IEF 22194
19 augustus 2024
Uitspraak

Onduidelijkheid over geclaimde intellectuele eigendomsrechten leidt niet tot schadevergoeding

 
IEF 22192
19 augustus 2024
Uitspraak

Artiest mocht muziek-exploitatieovereenkomst opzeggen

 
IEF 22193
19 augustus 2024
Uitspraak

Aanpassing van memorie van antwoord na afwijzing van verzoek tot vertrouwelijkheid

 
IEF 12356

Thuiskopieheffing: geen afdracht voor professioneel gebruik

Rechtbank Den Haag 20 februari 2013, LJN BZ1542 (Stichting de Thuiskopie tegen Imation Europe B.V.) - persbericht

Mede ingezonden door Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen en Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap.

Thuiskopie. Ongedifferentieerd heffen. Vierledig stelsel. Mutualisation. Geen afdracht voor professioneel gebruik. Opgaveverplichting. Vervalbeding en verjaring. Nader overleg over de hoogte van de vordering. Aanhouding van de zaak met mogelijkheid tot tussentijds hoger beroep.

Rechtspraak.nl: Stichting de Thuiskopie is in Nederland belast met het innen van de thuiskopieheffing als vergoeding voor auteursrechten. Zij daagde Imation, importeur en verkoper van optische dragers als data-cd’s en dvd’s, voor het niet afdragen van de thuiskopievergoeding over levering van blanco data-cd’s en dvd’s. De Rechtbank Den Haag stelt echter dat Imation geen vergoeding verschuldigd is voor de levering van data-cd’s en dvd’s aan professionele klanten. Ook al is er in het thuiskopiestelsel, bij de bepaling van de hoogte van de heffing voor data-cd’s en dvd’s meegerekend dat kan worden geheven over alle data-cd’s en dvd’s, op basis van Europese regelgeving is het alleen toegestaan een heffing te vragen voor dragers die door privépersonen worden gebruikt. De rechtbank gelast beide partijen opnieuw voor de rechtbank te verschijnen om vast te stellen welke bedragen over en weer gevorderd mogen worden.

In citaten:

2.19.  Met een beroep op de conclusie van de advocaat-generaal in de Padawan zaak en vervolgens op het Padawan-arrest heeft Imation vanaf juni 2010 betaling van thuiskopievergoeding die ziet op (directe en indirecte) leveringen door Imation aan professionele gebruikers (het door Imation zogenoemde ‘Commercial Channel’, dat zich onderscheidt van het door haar zogenoemde ‘Consumer Channel’ waarin zij levert aan bedrijven die op hun beurt doorverkopen aan privégebruikers) stopgezet. Imation heeft Stichting de Thuiskopie dienovereenkomstig bericht.

Ongedifferentieerd heffen
4.5.  Noch uit artikel 16c Aw noch uit enige andere bepaling uit die wet is naar het oordeel van de rechtbank af te leiden dat de betalingsplicht van de thuiskopievergoeding ook betrekking heeft op voorwerpen die niet worden gebruikt voor het maken van een thuiskopie maar voor professioneel gebruik.

4.6.  De rechtbank dient artikel 16c Aw bovendien richtlijnconform te interpreteren en dus zoveel mogelijk uit te leggen in het licht van de bewoordingen en het doel van de Auteursrechtrichtlijn, teneinde het door de richtlijn beoogde resultaat te bereiken. De rechtbank dient er daarbij vanuit te gaan dat de wetgever de bedoeling heeft gehad ten volle uitvoering te geven aan de uit die richtlijn voortvloeiende verplichtingen. De Hoge Raad heeft in het arrest ACI/Thuiskopie overwogen dat uit de totstandkomingsgeschiedenis van de implementatiewet niet blijkt dat de Nederlandse wetgever iets anders voor ogen heeft gestaan dan het getrouw omzetten van de Auteursrechtrichtlijn.

4.9.  Uit het Padawan-arrest volgt ook - en daar gaat het in deze zaak om - dat heffen op alle dragers, ongeacht of die dragers juridisch of feitelijk ter beschikking worden gesteld aan privégebruikers dan wel aan professionele gebruikers, niet is toegestaan (hierna: ongedifferentieerd heffen).

Vierledig stelsel
4.10.  Stichting de Thuiskopie stelt dat in Nederland met betrekking tot professioneel gebruik het volgende vierledige stelsel geldt (hierna: vierledig stelsel):
(i) bepaalde blanco informatiedragers zoals onder meer floppy-disks en dvd RAM zijn geheel vrijgesteld van thuiskopievergoeding omdat deze hoofdzakelijk voor professionele doeleinden worden gebruikt;
(ii) voor bepaalde blanco dragers (alle analoge dragers zoals audiocassette, videocassette en minidisk en voor bepaalde digitale dragers namelijk audio cd-r/rw en HI MD) geldt een vrijstelling in geval van (aantoonbaar) professioneel gebruik (zoals uitgewerkt in de artikelen 7 en 8 van de Voorwaarden contractanten A). Uitsluitend audiovisuele productiebedrijven kunnen ook voor dvd in aanmerking komen voor een dergelijke vrijstelling;
(iii) er geldt een restitutieregeling voor bedrijven die reeds aan Stichting Stemra hebben betaald voor het maken van kopieën op blanco dragers van auteursrechtelijk beschermde (audio) werken (“mechanische reproductierechten”);
(iv) voor de dragers data-cd (-r/rw) en dvd (-r/rw en +r/rw) is geen vrijstelling mogelijk voor professioneel gebruik maar is de mate van professioneel gebruik telkens al verdisconteerd in de hoogte van de thuiskopievergoeding ( mutualisation): de thuiskopievergoeding is in verband met de geschatte mate waarin de dragers professioneel worden gebruikt op een aanzienlijk lager bedrag vastgesteld dan het geval zou zijn geweest als er een vrijstellingsregeling zou hebben gegolden voor professioneel gebruik.

Bevriezing stelsel
4.13.  Om diezelfde reden gaat de stelling van Stichting de Thuiskopie niet op dat de bevriezing van het stelsel door de AMvB’s (hiervoor vermeld in 2.10) - waardoor over mp3-spelers en hard-discs niet wordt geheven terwijl die wel worden gebruikt voor het maken van thuiskopieën - een rechtvaardiging vormt voor het ongedifferentieerd heffen over data-cd’s en dvd’s. Ook als de rechthebbenden door het niet heffen over bepaalde soorten dragers in hun belangen worden geschaad, zoals Stichting de Thuiskopie stelt, betekent dit, anders dan Stichting de Thuiskopie kennelijk meent, gezien het Padawan-arrest niet dat ter compensatie van die schade mag worden geheven op data-cd’s en dvd’s waarbij niet is voldaan aan het vereiste noodzakelijk verband tussen de heffing over het voorwerp en het ter beschikking stellen daarvan aan de natuurlijke persoon in de hoedanigheid van privégebruiker.

Mutualisation
4.16.  De rechtbank is met Imation van oordeel dat mutualisation geen onderdeel uitmaakt van de SONT-besluiten. (...)

4.19.  Mutualisation is, zoals overwogen, in strijd met artikel 16c Aw en in strijd met het Padawan-arrest omdat daarbij ongedifferentieerd wordt geheven en dus ook over dragers die bestemd zijn voor professioneel gebruik. Dat de mate van professioneel gebruik ten opzichte van privégebruik is verdisconteerd in een lagere thuiskopievergoeding voor alle data-cd’s en dvd’s maakt dit niet anders.

Belang, ongerechtvaardigde verrijking
4.27.  Ook is geen sprake van ongerechtvaardigd verrijken. Als al sprake van verrijking zou zijn, dan is dit een verrijking ten koste van de professionele eindgebruiker en niet ten koste van Stichting de Thuiskopie. Tot slot verschaft Imation zich geen oneerlijk concurrentievoordeel ten opzichte van andere fabrikanten of importeurs. Dat anderen het systeem van mutualisation (kennelijk) niet aanvechten, is Imation niet aan te rekenen.

Tussenconclusie: geen afdracht voor professioneel gebruik
4.28.  Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat Imation slechts verplicht is aan Stichting de Thuiskopie thuiskopievergoeding af te dragen voor data-cd’s en dvd’s die zij direct of indirect heeft geleverd aan privégebruikers, maar niet aan professionele gebruikers.

Opgaveverplichting
Stichting de Thuiskopie heeft belang bij die opgave omdat, zoals hierna vermeld, Imation de thuiskopievergoeding dient af te dragen over ieder drager waarvan zij het professioneel gebruik niet kan aantonen.

4.33.  De gevorderde veroordeling tot het doen van gespecificeerde opgave aan Stichting de Thuiskopie van alle door Imation uitgeleverde blanco informatiedragers en om zulke opgave te blijven doen, is derhalve toewijsbaar. Daarbij dient een beperking in tijd te worden toegevoegd, te weten dat die opgaveverplichting geldt voor zolang de voorwaarden contractanten A waarin zulks is overeengekomen, ongewijzigd tussen partijen gelden.

Vervalbeding en verjaring
4.37.  Stichting de Thuiskopie heeft niet betwist dat zij, zoals Imation heeft gesteld, sinds 1999 aan de markt heeft gecommuniceerd dat voor data-cd’s en dvd’s (anders dan de uitzondering voor productiebedrijven) geen vrijstelling bestond voor professioneel gebruik zodat Imation en anderen geen beroep toekwam op artikel 7 van de voorwaarden contractanten A voor restitutie van thuiskopievergoeding. Onder die omstandigheden is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Stichting de Thuiskopie thans een geslaagd beroep zou kunnen doen op het vervalbeding om te betogen dat Imation geen recht (meer) heeft op restitutie omdat zij niet binnen de in artikel 7 onder b gestelde termijn (te weten in het kwartaal na het kwartaal waarin de dragers aan professionele gebruikers zijn geleverd) de benodigde gegevens zou hebben verstrekt aan Stichting de Thuiskopie.

4.38.  Het beroep op verjaring is door Imation niet bestreden, zodat er van moet worden uitgegaan dat Imation in ieder geval geen recht heeft op teruggave van afgedragen bedragen vóór 1 juli 2006.

Verrekening
4.40. De rechtbank verwerpt de stelling van Stichting de Thuiskopie dat verrekening niet zou zijn toegestaan omdat de rechthebbenden, die thans door het beroep op verrekening geen thuiskopievergoeding meer ontvangen via Stichting de Thuiskopie, andere rechthebbenden zijn dan die in het verleden thuiskopievergoeding hebben ontvangen voor data-cd’s en dvd’s die professioneel werden gebruikt. De huidige rechthebbenden ontvangen aldus in het geheel geen vergoeding voor gemaakte privé-kopieën, hetgeen volgens de Stichting de Thuiskopie in strijd is met de drie-stappentoets van artikel 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn. Daargelaten dat niet is in te zien dat verrekening door Imation van onverschuldigd betaalde bedragen er noodzakelijk toe zal leiden dat aan huidige rechthebbenden geen billijke vergoeding kan worden geboden, kan dit niet afdoen aan de uitdrukkelijk in de wet bepaalde verrekeningsbevoegdheid. Het risico dat Stichting de Thuiskopie, zoals zij stelt, failliet zal gaan als Imation mag overgaan tot verrekening, hetgeen ertoe zal leiden dat ook andere partijen gaan verrekenen, is geen reden om hierover anders te oordelen.

4.41.  Nu evenwel thans (nog) niet vaststaat dat en tot welk bedrag Imation een vordering heeft op Stichting de Thuiskopie, houdt de rechtbank iedere verdere beslissing met betrekking tot de gevorderde verklaring voor recht aan.

Bewijslast
4.44.  Artikel 7 onder a van de voorwaarden contractanten A en dan met name de zinsnede ‘voorziet de contractant de stichting van bescheiden waarmee ten genoegen van de stichting wordt aangetoond dat deze blanko dragers ook inderdaad professioneel worden gebruikt’ kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gelezen dan dat op Imation de bewijslast rust ten aanzien van het daadwerkelijk professioneel gebruik van de door haar geleverde dragers. Dit geldt zowel voor de periode vóór juni 2010, over welke periode Imation aanspraak maakt op terugbetaling, als de periode vanaf juni 2010, waarin zij voor leveringen in het Commercial Channel niet heeft afgedragen.

4.45.  De door Imation in het kader van die bewijslast aan Stichting de Thuiskopie in ieder geval over te leggen bescheiden staan vermeld in artikel 7 onder c (zie 2.14 hiervoor). Dat uit artikel 8 van de voorwaarden contractanten A een andere verdeling volgt, is door partijen niet aangevoerd.

4.49.  De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

Tussentijds hoger beroep
4.50.  Gezien de aanzienlijke inspanningen en kosten die mogelijk nodig zijn om over en weer te vorderen bedragen vast te stellen, ziet de rechtbank aanleiding om tegen dit vonnis tussentijds hoger beroep open te stellen als bedoeld in artikel 337 lid 2 Rv. In voorkomend geval schorst zulk hoger beroep ingevolge artikel 350 Rv de tenuitvoerlegging van dit tussenvonnis.  

Op andere blogs:
DirkzwagerIEIT (thuiskopie-vergoeding geldt niet voor professioneel gebruik)
FNV-KIEM (Thuiskopieheffing deels in strijd met Europese regels)

IEF 12355

Slechts de afbeelding van de inbreukmakende vuurkorf is uit de brochure gehaald

Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen 15 februari 2013, zaaknr. C/18/138527 / KG ZA 13-11 (S&S Import & Export B.V. tegen Esschert Design B.V.)

Uitspraak ingezonden door Bert-Jan van den Akker, DOEN LEGAL.

Executiegeschil na Hof Leeuwarden, IEF 10762, betreft de auteursrechtelijke bescherming van een vuurkorf, de verpakking en de wikkel daarvan. Geen proceskostenveroordeling 1019h Rv.

S&S vordert opheffing van de gelegde beslagen en het treffen van (verdere) executiemaatregelen op grond van vermeende verbeurte van dwangsommen. Onderdelen van het dictum worden echter niet volledig tijdig nagekomen.

De afbeelding van de inbreukmakende vuurkorf is uit de brochure gehaald, maar de naam en productnummer zijn nog steeds vermeld en werden nog aangeboden en verhandeld. Dat het hof een korte termijn aan de veroordeling van het doen van schriftelijke opgave heeft verbonden, maakt het niet anders. S&S heeft nagelaten in de recallbrief te melden dat kosten voor afname, transport, enz. vergoed zouden worden.

Het onderhavige geschil betreft in wezen een executiegeschil, zodat voor een proceskostenveroordeling ex 1019Rv geen plaats is. De vorderingen worden afgewezen.

IEF 12354

Unified Patent Court overeenkomst is getekend

Council of the EU, Signing of the Unified Patent Court agreement, 6590/13 PRESSE 61, Brussels, 19 February 2013.

Opvallend is dat Polen en Spanje de UPC agreement niet hebben ondertekend. Italië heeft, ondanks de nog hangende procedure van Spanje en Italië tegen de Raad (zie IEF 12119), blijkbaar wel getekend.

Uit 't persbericht: The international agreement for establishing a Unified Patent Court (UPC) was signed today in Brussels. It will ensure the uniform applicability of patent law throughout the territories of the signatory countries [red. Bulgarije zal in enkele dagen tekenen].

Opening the signing ceremony, Mr Richard Bruton, Irish minister for Jobs, Enterprise and Innovation, said : "The signing of the Unified Patent Court is a truly historic moment, as it will give enterprises greater access to patent protection at European level, and make enforcement of patents affordable. It is an important milestone in the continued development of the single market – a priority for the Irish Presidency".

The new court will avoid the occurrence of multiple court cases with regard to the same patent in different member states. This will also prevent contradictory court rulings on the same issues. It will also reduce costs of patent litigation.

The UPC will be a court common to the contracting member states and thus subject to the same obligations under Union law as any national court. It is an international agreement concluded outside the EU institutional framework (16351/12 +COR 1).

Following the signing of the agreement, the ratification process by national parliaments can start. At least 13 member states will have to ratify the agreement for it to enter into force.

All the necessary decisions (designation of committees, budget, appointment of judges and president, recruitment of staff, facilities, etc.) should be adopted in a timely manner so as to enable the first registration of a European patent title with unitary effect in spring 2014.

The Central Division of the Court of First Instance will be located in Paris (France) with specialised sections in London (United Kingdom) and Munich (Germany).

The UPC is the third element of the “patent package”. The two regulations establishing enhanced cooperation for unitary patent protection and its translation arrangements were adopted on 17 December 2012 (see press release: 17824/12).

The establishment of a unitary patent system valid across the EU will contribute to an increase in patent activity, especially for small- and medium-sized enterprises. It will also contribute significantly to lowering the costs associated with obtaining a patent in the EU.

For more information see Factsheet.

Op andere blogs:
EPO (EPO welcomes historic signing of the Unified Patent Court Agreement)
KSNH (UPC Agreement Signing Ceremony: Today Is The Day. [UPDATED])

IEF 12353

Zonder geregelde rechtenkwestie overeenkomst een lege huls

Rechtbank Den Haag 13 februari 2013, LJN BZ3888 (Firefly Management B.V. tegen Stichting Bloemenbureau Holland)

Uitspraak ingezonden door Kriek Wille, Van Doorne.

Contractenrecht. IE speelt zijdelings mee. Opschorting onderhandelingen "no-go voor dit moment". Wilsovereenstemming en subsidiair: onaanvaardbaar afbreken van de onderhandelingen. Betaling van €10.000 nu geen samenwerking tot stand is gekomen.

Firefly voert het management van Ilse de Lange. BBH is een stichting die de bevordering van de verkoop van bloemen en planten ten doel heeft. Partijen zijn met elkaar in onderhandeling over een mogelijke samenwerking, die inhield dat het portret en de muziek van Ilse de Lange zouden worden ingezet ter promotie en ondersteuning (door partijen ook aangeduid als endorsement) van BBH, die daarvoor zou betalen en zich zou inzetten om de bekendheid van de artiest in het buitenland te vergroten.

Partijen hebben met elkaar gesproken, onder meer aan de hand van een concept-overeenkomsten, zonder (daar) volledig overeenstemming over te bereiken. Dat voor BBH sprake was van een "no-go voor dit moment", met andere woorden van opschorting van de onderhandelingen, heeft BBH daarna in niet voor misverstand vatbare bewoordingen geschreven aan Firefly, die dit in redelijkheid niet anders kon opvatten en dat ook zo heeft opgevat.

Uit de emails blijkt dat partijen in hoofdlijnen drie onderwerpen wensten te regelen. De endorsement van de artiest, de "deal met Universal" en het Gelredome concert. De "deal met Universal" betreft de rechtenkwesties die gemoeid waren met de endorsement van de artiest, meer in het bijzonder de afspraken over gebruik van de rechten die door Universal werden gehouden en de daarvoor te betalen vergoedingen. Het gegeven dat de rechtenkwesties niet (in hoofdlijnen) waren geregeld, staat reeds in de weg aan het oordeel dat partijen de door Firefly gestelde wilsovereenstemming in de vorm van een "rompovereenkomst".(...)

Vaststaat dat niet alle onderwerpen ten minste op hoofdlijnen geregeld waren, en er geen sprake kan zijn van overeenstemming tussen partijen over de beoogde samenwerking, ook niet in de door Firefly gestelde vorm van een rompovereenkomst.

Uit de ondubbelzinnig geformuleerde tekst van het bedoelde emailbericht, de betaling van € 10.000, blijkt dat BBH deze vergoeding verschuldigd is in het geval geen samenwerkingsovereenkomst tot stand komt. Het verweer van BBH dat dit bedrag moet worden beschouwd als een investering in de samenwerking met BBH stuit af op deze ondubbelzinnig geformuleerde tekst en het gegeven dat gesteld noch gebleken is dat partijen nadien een andere afspraak hebben gemaakt met de door BBH gestelde inhoud. Er is geen samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen en de rechtbank veroordeelt BBH in conventie tot het betalen aan Firefly van € 10.000.

4.1. (...) Dat voor BBH sprake was van een "no-go voor dit moment", met andere woorden van opschorting van de onderhandelingen, heeft BBH daarna (in het onder 2.28 bedoelde emailbericht) in niet voor misverstand vatbare bewoordingen geschreven aan Firefly, die dit in redelijkheid niet anders kon opvatten en dat ook zo heeft opgevat.(...)

4.3 Gelet op het voorgaande geldt als uitgangspunt voor de beoordeling dat BBH op 1 maart 2011 de onderhandelingen over de samenwerking tot oktober 2011 heeft opgeschort. Firefly was het daar niet mee eens en stelt primair dat toen reeds sprake was van een "rompovereenkomsf, waarin partijen overeenstemming hadden bereikt op hoofdlijnen en slechts sprake was van nader in te vullen ilwitte vlekken". BBH betwist dit gemotiveerd, door onder meer aan te voeren dat de rechtenkwesties die waren gemoeid met de endorsement niet waren geregeld en dat de overeenkomst zonder regeling dienaangaande een "lege huls" was.

4.8 Het gegeven dat de rechtenkwesties niet (in hoofdlijnen) waren geregeld staat reeds in de weg aan het oordeel dat partijen de door Firefly gestelde wilsovereenstemming in de vorm van een "rompovereenkomst". De overige geschilpunten over de door Firefly gestelde wilsovereenstemming kunnen onbesproken blijven.

Lees de uitspraak zaaknr. C/09/395685 / HA ZA 11-1642, LJN BZ3888.

IEF 12352

Geschriftenbescherming naar de afvalbak

Een bijdrage van Ernst-Jan Louwers, Louwers IP|Technology Advocaten.

Het zat er al lang aan te komen: de geschriftenbescherming gaat eraan. Tenminste als het aan het kabinet ligt. Of is de geschriftenbescherming al overleden door een uitspraak van de hoogste Europese rechter?

Bescherming Auteurswet: hoe zat het ook alweer?
De Auteurswet beschermt creaties met een voldoende eigen, oorspronkelijk karakter. Dat betekent dat alleen een creatie (een 'werk') beschermd is als de maker voldoende zijn eigen persoonlijke stempel in het werk heeft gestopt. Deze drempel is laag. Een werk komt al gauw in aanmerking voor bescherming onder de Auteurswet tenzij echt geen sprake is van creativiteit.

Voor geschriften geldt die eis van oorspronkelijkheid in Nederland niet. Alle geschriften zijn in Nederland in bepaalde mate beschermd, zelfs zonder enige creativiteit of oorspronkelijkheid. Denk daarbij bijvoorbeeld aan televisieprogramma's, telefoongidsen, catalogi, spoorboekjes, theaterprogramma's, gebruiksaanwijzingen en wedstrijdschema's. Geschriften mag je dus niet zomaar overnemen (enkele uitzonderingen daargelaten, waaronder citaten).

Overigens is 'geschriftenbescherming' een uniek Nederlands fenomeen.

Wetsvoorstel en internetconsultatie
Het kabinet heeft een wetsvoorstel gelanceerd om de geschriftenbescherming af te schaffen (de toelichting op het voorstel staat ook online; het gaat eigenlijk maar om één woordje: 'alle').

De bescherming van alle geschriften wordt gezien als te blokkerend voor vrijheid van informatie. Daar zit natuurlijk wel wat in, al moet je wel oppassen dat er geen onbedoelde neveneffecten zijn.

Om die reden en ook naar aanleiding van het rapport van de Commissie Auteursrecht van juli 2012 heeft het kabinet nu een internetconsultatie geopend. Daarin kan iedereen zijn mening geven over het wetsvoorstel, bijv. indien hij van mening is dat zijn belangen door de afschaffing van de geschriftenbescherming worden geraakt. Ook wordt gevraagd of overgangsrecht gewenst is.

Het kabinet geeft de volgende onderbouwing voor de afschaffing:

"Het kabinet wil met de modernisering van het auteursrecht ruimte bieden voor creativiteit en innovatie. Daarvoor is belangrijk dat alleen nog creatieve prestaties worden beschermd.
De bescherming van niet-oorspronkelijke geschriften die geen creatieve prestatie vormen is meer mededingingsrechtelijk dan auteursrechtelijk van aard. Zij wordt voornamelijk gebruikt door drukkers, uitgevers of fabrikanten als wapen tegen het profiteren van gedane investeringen of om producten buiten de Nederlandse markt te houden.
'Het auteursrecht, en dus de Auteurswet is voor deze bescherming niet de aangewezen plaats, het civiele recht biedt er al mogelijkheden voor', aldus Teeven, die vindt dat feitelijke informatie in beginsel zo toegankelijk en uitwisselbaar mogelijk moet zijn.
Daarnaast brengt afschaffing van de geschriftenbescherming meer duidelijkheid. In de rechtspraktijk kan onduidelijkheid bestaan over de reikwijdte van de regeling. Daaraan komt nu een einde. Ook voor de consument kan de afschaffing voordelig uitpakken: zij werkt mogelijk concurrentiebevorderend. Daardoor zullen de prijzen dalen."

Gevolgen
Het voorstel kan vergaande gevolgen hebben, onder andere voor omroeporganisaties ten aanzien van programmagegevens.

Gevolg is dat ook geschriften straks alleen maar beschermd zijn onder de Auteurswet als ze voldoen aan de minimaal vereiste creativiteit. Zoals gezegd, is de drempel laag, maar louter informatieve opsommingen zoals programmagegevens, zullen straks niet meer via de Auteurswet gemonopoliseerd kunnen worden.

De omroepen zullen tandenknarsend moeten toezien hoe hun gegevens straks door iedereen kunnen worden gepubliceerd.

Maar zal de afschaffing van geschriftenbescherming nou verder ook ver strekkende gevolgen hebben? Waarschijnlijk niet, omdat de drempel voor bescherming nu eenmaal laag is. De meeste geschreven stukken zullen voldoende creativiteit bezitten voor bescherming. En louter informatieve lijstjes of documenten waar geen enkele creatieve inbreng terug te vinden is, moeten eigenlijk ook door iedereen overgenomen kunnen worden. Zo bezien is de afschaffing zo gek nog niet. Maar iedereen mag er nog wat over zeggen in de internetconsultatie.

Of effecten zoals prijsdaling daadwerkelijk worden bereikt, valt te bezien. Veeleer lijken dat soort argumenten er met de haren bijgesleept te zijn. De afschaffing was eigenlijk al langer onvermijdelijk.

Databanken
Voor databanken geldt een aparte wet, nl. de Databankenwet. Die wet beschermt echter alleen databanken waarin 'substantieel' is geïnvesteerd. Als een databank daaraan niet voldoet en dus niet onder de Databankenwet valt, kan deze in principe worden aangemerkt als 'geschrift'.

De EU-rechter heeft vorig jaar echter beslist dat ook voor auteursrechtelijke bescherming is vereist dat voldoende creatieve inspanningen zijn gedaan. M.a.w. een databank moet aan de gewone eisen van auteursrechtelijke bescherming voldoen de keuze of de rangschikking van de erin opgenomen gegevens moet een oorspronkelijke uiting zijn van de creatieve vrijheid van de maker ervan. De 'last post' voor de geschriftenbescherming werd dus al op EU-niveau geblazen Football Dataco (IEF 10977; zie ook annotatie Hugenholtz, NJ 2012, 433).

Verdere modernisering?
Hopelijk geeft het kabinet ook verder invulling aan de modernisering van de Auteurswet, maar daar verwachten wij niet zoveel van. De wet barst uit zijn voegen door alles wat gaandeweg onder deze wet is gebracht. Neem bijvoorbeeld de bescherming van software: het zou veel beter zijn om dat onder een aparte, eigen regeling te brengen, zoals dat ook voor databanken is gedaan in de Databankenwet. Een andere vreemde eend in de Auteurswet is het portretrecht dat zelfs helemaal niets met auteursrecht te maken heeft.

De vraag is of de overheid, gebonden door Europese regelgeving en verdragen, bereid en in staat is om de Auteurswet echt te moderniseren.

Het hele intellectuele eigendomsrecht zou eens op de schop moeten om lijn te brengen de rijstebrij.

Zo werd tijdens het laatste IE-diner in Amsterdam hartstochtelijk gepleit voor Burgerlijk Wetboek 9 waarin alle intellectuele eigendomsrechten gestructureerd en gemoderniseerd ondergebracht zouden kunnen worden.

Gaat dat er echt van komen? Wij verwachten daar de eerstkomende lichtjaren niet al teveel van.

Ernst-Jan Louwers

IEF 12351

Bescheiden waarop het bewijsbeslag rust, is te weinig gespecificeerd

Rechtbank Oost-Nederland, locatie Almelo 24 januari 2013, LJN BZ0927 (Smartdocuments Nederland B.V. tegen Xential, Interaction, c.s)

 

Inzage (bewijs)beslagobjecten ex artikel 843a Rv juncto 1019b Rv. Intellectuele eigendomsrechten. Auteursrecht. Software. Afwijzing.

Zowel Smartdocuments als Interaction c.s. ontwikkelt, levert en installeert software. Smartdocuments vordert samengevat - ex artikel 843a Rv - inzage in de bescheiden waarop het gelegde (bewijs)beslag rust, dan wel benoeming van een deskundige tot inzage in die bescheiden. Zij stelt daartoe dat Interaction c.s. mogelijk inbreuk maakt op een aan haar toekomend auteursrecht op (componenten van) software. Dit vermoeden is gerezen na het beëindigen van het dienstverband van (daarna) de oprichters van Interaction c.s. en een zestal andere werknemers. Het door de deurwaarder opgemaakte overzicht van in beslag genomen data heeft het vermoeden van Smartdocuments, dat inbreuk wordt gemaakt op haar intellectuele eigendomsrechten, versterkt.

Blijkens artikel 1019b Rv is voor het verkrijgen van rechterlijk verlof tot het treffen van voorlopige bewijsbeschermende maatregelen ten minste vereist dat de verzoeker “voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er inbreuk op zijn recht van intellectuele eigendom is gemaakt of dreigt te worden gemaakt”. Smartdocuments heeft onvoldoende concreet gesteld, welk (bewijsrechtelijk) voordeel (nadeel) zij bij (het uitblijven van) inzage daarvan zou hebben. Van meer dan een vermoeden dat de gevorderde bescheiden informatie bevatten die de standpunten van Smartdocuments zouden kunnen ondersteunen, is geen sprake.

(...) niet helder geworden waar het beweerde auteursrecht exact op rust, of de gestelde software een auteursrechtelijk beschermd werk betreft, of Smartdocuments als maker van dat werk moet worden aangemerkt en, zo ja, of Interaction c.s. met de door haar in het handelsverkeer gebrachte software inbreuk maakt op het vermeende auteursrecht van Smartdocuments. (...) Van Smartdocuments mocht voorts worden verlangd dat zij voldoende ‘bewijsmateriaal’ dat redelijkerwijs beschikbaar is, overlegt om de beweerde inbreuk toe te lichten.

Daarbij komt dat inzage in de bescheiden waarop het bewijsbeslag rust, te algemeen en te weinig gespecificeerd is om als bepaalde bescheiden te kunnen worden gekwalificeerd. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Smartdocuments geen recht heeft op inzage van de gevorderde bescheiden door haarzelf, dan wel door een deskundige, in de gevorderde bescheiden. De vordering in conventie dient daarom reeds hierom te worden afgewezen.

5.4.  Het ligt naar het oordeel van de voorzieningenrechter voor de hand dat een rechtmatig belang slechts aanwezig kan worden geacht als in de onderhavige procedure op de voet van artikel 843a Rv met betrekking tot de bescheiden die met toepassing van artikel 1019b e.v. Rv in conservatoir bewijsbeslag zijn genomen, ten minste kan worden geoordeeld dat Smartdocuments voldoende aannemelijk heeft gemaakt, of anderszins voldoende aannemelijk is geworden, dat er inbreuk op een recht van intellectuele eigendom van haar is gemaakt of dreigt te worden gemaakt.

5.5.  Dat is echter niet het geval. Smartdocuments heeft onvoldoende concreet gesteld, welk (bewijsrechtelijk) voordeel (nadeel) zij bij (het uitblijven van) inzage daarvan zou hebben. Van meer dan een vermoeden dat de gevorderde bescheiden informatie bevatten die de standpunten van Smartdocuments zouden kunnen ondersteunen, is geen sprake. Indien echter uit de gevorderde bescheiden zou volgen dat de creatiedatum van bepaalde bestanden vóór de oprichtingsdatum ligt van Interaction c.s., dat veel (ex)klanten van Smartdocuments voorkomen in het overzicht en dat het erop lijkt dat Interaction c.s. een conversieprogramma heeft ontwikkeld (Xential) dat perfect aansluit op de (web-based) software van Smartdocuments (Evolution), dan nog heeft Smartdocuments niet (voldoende) aannemelijk gemaakt dat er inbreuk op een recht van intellectuele eigendom van haar is gemaakt of dreigt te worden gemaakt. Daarmee is immers nog niet helder geworden waar het beweerde auteursrecht exact op rust, of de gestelde software een auteursrechtelijk beschermd werk betreft, of Smartdocuments als maker van dat werk moet worden aangemerkt en, zo ja, of Interaction c.s. met de door haar in het handelsverkeer gebrachte software inbreuk maakt op het vermeende auteursrecht van Smartdocuments. Het is aan Smartdocuments om voldoende concrete feiten en omstandigheden te stellen waaruit een redelijk vermoeden van de (dreiging van de) inbreuk kan volgen. Daarin is ze met haar stellingen niet geslaagd.  Van Smartdocuments mocht voorts worden verlangd dat zij voldoende ‘bewijsmateriaal’ dat redelijkerwijs beschikbaar is, overlegt om de beweerde inbreuk toe te lichten. Dat heeft Smartdocuments eveneens nagelaten.

5.6. Daarbij komt dat evenmin is voldaan aan het vereiste dat het moet gaan om ‘bepaalde’ bescheiden. Smartdocuments vordert, zoals zij ter zitting herhaaldelijk heeft gesteld, inzage van de bescheiden waarop het bewijsbeslag rust. Dat is naar het oordeel van de voorzieningenrechter te algemeen en te weinig gespecificeerd om als bepaalde bescheiden in de zin van artikel 843a Rv te kunnen worden gekwalificeerd. Het gelegde bewijsbeslag, dat weliswaar een door de deurwaarder gemaakte selectie inhoudt, maakt dat niet anders.

IEF 12350

Kamerbrief verslag stuurgroep gedragscode licenties en veredelingsvrijstelling

Kamerbrief over verslag Stuurgroep Gedragscode Licenties en Uitvoering motie Koopmans inzake veredelingsvrijstelling in het octrooirecht, kenmerk DGBI-I&K / 12373604

Uit het voortgangsverslag van de Stuurgroep Gedragscode Licenties verslag blijkt dat het overleg over een licentiegedragscode gestaag verloopt en dat inmiddels een voorstel daarvoor aan de Europese Commissie ter beoordeling is voorgelegd.

Uitvoering motie Koopmans

In aanvulling op de brief bericht de staatssecretaris over de stand van zaken bij de uitvoering van de aangenomen motie Koopmans over herstel van de balans tussen octrooirecht en kwekersrecht. In deze motie werd de regering verzocht om in te zetten op het inbouwen van een beperkte veredelingsvrijstelling zowel in de Rijksoctrooiwet 1995 als in de Verordening unitair octrooi. Tevens werd de regering verzocht om op politiek niveau actief steun te werven onder EU-lidstaten voor een kritische evaluatie en aanpassing van de Bio-octrooirichtlijn voor een balans tussen kwekersrecht en het octrooirecht, met oog voor de belangen van alle betrokken partijen.

Wijziging Rijksoctrooiwet 1995
Het voorstel van Rijkswet tot wijziging van artikel 53b van de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de invoering van een beperkte veredelingsvrijstelling is inmiddels bij de Tweede Kamer ingediend.

Verordening unitair octrooi
Met het unitair octrooirecht kan in één procedure octrooibescherming worden verkregen in 25 landen van de Europese Unie (Spanje en Italië doen niet mee), wat zal leiden tot een aanzienlijke daling van octrooikosten.

Verzoek om evaluatie Bio-octrooirichtlijn (richtlijn 98/44/EG)

Aan Eurocommissaris Barnier is gevraagd om een evaluatie van richtlijn 98/44/EG, waarbij met name aandacht wenselijk is voor het vraagstuk in hoeverre door octrooirechtelijk beschermde uitvindingen veranderde eigenschappen van planten - en daarmee in de markt aanwezige rassen - wel onder de exclusieve bescherming van het octrooirecht moeten vallen.Onder verwijzing naar een resolutie van het Europees Parlement over octrooiering van werkwijzen van wezenlijk biologische aard voor de voortbrenging van planten (en dieren)9, heeft hij laten weten dat een verslag op basis van artikel 16 (c) van richtlijn 98/44/EG het meest geëigend is om vraagstukken gerelateerd aan de octrooiering van plantenmateriaal nader te onderzoeken.

Rapport Trojan [IEF 11715]
In de verdere gedachtevorming over herstel van de balans tussen octrooirecht en kwekersrecht is het rapport van de heer Trojan van belang. De reacties inventariseren van de organisaties die betrokken waren bij de consultatie door de heer Trojan. Aan deze organisaties heb ik, zoals al aangekondigd door mijn ambtsvoorganger12, gevraagd hun standpunt over en voorkeuren bij de door de heer Trojan voorgestelde oplossingsrichtingen aan te geven en te vermelden welke rol zij bij de uitwerking daarvan zouden kunnen spelen.

IEF 12349

KB en rechtenorganisaties werken samen bij toegang cultureel erfgoed

KB en rechtenorganisaties werken samen bij toegang cultureel erfgoed: tijdschriften 1850-1940 krijgen digitaal tweede leven, 15 februari 2013

Uit 't persbericht: De Koninklijke Bibliotheek, nationale bibliotheek van Nederland, lanceert de webdienst Tijdschriften 1850-1940. De KB heeft hiervoor met de auteursrechtenorganisaties Pictoright (visuele makers) en Stichting Lira (schrijvers, vertalers en freelance journalisten) een overeenkomst gesloten voor het digitaal hergebruik van deze tijdschriften.

Tijdschriften 1850–1940
Vanaf 15 februari zijn 1,5 miljoen pagina’s van 80 Nederlandse tijdschriften online gratis in te zien. Het zijn tijdschriften uit de periode 1850–1940 op het gebied van literatuur, religie, wetenschap, recht, politiek, cultuur en sport. Ze komen uit de collecties van de KB, de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, de Openbare Bibliotheek Amsterdam, het Haags Gemeentearchief en de Onderwijsinspectie. Met deze nieuwe webdienst krijgen onder meer Sport in Beeld, Advocatenblad en Nieuwsblad voor den Boekhandel een tweede leven.

Praktische regeling voor grootschalige digitaliseringsprojecten
Hoe omvangrijker de collecties zijn die erfgoedinstellingen willen digitaliseren, hoe tijdrovender het is om de rechthebbenden op te sporen. Daarom hebben de rechtenorganisaties collectieve regelingen in het leven geroepen. De KB, Lira en Pictoright hebben voor de tijdschriften een praktische regeling getroffen, zoals zij in 2010 al deden voor de webdienst Historische Kranten van de KB.

Andere erfgoedinstellingen profiteren mee
De KB verkrijgt van Lira en Pictoright een licentie om kosteloos online toegang te geven tot de artikelen en illustraties in de tijdschriften. Dit geldt zowel voor materiaal van de KB zelf als voor dat van andere erfgoedinstellingen, die bijvoorbeeld via Metamorfoze collecties laten digitaliseren. Onder deze licentie mogen andere instellingen eveneens delen uit de tijdschriftendatabase van de KB beschikbaar stellen. Ook kunnen wetenschappers de data gebruiken voor onderzoek.
De geest van de overeenkomst sluit aan bij de wens van de EU om auteursrechtelijke oplossingen te vinden die online toegang tot cultureel erfgoed voor een breed publiek mogelijk maken, terwijl tegelijkertijd de belangen van auteursrechthebbenden worden gerespecteerd.

Samenwerking rechtenorganisaties en erfgoedinstellingen
De KB wil via digitalisering zoveel mogelijk mensen toegang geven tot de bronnen uit hun verleden. Stichting Lira en Pictoright behartigen de belangen van freelance makers, ook als deze niet zijn aangesloten bij de organisaties. De tijdschriftenovereenkomst is na de krantenovereenkomst opnieuw een goed voorbeeld van samenwerking tussen rechtenorganisaties en erfgoedinstellingen om cultureel erfgoed voor iedereen toegankelijk te maken.

IEF 12348

Auteursrechtinbreuk op website winboodschappen.nl

Rechtbank Utrecht 8 februari 2012, zaaknr. 318024/KG ZA 12-4 (E2MA Database Services B.V. tegen Malicor)

Uitspraak ingezonden door Filip Van Eeckhoutte, Van Eeckhoutte advocaten.

Auteursrecht op website. Rectificatie. E2Ma en Malicor zijn gespecialiseerd in het online verzamelen van consumentendata waaronder NAW-gegevens. In de uitvoering daarvan maakt E2Ma onder andere gebruik van haar consumentenwebsite www.winboodschappen.nl en maakt Malicor gebruik van de website www.winboodschappen.com. E2Ma vordert Malicor te gebieden iedere inbreuk op de auteursrechten van E2Ma te staken en in het bijzonder het staken van het gebruik van de teksten, de vormgeving en de lay-out van www.winboodschappen.nl.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is in voldoende mate gebleken van een spoedeisend belang. De teksten, vormgeving en lay-out van de door E2Ma gebruikte website komen naar het oordeel van de voorzieningenrechter auteursrechtelijke bescherming toe. E2Ma heeft onweersproken gesteld dat zij de maker is. Het is Malicor op grond van art. 1 jo. 13 AW niet toegestaan het werk of delen van het werk van E2Ma te kopiëren of in de openbaarheid te brengen.

De voorzieningenrechter is van (voorlopig) oordeel dat de door Malicor gebruikte teksten, vormgeving en lay-out op haar website dermate veel gelijkenis vertonen met de auteursrechtelijk beschermde teksten, vormgeving en lay-out van de website van E2Ma zodat een inbreuk voldoende aannemelijk is geworden. Er is aldus sprake van onrechtmatig handelen door Malicor jegens E2ma. Vast staat dat Malicor op 16 januari 2012 de inhoud van de website www.winboodschappen.com offline heeft gehaald en de inbreuk op dat moment is gestaakt.  De voorzieningenrechter gebiedt Malicor iedere inbreuk op de auteursrechten van E2Ma gestaakt te (doen) houden en een rectificatie op de homepage www.winboodschappen.com te plaatsen.

Op andere blogs:
DirkzwagerIEIT (Auteursrecht op website: teksten, vormgeving en lay-out)

IEF 12347

Bijeenkomst 'Dansen op het graf van de geschriftenbescherming'

De Balie te Amsterdam, woensdag 3 april 2013 van 12.00 tot 14.00 uur.

Onder de titel ‘Dansen op het graf van de geschriftenbescherming’ organiseert eduLex, onderdeel van deLex, op woensdag 3 april 2013 een lunchbijeenkomst over de voorgenomen afschaffing van de bescherming van niet-originele geschriften [IEF 12333].

Sprekers zijn Bernt Hugenholtz en Dirk Visser. Zij zullen spreken over het waarom (Databankenrichtlijn en Football Dataco [IEF 10977, IEF 12120]) en de gevolgen.

• Wat is er sinds Infopaq I beschermd onder het volledige Europese auteursrecht?
• Geeft het Tripp Trapp arrest van de Hoge Raad van 1 maart 2013 nog nieuwe inzichten?
• Welke geschriften vallen onder het databankenrecht?
• Hoe zit het met programmagegevens, telefoonboeken, (voetbal)wedstrijdprogramma's, lijsten met waterstanden, feest- of schouwburgprogramma’s, diagrammen voor woordpuzzels en montagevoorschriften voor dievenklauwen (Rb. Amsterdam 3 juni 1981, BIE 1984, nr 96, p. 325)?
• En de prangende vraag: Kan Nederland eigenlijk wel zonder de bescherming van Predikbeurtenlijsten (zie: Ktr. Hilversum 27 april 1915, W 10.202).

Hier aanmelden