IEF 22178
5 augustus 2024
Uitspraak

Geen spoedeisend belang in kort geding tegen MeDirect Bank

 
IEF 22177
5 augustus 2024
Uitspraak

Gerecht vernietigt beslissing over handelsmerk voor oranje kleur op champagne

 
IEF 22174
2 augustus 2024
Uitspraak

Optrekkend geluid van een auto heeft geen onderscheidend vermogen

 
IEF 18914

Verantwoording exploitatie door derden volgt niet uit strekking uitgeefovereenkomst

Hof Amsterdam 17 dec 2019, IEF 18914; ECLI:NL:GHAMS:2019:4506 (Appelant tegen Springer), https://ie-forum.nl/artikelen/verantwoording-exploitatie-door-derden-volgt-niet-uit-strekking-uitgeefovereenkomst

Hof Amsterdam 17 december 2019, IEF 18914, IT 2985, ECLI:NL:GHAMS:2019:4506 (Appelant tegen Springer) Uitgeefovereenkomst. Appellant is de auteur van een boek dat in 1981 is verschenen. Appelant heeft op 6 juni 2011 met Springer een ‘Publishing Agreement’  gesloten voor de tweede, herziene uitgave van het boek. Springer heeft het boek uitgegeven in geprinte en elektronische versies. De geprinte versies zijn onder te verdelen in hardcover, softcover en ‘MyCopy’ exemplaren, de elektronische versies in individuele e-books en e-books als onderdeel van een pakket van verschillende e-books (e-book packages).  Appelant stelt onder andere dat de wijze waarop Springer de royalty’s voor de e-books als onderdeel van e-book packages heeft afgerekend, niet strookt met de tekst van de overeenkomst. De door Springer gehanteerde formule zou elk verband missen met de daadwerkelijke opbrengst per e-book package zodat in elk geval geen sprake is van een redelijk deel van die opbrengst. Dit is niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Appelant wil inzage krijgen in de exploitatie van zijn boek door derden. Ook wil Springer verplichten om aan derden een rekening- en verantwoordingsplicht op te leggen. Deze grief faalt eveneens. Het voert te ver om deze verplichting uit de strekking van de overeenkomst af te leiden.

IEF 18913

Geen opheffing executoriaal derdenbeslag complotblogger

Rechtbank Rotterdam 18 nov 2019, IEF 18913; ECLI:NL:RBROT:2019:10197 (Blogger tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-opheffing-executoriaal-derdenbeslag-complotblogger

Vzr. Rechtbank Rotterdam 18 november 2019, IEF 18913, IT 2982; ECLI:NL:RBROT:2019:10197 (Blogger tegen gedaagde) Kort geding. Eiser beheert een website waarop hij schrijft over moordzaken zoals de moord op John F. Kennedy, de Deventer moordzaak en de moord op Marianne Vaatstra. Eiser houdt zich sinds 2009 bezig met onderzoek naar de moord op Vaatstra. Bij onherroepelijk geworden vonnis van 19 april 2013 is een man veroordeeld voor deze moord. Eiser is er – kort gezegd – van overtuigd dat deze man niet de moordenaar is, maar dat deze moord is gepleegd door een asielzoeker. In verschillende op zijn website geplaatste artikelen suggereerde eiser dat Vaatstra om het leven is gebracht in een caravan tijdens het maken van opnames voor een film en dat gedaagde bij deze opnames aanwezig is geweest. Daarnaast suggereerde eiser dat gedaagde al kort na de moord daarover verklaringen heeft afgelegd bij de politie en tegenover derden. Volgens eiser wordt dit geheim gehouden door hooggeplaatste ambtenaren bij justitie en is een doofpot gecreëerd. Op 9 mei 2018 krijgt eiser een contactverbod en moet hij zijn webberichten rectificeren en foto's verwijderen [IEF 17705]. Het opheffen van het executoriaal derdenbeslag wordt nu afgewezen. Verwijderen van publicaties van website en Facebookpagina wordt toegewezen.Ook wordt verboden om enige uiting met daarin naam en/of contactgegevens met een verwijzing naar betrokkenheid op de moord op Marianne Vaatstra te publiceren.

IEF 18912

Gestelde inbreuk op 52 verschillende meubels Eichholtz

Rechtbank Den Haag 20 dec 2019, IEF 18912; ECLI:NL:RBDHA:2019:13821 (Eichholtz tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/gestelde-inbreuk-op-52-verschillende-meubels-eichholtz

Vzr. Rechtbank Den Haag 20 december 2019, IEF 18912; ECLI:NL:RBDHA:2019:13821 (Eichholtz tegen gedaagde) Kort geding. Gestelde inbreuk op meubels. Onrechtmatige gebruik van bedrijfsgeheimen en identieke productnamen. Eichholtz exploiteert een meubelgroothandel die zich bezighoudt met het ontwerpen en produceren van meubels en interieuraccessoires. Eichholtz is houdster van meerdere gemeenschapsmodellen. Gedaagde heeft een eenmanszaak en verkoopt o.a. via Marktplaats meubelen, verlichting en woonaccessoires. Partijen hebben gedurende enkele jaren een samenwerkingsrelatie gehad op basis waarvan Eichholtz producten aan gedaagde heeft verkocht en geleverd. In maart 2019 heeft gedaagde een mailing verstuurd aan een aantal klanten van Eichholtz met aanbiedingen van producten die ook in de Eichholtz collectie voorkomen, maar dan voor veel lagere prijzen. Bij beschikking van 28 juni 2019 is aan Eichholtz verlof verleend voor het leggen van conservatoir beslag. Eichholtz is op 4 september 2019 tot beslaglegging op producten en administratie van gedaagde overgegaan. Eicholtz vordert nu het per direct staken van het benaderen van klanten van Eicholtz en het staken van iedere inbreuk op de auteurs- en gemeenschapsmodelrechten van 52 verschillende meubels. De vorderingen worden (deels) toegewezen.

IEF 18911

Sabin Tigu partner bij Ploum

Het advocaten- en notarissenkantoor Ploum, heeft Sabin Tigu (Intellectuele Eigendom) per 1 januari 2020 benoemd tot partner. Tigu houdt zich met name bezig met het merken-, modellen-, auteurs- en het handelsnaamrecht en adviseert en procedeert veel over kwesties rondom deze intellectuele-eigendomsrechten. Verder procedeert hij regelmatig over domeinnaamgeschillen bij bijvoorbeeld de World Intellectual Property Organization.
Hij heeft veel ervaring met het organiseren en begeleiden van grootschalige pan-Europese projecten voor cliënten op het gebied van parallelhandel en namaakbestrijding, vaak ook in samenwerking met de Europese douaneautoriteiten. Hij haalde recent nog het nieuws en werd onder andere in het AD en bij RTLZ genoemd in een gewonnen zaak over onrechtmatige parallelhandel.  Hij zit in de redactie van BMM Bulletin en is actief bij merkhoudersorganisatie MARQUES.

IEF 18909

AMSTERDAM UNIVERSITY niet beschrijvend wel onderscheidend

Hoge Raad 6 dec 2019, IEF 18909; ECLI:NL:PHR:2019:1276 (BBIE tegen UvA), https://ie-forum.nl/artikelen/amsterdam-university-niet-beschrijvend-wel-onderscheidend

Parket bij de Hoge Raad 6 december 2019, IEF 18909; ECLI:NL:PHR:2019:1276 (BBIE tegen UvA) Merkenrecht. Vervolg IEF 18164. UvA heeft een Benelux-depot verricht van het woordmerk AMSTERDAM UNIVERSITY. Het BBIE heeft de UvA medegedeeld de inschrijving te weigeren, omdat het teken beschrijvend is en onderscheidend vermogen mist. Het woordmerk is beschrijvend voor leermiddelen en onderwijsmaterialen, maar niet voor merchandise. Aanhalen HvJ EU Neuschwanstein is terecht. Niet valt in te zien waarom de geldigheid van het teken AMSTERDAM UNIVERSITY voor diverse waren en diensten die als souvenir worden aangeboden afhankelijk zou zijn van de geldigheid van dat teken voor de door UvA aangeboden onderwijsdiensten. Verzoek werd gedeeltelijk toegewezen. In cassatie staat de vraag of het hof op goede gronden het Bureau heeft bevolen het teken AMSTERDAM UNIVERSITY ten name van de UvA als merk voor bepaalde waren en diensten in te schrijven. In de kern klaagt het Bureau dat het hof heeft miskend dat het teken beschrijvend is en op basis van Europese jurisprudentie niet tot het oordeel had kunnen komen dat het teken voldoende onderscheidend is. De procureur-generaal verwerpt het cassatieberoep.

IEF 18908

Geen verwarringsgevaar merk en teken Sport World

Belgische gerechten 18 okt 2019, IEF 18908; (Sportsdirect tegen Nethys), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-merk-en-teken-sport-world

Benelux Gerechtshof 18 oktober 2019, IEF 18908, IEFbe 3014; C 2018/8 (Sportsdirect tegen Nethys) Merkenrecht. Nethys heeft een merk en teken ingeschreven. Sportsdirect heeft hiertegen oppositie en een administratieve procedure ingesteld tot nietigverklaring of vervallenverklaring van de merken op grond van de BVIE, omdat haar oudere merk teveel overeen zou komen. Het lukt Sportsdirect niet de inbreuken aan te tonen. Er is geen sprake van verwarringsgevaar bij het publiek.

IEF 18907

Geen inbreuk Primark Dr. Martens

Rechtbank Amsterdam 20 dec 2019, IEF 18907; ECLI:NL:RBAMS:2019:9724 (Airwair tegen Primark), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-primark-dr-martens

Rechtbank Amsterdam 20 december 2019, IEF 18907, IEFbe 3013; ECLI:NL:RBAMS:2019:9724 (Airwair tegen Primark) Merkenrecht. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Airwair brengt schoenen op de markt met de naam “Dr. Martens”. De kenmerkende bestanddelen van het merk liggen in de schoenzool. Primark brengt soortgelijke schoenen op de markt. Airway vordert iedere inbreuk op haar merk- en auteursrechten te staken. Primark hoeft niet te stoppen met verkoop schoenen. Airwair heeft zich niet beroepen op het woordmerk “Dr. Martens”, maar op haar gedeponeerde vormmerken. Daarvan is niet aannemelijk gemaakt dat ze bekend zijn. Ook is verwarringsgevaar van de Primark schoenen met de ingeroepen vormmerken niet aannemelijk. Voor zover de Airwair schoenen auteursrechtelijke bescherming genieten, hebben ze een andere totaalindruk dan de Primark schoenen. De gevraagde voorziening wordt afgewezen. Slaafse nabootsing is niet aannemelijk gemaakt.

IEF 18906

Erwin Angad-Gaur - Reflecties: de waarde van het auteursrecht

Erwin-Angad-Gaur, 'Reflecties - De waarde van het auteursrecht', in Sena Performers Magazine 2019/4. Geen week lijkt voorbij te gaan zonder dat wij direct of indirect over het auteursrecht horen. Een fotografenstaking, een geruchtmakende plagiaatzaak, afkoop van rechten door De Persgroep, vertalers die de noodklok luiden, de inkomenspositie van kunstenaars, door zowel de SER als de Raad voor Cultuur op de agenda geplaatst; de Arbeidsmarktagenda Cultuur. Maar ook het debat over ‘artikel 13’ (inmiddels artikel 17) in de nieuwe Europese Auteursrechtrichtlijn, discussies over handhaving en Stichting BREIN, de stijgende omzet van platenmaatschappijen uit streamingdiensten – en de achterblijvende inkomsten van artiesten.

IEF 18905

Uitspraak ingezonden door Syb Terpstra, Hans Bousie, bureau Brandeis en Paul Kreijger, Visser Schaap & Kreijger.

Zowel Martin Garrix als Spinnin en MAS gelijk

Hof Arnhem-Leeuwarden 24 dec 2019, IEF 18905; ECLI:NL:GHARL:2019:11117 (Spinnin en MAS tegen geïntimeerde), https://ie-forum.nl/artikelen/zowel-martin-garrix-als-spinnin-en-mas-gelijk

Hof Arnhem-Leeuwarden 24 december 2019, IEF 18905; ECLI:NL:GHARL:2019:11117 (Spinnin en MAS tegen geïntimeerde) Auteursrecht. Geïntimeerde is onder de naam Martin Garrix een wereldberoemde deejay. Spinnin houdt zich bezig met het vermarkten van muziek van deejays. MAS houdt zich onder meer bezig met het boeken en managen van personen en diensten in de entertainmentbranche. Geïntimeerde wilde een samenwerking met Spinning en MAS. Naar aanleiding daarvan zijn conceptovereenkomsten besproken en is een overeenkomst gesloten. Een paar jaar later vernietigt geïntimeerde de overeenkomsten met Spinning en MAS. In deze zaak gaat het om of geïntimeerde de overeenkomsten met Spinning op grond van dwaling heeft mogen vernietigen en of geïntimeerde moet worden aangemerkt als producent van de fonogrammen. Het beroep op dwaling, bedrog en misbruik van omstandigheden is afgewezen. Ook kan niet worden gezegd dat management en platenmaatschappij in hun verplichtingen tegenover deejay toerekenbaar tekortgeschoten zijn. Geïntimeerde wordt wel aangemerkt als producent.