Prejudiciële vragen met betrekking tot art. 2 lid 7 BC
HR 23 september 2022, IEF 20984; ECLI:NL:HR:2022:1276 (Vitra tegen Kwantum c.s.) Vervolg op [IEF 19323]. Vitra sprak Kwantum c.s. aan voor inbreuk op het auteursrecht op het ontwerp van de DSW en slaafse nabootsing van de Paris-stoel. In dit geding staat de vraag centraal of de materiële-reciprociteitstoets van art. 2 lid 7 van de Berner Conventie moet worden toegepast. Het Hof oordeelde dat dit inderdaad het geval is. De Hoge Raad twijfelt, met het oog op het RAAP-arrest, of art. 52 lid 1 Handvest vereist dat een beperking van de uitoefening van het auteursrecht op een werk van toegepaste kunst door de materiële-reciprociteitstoets van art. 2 lid 7 BC bij wet wordt gesteld. De Hoge Raad heeft het voornemen hierover prejudiciële vragen aan het HvJEU voor te leggen. De Hoge Raad zal de zaak naar de rol verwijzen opdat partijen zich kunnen uitlaten over het voornemen van de Hoge Raad in dit geding prejudiciële vragen te stellen aan het HvJEU.