IEF 22183
8 augustus 2024
Artikel

Inschrijving geopend Mr. S.K.Martens Academie 2024-2025

 
IEF 22180
8 augustus 2024
Uitspraak

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

 
IEF 22179
8 augustus 2024
Uitspraak

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

 
IEF 17310

Bijdrage ingezonden door Antoon Quaedvlieg, RU Nijmegen en KLOS cs.

Antoon Quaedvlieg: HvJ EU VCAST: Toegang verschaffen is geen privékopiëren

Vandaag 29 november heeft het Hof van Justitie zijn lang verwachte uitspraak gedaan in de zaak VCAST/RTI (HvJ EU 29-11- 2017, C-265/16, IEF 17308,  VCAST). Op het moment dat dit bericht geschreven wordt is de uitspraak nog slechts in het Frans en Italiaans beschikbaar; wel is er een perscommuniqué in het Nederlands.

VCAST maakte op verzoek van haar klanten voor deze laatste videokopieën van uitzendingen, onder meer ook van uitzendingen van RTI (Reti Televisive Italiane), die daar in dit gevel tegen opkwam. Daarna werd de opname op de door de gebruiker aangegeven gegevensopslagruimte in de cloud geplaatst (bijv. Google Drive) [zie daarvoor (niet de uitspraak maar) de Conclusie van A-G Szpunar van 7 september jl, IEF 17142, sub 12]. Maar VCAST maakte het haar klanten gemakkelijk. Op haar internetsite vindt de gebruiker de volledige programmering van de televisiekanalen die in de dienst van VCAST zijn inbegrepen; de gebruiker kan hetzij een van de vermelde uitzendingen aangeven, hetzij een tijdvak. Het is deze aangename dienst die VCAST bij het Hof zum Verhängnis wordt, want dit handelen wordt door het Hof aangemerkt, niet als een reproductie maar als een mededeling aan het publiek. En de art. 5(2)(b) van de Auteursrechtrichtlijn staat weliswaar het maken van privékopieën toe, maar niet de mededeling aan het publiek van werken, al is het ten behoeve van die laatste activiteit. Maar nu loop ik vooruit op de zaak.

IEF 17309

EPLaw - Board Changes, Young EPLAW, Report on UPC Progress and Comparative Patent Litigation Practice

Uit het persbericht: UK – the parliamentary process is expected to be completed in the coming weeks, so that the ratification instrument could be lodged early next year. UK ratification will permit work to begin on amendments of the UPC Agreement and Rules of Procedure to accommodate the UK’s continuing role in the new system after Brexit.

Germany – a complaint is pending before the Constitutional court, halting the process of ratification. EPLAW has responded to a request from the Court to file submissions and has provided background context to the issues raised. Timing for conclusion of the proceedings is unknown. In the meantime, the start of the UPC / unitary patent system is delayed pending German ratification.

IEF 17308

HvJ EU: Cloud-kopieën van tv-programma's kunnen alleen met toestemming ter beschikking worden gesteld

HvJ EU 29 nov 2017, IEF 17308; ECLI:EU:C:2017:913 (VCast tegen RTI), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-cloud-kopie-n-van-tv-programma-s-kunnen-alleen-met-toestemming-ter-beschikking-worden-gesteld

HvJ EU 29 november 2017, IEF 17308; IEFbe 2412; ECLI:EU:C:2017:913; C‑265/16 (VCast tegen RTI). Privékopie-exceptie. Zie eerder conclusie A-G [IEF 17142]. Verrichting van een dienst voor video-opname in de cloud (cloud computing) van kopieën van auteursrechtelijk beschermde werken zonder toestemming van de betrokken auteur – Actieve tussenkomst bij die opname door de aanbieder van de dienst. Persbericht: Kopieën van in de cloud opgeslagen televisieprogramma’s kunnen alleen met toestemming van de houder van de auteursrechten of de naburige rechten ter beschikking worden gesteld. Die dienst betreft immers een wederdoorgifte van de betrokken programma’s. HvJ EU:

[InfoSocrichtlijn] met name artikel 5, lid 2, onder b), moet aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling die een commerciële onderneming toestaat aan particulieren de dienst aan te bieden van het zonder toestemming van de rechthebbende door middel van een informaticasysteem op afstand in de cloud opslaan van privékopieën van auteursrechtelijk beschermde werken, waarbij zij actief bijdraagt aan de opname van die kopieën.

IEF 17307

Verbod negatieve uitlating op Facebook over bedrijf van voormalige werkgever

Hof Den Haag 21 okt 2014, IEF 17307; ECLI:NL:GHDHA:2014:4734 (Stichting Polikliniek De Blaak tegen Care@dvice), https://ie-forum.nl/artikelen/verbod-negatieve-uitlating-op-facebook-over-bedrijf-van-voormalige-werkgever

Hof Den Haag 2 oktober 2014, IEF 17307; ECLI:NL:GHDHA:2014:4734 (Stichting Polikliniek De Blaak tegen Care@dvice) Mediarecht. Via Facebook heeft geïntimeerde (oud-medewerker) met personeelsleden van De Blaak gecorrespondeerd over de toekomst van de Polikliniek. Beslissend is niet of de berichten zichtbaar waren voor derden, ook niet voor de zogeheten vrienden van Facebook, maar of de berichten van zodanig aard waren dat zij rekening had behoren te houden dat deze ook ter kennis van anderen zouden geraken. Het beroep op vrijheid van meningsuiting verworpen. Nu geïntimeerde zich kennelijk op het standpunt stelt dat in dit geval het belang van de openbaarheid behoort te overwegen, lag het op haar weg om dit standpunt voldoende te onderbouwen. Voor een contactverbod met de medewerkers bestaat geen goede grond, maar wel een verbod tot het doen van negatieve uitlatingen.

IEF 17306

Uitspraak ingezonden door Hub Dohmen, Dohmen advocaten.

Geen auteursrecht op natuurgetrouwe zo duidelijk en correct mogelijke close-upfoto van een autotemperatuurmeter

Rechtbank Noord-Holland 6 apr 2017, IEF 17306; ECLI:NL:RBNHO:2017:10089 (close-upfoto autotemperatuurmeter), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-auteursrecht-op-natuurgetrouwe-zo-duidelijk-en-correct-mogelijke-close-upfoto-van-een-autotempe

Ktr. Rechtbank Noord-Holland 6 april 2017, IEF 17306; ECLI:NL:RBNHO:2017:10089 (Masterfile tegen X) Geen auteursrecht. Masterfile biedt fotografische werken aan via haar website en heeft daar exclusieve licenties dan wel de auteursrechten overgedragen gekregen. Mediapro heeft een licentie om op te treden tegen auteursrechtinbreuken. X heeft een foto van een temperatuurmeter van een auto geplaatst op haar website. X verweert zich door te stellen dat er geen voldoende EOKPS is. De foto betreft een natuurgetrouwe zo duidelijk en correct mogelijke close-up van een temperatuurmeter in een auto. Desgevraagd hebben Masterfile en Mediapro ter zitting niet concreet gesteld en/of onderbouwd  in welke aspecten de onderhavige foto zich onderscheidt van andere door andere fotografen gemaakte foto’s van een dashboard of meer specifiek een temperatuurmeter in een auto. Masterfile wordt in de proceskosten van €7.294,92 veroordeeld.

IEF 17305

Uitspraak ingezonden door Marcel de Zwaan, Corstiaan Kan en Midas Dujardin, Bremer & De Zwaan

Foodhall Mout wordt slechts gebruikt als handelsnaam en niet als onderscheidingsteken van haar diensten

Rechtbank Midden-Nederland 27 nov 2017, IEF 17305; (Proeflokaal Mout tegen Foodhall Mout), https://ie-forum.nl/artikelen/foodhall-mout-wordt-slechts-gebruikt-als-handelsnaam-en-niet-als-onderscheidingsteken-van-haar-diens

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 27 november 2017, IEF 17305 (Proeflokaal Mout tegen Foodhall Mout). Proeflokaal Mout is een eenmans-horecazaak in Groningen. Tevens is de eigenaar houdster van het Benelux woordmerk 'MOUT'. Foodhall Mout is een in Hilversum gevestigde Foodhall met verschillende horeca-gelegenheden. Foodhall Mout geeft aan dat zij de naam 'MOUT' enkel gebruikt ter aanduiding van haar onderneming (dus als handelsnaam) en niet als onderscheidingsteken van haar diensten. Proeflokaal Mout heeft niets aangevoerd waaruit blijkt dat het publiek de handelsnaam Foodhall Mout in feite opvat als gebruik van een onderscheidingsteken. Ook geen onrechtvaardigd voordeel uit of afbraak aan onderscheidend vermogen of reputatie van het woordmerk, nu voldoende aannemelijk dat de handelsnaam is bedacht en gebruikt voor het merkdepot. Andere onderneming heeft handelsnaam bedacht en eerst gebruikt, maar sprake van een geldige overdracht van de handelsnaam aan Foodhall Mout. Beroep op voor-voorgebruik kan Proeflokaal Mout niet baten, nu een niet ingeschreven merk geen beschermingsrecht geeft. Matiging van advocaatkosten aan de zijde van Foodhall Mout.

IEF 17304

Uitspraak ingezonden door Karin Ottelohe, ADVOCANT.

Woordelement complex merk Tegeloutlet behoort tot publiek domein en is louter beschrijvend

Belgische gerechten 17 nov 2017, IEF 17304; (V. Hansen tegen Basic Import), https://ie-forum.nl/artikelen/woordelement-complex-merk-tegeloutlet-behoort-tot-publiek-domein-en-is-louter-beschrijvend

Vz. Rechtbank van Koophandel (afd.) Antwerpen 17 november 2017, IEF 17304; IEFbe 2411 (V. Hansen tegen Basic Import) Eiser is houder van 'complex' beeldmerk TEGELOUTLET en stelt dat het gebruik van het teken als domeinnaam een inbreuk maakt op haar merk, handelsnaam en op de eerlijke marktpraktijken. Het merk is een 'complex merk' met verschillende elementen waarvan sommige (het woord Tegeloutlet) tot het publiek domein behoren en andere niet (het tegelmannetje). De eerdere weigering van het BBIE tot registratie van het woordmerk Tegeloutlet bevestigt dat het teken louter beschrijvend is en onderscheidend vermogen mist. Ook beroep op handelsnaamrecht en oneerlijke marktpraktijken treft geen doel.

 

IEF 17303

Gelet op de beperkte kennis van het Latijn in Nederland zal het de herkomst van 'DOMI' het publiek ontgaan

Rechtbank Midden-Nederland 15 nov 2017, IEF 17303; ECLI:NL:RBMNE:2017:5651 https://ie-forum.nl/artikelen/gelet-op-de-beperkte-kennis-van-het-latijn-in-nederland-zal-het-de-herkomst-van-domi-het-publiek-ont

Rechtbank Midden-Nederland 15 november 2017, IEF 17303; ECLI:NL:RBMNE:2017:5651 (Domicilie Ede tegen Domica) Merkenrecht. Geen inbreuk DOMICA op DOMICILIE. Eiseres is een makelaarskantoor en heeft DOMCILIE als merk gedeponeerd. Gedaagde is een landelijke franchise voor o.a. verhuur van onroerende zaken. Rechtspraak.nl: Gelet op de beperkte kennis van het Latijn in Nederland zal de Latijnse herkomst van het onderdeel "domi" van beide merken (dat “thuis” betekent) het publiek ontgaan. Volgens gedaagde betekent “domica” huis of tempel, maar dat heeft de rechtbank na onderzoek niet kunnen vaststellen; het enige dat hierover gevonden kon worden is een verbuiging van het Latijnse woord “domicum” dat “koepelvormig” betekent of een mogelijke verbuiging van het Griekse woord “δομικός” dat “bouwkundig” betekent. Dat het relevante publiek deze betekenissen kent acht de rechtbank uitgesloten. Het woord “domica” zal dan ook als een fantasiewoord worden beschouwd. Dat brengt mee dat de woorden “domicilie” en “domica” door het relevante publiek anders zullen worden begrepen.

IEF 17302

Conclusie AG: In het kader van het gezichtspunt van de uitvindingsgedachte mee laten wegen of er een intentie was om de beschermingsomvang te beperken

Hoge Raad 24 nov 2017, IEF 17302; ECLI:NL:PHR:2017:1282 (Resolution tegen AstraZeneca-Shionogi), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-in-het-kader-van-het-gezichtspunt-van-de-uitvindingsgedachte-mee-laten-wegen-of-er-een

Conclusie AG HR 24 november 2017, IEF 17302; LS&R 1540; ECLI:NL:PHR:2017:1282 (Resolution tegen AstraZeneca-Shionogi) Octrooirecht. Beschermingsomvang. Het “eigen lexicon”-problematiek; rol uitvindingsgedachte als gezichtspunt. Afstandsleer. Toegevoegde materie. In deze octrooizaak over de beschermingsomvang van EP 471 (voor een nieuwe cholesterolremmer) is de vraag of sprake is van een beperkende definitie (“eigen lexicon”) in de beschrijving van het conclusiekenmerk “farmaceutisch aanvaardbaar zout”. Het hof oordeelt [IEF 15698], anders dan de rechtbank [IEF 15120], na een uitvoerige motivering dat de gemiddelde vakman de in paragraaf 7 van de beschrijving gegeven definitie niet limitatief zal opvatten. De cassatieklachten hierover, samengevat inhoudende dat deze uitleg onbegrijpelijk is en in strijd met art. 69 EOV, zie ik niet opgaan. Ik concludeer dan ook tot verwerping van het cassatieberoep.

IEF 17299

Samenwerking Stichting Reclame Code en Commissariaat voor de Media

Op donderdag 23 november 2017 hebben de Stichting Reclame Code en het Commissariaat voor de Media een samenwerkingsprotocol ondertekend. Doel van deze overeenkomst is het bevorderen van efficiënte en doelgerichte vervulling van de taken van beide partijen. Zowel de SRC als het CvdM zijn betrokken bij het toezicht op reclame. Voornaamste verschil is dat de SRC zich hoofdzakelijk bezighoudt met de inhoud en verspreiding van reclame-uitingen op basis van de regels van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In deze Reclamecode staat onder meer dat reclame als zodanig herkenbaar moet zijn. Alle media-instellingen die reclame maken dienen zich volgens de Mediawet aan te sluiten bij de Nederlandse Reclame Code en zijn onderworpen aan toezicht van de SRC. Het CvdM houdt toezicht op de Mediawet. Daarin staan onder meer regels over (de hoeveelheid en herkenbaarheid van) reclame in het media-aanbod van publieke- en commerciële media instellingen en regels over reclame voor alcoholhoudende dranken en medische behandelingen.

Omdat er soms toch sprake is van overlap, was er behoefte om hier duidelijke afspraken over te maken en de samenwerking die in de praktijk al plaatsvindt in een protocol vast te leggen. Het samenwerkingsprotocol is bedoeld om ervoor te zorgen dat de SRC en het Commissariaat hun taken ieder zo efficiënt en doelgericht mogelijk kunnen uitvoeren. Samengevat staan in het samenwerkingsprotocol uitgangspunten vastgelegd voor samenwerking, afspraken over het verstrekken van inlichtingen tussen de SRC en het CvdM en het doorverwijzen van indieners van klachten en signalen.

Over de Stichting Reclame Code
Om te bevorderen dat reclame maken op verantwoorde wijze gebeurt, is de SRC actief op twee gebieden:
*  Pro-actieve dienstverlening: door training, copy advies, monitoring en overige diensten aan het adverterend bedrijfsleven aan te bieden, stimuleert de Stichting Reclame Code reclamemakers campagnes te ontwikkelen die voldoen aan de regels.
*  Regelgeving en klachtenprocedure: de Reclame Code Commissie en het College van Beroep stellen vast – na ontvangst van klachten – of de aan hen voorgelegde reclame-uitingen voldoen aan de Nederlandse Reclame Code.

Over het Commissariaat voor de Media
Het Commissariaat voor de Media houdt toezicht op de naleving van de mediawet. Daarmee bewaakt het de toegankelijkheid, pluriformiteit en onafhankelijkheid van de media. Het maken van reclame is gebonden aan een aantal regels die zijn vastgelegd in de Mediawet en het Mediabesluit. Het uitgangspunt daarbij is dat programma-inhoud en commercie duidelijk van elkaar zijn gescheiden. In de regelgeving is onder meer vastgelegd hoeveel reclame mag worden uitgezonden, dat het als zodanig herkenbaar moet zijn en dat een omroep moet beschikken over een redactiestatuur, zodat de onafhankelijkheid van de omroep wordt gewaarborgd. Ook bevat de Mediawet regels over reclame voor alcoholhoudende reclame en medische behandelen.