IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 1611

Al uw rechten weg

Onder de titel "Een keer het AD-contract getekend, al uw rechten weg!" bericht de  NvJ aan haar leden:

Beste collega’s,

Leden van de secties Freelance en NVF hebben ons de afgelopen dagen attent gemaakt op de contracten die AD Nieuwsmedia aan hen voorlegt. Het gaat om contracten waarin ten aanzien van het auteursrecht zeer nadelige bepalingen zijn opgenomen. Freelancers die het contract zouden ondertekenen geven daarmee hun auteursrechten weg zonder dat er enige vorm van compensatie tegenover staat.

Tot nu toe hebben enkele leden bij ons de contracten gemeld, maar wij veronderstellen dat de ondeugdelijke contracten aan de freelancers AD-breed zijn ingezet. Uit de meldingen die wij tot nu van collega’s hebben gekregen, blijkt dat het om verschillende contracten gaat. Of om “bijstelling” van de contracten, die overigens niets aan het negatieve beeld verandert. Wij willen graag een overzicht van alle contracten zodat wij onze leden snel kunnen adviseren. Ons eerste advies: Teken niet. Lees hier meer.

IEF 1610

Handvatten

"In deze brochure willen we u wijzen op de gevaren die piraterij met zich meebrengt voor uw bedrijf en geven we u een aantal handvatten om piraterij binnen uw bedrijf te voorkomen."

Stichting Brein komt met een brochure waarin het bedrijven en instellingen waarschuwt op de gevaren die kleven aan piraterij op de werkplek. Volgens Brein vormt het illegaal uitwisselen van muziek, films en software op de werkplek een toenemend probleem. "De snelheid van corporate internetverbindingen ligt in de regel vele malen hoger dan thuisaansluitingen en de werkplek biedt daarom een ideale omgeving voor illegale uitwisseling", stelt de organisatie. "Ook wordt regelmatig handel in gekopieerde cd's en dvd's onder personeel geconstateerd, waarvoor de faciliteiten en tijd van de werkgever worden misbruikt."

De brochure biedt onder meer een memo met als onderwerp het beleid t.a.v. auteursrechtelijk beschermd materiaal:
"(...) [naam bedrijf of organisatie] respecteert het auteursrecht van iedereen die betrokken is bij de creatie en het verspreiden van auteursrechtelijk beschermde werken zoals muziek, films, computerprogramma’s, videospelletjes en andere literaire, artistieke en wetenschappelijke werken.
(...) Tegen werknemers die dit beleidsreglement overtreden zullen passende sancties worden genomen, waaronder begrepen de mogelijkheid tot beëindiging van het dienstverband."
Lees de brochure hier.

IEF 1609

Geen spelletje

Het Laatste Nieuws meldt dat Het Britse Rode Kruis niet blij is met het gebruik van haar logo in games. Dat is schadelijk voor de organisatie, zegt woordvoerder Michael Meyer. De hulporganisatie heeft dit aangekaart bij de website GamesIndustry.biz. "We willen wel samenwerken met een ontwikkelaar die het logo correct gebruikt, als een symbool voor bescherming tijdens gewapende conflicten en waarbij de speler beloond wordt als hij het logo goed gebruikt. Zulk soort games zouden het Rode Kruis helpen om respect voor de regels van oorlog te promoten."

Het Logo van het Rode Kruis is een van de weinige logo’s die bescherming genieten op grond van een ‘eigen’ internationaal verdrag. De bekendste Nederlandse inbreukzaak betrof de film ‘Ja Zuster, Nee Zuster.’ Het jaarverslag van het Nederlandse Rode Kruis uit 2002 bericht daarover: 

"Gebruik Rode Kruis-embleem. Gezien de speciale beschermende betekenis van het Rode Kruis-embleem in oorlogstijd, dient het teken ook in vredestijd correct te worden gebruikt. Het Nederlandse Rode Kruis kwam in 2002 in de publiciteit door zijn actie tegen het oneigenlijk gebruik van het Rode Kruis-teken in de film “ Ja Zuster, Nee Zuster”. Het Rode Kruis kwam met de filmmakers overeen om voorafgaand aan de film een disclaimer op te nemen met uitleg over het juiste gebruik van het Rode Kruis-embleem. Op al het promotiemateriaal voor de film werd een blauw kruis-teken gebruikt. In 2002 kreeg de sectie HOR met nog ruim 25 interne en externe zaken te maken die in goed overleg werden opgelost." Lees bericht  HLN hier. Lees hier meer over het logo. Voorbeeld van een sommatiebrief hier.

IEF 1608

Buma Cultuur

De Gooi- en Eemlander bericht dat Conamus niet meer bestaat. "Voortaan gaat deze instantie, die de Nederlandse muziek ondersteunt en promoot, verder als Buma Cultuur. Directeur Jerney Kaagman van Conamus heeft dat gezegd tijdens de uitreiking van de Zilveren en Gouden Harpen in Spant! Bussum.

,,Het auteursrecht heeft bijzonder te lijden de laatste jaren, onder andere door het illegale downloaden van muziek. Willen we daar wat aan doen, dan is een intensere samenwerking met Buma - een vereniging van auteurs en muziekuitgevers - absoluut noodzakelijk'', aldus Kaagman." Lees hier meer. Persbericht Conamus hier.

IEF 1607

Normaal gebruikte Mustangs

Rechtbank ‘s-Gravenhage, 8 februari 2006, ZA 04-3141 Mustang Bekleidungswerke tegen Pascual Ros Aguilar. Van normaal gebruik kan ook sprake zijn wanneer het gebruik uitsluitend gericht is op wederverkopers.

MBGC is rechthebbende op diverse internationale en Benelux merkregistraties vanaf 1971 voor woord/beeldmerken MUSTANG voor  klasse 25, kleding en schoeisel. Aguilar is rechthebbende op  2 Internationale (merken A en C) en 1 Benelux beeldmerken (merk B), met het woordbestanddeel 'mustang' of 'by mustang', voor klasse 25, schoeisel. MBGC vordert, samengevat, vervallenverklaring en doorhaling van de merken A en B, alsmede nietigverklaring van merk C. Zij stelt daartoe dat de merken A en B wegens niet normaal gebruik vervallen dienen te worden verklaard en merk C op verwarringwekkende wijze overeenstemt met haar eerder gedeponeerde Mustang-merken. De rechtbank verklaart alleen merk B vervallen en wijst het meer of anders gevorderde af.

Merk A

MBGC heeft naar aanleiding van de door Aguilar overgelegde bescheiden die een gebruik van Merk A zouden moeten aantonen de vraag opgeworpen of merkgebruik op facturen gericht aan wederverkopers en/of op verpakkingsmaterialen die de eindgebruiker/consument niet onder ogen komen, in de beoordeling betrokken kunnen worden. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend waartoe als volgt wordt overwogen. Gebruik van een merk op facturen of verpakkingsmaterialen richting wederverkopers/detailhandelaren kan een reëel commercieel doel dienen in bovenvermelde zin aangezien het op de markt van detailhandelaren een reële functie kan vervullen ter onderscheiding van de waren als afkomstig van Aguilar (vgl. HR 23 december 2005, LJN AU2850, C04/247 HR, Sidoste/Bonnie Doon, met name r.o. 3.5.3).

Dit oordeel wordt niet anders door het feit dat het HvJ EG in r.o. 36 van Ansul/Ajax overwoog dat bij normaal gebruik sprake moet zijn “van een gebruik dat strookt met de voornaamste functie van het merk, die erin bestaat de consument of eindverbruiker de identiteit van de oorsprong van een waar of dienst te waarborgen, door hem in staat te stellen die waar of dienst zonder gevaar voor verwarring te onderscheiden van waren of diensten die een andere oorsprong hebben.

De rechtbank deelt niet de door MBGC aan die overweging gegeven lezing dat dan ook uitsluitend gebruik richting consumenten/eindverbruikers mag meetellen.  Dit staat niet met zoveel woorden in vermelde rechtsoverweging, terwijl een dergelijk oordeel – indien zulks werkelijk bedoeld zou zijn – mede gelet daarop dat ook gebruik richting wederverkopers een reëel commercieel doel kan hebben (zoals de Hoge Raad oordeelde in voornoemd arrest Sidoste/Bonnie Doon), bepaald een nadere motivering behoefde. In de daaropvolgende overwegingen maakt het HvJ EG bovendien duidelijk dat bij de beoordeling van instandhoudend gebruik in feite juist alle omstandigheden moeten worden meegewogen, in welke redenering niet goed past dat een bepaalde vorm van gebruik reeds op voorhand zou moeten worden uitgesloten. Ruimer is ook het in r.o. 37 door het HvJ EG gehanteerde begrip “klanten”, terwijl tot slot van belang is dat een beperking tot consumenten/eindverbruikers in het uiteindelijke door het HvJ EG gegeven antwoord op de vraag niet voorkomt.

Vervolgens heeft MBGC aangevoerd dat gebruik van een logo zonder daarin het element “calzados” niet tot instandhoudend gebruik van Merk A kan leiden. Ook dit betoog wordt verworpen. De rechtbank vermag niet in te zien dat door weglating van “calzados” het onderscheidend vermogen van Merk A zou zijn gewijzigd. De tekst “calzados” is in het teken als geheel in visueel opzicht immers van ondergeschikte betekenis. Terecht voert Aguilar aan dat het beeldmerk wordt gedomineerd door het dravende paardje met daaronder in vette letters “Mustang”, een en ander geplaatst in een cirkel.”

Volgens de rechtbank heeft “Aguilar met een zeer aanzienlijke hoeveelheid bescheiden afdoende aangetoond dat zijn gebruik van het logo (via een niet betwiste licentie aan Mustang Inter S.L.) zeker niet slechts symbolisch van aard is en was doch integendeel een reëel commercieel doel dient en diende.” De rechtbank weigert de gevorderde vervallenverklaring van Merk A.

 

Merk B

Ter ondersteuning van zijn gebruik van Merk B heeft Aguilar slechts een ongedateerde advertentie in het weekblad “Het” overgelegd. Dit is onvoldoende om van normaal gebruik te kunnen spreken. De rechtbank verklaart Merk B vervallen.

Merk C

MBGC beroept zich erop dat Merk C op verwarringwekkende wijze overeenstemt met haar eerder gedeponeerde Mustang-merken, vanwege het feit dat in Merk C “by mustang” is opgenomen.

“De rechtbank is van oordeel dat van onvoldoende overeenstemming in voormelde zin sprake is, waarbij de volgende omstandigheden in aanmerking zijn genomen. In de eerste plaats is van belang dat in de totaalindruk van het merk de woorden “by mustang” slechts een tamelijk ondergeschikte, zoniet onopvallende plaats innemen. De aandacht van het in aanmerking te nemen publiek zal veeleer worden getrokken door de gestileerde zoolafdruk en het woord “Sixtyseven”. Daarbij komt de omstandigheid dat MBGC haar wetenschap van het reeds tamelijk langdurige gebruik, dat wil zeggen in ieder geval sedert eind jaren negentig door Aguilar van “Mustang” als handelsnaam en als (onderdeel van) woord- en beeldmerken in de Benelux niet heeft bestreden.

Relevant wordt aldus ook dat Aguilar op zich genomen een handelsnaamrecht voor “Mustang” heeft opgebouwd, zodat het publiek – zo het al “by mustang” zal opvallen – dat onderdeel van het logo als een verwijzing naar die handelsnaam zal opvatten, daarin gesterkt door de toevoeging “by”. Ten aanzien van Merk A moet bovendien worden aangenomen dat MBGC het gebruik reeds meer dan vijf jaren heeft gedoogd in de zin van artikel 14bis BMW zodat MBGC haar Mustang-merken niet meer kan inzetten tegen gebruik van Merk A, waarin “Mustang” nu juist een prominente plaats inneemt. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het gevaar voor verwarring tussen merk en teken uit te sluiten. Lees het vonnis hier

IEF 1606

Leuke dingen doen

Adformatie bericht dat “De ANWB de naam van haar tijdschrift Família per direct heeft veranderd in Familietijd. Vanaf nummer 3, dat op 9 maart 2006 verschijnt, ligt het blad met deze nieuwe naam in de schappen. Ook de site is aangepast. De naamsverandering was nodig na een gerechtelijke uitspraak. Volgens Marieke Haafkens, hoofdredacteur van Familietijd, past ook de nieuwe naam ‘uitstekend bij de inhoud van het blad’. Tijd nemen om samen met de familie leuke dingen te doen." Lees het bericht hier. Lees het vonnis hier.

IEF 1605

Juridisch niets mis mee (5)

In aansluiting op deze eerdere berichten melden diverse media vandaag dat er weer interessante jurisprudentie aankomt: het kort geding tussen De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) en de website www.zoekallehuizen.nl zal dienen op 2 maart.

De Telegraaf bericht: “Volgens de NVM maakt de website zich schuldig aan oneerlijke concurrentie, onrechtmatig handelen, inbreuk op auteurs- en databankrechten en wanprestatie. Wat de makelaarsvereniging vooral irriteert is dat de website gebruikmaakt van 'deeplinken': wie op een plaatje van een woning klikt, wordt rechtstreeks doorgeleid naar de pagina die de verkopende makelaar voor de betreffende woning heeft gemaakt.

Op Zibb.nl stelt Directie-secretaris A. Drok van de NVM “dat de vereniging geen problemen heeft met zoekallehuizen.nl. 'Het gaat erom dat een makelaar aangeeft dat zijn gegevens niet gebruikt mogen worden en dat zoekallehuizen.nl dat niet respecteert. Als de rechter zegt dat dit mag, is er het risico dat gegevens over huizen op kwalitatief slechte sites geplaatst mogen worden of dat gegevens zelfs foutief ergens terecht komen.'"

Volgens NVM-makelaar Gijs den Hollander van www.zoekallehuizen.nl is de site echter niets meer dan een soort gespecialiseerde 'Google voor de huizenmarkt'. Lees hier of hier meer.

IEF 1604

Volgrecht Aangenomen

Aanpassing Auteurswet 1912 inzake volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk (29.912). "De Eerste Kamer heeft het voorstel op 7 februari 2006 zonder stemming aangenomen." Lees hier de laatste aantekeningen, vragen en antwoorden.

IEF 1603

Autonoom

GvEA, 7 februari 2006, zaak T-202/03. Alecansan tegen OHIM CompUSA (COMP USA).

Oppositie ouder Spaans beeldmerk Comp USA tegen CTM aanvrage beeldmerk COMP USA. Oppositie afgewezen door OHIM, geen overeenstemmende of complementaire waren en diensten. GvEA bevestigt die beslissing en stelt, ten overvloede dat nationaal recht niet van toepassing. Nederlandse versie is nog niet beschikbaar.

Waren en diensten: Thus, it is necessary to examine whether there is similarity between the following goods and services: on the one hand, the services covered by the earlier Spanish mark COMPUSA No 2 133 202, included in Class 39, namely ‘transport; packaging and storage of goods; travel arrangement’, and on the other hand the goods and services covered by the trade mark applied for COMPUSA, included in Classes 9 and 37, namely ‘Computer hardware; computer software’ and ‘Inspection and repair of electronic circuitry and components in computer hardware’.

As regards the nature of the goods and services, the contested decision rightly considers the ‘transport services’ referred to by the applicant to mean a fleet of trucks or ships used to move goods from A to B. Equally, ‘packaging and storage services’ merely means, in reality, the service whereby a company’s merchandise is put into containers for a fee. Those services are not similar to the services or the IT products offered by the intervener.

Physically sending computer software and computers bought or rented from an undertaking offering its goods by means of the internet to both consumers and professionals is merely the execution of a distance selling contract or of a service contract which is not connected to transport services. Consequently, sales by internet and goods transportation services are by no means complementary in nature.

Toepasselijk recht: The applicant submits that, since the public targeted by the two marks consists of average Spanish consumers and the relevant market is the Spanish market, the Spanish case-law concerning the likelihood of confusion between the signs should have been taken into account by the Board of Appeal. Under that case-law the identity of the names of the two marks results in their ‘incompatibility’, even when the goods related to the signs in dispute are different, they belong to two different classes of the Nice Classification (Classes 29 and 30), and there is no relationship between them, since the likelihood of confusion on the market is evident.

Given the unitary nature of the Community trade mark, the Community trade mark regime is an autonomous system with its own set of objectives and rules peculiar to it, and applies independently of any national system. (…) As a result, OHIM cannot be bound by a decision given in a Member State according to which where the two marks are identical in name they are ‘incompatible’ even if the goods and services covered by the signs in question are different. That is so even if such a decision was adopted under national legislation harmonised with Directive 89/104. Lees het arrest hier.

IEF 1602

EuroBuma's

"The European Commission can confirm that it has decided to open formal proceedings against CISAC (the “International Confederation of Societies of Authors and Composers”) and the individual national collecting societies in the EEA that are members of CISAC and has sent them a Statement of Objections (SO).

The Statement of Objections concerns certain parts of the CISAC model contract and its implementation at bilateral level by CISAC members in the EEA. The traditional forms of exploitation are outside the scope of the SO. As regards these new forms of copyright exploitation, the Commission considers that certain aspects of the agreements might infringe the EC Treaty’s prohibition of restrictive business practices (Article 81). These aspects are:

(i) the membership restrictions which oblige authors to transfer their rights only to their own national collecting society (whatever the subsequent exploitations of the rights)

(ii) the territorial restrictions, which oblige commercial users to obtain a license only from the domestic collecting society and limited to the domestic territory, and

(iii) the network effects of the agreements (the effect of the network of interlocking agreements between the collecting societies is that the membership and territorial restrictions multiply and guarantee to collecting societies an absolutely exclusive position on their domestic market: the historical de facto monopoly is strengthened and potential new entrants are prevented from entering the market for the management of copyright)." Lees het volledige persbericht hier.