Auteursrecht  

IEF 4918

Kamerstuk 29515; verzoek tot één beheersorganisatie voor auteurs- en naburige rechten

Kamerstuk  29515, nr. 214, 2e Kamer. 

Kabinetsplan aanpak administratieve lasten;  Motie van de leden Smeets en Van der Burg over één beheersorganisatie voor auteurs- en naburige rechten.  “Verzoekt de regering te bewerkstelligen dat er één beheersorganisatie ontstaat; verzoekt de regering voorts te bewerkstelligen dat ondernemers vanaf januari 2008 jaarlijks nog maar één factuur ontvangen van collectieve beheersorganisaties op het gebied van auteurs- en naburige rechten, zo nodig via aanpassing van de desbetreffende wet- en regelgeving;
verzoekt de regering tenslotte, de toezichthouder(s) voldoende bevoegdheden en instrumenten te geven om de redelijkheid van de opgelegde vergoedingen aan de ondernemers te beoordelen.

Lees hier meer

IEF 4917

Neerwaartse spiraal

Rechtbank Dordrecht, 3 oktober 2007, LJN: BB4887. Hoogendonk tegen Dutch Spiral c.s.

Eindvonnis in een 'stokoude zaak'. Tamelijk omvangrijk bewijsbeslag levert niks aan bewijs op. Beroep op auteursrecht afgewezen.

Wel gemeld, nog niet besproken. Bij het tussenvonnis in de verwante procedure zijn Dutch Spiral en gedaagde 2 veroordeeld tot afgifte aan Hoogendonk van kopieën van de door de deskundige in zijn rapport genoemde bestanden c.q. gegevensdragers c.q. bescheiden. Naar de rechtbank begrijpt baseert Hoogendonk die vorderingen (nog) op onrechtmatige daad en inbreuk op auteursrecht. Aan deze twee juridische gronden legt Hoogendonk een en dezelfde feitelijke stelling ten grondslag, namelijk: Dutch Spiral heeft gebruik gemaakt van door ex-werknemers van Hoogendonk meegenomen gegevensdragers.

De rechtbank is van oordeel dat de vorderingen moeten worden afgewezen, omdat de juistheid van deze feitelijke stelling niet is komen vast te staan. De bewijslast ten aanzien van deze feitelijke stelling rust op Hoogendonk. Hoogendonk heeft aangegeven het bewijs te willen leveren door middel van de in beslag genomen gegevensdragers.

Wat het beroep op het auteursrecht betreft zijn er ook andere redenen op grond waarvan de vorderingen moeten worden afgewezen.

In de eerste plaats betwist Dutch Spiral dat de schroefloze spiralen, tekeningen en de wikkel machine van Hoogendonk als werken in de zin van de Auteurswet moeten worden beschouwd en/of dat Hoogendonk als maker daarvan moet worden aangemerkt. Hoogendonk brengt daar niets tegenin om haar beroep op het auteursrecht overeind te houden. Zij heeft haar beroep op het auteursrecht daarom, tegenover deze betwisting van Dutch Spiral, onvoldoende gemotiveerd.

In de tweede plaats geeft Hoogendonk niet aan wat zij (nog) precies verstaat onder het (de) auteursrechtelijk beschermde werk(en) waarop Dutch Spiral inbreuk maakt. Wat dat betreft schiet zij tekort in haar stelplicht. Hoogendonk wordt veroordeeld in de proceskosten van de procedure in conventie.

Lees het vonnis hier.

 

IEF 4911

Het jaartal 1912 bij de aanduiding van de Auteurswet te schrappen

Kamerstukken II 2007-2008, 31 248, nr. 2 en 3. Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het ministerie van Justitie (Reparatiewet II en III Justitie).

In dit wetsvoorstel wordt een aantal wetstechnische gebreken en leemten herstelt. Daarnaast worden een aantal wijzigingen van ondergeschikte aard aangebracht.

"De rechtbank te ’s-Gravenhage wordt, zoals in de Auteurswet bij geschillen over vergoedingen gebruikelijk, ook in eerste aanleg bij uitsluiting bevoegd kennis te nemen van geschillen over vergoedingen voor het overnemen van beschermd materiaal voor het onderwijs (artikel 16 van de Auteurswet) en vergoedingen voor reprografische verveelvoudigingen (artikel 16h van de Auteurswet)."

"Voorgesteld wordt het jaartal 1912 bij de aanduiding van de Auteurswet te schrappen. Die overbodige toevoeging wekt ten onrechte de indruk dat de wet in de loop der jaren niet veelvuldig aan technologische ontwikkelingen is aangepast. De Auteurswet is in het kader van de omzetting van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) geheel gemoderniseerd en aan de laatste technologische ontwikkelingen aangepast."

Lees hier het wetsvoorstel en hier de memorie van toelichting

IEF 4903

Breek de dag

mega.gifVzr. Rechtbank Alkmaar, 18 oktober 2007, LJN: BB5938, Eiercentrale West-Nederland B.V. tegen E.V.H. Eierhandel Visser Hoorn.

Eierdozenzaak. Geen auteursrechtinbreuk, wel onrechtmatig handelen door gedaagde.

Eiercentrale West-Nederland (EWN) is groothandelaar in eieren en verkoopt en levert aan derden, waaronder Lidl, onder meer scharreleieren onder de productnaam: “Mega Active Scharreleieren”. EWN is merkhouder van het woordmerk “Mega Active” voor eieren en eiproducten. Verpakkingsfirma Huhtamaki heeft een tekening en beeld gemaakt voor de zogenaamde grote plaksticker op de eierdozen van het merk Mega Active. Dit heeft geleid tot een verpakking voor zes eieren, die EWN daadwerkelijk is gaan gebruiken voor verkoop. Daarop en daarin zijn teksten opgenomen over de verpakte eieren.

E.H.V. Eierhandel Visser Hoorn, eveneens groothandelaar in eieren, heeft eieren in eierdozen verkocht waarop en waarin bijna dezelfde tekst is te vinden als op en in de verpakking van EWN. In een door EVH aan Lidl uitgebracht offerte biedt zij haar producten aan als “Mega Active scharreleieren”.

Na enkele overwegingen te hebben gewijd aan het onderscheidend vermogen van het woordmerk “Mega Active” voor eieren en eiproducten oordeelt de Voorzieningenrechter dat vooralsnog met een onvoldoende mate van zekerheid een oordeel kan worden gegeven over het onderscheidend vermogen van het merk.

Ten aanzien van het auteursrecht staat volgens de Voorzieningenrechter vast dat Huhtamaki rechthebbende is, omdat EWN de opdracht tot het maken van een tekening of beeld aan haar heeft gegeven en omdat ook op grond van de algemene voorwaarden van Huhtamaki aannemelijk is dat de auteursrechten bij Huhtamaki liggen. Voorts is niet gebleken van enige overdracht. Daarbij komt nog dat uit de dagvaarding blijkt dat EWN zich bewust is van het feit dat Huhtamaki meent auteursrechthebbende te zijn. De auteursrechtelijk vorderingen op grond van een licentie worden ook afgewezen.

Wél slaagt de vordering op grond van de onrechtmatige daad. “Gelet op voormelde in het oog springende overeenkomsten en in verband met de hiervoor omschreven zeer geringe tekstuele verschillen, is voldoende aannemelijk geworden dat EVH het gebruik van de verpakking door EWN heeft nagebootst. Wellicht is dit mede te verklaren door het feit dat beide verpakkingen afkomstig zijn van Huhtamaki, maar in dit verband is van belang dat niet gesteld of gebleken is dat EVH genoodzaakt was om bij haar verpakking dezelfde kleurstelling, tekst en vormgeving te hanteren ten einde te voorkomen dat aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van de verpakkingen afbreuk gedaan zou worden. Gelet hierop is onbegrijpelijk dat EVH niet voor bijvoorbeeld een andere kleurstelling, andere tekst en andere afbeelding had kunnen kiezen.”

De vordering van EWN tot volledige proceskostenveroordeling wordt afgewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 4902

Eerst even voor jezelf lezen

Gerechtshof Amsterdam, 11 oktober 2007, rolnummer 1183/06, Gavita AS tegen Puutarhaliike Helle Oy & Agro Technical Supplies B.V.  + Rechtbank Amsterdam, 8 maart 2006, HA ZA 05-0236, Gavita AS tegen Puutarhaliike Helle Oy & Agro Technical Supplies B.V(met dank aan Alma Theunissen, JPR).

“3.5. Gelet op hetgeen met betrekking tot de ruimte voor eigen creatieve inbreng door de beide deskundigen is vastgesteld en door het hof ook zelf is waargenomen en ter zitting door partijen aan de hand van de desbetreffende armaturen nader is toegelicht en gedemonstreerd, is het hof van oordeel dat - anders dan Gavita onder meer in de toelichting op haar eerste grief betoogt (en de rechtbank heeft aangenomen) - het uiterlijk zo zeer het resultaat is van een keuze die technische uitgangspunten beperkt is, dat de GAN-armatuur niet als auteursrechtelijk beschermd werk kan worden aangemerkt. Dat de door de ontwerper indertijd gekozen oplossingen ook qua uiterlijk tot een vernieuwend resultaat hebben geleid doet hier niet aan af.”

Lees het arrest hier, lees het vonnis hier.

Vzr. Rechtbank Alkmaar, 18 oktober 2007, LJN: BB5938, Eiercentrale West-Nederland B.V. tegen E.V.H. Eierhandel Visser Hoorn.

Eierdozenzaak. Geen inbreuk op auteursrecht van eiseres, omdat aannemelijk is dat een derde auteursrechthebbende is. Wel onrechtmatig handelen door gedaagde. “Gelet op voormelde in het oog springende overeenkomsten en in verband met de hiervoor omschreven zeer geringe tekstuele verschillen, is voldoende aannemelijk geworden dat EVH het gebruik van de verpakking door EWN heeft nagebootst. Wellicht is dit mede te verklaren door het feit dat beide verpakkingen afkomstig zijn van Huhtamaki.”

Lees het vonnis hier

IEF 4890

Niet beantwoord

Disclaimer op www.brein.nl: “Belangrijke mededeling: Brein BV is NIET de Stichting Brein! Dit is niet de website van de Stichting Brein (Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland), echter de website van Brein BV. E-Mail of andere communicatie betreffende de Stichting Brein zal door ons niet worden beantwoord.”

IEF 4887

Video Identification

Nieuws voor rechthebbenden: "YouTube Video Identification will help copyright holders identify their works on YouTube. We have worked with Google to develop one-of-a-kind technology that can recognize videos based on a variety of factors. As its Beta status indicates, our Video Identification is brand-new, cutting-edge stuff, so we will be constantly refining and improving it. Early tests with content companies have shown very promising results. As we scale and refine our system, YouTube Video Identification will be available to all kinds of copyright holders all over the world, whether they want their content to appear on YouTube or not.

No matter how accurate the tools get, it is important to remember that no technology can tell legal from infringing material without the cooperation of the content owners themselves. This means that copyright holders who want to use and help us refine our Video ID system will be providing the necessary information to help us recognize their work. We aim to make that process as convenient as possible."

Lees hier en hier meer.

IEF 4885

Dat er één beheersorganisatie ontstaat

Kamerstuk  29515, nr. 214, 2e Kamer.  Kabinetsplan aanpak administratieve lasten; Motie van de leden Smeets en Van der Burg over één beheersorganisatie voor auteurs- en naburige rechten. 

“Verzoekt de regering te bewerkstelligen dat er één beheersorganisatie ontstaat; verzoekt de regering voorts te bewerkstelligen dat ondernemers vanaf januari 2008 jaarlijks nog maar één factuur ontvangen van collectieve beheersorganisaties op het gebied van auteurs- en naburige rechten, zo nodig via aanpassing van de desbetreffende wet- en regelgeving;

verzoekt de regering tenslotte, de toezichthouder(s) voldoende bevoegdheden en instrumenten te geven om de redelijkheid van de opgelegde vergoedingen aan de ondernemers te beoordelen.

Lees de motie hier.

IEF 4881

De dienstopdracht gegeven

cas2.gifVzr. Rechtbank Groningen, Sector Bestuursrecht, 4 oktober 2007, LJN: BB5495, Verzoeker tegen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Twist over auteursrechte leidt tot arbeidsconflict. Aangezien de kwestie omtrent het auteursrecht genuanceerd ligt had een wat compromiserende benadering van verweerder voor de hand gelegen. Auteursrechtprobleem wordt niet opgelost, arbeidsconflict wel (althans juridisch). Onderstaand samenvatting in citaten beperkt zich tot het auteursrecht.

“Verzoeker heeft een aantal hulpmiddelen ontwikkeld, die hij op het automatiseringssysteem van verweerder heeft aangebracht. In mei 2006 is door verweerder geconstateerd dat verzoeker op de website van CAS bij de door verzoeker ontwikkelde hulpmiddelen een copyrightvermelding onder eigen naam heeft geplaatst.(…)  Verweerder verzoeker de dienstopdracht gegeven om uiterlijk 15 juni 2006 om 12.00 uur alle systeemtechnische barrières, die het bevoegd gezag toegang tot het automatiseringssysteem van CAS belemmeren, op te heffen en tevens een aantal daarin opgenomen copyrightvermeldingen op zijn naam ongedaan te maken. (…) Tegen dit besluit heeft verzoeker een bezwaarschrift ingediend.”

(…) “Verweerder heeft zich samengevat op het volgende standpunt gesteld. Het auteursrecht op de hulpmiddelen komt ingevolge artikel 7 Auteurswet aan verweerder toe. Het ontwikkelen van de hulpmiddelen valt onder de functieomschrijving van verzoeker, respectievelijk de werkzaamheden vloeien voort uit de functie van verzoeker. Verweerder heeft verwezen naar uitspraken van de Centrale Raad (CRvB 20 december 1989, TAR 1990, 66 en CRvB 3 september 1992, TAR 1992, 223). 

(…) Uit de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen is gebleken dat tussen partijen in geschil is wie auteursrechthebbende is van de hulpmiddelen en dat de oorsprong van dat geschil gelegen is in de omstandigheid dat verweerder geen gevolg heeft gegeven aan de herhaalde verzoeken van verzoeker tot herwaardering van zijn functie en het verzoek tot bevestiging van de aan verzoeker opgedragen taken, waaronder de ontwikkeling van de hulpmiddelen.

Verzoeker heeft daaraan de conclusie verbonden dat nu het ontwikkelen van de hulpmiddelen (veelal) in zijn vrije tijd is gebeurd, het ontwikkelen ervan niet onder zijn functieomschrijving kan worden begrepen en verweerder niet heeft bevestigd dat de hulpmiddelen in opdracht van verzoeker zijn ontwikkeld, hij auteursrechthebbende van de hulpmiddelen is. Verzoeker heeft om die reden onder meer een copyrightsign op de hulpmiddelen aangebracht. Wat er ook van die conclusie verder zij - zulks ligt inmiddels ter beoordeling van de civiele rechter - het op zich zelf bevoegdelijk geven van de dienstopdrachten van 13 juni 2006 en 19 juni 2006 heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter de kwestie (verder) op scherp gezet.

Verweerder heeft bovendien in diezelfde periode verzoeker opgeroepen te verschijnen bij de bedrijfsarts, verzoeker onderworpen aan een psychotechnisch onderzoek en verzoeker onderworpen aan een veiligheidsonderzoek. De voorzieningenrechter overweegt verder, dat verweerder ter zitting heeft aangegeven dat de kwestie omtrent het auteursrecht genuanceerd ligt. Juist ook gelet daarop had een wat compromiserende benadering van verweerder voor de hand gelegen. Gelet op het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat ook verweerder een verwijt treft voor de (verdere) ontstane conflictuese situatie.”

“Voorts staat tussen partijen weliswaar niet ter discussie dat de dienstopdrachten door verzoeker niet zijn uitgevoerd, maar wèl wat de gevolgen daarvan voor verweerder zijn geweest. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat zij schade heeft geleden tengevolge van de handelswijze van verzoeker, maar verzoeker stelt dat hij op geen enkel moment het primaire proces in gevaar heeft gebracht, dat het systeem functioneerde en dat afgifte van de broncodes daarvoor niet relevant was, terwijl de wachtwoorden bij het personeel aanwezig waren. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder de ernst van de verweten gedragingen van verzoeker en de schade die tengevolge van de verweten gedragingen zou zijn geleden, niet voldoende met deugdelijk vastgestelde gegevens heeft onderbouwd.

Het vorenstaande overziend, in aanmerking nemende de niet door verweerder betwiste verder goede staat van dienst van verzoeker, zijn naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter eerder vermelde verweten gedragingen, ook in samenhang beschouwd, niet van zodanige ernst dat de opgelegde straf van voorwaardelijk ontslag hieraan evenredig kan worden geacht.”

Lees de uistpraak hier.

IEF 4880

Het imagoprobleem van de bladmuziekpolitie

bsch.gifBjorn Schipper (Bousie): Het imagoprobleem van de bladmuziekpolitie. Musicopy en collectief rechtenbeheer bij (her)gebruik van bladmuziek. (Eerder gepubliceerd in Muziekwereld 2007-3)

“Recentelijk zijn de incasso activiteiten van de stichting Musicopy in media en politiek onder vuur komen te liggen. Orkesten en koren stonden op hun achterste benen nadat men door Musicopy aangeschreven was terzake vermeend illegaal (her)gebruik van bladmuziek. In de Tweede Kamer zijn hierover kamervragen gesteld. Nadat Musicopy onlangs na een gesprek met de Minister van Justitie beterschap heeft beloofd, lijkt de storm nu weer te zijn gaan liggen. In deze bijdrage sta ik stil bij de juridische aspecten van het (her)gebruik van bladmuziek en de activiteiten van stichting Musicopy en zet ik de meest recente ontwikkelingen voor u nog eens op een rij.”

Lees het volledige artikel hier.