IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 1332

Neelie tegen octrooi-hinderlaag

Nu.nl bericht dat Neelie Kroes druk heeft uitgeoefend om het gevaar van een 'octrooi-hinderlaag' te voorkomen. Degene die nu oorlogstaferelen voor zich ziet waarbij met zware octrooischriften wordt gesmeten zit er niet helemaal naast. Nu.nl: "een octrooi-hinderlaag ontstaat als bedrijven verzwijgen dat ze octrooi hebben op een vinding die door een overkoepelende instantie tot standaard wordt uitgeroepen". De Europese Telecommunicatie Standaardisatie Instituut (ETSI) heeft nu bedrijven van wie een vinding, die beschermd wordt door een octrooi, tot standaard dreigt te worden verheven, verplicht om hun octrooi van tevoren bekend te maken. Dit om onaangename verrassingen achteraf te voorkomen.

Zie het hele bericht hier.

IEF 1331

Cristal clear

Gerecht van Eerste Aanleg 8 december 2005, zaak T-29/04, CRISTAL - CRISTAL CASTELLBLANCH

Het door Castellblanch aangevraagde beeldmerk CRISTAL CASTELLBLANCH voor wijnen en mousserende wijn stemt we overeen met het oudere woordmerk CRISTAL van Champagne Louis Roederer ter aanduiding van champagnewijn. De oppositieafdeling heeft eerder de oppositie toegewezen. De kamer van beroep heeft het beroep verwordpen. Zij was van oordeel dat het oudere merk normaal en daadwerkelijk was gebruikt, en zij heeft geconcludeerd dat de betrokken waren soortgelijk zijn en de conflicterende tekens overeenstemmen, waardoor bij het Franse publiek verwarring kan ontstaan, associatiegevaar daaronder begrepen.

Het Gerecht kijkt ter beoordeling van het verwarringsgevaar eerst naar de soortgelijkheid van de waren en stelt vast dat de betrokken waren dezelfde, of minstens zeer soortgelijk zijn. Vervolgens komt het Gerecht toe aan de vergelijking van de tekens. Ondanks het feit dat het woord 'Castellblanch' in vette letters en groter dan het woord 'Cristal' is geschreven en het aangevraagde teken een beeld bevat, wordt, gelet op de centrale plaats van het woord 'Cristal' en het feit dat het oudere merk volledig in het aangevraagde merk voorkomt, een zekere visuele overeenstemming aangenomen. Ook stemmen de merken fonetisch overeen. De toevoeging 'Castellblanch' doet hieraan niet af, aangezien 'Cristal' het dominerende bestanddeel is. Tot slot zijn de tekens ook begripsmatig overeenstemmend, namelijk een verwijzing naar het idee van helderheid en zuiverheid.

Tot slot de beoordeling van het verwarringsgevaar. "[...] het woord "cristal" beschrijft geenszins de betrokken waren, doch kan als suggestief worden beschouwd. Derhalve dient te worden aangenomen dat het merk CRISTAL een gemiddeld onderscheidend vermogen heeft, en geen zwak onderscheidend vermogen, zoals verzoekster stelt. [...]
Met betrekking tot verzoeksters argument dat er andere merken bestaan die het woord „cristal” bevatten en zijn ingeschreven voor de waren van klasse 33 – hetgeen volgens haar het bewijs levert van het zwakke onderscheidend vermogen van het oudere merk en van de vreedzame coëxistentie van de betroken merken –, volstaat de vaststelling dat niet is aangetoond dat deze merken werkzaam zijn of worden gebruikt voor de in geding zijnde waren, en in het bijzonder voor mousserende wijn.

Weliswaar kan niet volledig worden uitgesloten dat in bepaalde gevallen de coëxistentie van oudere merken op de markt het door de instanties van het BHIM vastgestelde gevaar voor verwarring van twee conflicterende merken vermindert, maar hiermee kan slechts rekening worden gehouden indien de aanvrager van het gemeenschapsmerk ten minste in de loop van de procedure voor het BHIM betreffende de relatieve weigeringsgronden, genoegzaam heeft aangetoond dat deze coëxistentie erop berust dat bij het relevante publiek geen sprake is van gevaar voor verwarring van de oudere merken waarop de aanvrager zich beroept, met het oudere merk van interveniënte waarop de oppositie is gebaseerd, en onder het voorbehoud dat de betrokken oudere merken en de conflicterende merken identiek zijn."
Het beroep wordt in zijn geheel verworpen.
Lees hier het arrest.

IEF 1330

Nota 30 222

Volgens C.E.G van Gennip, de Staatssecretaris van EZ, is de rechtsbescherming van een octrooihouder bij inbreuk op intellectuele eigendomsrechten in een EU-land vrijwel gelijk aan de rechtbescherming in de verschillende alleen bij het EOV aangesloten landen. Hij komt tot deze conclusie naar aanleiding van de vraag die leden van de VVD-fractie hadden gesteld in het kader van de wijziging Rijksoctrooiwet 1995 in verband met implementatie richtlijn handhaving intellectuele eigendomsrechten (2004/48/EG). Lees het kamerstuk 30 222, nr. 7 hier.

IEF 1329

Geen onzekerheid

Rechtbank Utrecht 30 november 2005, LJN: AU7468, Eiser - Ventoux Advocaten. Dick van Engelen ruilt het papier in voor de rechtzaak en stelt daar nogmaals de vraag: Zijn merkrechten registergoederen en zijn ze overdraagbaar? 
 
Eiser Van Engelen is advocaat en oefent tezamen met twee andere advocaten via de vennootschap Ventoux Advocaten (gedaagde) de advocatenpraktijk uit. Eiser, rechthebbende op beide merken, en Ventoux zijn overeengekomen dat eerstgenoemde de merken over zal dragen aan de vennootschap. Eiser stelt dat de rechten op de Ventoux-merken geen registergoederen zijn en bij onderhandse akte kunnen worden overgedragen. Ventoux Advocaten stelt dat de rechten mogelijk registergoederen zijn en bij notariële akte dienen te worden overgedragen. Bovendien twisten eiser en Ventoux over de vraag of de Gemeenschapsmerkenverordening gekwalificeerd kan worden als een wet in de zin van art. 3:83 BW (van belang voor de al dan niet overdraagbaarheid van de rechten). 
 
Eiser vordert de verklaring voor recht dat de rechten op het Ventoux Benelux-merk en het Ventoux-Gemeenschapsmerk géén registergoederen in de zin van artikel 3:10 BW zijn en rechtsgeldig zullen zijn overgedragen na levering bij onderhandseakte en rechtsgeldig aan derden kunnen worden tegengeworpen na inschrijving van het depot van een uittreksel van die akte in het Benelux Merkenregister. Tevens vordert eiser de verklaring voor recht dat de rechten op het Ventoux-Gemeenschapsmerk rechtsgeldig kunnen worden overgedragen, aangezien die rechten overdraagbaar zijn in de zin van artikel 3:83 BW.

"De rechtbank is van oordeel dat partijen rechtens onvoldoende belang hebben bij hun vorderingen. [...] Volgens partijen staat enkel ter discussie op welke wijze deze overdracht dient te geschieden. Blijkens de wederzijdse stellingen bestaat deze discussie kennelijk omdat volgens partijen in de juridische literatuur onzekerheid bestaat over deze kwestie. De rechtbank overweegt echter dat de van toepassing zijnde regelgeving duidelijk is over de wijze van overdracht van rechten als de onderhavige. Ingevolge de BMW is immers een schriftelijk stuk vereist -een onderhandse akte volstaat derhalve- en kan het recht voorts voorwerp zijn van een licentie. Ingevolge de verordening dient de overdracht van een gemeenschapsmerk eveneens schriftelijk te geschieden en kan ook dit merk voorwerp zijn van een licentie. Het door partijen gestelde belang bij de gevorderde verklaringen voor recht met betrekking tot de wijze van overdracht ontbreekt derhalve naar het oordeel van de rechtbank. De omstandigheid dat in de literatuur onzekerheid bestaat vormt naar het oordeel van de rechtbank een onvoldoende belang nu in de wetgeving en de jurisprudentie geen onzekerheid bestaat. De rechtbank leidt bovendien uit de stellingen van partijen, alsmede uit de door [eiser] overgelegde stukken af dat de door partijen bedoelde onzekerheid in de literatuur -overigens aangezwengeld door [eiser] zelf- niet zozeer bestaat ten aanzien van de wijze van overdracht, maar ten aanzien van de vraag of het recht een registergoed is in de zin van artikel 3:10 BW en of de verordening een wet is in de zin van artikel 3:83 derde lid BW. Het antwoord op deze vraag is met het vorenoverwogene weliswaar niet gegeven, doch door partijen is niet voldoende gesteld welk concreet belang zij hebben bij hun vorderingen voor zover deze laatstgenoemde kwesties betreffen. Blijkens de stellingen van partijen wensen zij immers in verband met de tussen hen gesloten overeenkomst zekerheid over de wijze waarop de rechten dienen te worden overgedragen.

[...] De rechtbank overweegt voorts dat, voor zover bij beide partijen kennelijk vrees bestaat dat een onderhandse akte, ondanks de bestaande regelgeving en jurisprudentie, niet het door hen beoogde gevolg zal hebben, het partijen vrij staat om een notariële akte te doen opmaken dan wel op andere wijze afspraken te maken.
[...] Concluderend leidt de rechtbank uit de wederzijdse stellingen en de overgelegde stukken af dat beide partijen antwoord wensen te verkrijgen op een vraag die enkel in de juridische literatuur speelt. Zij is van oordeel dat deze wens een juridische beoordeling van de onderhavige rechtsvorderingen niet rechtvaardigt. De rechtbank zal daarom zowel de vordering in conventie als de vordering in voorwaardelijke reconventie afwijzen. Lees hier het vonnis.

IEF 1328

OSOSS

IEF 1327

Eerst even voor jezelf lezen

Arrest GvEA, 8 december 2005, zaak T-29/04, Castellblanch SA tegen OHIM. "Aanvraag gemeenschapsmerk voor beeldmerk dat het woordelement CRISTAL CASTELLBLANCH bevat , oppositie ouder nationaal woordmerk CRISTAL, normaal gebruik ouder merk, verwarringsgevaar". Lees arrest hier.

IEF 1326

2 op de 3

Altijd leuk, statistieken van het OHIM. Nu het Europese Merkenbureau 10 jaren bestaat hebben de statistici uit Alicante weer wat interessante cijfers op tafel getoverd. Het blijkt dat precies 62,83% van alle Gemeenschapsmerkaanvragen resulteert uiteindelijk in een registratie, dus (bijna) 2 op de 3. Een derde van de aanvragen valt ten prooi aan opposities, nietigheidsacties en rechtszaken. Eind oktober 2005 staan er 458.122 aanvragen tegenover 288.022 geregistreerde merken. Lees nog meer statistieken hier.

IEF 1325

Vrijdagmiddagberichten

1- “Dear Mr. ====:

We are counsel for Hasbro, Inc. (.Hasbro.), the owner of the copyrights and trademarks for the famous RISK game. We write concerning the online Risk. game (the "Game.") that you have made available for use in conjunction with Google maps at your website . . . Your Game appears to copy elements of Hasbro's RISK game and rules as well as its trademark.” Lees meer hier.

2- The annual meeting of the International Protection of Trademark 2005, part of the China Trademark Festival, will open on Friday at Shenzhen Kylin Villa with the participation of famous Chinese and international enterprises, concerned personnel in trademark circle from Asia and the major countries in the world. Officials from the World Intellectual property Organization and EU Trademark office will also have a presence to discuss key issues on the development of trademark." Lees meer hier.

3- De Miljonair Fair is weer van start gegaan, zodat de rijken der Nederlanden en alle wannabees zich kunnen vergapen aan het ‘onbereikbare’. Echter, op de beurs dreigt een ‘merkenverloedering’ toe te slaan. Een toenemend aantal merken presenteert zich op de Miljonair Fair, waarbij het niet alleen meer de exclusieve merken zijn zich tentoonstellen. Naast merken als Aston Martin en Breitling kom je nu ook merken als Phonehouse en Samsung tegen. Lees meer hier.

4- Nog meer statistieken! Meer dan 8 procent van alle internetdomeinnamen zijn geregistreerd met verkeerde of niet complete informatie. Dat blijkt uit een onderzoek van de Amerikaanse regering naar de invloed van valse websites. Uit het onderzoek van de Amerikaanse General Accountability Office (GAO) blijkt dat 2,31 miljoen domeinnamen, of 5,14 procent van alle domeinnamen, zijn geregistreerd met “bedoelde en duidelijk valse informatie”. Bij meer dan 1,6 miljoen domeinregistraties, of 3,6 procent, wordt niet alle informatie, maar die wel verplicht is, ingevuld. Lees meer hier.

IEF 1324

Octrooi en dienstbetrekking

Interview met promovendus mr.ir. Arie Rijlaarsdam, die 20 december 2005 zijn proefschrift 'Octrooi en dienstbetrekking; Een voorstel tot verbetering van de positie van de werknemer-uitvinder' zal verdedigen aan de TU Delft.

"Maar als de politiek zegt: wij vinden een toename in octrooien waardevol voor een innovatieve economie, dan is het raar dat de werknemer-uitvinder er in de wet zo bekaaid van afkomt. In Duitsland en Zweden is die compensatie wel goed geregeld, en het aantal octrooien per miljoen inwoners ligt daar veel hoger dan hier. In Frankrijk en Groot-Brittanië stelt de compensatie helemaal niks voor, en daar ligt het aantal octrooien nog lager dan in Nederland. Duitsland levert nu 40 procent van alle octrooien in de Europese Unie. Dat is belangrijk, want Duitsland produceert en exporteert veel hightech producten. Duitsland moet concurreren op kwaliteit: de loonkosten zijn er relatief hoog. Dat geldt ook voor Nederland. Het gaat om een economisch belang."

Lees hier het interview en hier de inhoudsopgave en het voorwoord van het proefschrift.

IEF 1323

[oud-voetballer] is een bekende oud-voetballer

Rechtbank Amsterdam 8 december 2005, LJN: AU7678, Eiseres - TTG

Privé plaatste op de voorpagina een foto van eiseres (cryptisch omschreven als 'de weduwe van de in 2004 overleden [zanger en entertainer A.H.]) met daarnaast de tekst: "Exclusief [oud-voetballer]: '[eiseres] kostte mij m'n huwelijk". Bij het artikel in het blad is tevens een foto geplaatst van [eiseres] met haar twee kinderen. In het artikel - een interview met [oud-voetballer] -  is onder meer geschreven: “Al lange tijd gaat het gerucht dat [oud-voetballer] een relatie heeft met [eiseres].(...) De verhalen over een verhouding bleven aanhouden en jullie huwelijk werd er niet beter op. Jullie gaan nu scheiden? [oud-voetballer]: ‘Dat klopt. Dat we niet meer bij elkaar zijn, komt ook zeker door de geruchten. Maar er was meer aan de hand, laten we daar duidelijk over zijn. Het [eiseres]-verhaal is de druppel geweest. (...) Stel dat ik wel wat met [eiseres] heb en het komt uit, dan mag je me aan de schandpaal nagelen. Er is gewoon niets. Nu niet en in het verleden niet. (...)”.

In de Telegraaf van 21 november 2005 is een advertentie van Privé afgedrukt, waarin de voorpagina van het blad is afgebeeld. Deze is tevens op de internetsite van Privé geplaatst. Na een afwijzende reactie op de sommatiebrief van de raadsman van [eiseres]  vordert deze nu een rectificatie alsmede een aankondiging op de voorpagina. [Eisers] stelt dat de inhoud van de twee aankondigingen en de kop onjuist is en niet wordt gerechtvaardigd door het betreffende interview. TTG was zich bovendien zeer bewust van de onjuistheid van deze geruchten.

De rechtbank maakt de welbekende afweging: "De tekst ‘[eiseres] kostte mij m’n huwelijk’ is dan ook in strijd met de waarheid en misleidend. Aan TTG kan weliswaar worden toegegeven dat van koppen en aankondigingen op de voorpagina van entertainmentbladen minder nuancering verwacht hoeft te worden dan van artikelen zelf, maar dit betekent niet dat een dergelijke kop of aankondiging volstrekte onwaarheden mag bevatten. Het verweer van TTG dat de litigieuze tekst een citaat betreft van [oud-voetballer], dat zij ten behoeve van de beschikbare ruimte heeft moeten inkorten, gaat niet op. Het citaat zelf is immers niet terug te vinden in het artikel en de inhoud van het citaat komt evenmin in de buurt van de inhoud van het artikel. Het citaat is op een zodanige wijze op de voorpagina afgedrukt en nogmaals op pagina 2 en bij het artikel zelf dat de lezer wel de indruk moet krijgen dat [eiseres] door het aangaan van een relatie met [oud-voetballer] zijn huwelijk heeft verwoest. Het citaat is derhalve verzonnen en daarmee misleidend. [...] De publicatie van de aankondiging op de voorpagina, op pagina 2 en van de kop bij het artikel is dan ook onrechtmatig jegens [eiseres] en rechtvaardigt een rectificatie, als na te melden."
Aldus zal in het eerstvolgende nummer van Privé geschieden. Bovendien wordt een bedrag van € 2500 als voorschot op vergoeding van de schade wordt toegewezen. Lees het vonnis hier.