DOSSIERS
Alle dossiers

Tekst  

IEF 1554

Inzicht

Rechtbank Amsterdam, 26 januari 2006, KG 05-2473 OdC. Van Schendel c.s. tegen Van Doorn c.s. Stop je met ploeteren, krijg je dit. 

In november 2005 is bij Uitgeverij Van Doorn een boek verschenen met de titel Ontploeteren. Van Doorn staat als auteur op het boek vermeld. Op pagina 15 van het boek is onder meer het volgende opgenomen: "In diezelfde periode kwam ik Anton van Schendel tegen. Hoewel onze levensloop totaal verschillende was, stonden we op een vergelijkbaar punt in ons leven. We waren het ploeteren zat.

Van Schendel en Van Doorn blijken na de ontmoeting te hebben samengewerkt om met betrekking tot het thema ploeteren o.a. seminars, workshops e.d. te realiseren. In 2004 is een manuscript, waarop de namen van beide partijen zijn vermeld, met de titel Stoppen met Ploeteren  aangeboden aan uitgeverij Kosmos. In 2005 is dit boek ook daadwerkelijk verschenen, met alleen de naam van Van Doorn als auteur (lees het vonnis voor versies en feiten). Van Schendel maakt hiertegen bezwaar en wil dat het boek van de markt wordt gehaald.

De rechtbank vindt het voorshands echter aannemelijk dat de bijdrage van Van Schendel in hoofdzaak heeft bestaan uit het leveren van ideeën en inzichten, terwijl auteursrecht slechts kan rusten op de vorm waarin zij ideeën en inzichten worden neergelegd. Dat Van Schendel daaraan een wezenlijke bijdrage heeft geleverd is in dit geding onvoldoende gebleken. Van Doorns mededeling dat hij de naam van Van Schendel op het manuscript heeft vermeld uit dankbaarheid voor zijn betrokkenheid bij de totstandkoming daarvan, is op zichzelf een plausibele reden voor die vermelding, vindt de rechtbank. 

En zelfs als zou blijken dat Van Schendel een wezenlijke bijdrage heeft geleverd, kan niet worden uitgesloten dat het werk tot stand is gebracht naar ontwerp en onder leiding en toezicht van Van Doorn. Dus. Vordering afgewezen. Lees het vonnis hier.

IEF 1468

Auteursrecht belicht

Rechtbank Haarlem, 9 november 2004, HA ZA 04-637. Brand en Van Egmond B.V. tegen Harco Loor-Design B.V. Geen auteursrechtelijke bescherming voor 'abstracte vormentaal', wel voor een een 'bepaalde vormentaal die in verschillende specifieke objecten is te vinden'.

Brand en Van Egmond brengen lichtobjecten in de handel die worden gekenmerkt door de toepassing van metalen draadstructuren in verschillende vormen en uitvoeringen en maken bezwaar tegen de lichtobjecten van Harco Loor die ook gekenmerkt worden door toepassing van metalen draadstructuren. Brand en Van Egmond beroepen zich tevergeefs op het auteursrecht.

Ter ondersteuning van haar vordering heeft Brand en Van Egmond een deskundigenrapport in het geding gebracht van Prof.Ir. J.J. Jacobs. "Het  onmiskenbaar is dat de lichtobjecten van Annet van Egmond een eigen en oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker Annet van Egmond dragen (...) In de voor dit geschil relevante lichtobjecten van Loor zijn naar mijn mening de oorspronkelijke trekken van de lichtobjecten van Annet van Egmond herkenbaar te vinden.”

Gedaagde Loor voert onder meer aan dat geen auteursrechtelijke bescherming toekomt aan een abstracte vormentaal, een bepaalde (persoonlijke) stijl of het idee van vervlechten van metaaldraad tot lichtobjecten. De Rechtbank is het hiermee eens en oordeelt dat voor bescherming slechts de concrete vormgeving zoals die zich manifesteert in specifiek aan te duiden objecten vatbaar is. De Rechtbank lijkt mee te gaan met het argument van Brand en Van Egmond dat die concrete vormgeving kan bestaan uit een bepaalde vorm (stijl?) van metaal die in verschillende specifieke objecten is terug te vinden. Volgens de Rechtbank moet niet noodzakelijkerwijs één lichtobject van Brand en Van Egmond worden vergeleken met één lichtobject van Loor, maar dat de verschillende objecten van Loor inbreuk kunnen maken op meerdere objecten van Brand en Van Egmond.

Omdat het 3D objecten betreft vindt de rechtbank dat een eventuele inbreuk vastgesteld moet worden door eigen waarneming en komt tot het oordeel dat de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden. Totaalindrukken verschillen voldoende ('om te beginnen is het ritme van buigen anders).

De draden van de lampen van Harco-Loor zijn, ten opzichte van de lampen van het type Chandelier van Brand en Van Egmond dichter opeen gevlochten en in een ander ritme gebogen. Voorts valt in het bijzonder op het verschil in de ruimtelijkheid. Het gevlochten ritme in de lampen van Brand en Van Egmond zet zich niet alleen in het platte vlak, maar ook van buiten naar binnen voort, waardoor de gehele ruimte wordt gevuld en de driedimensionale vormgeving wordt benadrukt. De lampen van Harco Loor zijn daarentegen gevormd vanuit een platte tweedimensionaal gevlochten mat, die tot een bepaalde geometrische vorm is gebogen en daarvan in zekere zin de schil vormt (…)Tenslotte ogen de lampen van type Chandelier van Brand en Van Egmond robuuster, steviger, terwijl die van Harco Loor juist iets fragiels en lichts hebben.”

Op grond van de negatieve reflexwerking van de Auteurswet kan er volgens de rechtbank ook geen sprake zijn van slaafse nabootsing. Lees het vonnis hier. (Met dank aan Jolette Wiersema, DLA Schutgrosheide).

(De foto links: twee lampen van Brand en Van Egmond, rechts een lamp van Harco Loor.)

IEF 1317

Geen intellectuele schepping

Rechtbank Zutphen 30 november 2005, LJN: AU7454, X - Y

Firma F exploiteerde een agrarische database, die onder meer informatie over agrarische bedrijven in Nederland bevatte. F verkocht de database aan eiseres X. F verkocht en leverde later een groot deel van de adressen uit de database aan gedaagde Y. Tussen F en X is een gerechtelijke procedure gevoerd omdat F volgens X haar verplichtingen uit de koopovereenkomst niet zou zijn nagekomen. Het geschil is beslecht met een vaststellingsovereenkomst waarin wordt bepaald dat F al haar rechten met betrekking tot de database overdraagt.

X vordert nu dat Y zich zal onthouden van het verstrekken van informatie uit haar agrarische database aan derden c.q. gebruik van deze informatie ten behoeve van derden. X doet een beroep op wanprestatie, het auteursrecht en het databankenrecht.

X legt allereerst ten grondslag aan haar vorderingen dat Y toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen jegens F doordat zij gegevens uit de database aan derde ter beschikking heeft gesteld en in haar eigen database heeft opgenomen. Eiseres kan haar vorderingen niet onderbouwen met een beroep op wanprestatie, aldus de rechtbank.

Tevens kan van een onrechtmatig handelen wegens inbreuk op een auteursrecht (subsidiaire vordering) geen sprake zijn. "Tussen partijen staat vast dat de [naam database], naast namen en adressen van agrariërs, bedrijfsrelevante informatie over deze agrariërs, zoals gegevens over het soort bedrijf (rundvee, varkens, pluimvee, akkerbouw, tuinbouw) en de omvang van het bedrijf (stuks vee, hectares), bevat. Hiermee is de database op zichzelf slechts een verzameling van een aantal feitelijke gegevens die als zodanig voor bescherming op grond van de Auteurswet (Aw) niet in aanmerking komt. Dit zou slechts anders zijn indien de verzameling het resultaat is van een selectie die een persoonlijke visie van de maker tot uitdrukking brengt of [...] indien de databank door de keuze of de rangschikking van de stof een eigen intellectuele schepping van de maker vormt."

Tot slot een beroep op inbreuk op het databankrecht. Aangenomen wordt dat X rechthebbende is op de database. "Nu Y niet gemotiveerd heeft betwist dat zij de gehele databank heeft vermengd met haar eigen agrarische databank, staat hiermee vast dat zij de handeling heeft verricht zoals omschreven in artikel 2 lid 1 sub a Dw, dat wil zeggen de inhoud van de databank heeft opgevraagd. Zoals uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt, kan eerst na bewijslevering worden beoordeeld of er sprake is van een inbreuk op het databankrecht van X. Vraag is nog of tevens sprake is van hergebruiken in de zin van artikel 2 lid 1 Dw. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Y zal X in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat het hergebruiken door Y de gehele database betreft dan wel een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel gedeelte van die database (sub a), althans dat dit hergebruiken herhaaldelijk en systematisch geschiedt/is geschied en in strijd is met de normale exploitatie van die databank of ongerechtvaardigde schade toebrengt aan X als rechthebbende van die databank (sub b)."
Lees hier het vonnis.

IEF 1232

Waar ligt de grens?

K.J. Koelman, noot bij Rechtbank Arnhem, 21 september 2005 (Tellegen/Codemasters). Verschenen in AMI 2005, p. 204-207.

"Maar een rechter die zich gaat bezighouden met de vraag of een werk waarde toevoegt aan het product waarin het is opgenomen, begeeft zich op glad ijs. Zou art. 18a Aw er eveneens aan in de weg staan dat een fotograaf optreedt tegen gebruik van een foto in een boek waarin ook honderden foto’s van anderen staan, indien de uitgever kan aantonen dat het boek evengoed verkoopt zonder die foto – en de fotograaf bovendien al genoeg heeft verdiend met het werk? Dat zou een opmerkelijke ontwikkeling zijn. Waarschijnlijk is echter iedereen het er over eens dat bijvoorbeeld een ontwerper die een stoel heeft ontworpen die op een van de foto’s voorkomt, niet moet zeuren, behalve misschien als het een fotoboek is over stoelontwerpen. (...) Maar waar ligt de grens? Waarom de fotograaf betalen en niet de ontwerper? Zou de architect van het stadion wél kunnen optreden tegen gebruik ervan in het spel – als Ajax zich tenminste diens rechten evenmin heeft laten overdragen?" Lees de hele noot hier en het vonnis hier.

IEF 1217

Eenvoudige herhaling

Voorzieningenrechter Arnhem, 10 november 2005, Syncera de Straat B.V. tegen Synthese c.s. In deze zaak gaat het om aanbestedingsbestekken die in opdracht van gemeenten worden opgesteld door adviesbureau´s. In deze bestekken worden onder meer het object van aanbesteding en de selectie- en gunningcriteria omschreven.

De Voorzieningenrechter vindt dat de bestekken van eiseres Syncera niet in aanmerking komen voor de 'normale' auteursrechtelijke bescherming, omdat ze een onvoldoende eigen karakter zouden hebben. De inhoud van de bestekken zou grotendeels functioneel en zakelijk van aard zijn. Bovendien zou de inhoud op grond van het Europese aanbestedingsrecht grotendeels vastliggen, waardoor ook geen sprake is van een persoonlijk stempel van de maker.

Gelukkig voor Syncera zorgt het vangnet van de geschriftenbescherming voor een auteursrechtelijk zachte landing. De bestekken zijn op schrift gesteld en openbaar gemaakt of bestemd om openbaar gemaakt te worden, omdat ze zien op een openbare  Europese aanbestedingsprocedure en worden verstrekt aan geïnteresseerde inschrijvers en/of opdrachtgevers ( i.c. kan aansluiting worden gezocht bij hetgeen in jurisprudentie over juridische teksten is bepaald).

Er is bovendien onmiskenbaar sprake van een overeenstemmende totaalindruk tussen het bestek van gedaagden en het bestek van Syncera: grote stukken tekst, inclusief taal- en of schrijffouten, stemmen nagenoeg woordelijk overeen en vormgeving, opmaak en indeling vertonen grote gelijkenis. Van toeval kan geen sprake zijn: Synthese c.s. hebben ter zitting zelf verklaard aan het door Syncera ter beschikking gestelde elektronische bestand hebben 'geschaafd'. Dat sprake is van inbreukmakende ontlening door eenvoudige herhaling staat dan ook vast voor de voorzieningenrechter. Lees het vonnis hier. (Met dank aan Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek)

IEF 1189

Zichtbaar inspireren

 “Broadcast Magazine maakt zich schuldig aan piraterij door op zijn website mediaberichten van andere nieuwsbronnen te publiceren zonder de daarvoor  benodigde toestemming van de rechthebbenden. Hierbij laat het vakblad van Broadcast Press Hilversum zich duidelijk zichtbaar inspireren door  de diverse mediasites die internet bevolken, maar formeel veelal  illegaal zijn en hobbymatig worden geëxploiteerd. De site van Broadcast  Magazine is echter eigendom van een bedrijf en promoot op oneigenlijke  wijze een commercieel tijdschrift. Onderzoek in opdracht van  Mediatrefpunt wees medio 2004 uit dat het vrijwel onmogelijk is op  commerciële basis een mediasite te exploiteren, omdat diverse formeel  illegale sites een stevige greep op de markt hebben en persbureaus niet  geneigd zijn hiertegen op te treden.”

“Dat Mediatrefpunt tot voor kort ook berichten overnam van andere media, doet aan  bovenstaande niets af. Er is namelijk een belangrijk verschil: Novum en Broadcast Magazine verdienen geld aan hun activiteiten, Mediatrefpunt  niet. Vergeef me, maar ik kom nu eenmaal uit de stad van bisschop  Muskens, die ooit zei dat je een brood mag stelen als je geen geld hebt.” Lees hier meer.

IEF 927

Nieuw Verkade Album

AG Verkade heeft geconcludeerd in de geruchtmakende Scientology-zaak (eerder bericht hier), zo bericht Xs4all in een persbericht: "De Hoge Raad doet binnenkort definitief uitspraak in de al tien jaar lopende zaak van Scientology tegen Karin Spaink, XS4ALL en nog 20 providers. Hoewel Scientology op het laatste moment heeft geprobeerd om de cassatie in te trekken, adviseert de Advocaat Generaal (AG) nu aan de Raad om toch inhoudelijk op de zaak in te gaan, "met het oog op de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, dan wel gelet op het belang voor de praktijk."

Als de Raad dat advies volgt, en die kans is zeer groot, wordt de intrekking weliswaar formeel erkend, maar gaat de Raad inhoudelijk toch in op de aangevoerde argumenten over auteursrecht, provideraansprakelijkheid en informatievrijheid. Dit betekent dat de door Spaink en XS4ALL zo vurig gewenste jurisprudentie toch tot stand komt.

XS4ALL en Spaink zijn zeer verheugd dat de Hoge Raad alsnog haar mening over de zaak kan geven. XS4ALL heeft de afgelopen tien jaar hoge kosten moeten maken om zich - mede namens alle andere providers - te verweren tegen het juridische offensief van Scientology. XS4ALL en Spaink hebben deze procedures volgehouden juist om de vrijheid van meningsuiting tot op het hoogste niveau te verdedigen. De AG legt uit dat procespartijen niet zomaar de vrijheid hebben om op ieder gewenst moment procedures in te trekken "alsof er geen belangen van anderen spelen". "Wie zijn wederpartij ongevraagd met een cassatieprocedure heeft geconfronteerd en wie die wederpartij daarmee (...) ook op kosten heeft gejaagd (...) komt m.i. moraliter en ook rechtens die absolute vrijheid niet toe." Ook ten opzichte van de maatschappij betaamt zo'n intrekking niet, schrijft de AG, omdat ook de Staat kosten heeft gemaakt.

Scientology heeft er een handje van om zich op het laatste moment terug te trekken uit door haar aangespannen rechtszaken. Ook in Nederland is dat twee keer voorgekomen. Het eerste kort geding in het najaar van 1995 werd twee dagen voor de zitting door Scientology ingetrokken en in 1998 bij het door Scientology aangespannen hoger beroep. Ook dat werd enkele dagen voor pleidooi (dat toen al helemaal was voorbereid) ingetrokken. Dit patroon heeft zich ook in vele buitenlandse procedures voorgedaan.

De zaak loopt al sinds 1995, toen Karin Spaink voor het eerst stukken uit de leer van Scientology uit een Amerikaanse rechtszaak op haar website plaatste. Bij XS4ALL werd beslag gelegd op de computers. Spaink, XS4ALL en twintig andere providers van wie de abonnees stukken van Scientology op hun website hadden geplaatst werden in kort geding gedagvaard. De president van de rechtbank wees de vorderingen van Scientology af. Er volgde een slepende rechtsgang, steeds in het voordeel van Spaink en XS4ALL. In september 2004 besliste het Haagse Hof dat het recht op vrije meningsuiting van Spaink om de dubieuze leer van Scientology aan de kaak te stellen, zwaarder woog dan het auteursrecht van de 'kerk'."

Conclusie AG Verkade

Persbericht XS4ALL 

IEF 829

Bij de loodgieter lekt het

Rechtbank Amsterdam, 25 augustus 2005,  LJN: AU1464, 320226/ KG 05-1337 AB. Uitgeversrechten en –plichten.

Twee hoogleraren ondernemingsrecht vorderen in kort geding dat de uitgever, met wie zij als redacteuren een overeenkomst hebben gesloten om een serie van 22 boeken op het gebied van ondernemingsrecht samen te stellen, wordt veroordeeld om de gehele serie uit te geven. Eisers hebben o.a op grond van hun ‘droit moral’ het recht om publicatie van de Serie te verlangen en lijden zij reputatieschade door het handelen van RBI.

De vordering wordt afgewezen, omdat “in dit kort geding de conclusie moet zijn dat partijen kennelijk een niet in alle opzichten waterdichte overeenkomst hebben gesloten, maar dat niet op voorhand voldoende aannemelijk is dat die overeenkomst RBI niet de mogelijkheid biedt tot tussentijdse beëindiging.” Lees vonnis.

 

IEF 568

Vers van de rechter

Hoge Raad, 28 juni 2005, LJN: AT4426, 03665/04. "Bewezenverklaard is dat verdachte inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van "een ander of anderen". In de bewijsmiddelen heeft het hof vastgesteld dat X rechthebbende is op dat auteursrecht en dat verdachte zonder diens toestemming heeft gehandeld. Omtrent andere rechthebbenden houden de bewijsmiddelen niets in. Met een en ander is niet verenigbaar 's Hofs oordeel aangaande de vordering van de benadeelde partij X dat "de vraag of X auteursrechthebbende is in dit strafgeding niet voldoende duidelijk beantwoord kan worden". Lees arrest.

Rechtbank Almelo, 29 juni 2005, LJN: AT8475,  71495 / KG ZA 05-147.  "Inbreuk op woordmerk Complimints aangenomen. Tekening zijnde de gebruiksaanwijzing op de onderzijde van een ClicClac-doosje is geen werk in de zin van de Auteurswet."  Lees vonnis.

Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 30 juni 2005, LJN: AT8482,147164 /KG ZA 05-331. "Maakt de door Gerard van den Berg ontworpen Highback fauteuil inbreuk op auteurs- en modelrechten van de VIP fauteuil van Harvink Collections?" Lees vonnis.

IEF 103

Nieuw Verkade Album Uitgebracht

-Persbericht XS4ALL: Afgelopen vrijdag heeft heeft Advocaat-Generaal Verkade advies uitgebracht aan de Hoge Raad in de Scientology-zaak. In deze zaak beschuldigt Scientology Karin Spaink van auteursrechtinbreuk omdat de publiciste stukken uit de leer van Scientology op haar website heeft geplaatst. Spaink wil met het plaatsen van deze stukken een maatschappelijke discussie over de aard van de sekte op gang brengen.

Verkade is blijkens zijn 82 pagina's (!) tellende conclusie van mening dat het auteursrecht onder bepaalde omstandigheden moet wijken voor de vrijheid van meningsuiting. Het recht op vrijheid van meningsuiting, zoals beschermd door art. 10 EVRM, gaat dan boven de Auteurswet. Verkade zegt hierover o.m. 'Hoewel het auteursecht onder art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM valt en dus als mensenrecht kan worden bestempeld, is het auteursrecht daarmee geenszins verheven boven een afweging tegen de informatievrijheid van art. 10 EVRM'.

De conclusie bevat ook principiële passages over het citaatrecht en met name wanneer is voldaan aan het vereiste dat het werk waaruit wordt geciteerd, 'rechtmatig openbaargemaakt' is. Hiervoor is volgens de Advocaat-Generaal niet vereist dat de auteur van het werk toestemming heeft gegeven voor openbaarmaking. In het geval van Scientology is het ter inzage leggen van een tekst in de bibliotheek van een gerechtshof, zoals bij het Fishman Affidavit het geval was, volgens Verkade als een rechtmatige openbaarmaking te beschouwen en mag er daarom door anderen uit deze tekst geciteerd worden.

Als de Hoge Raad het advies van zijn advocaat-generaal volgt, blijft de uitspraak in hoger beroep van het Gerechtshof Den Haag overeind. De Hoge Raad doet uitspraak op 8 juli as.

Het advies van de advocaat-genraal is te downloaden in PDF-formaat: deel 1 (2.2 MB) en deel 2 (2.3 MB).

De Scientology-zaak loopt al sinds 1995, toen Karin Spaink voor het eerst stukken uit de leer van Scientology uit een Amerikaanse rechtszaak op haar website plaatste.

Bij XS4ALL werd beslag gelegd op de computers. Spaink, XS4ALL en twintig andere providers van wie de abonnees stukken van Scientology op hun website hadden geplaatst werden in kort geding gedagvaard. De president van de rechtbank wees de vorderingen van Scientology af. Er volgde een langlopende bodemprocedure waarvan het einde nu in zicht lijkt.

-Agence France Presse (AFP) pakt Google News aan. Google News gebruikt op haar websites de nieuwskoppen, artikelen, foto's etc. van AFP. Google News verkrijgt deze informatie via de klanten van AFP. AFP heeft de rechtbank in Washington verzocht New Googles te bevelen dit gebruik te doen stopppen en een bedrag van 17.5 miljoen dollar aan schadevergoeding te betalen. Via webwereld