMARKT komt nauwelijks betekenis toe, aangezien het zuiver beschrijvend is en bovendien in een kleiner lettertype wordt afgebeeld. Dit geldt ook voor het bestanddeel BEN, nu dit deel in het gehele teken bijna wegvalt omdat het in een nog kleiner lettertype dan het bestanddeel SUPERMARKT en in een andere schrijfwijze is vermeld en bovendien in een andere minder in het oog springende kleur is aangebracht. Bij een vergelijking tussen enerzijds de merken van Aldi Einkauf en anderzijds de door Benaldim c.s. gebruikte tekens is het hof dan ook van oordeel dat deze laatste (de tekens ALDIM SUPERMARKT en BEN ALDIM SUPERMARKT) in zodanige mate in hun totaalindruk visueel en auditief overeenstemmen met zowel het woordmerk ALDI als het beeldmerk van Aldi Einkauf dat het gebruik daarvan in beginsel als inbreukmakend moet worden beschouwd.

Daarbij is voorts van belang dat partijen in dezelfde branche van supermarkten voor het algemene publiek werkzaam zijn alsmede dat gesteld noch gebleken is dat voor Benaldim c.s. een geldige reden bestaat voor het gebruik van deze tekens.

Lees het arrest hier.

IEF 2408

Eerst even voor jezelf lezen

- Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006,  LJN: AY4979. Fan Media B.V. tegen SBS Broadcasting B.V.

"Klussen & Wonen".  Of televisieproducent en omroep deelgenoten zijn met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten en daarover slechts gezamenlijk kunnen beschikken, vereist nader feitelijk onderzoek waarvoor het kort geding zich niet leent. Gebruik van dezelfde titel voor een door een andere omroep uit te zenden vergelijkbaar programma is onrechtmatig.

Lees het arrest hier.

- Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006, LJN: AY4981. Aldi Einkauf GMBH & Co c.s. tegen Benaldim Supermarkt, voorheen Aldim Supermarkt

Nu uit hun stellingen niet duidelijk is geworden of Benaldim c.s. de wijziging van de handelsnaam consequent hebben doorgevoerd, zullen beide door hen gebruikte tekens bij de beoordeling worden betrokken. Van die beide tekens, ieder in zijn geheel bezien, is het dominante bestanddeel ALDIM verreweg het meest kenmerkend en onderscheidend. 

Bij een vergelijking tussen enerzijds de merken van Aldi Einkauf en anderzijds de door Benaldim c.s. gebruikte tekens is het hof dan ook van oordeel dat deze laatste (de tekens ALDIM SUPERMARKT en BEN ALDIM SUPERMARKT) in zodanige mate in hun totaalindruk visueel en auditief overeenstemmen met zowel het woordmerk ALDI als het beeldmerk van Aldi Einkauf dat het gebruik daarvan in beginsel als inbreukmakend moet worden beschouwd.

Lees het arrest hier.

IEF 2407

74.000

Eurid is een groot aantal nep-hostingbedrijven op het spoor gekomen die bij haar .eu domeinnamen hebben aangevraagd. 74.000 domeinnamen zijn door Eurid geblokkeerd omdat bepaalde registrars (door  Eurid goedgekeurde resellers van eu-domeinnamen) in strijd met het contract met Eurid zouden hebben gehandeld.

“De registrars kregen bij het openen van de inschrijfperiode toegang tot een database bij Eurid waarbij elke registrar evenveel kans zou hebben om .eu-domeinnamen aan te vragen. Daarom hebben diverse hostingbedrijven nep-bedrijven aangemeld als registrar om zo meer kans te maken op het registreren van .eu-domeinnamen”.

Lees hier meer (Webwereld).

IEF 2406

De Boelelaan 1105

- K.J. Koelman, The Public Domain Commodified: Technological Measures and Productive Information Usage (L.M.C.R Guibault, P.B. Hugenholtz, eds,  The Future Of The Public Domain., pp. 105-119, Kluwer, pages 105-119, 2006) 

- K.J. Koelman, Noot bij Rb. Haarlem 22 maart 2006 (Mom/VNU), AMI, pages 136-139, 2006.

- K.J. Koelman, The Public Domain Commodified: Technological Measures and Productive Information Usage (L.M.C.R Guibault, P.B. Hugenholtz, eds,  The Future Of The Public Domain., pp. 105-119, Kluwer, pages 105-119, 2006) 

According to some, information is increasingly being treated as a “commodity.” That is to say, instead of a valuable input to the development of (democratic) society and an important factor for the growth of the individual, it is viewed as a mass-produced good of trade that is “consumed” rather than learned or enjoyed.

This paper addresses the questions whether technological measures and their protection contribute to the process of the so-called “commodification” of information and how they may affect the size of the “public domain.”  The article concludes that there may be credible arguments for the legislature to intervene and to ensure that productive usage of non-copyrightable material cannot be hindered by applying a combination of technological measures and contracts.

- K.J. Koelman, noot bij Rb. Haarlem 22 maart 2006 (Mom/VNU), AMI, pages 136-139, 2006. 

Indien publicatie op internet wordt beschouwd naar analogie met de papieren wereld, is dit een alleszins acceptabel resultaat. Het staat immers buiten kijf dat publicatie in een ander blaadje van dezelfde uitgever een aparte openbaarmaking is. Op internet kunnen de zaken echter gecompliceerder liggen. De reden hiervoor is dat de hyperlink zich moeilijk laat wringen in het adagium ‘wat offline geldt, moet ook online gelden’.

Ofschoon de Hoge Raad zich daarover nog niet heeft uitgesproken en niet alle uitspraken eenduidig één kant opwijzen, lijkt de tendens te zijn dat het aanbrengen van hyperlinks naar werken die zich elders op een server bevinden op zichzelf niet als ‘openbaar maken’ dient te worden gekwalificeerd.

De laatste tijd leggen rechters, als ze een schadevergoeding toekennen wegens auteursrechtinbreuk, regelmatig een soort punitive damages op, zoals we die uit de Verenigde Staten kennen. (…) Naar Nederlands recht kan de opzet weliswaar een rol spelen bij de vraag of een schadevergoedingsvordering überhaupt kan worden gehonoreerd, d.w.z. bij de vraag of de daad de gedaagde kan worden toegerekend. Maar, al is opzettelijk gehandeld, in civielrechtelijke zaken bestaat voor strafboetes geen wettelijke basis.

Lees beide artikelen hier.

IEF 2405

Vraag uit Brussel

HvJ EG, 7 juli 2006, notification of the request for preliminary ruling.Case C-254/06.  Zürich Versicherungs-Gesellschaft tegen BMB. (Referring court: Cour d’appel de Bruxelles).

On 24 July 2001, Zürich filed an application for international registration of the word mark GLOBAL FINANCIAL INTELLIGENCE.  On 1 March 2002, BBM notified Zürich of its decision of provisional refusal, which was reasoned as follows: The sign Global Financ ja! Intelligence is made up exclusively of generic indications and does not have any distinctive character for goods and services in Classes 16, 35, 36, 38 and 42 inasmuch as they relate to global financial information.

Op 1 juni 2006 stelt het Cour d’appel de Bruxelles een prejudiciële vraag.

”Are Articles 3 and 13 of First Council Directive 89/104/EEC of 21 December 1988 to approximate the laws of the Member States relating to trade marks to be interpreted as not precluding national legislation from providing that a court hearing an appeal against a decision on an application for a trade mark registration may not check, in respect of each of the goods or services for which registration has been applied for, that none of the grounds for refusal of registration listed in Article 3(1) of the directive applies to the mark and thus reach different conclusions depending on the goods or services concerned, if the authority responsible for registering trade marks has merely issued a blanket refusal covering all the goods and services and, during the procedure before that authority, the applicant has not sought, in the alternative, partial registration for certain goods and services.”

Lees de gehele notification hier.

IEF 2404

U, als gemachtigde

Twee nieuwe brochures van bijna-voorheen-het-BMB:

1- Een brochure voor gemachtigden. Het BVIE en zijn gevolgen.  De inwerkingtreding van het nieuwe beneluxverdrag  inzake de Intellectuele Eigendom is op  handen. het BVIE, zoals we het nieuwe verdrag  noemen, brengt vele veranderingen met zich mee,  die u, als gemachtigde, moet kennen.

In deze brochure stellen wij de nieuwe Beneluxorganisatie voor de Intellectuele Eigendom aan u  voor. wij vertellen wat de gevolgen zijn van het  nieuwe verdrag.  Wat zijn de belangrijkste nieuwe wetteksten?  Hoe moeten we die interpreteren?  Hoe zit het nieuwe verdrag in elkaar?  Wat zijn de veranderingen in de uitvoeringsbepalingen?   

Lees de brochure hier.

2- BOIP-online filing. (voorheen bmbconnect).  Als gevolg van de in werking treding van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele  Eigendom wordt ook het programma BMBConnect, onze webapplicatie voor o.a. het  online deponeren van merken, aangepast. 

In deze folder vindt u informatie over de aangepaste versie van BMBConnect en  de consequenties van deze verandering voor uw organisatie. Vanaf 1 september  gaat BMBConnect verder onder de naam BOIP Online Filing. 

Lees de brochure hier.