IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 1500

Zeker niet uit te sluiten

Rechtbank Amsterdam, 22 december 2005, KG 05-2184 P. GTI German Travel Int GmbH / DTI Dutch Travel Int. B.V. tegen Lastminuteturkije.nl B.V.

GTI en DTI zijn reisorganisaties die gespecialiseerd zijn in reizen naar Turkije. De vluchten zelf worden uitgevoerd door de Turkse chartermaatschappij SKY Airlines, een zusteronderneming die echter geen partij is in dit geding. GTI is sinds februari 2005 voor de Benelux en Polen houder van het Internationale woord- en beeldmerk ‘german sky airlines.’ GTI maakt gebruik van diverse domeinnamen met ‘skyairlines.’ Het in oktober 2005 door GTI in de Benelux gedeponeerde woordmerk ‘SKY Airlines’ is nog niet ingeschreven. Lastminuteturkije.nl heeft in de 2003 de domeinnaam www.skyairlines.nl geregistreerd en gebruikt de domeinnaam als rerouter naar haar hoofdwebsite.

De rechtbank verwerp het  betoog van GTI en DTI dat Lastminuteturkije.nl inbreuk maakt op het merk ‘SKY Airlines’, aangezien dit merk nog niet in ingeschreven. Verwarringsgevaar tussen www.skyairlines.nl en ‘german sky airlines’’ is daarnaast gering, omdat veel ondernemingen in deze branche zich bedienen van de, daardoor weinig onderscheidende, combinatie sky en airlines en ook het bestanddeel german in het merk bepaald geen ondergeschikte rol speelt. 

Beroep op artikel 5 Handelsnaamwet faalt eveneens. Het valt zeker niet uit te sluiten dat GTI en DTI oudere rechten op de handelsnaam hebben, maar uitsluitsel daarover vergt een nader onderzoek naar de feiten waartoe dit kort geding zich niet leent.  Lees het vonnis hier (met dank aan Till Kolle, Heitmann · von Meding).

IEF 1499

Ondertussen in Breda

Hein-Piet van Boxel zal binnenkort het kantoor van Novagraaf Breda verlaten en aantreden bij het (tevens) Bredase merkenbureau Bakker & Verkuijl. Van Boxel is van de drie gemachtigden op het kantoor van Novagraaf in Breda. Novagraaf is bezig een oplossing te vinden voor de opvolging van Van Boxel.

IEF 1498

Met de tijd mee

3voor12-verslag van het Noorderslag seminar in Groningen, afgelopen vrijdag, dat in het teken stond van Creative Commons. Tijdens de seminar kondigde Buma/Stemra aan binnenkort een project te starten om haar aangesloten muziekauteurs en -uitgevers in sommige situaties meer zeggenschap te geven over het gebruik van hun eigen muziekwerken (eerder bericht hier).

"De systematiek van BUMA moet gefinetuned worden", aldus Willem van Wanrooij van de Buma. Flexibiliteit is het sleutelwoord waarmee de organisatie zichzelf wil moderniseren om zo tegemoet te komen aan de veranderende manier waarop componisten en muzikanten met hun eigen werk willen omgaan. Ook gaat Buma kijken of samenwerking met CC mogelijk is de licentievormen van CC te integreren met het collectieve rechtenbeheer van Buma.

Bernt Hugenholtz prees de BUMA voor haar 'forward looking' verhaal (zeker ook ten opzichte van de andere Europese landen). "BUMA moet toch aan de individualisering. En creative en collectief kunnen heel goed samenwerken. Uiteindelijk gaat het er om wat de auteur wil." En ook uit de andere hoeken klonk optimisme. Lees hier meer.

IEF 1497

Op alle gebieden van de technologie

Publicatie Staatsblad van Rijkswet van 17 november 2005 (Stb. 2006, 22). Dossiernummer 29874. Goedkeuring en uitvoering van de Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, het Verdrag inzake octrooirecht, het Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien. Lees de wet hier. Eerdere berichten o.a. hier.

IEF 1496

Eerst even voor jezelf lezen

- HvJ, 17 januari 2006, conclusie AG  Dámaso Ruiz-Jarabo Colomer in zaak C-145/05. Levi Strauss tegen Casucci spa. Kontzakstikselzaak. Lees conclusie hier (niet beschikbaar in het Nederlands of Engels).

- GveA, 17 januari 2006, zaak T-398/04, Henkel KGaA tehen OHIM.  Beeldmerk Afwasmachinemiddeltablet. Lees arrest hier (niet beschikbaar in het Nederlands of Engels).

IEF 1495

Publieke licentie

Automatiseringsgids.nl bericht dat De Free Software Foundation een concept van versie 3 van de GNU General Public License heeft gepubliceerd . De komende tijd wacht de stichting commentaren in op dit concept, dat te vinden is op zijn website. Tevens is daar een onderbouwing van de belangrijkste wijzigingen te vinden, evenals een mogelijkheid om commentaar te leveren. Lees hier meer. Eerder bericht hier. Concept hier.

 

IEF 1494

Patstrat

Denk octrooirechtelijk mee met de Commissie: Brussels, 16 January 2006, The European Commission has launched a public consultation on how future action in patent policy to create an EU-wide system of protection can best take account of stakeholders' needs. While the Community Patent remains a priority, the Commission is also seeking views on what measures could be taken in the near future to improve the patent system in Europe. All interested stakeholders, including industry and individuals, are encouraged to reply. The closing date is 31 March 2006.

Internal Market and Services Commissioner Charlie McCreevy said: "Good intellectual property rules are essential: by stimulating innovation and leading to the successful development of new products, they help to generate growth and jobs. We want to maximise these benefits in Europe by making the single market for patents a reality. This is why I am asking businesses and individuals alike to give me their views on how we should move forward to achieve this. Meanwhile we will of course continue to strive for the Community Patent, which remains central to our policy."

The Commission is committed to boosting the competitiveness of EU industry and improving the framework conditions in which it operates. To this end, industrial property, which includes patents, has been identified as one of the seven major cross-sectoral policy initiatives in the Commission's new industrial policy put forward on 5 October 2005 (IP/05/1225). As part of its commitment to Better Regulation, the Commission has launched this consultation to ensure that any new proposals in the area of EU patents policy reflect stakeholders' needs.

The consultation focuses on three major issues: the Community patent; how the current patent system in Europe could be improved; and possible areas for harmonisation. The Commission is also seeking views on what action could be taken while work on the Community patent is continuing, in particular within the framework of the existing European patent system, or by bringing national patent systems more closely in line with each other through either approximation of laws or mutual recognition of national patents. The legal framework for jurisdiction over patent disputes is an area of significant interest in this context.

The feedback obtained from stakeholders will form the basis of a hearing, which the Commission intends to organise in Brussels on 13 June 2006.
The questionnaire is available at:

https://europa.eu.int/comm/internal_market/indprop/patent/consultation_en.htm

More information on the EU's industrial property policy is available at:

https://europa.eu.int/comm/internal_market/indprop/index_en.htm

Persbericht hier.

IEF 1493

Prioriteit (3)

Voor de volledigheid en in aansluiting op deze eerdere berichten over prioriteiten in het auteursrechtbeleid, hierbij nog het kamerstuk waarin de eerder gepubliceerde gestelde vragen en gegeven antwoorden worden samengevoegd.

Kamerstuk 29838, nr. 2, 2e Kamer. Auteursrechtbeleid; Verslag schriftelijk overleg over beleidsprioriteiten. Lees het kamerstuk hier.

IEF 1492

grote terughoudendheid

Rechtbank Amsterdam 26 oktober 2005, LJN: AU9723, Babybike - Stichting Consument en Veiligheid (vandaag op rechtspraak.nl).

Babybike produceert en verkoopt sinds 1993 fietsstoelen om peuters en baby's vanaf 6 weken op de fiets te vervoeren. Stichting Consument en Veiligheid ("SCV") heeft de afgelopen jaren via diverse media aandacht besteed aan het vervoer van baby's per fiets en heeft, aldus Babybike, het vervoer van baby's per fiets in daartoe bestemde zitjes ontmoedigd.

Babybike legt aan haar eis ter rectificatie ten grondslag dat SCV ten opzichte van Babybike onzorgvuldig en onrechtmatig heeft gehandeld door, zonder te beschikken over wetenschappelijk onderzoek, in diverse publicaties te adviseren om baby’s die nog niet zelfstandig rechtop kunnen zitten (tot negen maanden), niet op de fiets te vervoeren. SCV maakt bij haar advisering ten onrechte geen onderscheid tussen zit- en ligstoeltjes. Dit terwijl Babybike nu juist een fietsstoel heeft ontwikkeld die (mede) is ontwikkeld voor zeer jonge baby’s die in de Babybike fietsstoel kunnen liggen. Onderzoeken die zich in positieve zin uitspreken over de Babybike fietsstoel zijn door SCV ten onrechte genegeerd. Bovendien heeft SCV zelf geen onderzoek gedaan naar de Babybike fietsstoel. Een en ander klemt te meer nu de adviezen van SCV door de media en de consument zeer serieus worden genomen.

De rechtbank verwerpt allereerst de stelling van Babybike dat SCV zich ten onrechte voordoet als onpartijdige instantie. Onvoldoende is gebleken dat SCV door de samenwerking met het bedrijfsleven haar onpartijdigheid zou hebben verloren.

Ten aanzien van de onrechtmatigheid van de publicatie oordeelt de rechtbank als volgt: "Voorop staat dat SCV tot doel heeft consumenten in algemene zin voor te lichten over de preventie van ongevallen in de privé sfeer. Een dergelijke organisatie is in beginsel vrij om zelf uit te maken op welke grondslagen zij die voorlichting baseert. Dat geldt in het bijzonder als het gaat om een product als het onderhavige, waarvoor de normering destijds nog in ontwikkeling was. Er zijn immers geen algemeen erkende beoordelings-criteria voor fietsstoeltjes voor baby’s jonger dan negen maanden. Daar staat tegenover dat de keuze om voorlichting op bepaalde grondslagen te baseren binnen de grenzen van het redelijke moet vallen en niet onzorgvuldig mag zijn. De gekozen grondslagen moeten bovendien juist worden toegepast. Een en ander geldt te meer indien de voorlichting en adviezen afkomstig zijn van een organisatie als SCV waarvan, gezien de navolging van haar adviezen in de landelijke media, mag worden aangenomen dat deze adviezen een ruime mate van gezag hebben.

Babybike verwijt SCV allereerst dat zij aan haar voorlichting geen eigen onderzoek ten grondslag legt. Dit verwijt is ongegrond nu SCV zelf geen onderzoeksinstituut is. Babybike verwijt SCV voorts dat zij bij de voorlichting over fietsstoeltjes voor baby’s ten onrechte geen acht heeft geslagen op het afstudeerproject van een student bewegingstechnologie en de hiervoor onder 1e. en 1f. genoemde conclusies van de Fietsersbond en de ANWB. Het naast zich neerleggen van voornoemde (niet wetenschappelijke) stukken acht de rechtbank evenwel niet onzorgvuldig en passen binnen de hiervoor on-der 4.4 omschreven keuzevrijheid.

Resteert de vraag op welke grondslagen SCV dan wel haar voorlichting over het gebruik van fietsstoeltjes voor baby’s jonger dan negen maanden heeft gebaseerd en of zij in redelijkheid haar voorlichting daarop heeft kunnen baseren.

SCV baseert zich bij haar advisering over het vervoer van baby’s jonger dan negen maanden, zo begrijpt de rechtbank, op enerzijds algemene ervaringsregels en anderzijds een aantal buitenlandse onderzoeken.

"Aldus is de rechtbank van oordeel dat op basis van bovengenoemde algemene ervaringsregels er voldoende aanleiding is om grote terughoudendheid te adviseren bij het vervoeren van baby’s jonger dan negen maanden op de fiets. Te meer nu concrete normering op dit vlak ontbreekt. Er is evenwel geen deugdelijk onderzoek beschikbaar op grond waarvan het alternatief voor de fietsstoel - waarbij de baby liggend wordt vervoerd - zoals aangeboden door Babybike, specifiek moet worden ontraden."

Echter uit het gestelde blijkt dat door SCV voldoende aannemelijk is gemaakt dat de door Babybike gestelde schade niet in een zodanig verband met voornoemde uitlating staat dat de gestelde schade SCV kan worden toegerekend. Ook de gevorderde rectificatie wordt afgewezen wegens onvoldoende belang. Lees hier het vonnis.

IEF 1491

De Lijst

The Chambers Global Guide. Alleen aan de top is het eenzaam, op de andere treetjes van het podium is het (in alfabetische volgorde) redelijk dringen.

Intellectual Property, Netherlands:

1) De Brauw Blackstone Westbroek

2) Brinkhof
2) Freshfields Bruckhaus Deringer
2) Howrey LLP
2) Klos Morel Vos & Schaap
2) Lovells

3) Allen & Overy
3) Bird & Bird
3) NautaDutilh

4) Baker & McKenzie
4) Clifford Chance LLP
4) Höcker Rueb Doeleman Advocaten
4) Houthoff Buruma
4) Simmons & Simmons
4) Steinhauser Hoogenraad Advocaten
4) Stibbe

Voor volledig overzicht en persoonlijke loftuitingen (Street Fighting Joris, Courageous Kurt, Cerebral Tobias, Charming Willem, Extremely Intelligent Chantal en Easy-Going Bert). Klik hier.