IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 1581

Vrouwen

"This web page is intended primarily to provide information about intellectual property issues and WIPO activities that may be of particular interest and concern to women. It also hopes to serve as a link to other related web sites and to facilitate networking among women in the intellectual property field.

Finally, this web page pays tribute, at least in a representative capacity, to some of the many women around the world, frequently "unsung heroes", of all nationalities, races, religions, ages and social backgrounds, who have, are, and hopefully increasingly will continue to make significant contributions in the intellectual property field. Lees hier meer." (En, vroeger was niet alles beter, eerder soortgelijk bericht hier).

IEF 1580

Parasitaire bijbedoelingen

Rechtbank Groningen 1 februari 2006, Impag Toys Europe - Hasbro Österreich (met dank aan Paul Mazel, Trip Advocaten & Notarissen).

Vordering tot intrekking van de beslissing tot tenuitvoerlegging in Nederland van een Oostenrijks vonnis waarbij Impag is veroordeeld zich te onthouden van het op de markt brengen van en reclame maken voor speelgoed.

Impag en Hasbro hebben in in Oostenrijk gerechtelijke procedures gevoerd met betrekking tot het verhandelen en op de markt brengen van voor speelgoedklei geschikte kleipersen. Deze procedures hebben geleid tot een viertal uitspraken, waarvoor Hasbro verzocht heeft verlof te verlenen voor de tenuitvoerlegging, welk verlof (tweemaal) verleend is op grond van de artikelen 31en 38 EEX-Verordening).  Impag vordert nu tevergeefs de vernietiging van de beschikking.

"De EEX-Verordening is van toepassing op rechtsvorderingen die zijn ingesteld na haar inwerkingtreding op 1 maart 2002. De rechtsvorderingen die hebben geleid tot de Oostenrijkse vonnissen zijn ingesteld vóór 1 maart 2002 en de EEX-Verordening is derhalve hier niet van toepassing.[...] Het verlof tot tenuitvoerlegging had aldus niet gegeven mogen worden. Bovendien is ten aanzien van de Oostenrijkse vonnissen tweemaal verlof tot tenuitvoerlegging verleend. Aangezien twee erkenningen niet naast elkaar kunnen bestaan, dient de beslissing tot erkenning ook om deze reden te worden ingetrokken. Daarnaast leiden de Oostenrijkse uitspraken ertoe dat het speelgoed in Europa verhandeld mag worden behalve in Oostenrijk. De Oostenrijkse uitspraken zijn daardoor in strijd met het vrije verkeer van goederen zoals is omschreven in artikel 28 EG-Verdrag."

Hasbro verweert zich met het feit dat Impag in haar vordering niet-ontvankelijk is omdat de rechtbank de beschikking niet kan vernietigen, er geen rechtsregel bestaat waaruit volgt dat voor een vonnis niet meer dan één keer verlof tot tenuitvoerlegging kan worden verleend en is er geen stijd met de Nederlandse rechtsorde. De rechtbank acht Impag wel ontvankelijk omdat in de voetnoot bij conclusie van repliek Impag te kennen heeft gegeven dat haar vordering ziet op de intrekking van het verlof tot tenuitvoerlegging.

De rechtbank erkent weliswaar dat het eerste verlof tot tenuitvoerlegging ten onrecht is gebaseerd op de EEX-Verordening, maar constateert dat dit enkele feit blijkens de artikelen 34 en 35 geen grond oplevert voor intrekking van het verlof. De rechtbank zal derhalve aan dit argument voorbijgaan en niet nader ingaan op de data waarop de rechtsvordering, die tot de Oostenrijkse vonnissen hebben geleid, zijn ingesteld.

Ten aanzien van het tweemaal verleende verlof overweegt de rechtbank dat dit niet als grond voor intrekking wordt genoemd en bovendien Impag niet heeft gesteld in welk belang zij wordt aangetast door het bestaan van twee erkenningen naast elkaar. "Anderzijds is de rechtbank van oordeel dat door het per abuis naast elkaar bestaan van twee beschikkingen, die voor een deel zien op dezelfde te executeren beslissingen van de Oostenrijkse rechter, een onwenselijke situatie is ontstaan. [...] De rechtbank overweegt hieromtrent dat de tweede beschikking van de voorzieningenrechter moet worden geacht de eerste beschikking deels [...] buiten werking te hebben gesteld. Door het opnieuw verlenen van verlof tot tenuivoerlegging van deze vonnissen heeft het eerste verleend verlof immers zijn betekenis verloren. De eerste beschikking zal derhalve niet worden ingetrokken, maar kan ten aanzien van de genoemde vonnissen niet meer ten uitvoer worden gelegd."

En met betrekking tot de kennelijke strijdigheid met de Nederlandse openbare orde. "De rechtbank merkt daarbij op dat het haar, op grond van de artikelen 36 en 45 lid 2 van de EEX-Verordening, in geen geval is toegestaan de juistheid van de buitenlandse beslissing te onderzoeken en dat zij de vordering tot intrekking daarom slechts marginaal zal toetsen." De Oostenrijkse rechter is in beide instanties aan het beroep op schending van het vrije verkeer dat volgens Impag leidt tot strijd met de openbare orde voorbijgegaan en heeft geoordeeld dat "[...]Impag - door te imiteren van het door Hasbro geproduceerde speelgoed om met parasitaire bijbedoelingen aan te haken bij het succes ervan - heeft gehandeld in strijd met de goede zeden. [...] De Oostenrijkse rechter heeft aldus het beroep van Impag op het vrije verkeer van goederen aan het EG-Verdrag getoetst en gemotiveerd overwogen waarom het aan Impag opgelegde verbod gerechtvaardigd wordt geacht." Gelet op de marginale toetsing zal de rechtbank hier niet verder over oordelen.

Lees hier het vonnis.

IEF 1579

De Middenweg

Rechtbank 's-Gravenhage 1 februari 2006, Delaval - Schippers Blade. Vordering ex art. 843a Rv en nietigheidsverweren ten aanzien van een Nederlands registratieoctrooi.

Delaval is (na overdracht) houdster van het Nederlands octrooi voor een veeborstelinrichting. Schippers Bladel brengt in Nederland een tweetal veeborstels op de markt, die zij betrekt uit Italië van Agricow. Delaval voert in Italië een octrooiinbreukprocedure tegen Agricow op basis van het EP. Delaval vordert een inbreukverbod op het Nederlands octrooi. Schippers Bladel vordert bij incidentele vordering ex art. 843a Rv. Delaval te veroordelen binnen 7 dagen na vonniswijziging "afschriften van alle processtukken van de procedure in Italië tussen DeLaval en Agricow S.r.l. te verschaffen".

Ten aanzien van het incident: Daargelaten dat Schippers Bladel blijkens het petitum van haar incidentele conclusie verschaffing van de processtukken uit de Italiaanse procedure vordert – waar zij al over beschikt, omdat zij die blijkens haar eigen prod. 15 al heeft overgelegd – en niet de vertalingen in het Engels waar het haar blijkens haar toelichting om te doen is – moet haar incidentele vordering ook overigens worden afgewezen. Nu Schippers Bladel over de in het Italiaans gestelde processtukken uit de Italiaanse procedure beschikt, zijn de blijkbaar in eigen beheer door Delaval gemaakte Engelse vertalingen daarvan niet aan te merken als "bescheiden aangaande een rechtsbetrekking" in de zin van art. 843a Rv. Als zodanig hebben in dit verband de originele Italiaanse stukken te gelden. Het beroep van Schippers Bladel op Rb Den Haag 4 juni 2004 onder rolnr. 04-1278 faalt, alleen al omdat het daar om overlegging van het Duitse procesdossier ging.

Wat betreft de geldigheid van het Nederlandse octrooi wordt als volgt geoordeeld: "Naar bestendige kort geding rechtspraak van deze rechtbank bestaat bij een Nederlands registratieoctrooi waartegen serieuze nietigheidsverweren worden opgeworpen, doorgaans aanleiding het Octrooicentrum Nederland om advies te vragen en de behandeling van het kort geding aan te houden. [...] Delaval bepleit daar in casu van af te wijken, omdat een op conclusie 10 na identiek Europees (en derhalve vooronderzocht) octrooi voorhanden is – dat weliswaar geen gelding (meer) heeft voor Nederland, maar dat is in de bepleite optiek (inderdaad) niet relevant; in confesso is dat art. 77 ROW 1995 niet geldt voor dit geval. In de visie van Delaval zou in kort geding daarom de gewone maatstaf moeten gelden, te weten of een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi in de bodemprocedure nietig zal worden geoordeeld.

Aanleiding wordt gevonden een middenweg te bewandelen [...].

Op grond van de thans aangedragen argumenten zou op dit moment voorlopig worden geoordeeld dat een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi nietig zal worden geoordeeld wegens gebrek aan invitiviteit, zoals hierna nader wordt overwogen. Dat zou derhalve in dit stadium niet resulteren in een inbreukverbod. Bij die stand van zaken bestaat dan geen bezwaar – en geniet het zelfs de voorkeur – om de lopende adviesprocedure bij het Bureau af te wachten en na kennisneming van het advies en nader debat tussen partijen na voortgezette mondelinge behandeling een mogelijk meer gefundeerd voorlopig oordeel te geven. Hierbij is tevens in aanmerking genomen dat een belangrijk deel van de thans tegengeworpen mogelijk geldigheidsschadelijke octrooiliteratuur niet door de Europese Examiner is gezien. Daarbij wordt verdisconteerd dat NL '252 en EP '258 op de toegevoegde laatste afhankelijke conclusie van EP '258 na identiek zijn – met inbegrip van de beschrijving en figuren."

De zaak wordt aangehouden. Lees hier het vonnis.

IEF 1578

Van koers

Haagse rechtspraak doet Amerikaanse koersen schommelen. Onder de titel ‘Angiotech clarifies Dutch court action’ bericht Businessweek dat een persbericht van Biosensors in combinatie met een research note van zakenbank Lehman Brothers over het Haagse vonnis in de zaak Angiotech-Occam/Biosensors eind vorige week een daling heeft veroorzaakt in de koers van het aandeel Angiotech. Een soort rectificatie van Lehman Brothers deed de koers weer stijgen.

“Biosensors said in a release that a Dutch judge had denied Angiotech's request for a preliminary injunction against sales of its Axxion drug-coated stent. However, the release went onto say the "judge ruled that Biosensors Axxion (drug-coated stent) does not infringe the European Patent" held by Angiotech.

Lehman issued a research note on Angiotech rival Conor Medsystems Inc., stating "the fact that Biosensors was able to prove non-infringement with a paclitaxel stent increases the likelihood of a positive outcome," for Conor. Conor and Angiotech are locked in legal battles in several countries over Angiotech's patents for using paclitaxel to coat stents.
Angiotech, in a statement, stressed that the Dutch court had denied the company's request for a "preliminary injunction" against Biosensors, but this did not mean its patent was invalid, adding the lawsuit had not even entered the full trial phase.”

As a result, Lehman issued a research note on Angiotech reading: "After clarifying the ruling, it appears to be much less of a positive for (Conor) and much less of a negative for (Angiotech) than we originally thought suggesting today's trading in both names may be overreactions."

Lees het bericht hier (Business Week, via de IPKat). Lees het vonnis hier ("`Het voorgaande voert tot de conclusie dat Occam naar voorlopig oordeel geen inbreuk maakt op conclusie 1. De overige conclusies zijn volgconclusies waarop dan evenmin inbreuk wordt gemaakt. 4.26. Het verweer van Occam dat EP 376 ongeldig is kan de voorzieningenrechter thans eveneens onbesproken laten.")

IEF 1577

Handig

Zojuist geplaatst op de website van het BMB: Toelichting van het Benelux-Bureau bij de titels II, III en IV van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom.

“Het is te allen tijde de mogelijk om de totstandkomings-geschiedenis van de bepalingen van deze titels van het BVIE te onderzoeken. Hiervoor zal hij echter wel in verschillende documenten te rade moeten gaan. Om dit te vergemakkelijken heeft het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) onderhavige toelichting bij de titels II, III en IV en de artikelen 5.3 en 6.2 van het BVIE opgesteld. Bij elk artikel wordt vermeld uit welke bepaling uit de BMW of BTMW, en in voorkomend geval de protocollen tot wijziging daarvan, deze voortvloeit en de oude artikelsgewijze commentaren zijn hierin samengevoegd tot één geheel.” Lees hier alles.

IEF 1576

Fancy advertising

Today the European Commission sent “reasoned opinions” to Germany and Luxembourg for failing to transpose into national law Directive on advertising and sponsorship of tobacco products. “I am determined to enforce this piece of legislation, which is essential in the fight against smoking" said Commissioner Markos Kyprianou "I am sure that all governments realise that glamorising smoking through fancy advertising can have devastating effects, in particular on young people."

The Commission is also investigating situations in countries where transposition has not been made correctly. The Commission will not hesitate to bring cases against these countries if it is proved that they have implemented exemptions or granted derogations which go against the provisions of the Directive. Lees hier meer.

IEF 1575

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank ’s-Gravenhage, 1 februari 2006 (bij vervroeging),  KG ZA 05-1617. Delaval Holding A.B tegen Schippers Bladel B.V. Octrooizaak, veeborstelinrichting. Lees het vonnis hier.

- GvEA, 1 februari 2006, zaak T-206/04 Rodrigues Carvalhais tegen OHMI/Profilpas (PERFIX).

Gemeenschapsmerk, beroep tot nietigverklaring , ingesteld door aanvrager van beeldmerk "PERFIX" voor waren van klassen 6, 17 en 19, tegen beslissing van eerste kamer van beroep OHIM, houdende vernietiging van beslissing van oppositieafdeling waarbij oppositie van houder van communautair beeldmerk "CERFIX" voor waren van klassen 6, 17 en 19 en van communautair woordmerk "PROFIX" voor waren van klasse 6 is afgewezen. Lees het arrest hier (nog niet beschiknaar in Nederlands of Engels)

- GvEA, 1 februari 2006, Gevoegde zaken T-466/04, T-467/04. Dami tegen OHMI - Stilton Cheese Makers (GERONIMO STILTON)
 
Gemeenschapsmerk - Beroep door de aanvrager van het communautaire woordmerk "GERONIMO STILTON" voor waren en diensten van de klassen 16, 25, 28, 29, 30 en 41 ingesteld en strekkende tot vernietiging van beslissing van de tweede kamer van beroep OHIM, waarbij de procedure wordt beëindigd na een vermeende intrekking van de oppositie ingesteld door de houder van verschillende nationale collectieve merken die zijn ingeschreven voor het woord "STILTON". Lees het arrest hier.

IEF 1574

Merkdenken

FD van vandaag  “Het merk is de heroïne van de zakelijke wereld. Als je het hebt, is het heel duur om het te blijven onderhouden. Je moet het steeds nieuwe impulsen blijven geven.'

Tegenover het Anglo-Amerikaanse merkdenken (Zo snel mogelijk het onderscheid ten opzichte van andere merken communiceren en vervolgens daarvoor, financiële, waardering krijgen) zet Brandt als Rijnlands alternatief het identiteitsdenken. Daarin is inhoud belangrijker dan onderscheid (onderscheidend vermogen vervangen door inhoudelijk vermogen?). Het gaat over vertrouwen, verantwoordelijkheid en authenticiteit. De organisatie is geen geldmachine maar een noodzakelijk kwaad. Het doel is relevantie. Het verschil tussen het bedrijf en het merk wordt steeds kleiner.” Lees hier meer over merkdenken.

IEF 1573

Waarschuwing

Waarschuwing van het Benelux-Merkenbureau: "Het is mogelijk dat merkhouders worden benaderd door bedrijven zoals (het Hongaarse) TM-Collection en Global Edition Kft., met het aanbod om tegen betaling van een aanzienlijk bedrag, hun merk(en) te registreren in een door bedoeld bedrijf te publiceren onofficieel (Europees) register.

Met dit schrijven wekken zij de indruk dat door deze registratie een bijkomende merkenrechtelijke bescherming wordt verworven. Wij wijzen u er met nadruk op dat een dergelijke "registratie" gebaseerd is op louter particulier initiatief en geen enkel officieel karakter draagt. Wij raden u ten zeerste af aan bedoeld aanbod gevolg te geven."

IEF 1572

Rechterlijke macht

Nog even een bericht van eind vorige week: "Senior judges campaigning to secure a European patent court have won their first major victory by forcing the European Commission (EC) to drop its outright opposition to the proposals. In a highly significant move, the EC has agreed to consult on the plans, which are backed by an array of top European intellectual property (IP) judges including Lord Hoffmann and Lord Justice Jacob.

Questionnaires have been sent out by the EC to a wide range of IP practitioners and organisations across Europe, calling for feedback on the blueprint, dubbed the European Patent Litigation Agreement (EPLA). A spokesman for the EC said: "The consultation is not hinting at one direction or another, but we have recognised that the world has moved on since 1997 when the [EC’s] proposal was made." Lees hier meer (Legal Week).