Conclusie A-G: recht op informatie houder IE-recht
HvJ EU Conclusie A-G 17 november 2022, IEF 21092, IEFbe 3575; ECLI:EU:C:2022:905 (TB tegen Castorama Polska en Knor) TB is een natuurlijke persoon die via haar online winkels siervoorwerpen op de markt brengt. In het kader van haar commerciële activiteiten verkoopt zij machinaal door haar vervaardigde reproducties met een ongecompliceerde grafische vormgeving, bestaande uit een beperkt aantal kleuren, geometrische figuren en korte zinnen. Twee van deze reproducties worden zonder haar toestemming verkocht in de winkels van Castorama, die deze krijgt aangeleverd door Knor. TB vordert de Sąd Okręgowy w Warszawie (rechter in eerste aanleg Warschau) Castorama informatie te verstrekken over de distributiekanalen en de hoeveelheid ontvangen en bestelde goederen. Castorama betwist dat de reproducties van TB niet als werken kunnen worden aangemerkt. De verwijzende rechter stelt het Hof twee vragen. De eerste vraag is of art. 8 lid 1 van richtlijn 2004/48, aldus worden uitgelegd dat het betrekking heeft op een maatregel ter bescherming van intellectuele-eigendomsrechten die slechts kan worden genomen wanneer in de betreffende procedure of in een andere procedure wordt vastgesteld dat de rechthebbende houder van een intellectuele-eigendomsrecht is?