IEF 22158
26 juli 2024
Artikel

Om tafel met Simone Poot en Landine Varela

 
IEF 22157
26 juli 2024
Uitspraak

Europese Commissie kan toegang tot EU-wetgeving niet blokkeren

 
IEF 22154
26 juli 2024
Uitspraak

Nike's 'FOOTWARE' merk: nietig verklaard wegens beschrijvendheid

 
IEF 17267

Bijdrage ingezonden door Tim Kuijk, Stichting BREIN.

​BREIN-directeur ​Tim Kuik: "​H​et ​commerciële ​usenet​ stinkt​"

Op 8 en 9 november heeft de Duitse Justitie grootschalige strafrechtelijke acties ondernomen tegen illegale usenet aanbieders. Daarbij zijn woningen doorzocht van 42 verdachten van tussen de 23 en 72 jaar oud. Drie illegale portals boden toegang tot illegale bestanden van films, series, muziek, software, games en boeken. Een zogenaamde 'reseller' (van toegangsabonnementen) die een van de portals sponsorde waarop links naar illegale content werden geplaatst, is ook offline. De verdachten werkten als beheerder en/of uploader. De actie betreft oa ook Nederland​ en ​San Marino.

IEF 17266

Over het maken van kledingontwerpen is niets in de managementovereenkomst bepaald

Rechtbank Den Haag 10 nov 2017, IEF 17266; ECLI:NL:RBDHA:2017:13013 (Avelon Fashion), https://ie-forum.nl/artikelen/over-het-maken-van-kledingontwerpen-is-niets-in-de-managementovereenkomst-bepaald

Vzr. Rechtbank Den Haag 10 november 2017, IEF 17266; ECLI:NL:RBDHA:2017:13013 (Avelon Fashion) Auteursrecht op kledingontwerpen. Geen werkgeversauteursrecht. Avelon Fashion houdt zich bezig met ontwerp en verkoop van kleding in het hogere (prijs)segment. Gedaagde is ontwerper en manager die een managementovereenkomst van Avelon uitvoert, waaronder het ontwerpen van pre- en main spring/summer collecties 2017. Onder een eigen label heeft gedaagde identieke kledingstukken aangeboden. Avelon vordert staking op grond van 8 Auteurswet en 3.29 BVIE. Bij de openbaarmaking van de collectie aan (vertegenwoordigers van) winkeliers is gedaagde als maker vermeld. Alle aanwezigen bij de presentaties wisten dat hij de maker was, dit is onderbouwd met diverse producties, waaronder perspublicaties waarin hij als ontwerper van het label Avelon wordt genoemd en het ‘Avelon company Profile’ van Avelon Fashion zelf, waarin hij als “The designer” van alle Avelon-collecties wordt gepresenteerd. Over het maken van ontwerpen is in de managementovereenkomst niets bepaald. Vorderingen worden afgewezen.

IEF 17265

Prejudiciële vragen over inbreuk distributierecht indien goederen met identieke motieven door de verkoper worden opgeslagen (op een andere locatie)

HvJ EU 21 sep 2017, IEF 17265; (Rock store-Gamla Stan), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-inbreuk-distributierecht-indien-goederen-met-identieke-motieven-door-de-ver

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 21 september 2017, IEF 17265; IEFbe 2401; C-572/17 (Rock Town-Gamla Stan) Auteursrecht. Verweerder had een winkel in Stockholm, waar hij kleding en accessoires met motieven van rockmuziek verkocht. De verkoop van verschillende (door piraterij verkregen) goederen resulteerde in een inbreuk op de merkenrechten en het auteursrecht van een aantal eisers. Zowel in de winkel als in een magazijn dat met de winkel was verbonden en in een magazijn in een ander deel van Stockholm werden goederen aangetroffen. Verweerder heeft in de procedure aangegeven dat de winkel vrij regelmatig werd bevoorraad met goederen uit de magazijnen. Verweerder werd inbreuk op het merkenrecht ten laste gelegd en overtreding van de Zweedse wet op het auteursrecht. Volgens het openbaar ministerie had verweerder het merkenrecht geschonden door in de uitoefening van zijn commerciële activiteiten op de kleding wederrechtelijk gebruik te maken van tekens die identiek of soortgelijk zijn aan bepaalde ingeschreven Uniemerkenrechten. Subsidiair werd hem poging tot inbreuk en voorbereidende handelingen ten laste gelegd op grond van de wet op het auteursrecht. De rechter in eerste aanleg heeft verweerder schuldig bevonden aan inbreuk op het merkenrecht, er zou echter geen sprake zijn geweest van poging tot inbreuk of van voorbereidende handelingen op grond van de wet op het auteursrecht. Bij het ingesteld hoger beroep door het OM oordeelde de rechter in tweede aanleg dat verweerder schuldig was aan overtreding van de wet op het auteursrecht met betrekking tot alleen de kledingstukken die zich in de winkel zelf bevonden. Naar de mening van de procureur-generaal dienen ook de overeenkomstige goederen die zich in een magazijn bevinden te vallen onder de inbreuk op het uitsluitende distributierecht; deze heeft daarom gevorderd dat de hoogste rechter een verzoek om een prejudiciële beslissing voorlegt aan het Hof.

IEF 17264

Vragen aan HvJ EU: Is het relevant of een merk als beeld- of als kleurmerk wordt aangevraagd?

HvJ EU 28 sep 2017, IEF 17264; (Hartwall), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-is-het-relevant-of-een-merk-als-beeld-of-als-kleurmerk-wordt-aangevraagd

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 28 september 2017, IEF 17264; IEFbe 2400; C-578/17 (Hartwall) Merkenrecht. Via MinBuZa: Verzoeker (Oy Hartwall Ab) heeft op 20.09.2012 bij verweerder (nationaal octrooi- en registratiebureau) een aanvraag ingediend voor inschrijving van een teken als kleurmerk voor waren van klasse 32: minerale wateren. Verzoeker heeft naar aanleiding van een tussenbeslissing van verweerder toegelicht dat zij om inschrijving verzoekt van het aangevraagde merk als kleurmerk (niet als beeldmerk). Verweerder heeft de aanvraag (bij beslissing van 05.06.2013) afgewezen op grond dat het aangevraagde merk onderscheidend vermogen mist. Er zou geen uitsluitend recht op inschrijving van bepaalde kleuren kunnen worden verleend zonder gefundeerd bewijs dat de betrokken kleuren door langdurig en grootschalig gebruik onderscheidend vermogen hebben gekregen voor de betrokken waren. Het overlegde martktonderzoek van verzoeker zou niet hebben aangetoond dat de kleuren zelf bekend zijn, maar dat het beeldmerk bekend is. Verzoeker stelde beroep in tegen de beslissing van verweerder bij de handelsrechter, welke het beroep heeft verworpen bij bestreden beslissing. Omdat het aangevraagde kleurmerk niet voldoet aan de voor een merk geldende voorwaarden van §1(2) tweede alinea, van de merkenwet, die overeenkomt met artikel 2 van de merkenrichtlijn, behoeft volgens de handelsrechter in de onderhavige zaak niet te worden ingegaan op de in §13 van de merkenwet bedoelde vereisten betreffende het onderscheidend vermogen van een merk. Verzoeker heeft tegen de beslissing van de handelsrechter hoger beroep ingesteld bij de verwijzende rechter (de hoogste bestuursrechter).

 

IEF 17263

Beschikking ingezonden door Victor den Hollander, stichting BREIN.

Haarlemse handelaar Mediaspelers schikt met BREIN na ex-partebevel

Rechtbank Noord-Holland 1 nov 2017, IEF 17263; (Stichting Brein tegen Haarlem Mediaspelers), https://ie-forum.nl/artikelen/haarlemse-handelaar-mediaspelers-schikt-met-brein-na-ex-partebevel

Ex parte Vzr. Rechtbank Noord-Holland 1 november 2017, IEF 17262 (Stichting Brein tegen Haarlem Mediaspelers) Auteursrecht. Van de inzender: Vorige week is bij BREIN de overgebleven handelsvoorraad afgeleverd van de handelaar die via Marktplaats en zijn eigen website mediaspelers verkocht met vooraf geïnstalleerde software waarmee illegale films en TV-series bekeken konden worden. De afgifte van de handelsvoorraad was onderdeel van een schikking die is getroffen naar aanleiding van het exparte-bevel van de Rechtbank Noord-Holland (Haarlem) van 1 november. In dit bevel werd de handelaar bevolen dat hij op straffe van een dwangsom van 2.000 euro per mediaspeler moest stoppen met zijn illegale praktijken. Die dwangsom is in de door hem getekende onthoudingsverklaring in stand gebleven, en de inbreukmakende handelaar heeft voor een niet nader te noemen bedrag en de afgifte van zijn handelswaar, geschikt met Stichting BREIN. “Dit type handelaars worden allemaal vroeg of laat door BREIN aangesproken", aldus BREIN-directeur Tim Kuik.

IEF 17261

Opvragen bescheiden zonder enige beperking in onderwerp en periode is onvoldoende bepaald

Hof 's-Hertogenbosch 21 jun 2016, IEF 17261; ECLI:NL:GHSHE:2016:2477 (Fishing Expedition), https://ie-forum.nl/artikelen/opvragen-bescheiden-zonder-enige-beperking-in-onderwerp-en-periode-is-onvoldoende-bepaald

Hof 's-Hertogenbosch 21 juni 2016, IEF 17261; ECLI:NL:GHSHE:2016:2477 (Fishing Expedition). Uit de stellingen van geïntimeerde volgt niet genoegzaam waarom de gevraagde bescheiden, naast de al beschikbare bescheiden, voor de beoordeling van het geschil relevant zijn. Zo wordt overlegging gevraagd van beleidsnotities, correspondentie, notulen directie en RvT, jaarverslagen, plannen van aanpak, beoordelingen etcetera zonder enige beperking in onderwerp en periode (weken, maanden, jaren?). De verlangde bescheiden zijn onvoldoende bepaald.

IEF 17257

Mededeling bestrijding illegale online content: naar een grotere verantwoordelijkheid voor online platforms

Brief regering 3 november 2017, Mededeling bestrijding illegale online content, Kamerstukken II, 22 112, 2420. De mededeling formuleert richtsnoeren en uitgangspunten voor online platforms (als Facebook, Twitter, Google/Youtube) om – in samenwerking met nationale autoriteiten in lidstaten en andere relevante belanghebbenden – illegale online content tegen te gaan. Wat offline illegaal is, is dat ook online. Daarbij kan gedacht worden aan het verspreiden van jihadistisch gedachtengoed en aanzetten tot radicalisering, hate speech, pedopornografisch materiaal, het schenden van auteursrechten en het online aanbieden van illegale goederen als wapens en drugs. De mededeling richt zich op het faciliteren en intensiveren van de implementatie van succesvolle werkwijzen om illegale content te voorkomen, op te sporen, te verwijderen en de toegang ertoe onmogelijk te maken; tevens moet dat zorgen voor meer transparantie en bescherming van fundamentele rechten online

IEF 17259

Artikel ingezonden door Frank Rutgers en Ernst-Jan Louwers, Louwers IP|Technology Advocaten

Frank Rutgers en Ernst-Jan Louwers - Aansprakelijkheid van 3D printing platforms (na Pirate Bay-arrest)

[Zie het originele artikel hier]. Op 14 juni 2017 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) uitspraak gedaan in een zaak over The Pirate Bay (TPB). Stichting BREIN eiste dat de betreffende internetproviders TPB moeten blokkeren voor hun abonnees, omdat TPB faciliteert dat illegale bestanden worden gedeeld met het publiek. Tot nog toe was onduidelijk of The Pirate Bay zelf ook inbreuk maakt op auteursrechten. Het gevolg van het arrest van het HvJ-EU is dat dit het geval is. Deze uitspraak kan ook consequenties hebben voor andere online platforms waar creaties worden gedeeld, zoals 3D-printing platforms.

IEF 17258

Vanwege forumkeuzebeding is de Rechtbank Stuttgart exclusief bevoegd

Rechtbank Amsterdam 8 nov 2017, IEF 17258; ECLI:NL:RBAMS:2017:7391 (Daimler tegen Bsur), https://ie-forum.nl/artikelen/vanwege-forumkeuzebeding-is-de-rechtbank-stuttgart-exclusief-bevoegd

Rechtbank Amsterdam 8 november 2017, IEF 17258; ECLI:NL:RBAMS:2017:7391 (Daimler tegen Bsur). Auteursrecht. Incident. Daimler hanteert in haar algemene voorwaarden een forumkeuze voor de rechtbank Stuttgart. Bsur stelt in de hoofdzaak, welke is aangebracht in Stuttgart, dat Daimler inbreuk maakt op haar auteursrecht. De rechtbank in Stuttgart heeft vastgesteld dat het forumkeuzebeding rechtsgeldig is overeengekomen en dat zij bevoegd is kennis te nemen van het geschil. Deze bevoegdheid is, gelet op het forumkeuzebeding, exclusief, dus de rechtbank Amsterdam zal zich onbevoegd verklaren.

IEF 17262

Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Schaap Visser & Kreijger en Simon Dack, HOYNG ROKH MONEGIER.

Dirk Visser en Simon Dack - Indirecte indirecte indirecte octrooiinbreuk, of beleidsmatig de juiste beslissing?

Dirk Visser: Als een nieuw medicijn wordt uitgevonden, kan de werkzame stof of samenstelling worden geoctrooieerd. Dan krijgt de octrooihouder een monopolie van twintig jaar op de productie en verkoop van die stof of samenstelling. Dat is het klassieke octrooi. Als de stof of samenstelling al bekend is, maar er wordt een nieuwe manier uitgevonden om die te produceren, kan op die werkwijze een octrooi worden verkregen. Dat was de eerste uitbreiding die een soort indirect octrooi in het leven riep. Als de stof of samenstelling én de werkwijze al bekend zijn, kan worden uitgevonden dat de stof of de werkwijze kan worden gebruikt voor de behandeling van een andere ziekte of in combinatie met een ander medicijn. Op die ‘tweede medische indicatie’ kan octrooi worden verkregen. Dat is de tweede uitbreiding die een soort indirect indirect octrooi in het leven riep.