Auteursrecht  

IEF 4490

Meer zekerheid voor zoekmachines

dirkvisser.JPGKort commentaar Prof. mr. Dirk J.G. Visser , hoogleraar intellectuele eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden en advocaat te Amsterdam  (Klos Morel Vos & Schaap). Dirk Visser is o.a. advocaat van www.zoekallehuizen.nl.

In zijn vonnis van 7 augustus jl. heeft de Voorzieningenrecht van de Rechtbank Alkmaar bepaald dat huizenzoekmachine Jaap.nl op grond van het auteursrecht níet complete woningomschrijvingen van makelaars met alle foto’s erbij mag kopiëren en in eigen opmaak op zijn eigen website presenteren.

De Rechtbank heeft ook bepaald dat een dergelijke zoekmachine op grond van het citaatrecht wél per zoekresultaat één verkleinde foto (“thumbnail”) met een formaat van ten hoogste 194x145 pixels en een tekst met maximaal 155 tekens en enkel ander relevante gegevens (adresgegevens en vraagprijs) mag overnemen.

Met deze uitspraak sluit de Rechtbank Alkmaar aan bij de beslissing van het Gerechtshof Arnhem van vorig jaar over huizenzoekmachine Zoekallehuizen.nl. Dat Gerechtshof bepaalde toen als eerste dat het vermelden van korte relevante informatie bij een zoekresultaat van een zoekmachine op grond van het citaatrecht toegestaan was.

Het is goed voor de rechtszekerheid op internet dat een beetje duidelijker wordt wat zoekmachines wel en niet mogen. Jaap.nl ging duidelijk te ver: als je hele sites van een ander zou mogen kopiëren en in eigen opmaak aanbieden, omdat je jezelf presenteert als zoekmachine, zou dat de mogelijkheid om geld te verdienen met websites met eigen content nogal belemmeren. Zoekmachines zijn van grote waarde voor internet, maar het is duidelijk dat ze geen vrijbrief zijn om alle content van anderen volledig te kopiëren en op een eigen site te presenteren.

De grens die de Rechtbank Alkmaar nu heeft geformuleerd is natuurlijk niet absoluut, maar geeft wel wat houvast. Aanbieders van zoekmachines hebben nu meer duidelijkheid over wat wel en niet mag.

Wel blijft nog een vraag in hoeverre een zoekmachine zich speciaal mag richten op één of enkele internetdatabanken. Daarbij speelt niet alleen het auteursrecht een rol, maar ook het databankenrecht. Waarschijnlijk mag een zoekmachine zich niet beperken tot het doorzoeken van één of enkele internetdatabanken van anderen waarin substantieel is geïnvesteerd. In de Zoekallehuizen-zaak heeft het Gerechtshof Arnhem bepaald dat de websites van de individuele makelaars geen blijk gaven van een substantiële investering, omdat het slechts een spin-off betrof van hun verkoopactiviteit. In de Jaap.nl-zaak deden de makelaars geen beroep op het databankenrecht, vermoedelijk omdat dit door het Gerechtshof al zo duidelijk was afgewezen.

Zoekmachines die zoeken in één of enkele internetdatabanken waarin wél substantieel is geïnvesteerd kunnen dus onrechtmatig zijn, ook als ze zich wat de presentatie van de zoekresultaten betreft beperken tot hetgeen de Rechtbank Alkmaar nu heeft geformuleerd.

Amsterdam, 8 augustus 2007

IEF 4486

Zoek alle Japen

Samenvatting Rechtspraak.nl: “De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan in het kort geding tussen de Stichting Baas in Eigen Huis tegen Plazacasa (Jaap.nl), alsmede in het kort geding dat Plazacasa had aangespannen tegen Funda, de NVM en de Stichting Baas in Eigen Huis.

In de eerste zaak heeft de rechter Plazacasa verboden om een website te exploiteren waarop zij objectgegevens - foto’s en beschrijvingen - van websites van in Nederland gevestigde makelaars en makelaarskantoren overneemt en publiceert, tenzij: a. zij daarvoor van de betreffende makelaar of het betreffende makelaarskantoor toestemming heeft verkregen

b. de overgenomen en gepubliceerde gegevens niet meer omvatten dan (i) een tekst met maximaal 155 tekens, (ii) daarnaast de adresgegevens en (iii) de vraagprijs van het object, alsmede een bij een en ander te plaatsen foto met een formaat van ten hoogste 194x145 pixels.

De rechter heeft geoordeeld dat het klakkeloos kopiëren van advertentieteksten en foto’s in strijd is met de Auteurswet. Naast bescherming van auteursrecht in engere zin biedt deze wet immers bescherming ten aanzien van “andere geschriften”.

De rechter heeft in het vonnis in het midden gelaten of de advertentieteksten en bijbehorende foto’s  onderwerp van auteursrecht in engere zin kunnen zijn. Bij de “geschriftenbescherming”geldt de eis van originaliteit niet. Het verweer dat de geschriftenbescherming zou zijn komen te vervallen als gevolg van een Europese richtlijn over databanken wordt verworpen. De wetgever heeft aan die richtlijn gevolg gegeven door invoering van de Databankenwet. Daarbij is nadrukkelijk bepaald dat de geschriftbescherming gehandhaafd zou blijven.

Wel bestaat het recht om te citeren. In dit geval heeft de rechter geoordeeld dat het citeren van een tekst met maximaal 155 leestekens en het plaatsen van een afbeeldingen met een beperkt aantal pixels binnen de grenzen van het citaatrecht valt.

In de tweede zaak heeft Plazacasa de vraag aan de orde gesteld of de andere partijen zich schuldig hebben gemaakt aan oneerlijke mededinging, waarbij met name een brief van Funda van belang is, waarin zij de NVM makelaars attent maakt op schending van hun auteursrecht. Naar het oordeel van de rechter is deze brief van Funda echter een begrijpelijke en, gelet op de omstandigheden, gepaste reactie op het optreden van Plazacasa, te weten het tentoonstellen op haar eigen website van gegevens, gekopieerd van makelaars en voorts een brief van “Jaap” aan de klanten van makelaars, waarin dezen worden opgeroepen zich nog eens te bezinnen over het medium of de media waarop die makelaars hun woning presenteren. De vordering wordt dan ook afgewezen."

Lees het persbericht + de vonnissen hier.

IEF 4469

Een foutje is niet goed genoeg

Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam, 2 augustus 2007, Rolnummer KG ZA 07-1259, Adani tegen Odmedical B.V. (Met dank aan Hidde Koenraad, Steinhauser Hoogenraad)

Toewijzing van voorlopige voorzieningen wegens schending van een vaststellingsovereenkomst en inbreuk op het merk- en auteursrecht van Adani. Handelen te kwader trouw. Vaststellingsovereenkomst met betrekking tot intellectueel eigendomsrecht, proceskostenveroordeling.

In 1999 bracht Adani onder de naam CONPASS een lichaamsscanner op de markt. Deze scanner wordt gebruikt op onder meer vliegvelden en in gevangenissen voor het detecteren van wapens, plastic explosieven, diamanten en drugs. In september 2005 heeft Adani het beeldmerk CONPASS ingeschreven en in juni 2006 ook het woordmerk. Ook Odmedical, een concurrerende onderneming, bracht een lichaamsscanner op de markt. Tussen Adani en Odmedical ontstond vervolgens een conflict over de (mogelijke) inbreuk op het merk- en auteursrecht van Adani ten aanzien van de lichaamsscanner CONPASS. Om aan dit conflict een einde te maken, sloten de partijen op 8 september 2006 een vaststellingsovereenkomst waarin Odmedical het merk- en auteursrecht van Adani erkende en verklaarde zich te zullen onthouden van inbreuk daarop.

 

Na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst bood Odmedical echter op internationale beurzen ter promotie van haar lichaamsscanner, de SOTER RS security, een CD-ROM aan waar testrapporten, certificaten, vergunningen, afbeeldingen en overige documenten op stonden, die betrekking hadden op de CONPASS-lichaamsscanner. Deze documenten stonden ook op de website van Odmedical, evenals afbeeldingen welke met de CONPASS-scanner waren gemaakt. Hierdoor, stelde Adani, handelde Odmedical in strijd met de vaststellingsovereenkomst, maakte zij inbreuk op haar merk- en auteursrechten en kon haar handelen tevens worden aangemerkt als misleidende en ontoelaatbare vergelijkende reclame als bedoeld in de artikelen 6:194 en 6:194a BW.

Odmedical verweerde zich door te stellen dat zij alle informatie die zij op haar website had geplaatst, simpelweg was vergeten weg te halen. Helaas kon door die slordigheid de dealer van Odmedical in Dubai, TSSS, de informatie op een CD-ROM branden en stond zo informatie over de CONPASS-scanner en de SOTER RS-scanner door elkaar. Er kon echter niet gesproken worden van vergelijkende reclame, meende Odmedical. Het betrof slechts een beperkte oplage van enkele tientallen cd’s. Bovendien vond Odmedical, dat zij niet aansprakelijk kon worden gesteld voor het handelen van haar dealer. Als er al sprake zou zijn van tekortkomingen in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst, dan waren die tekortkomingen zo gering dat Adani hierop in rechte geen beroep kan doen. Er was sprake van een stommiteit aan de zijde van Odmedical en dat had voor Adani amper gevolgen, laat staan dat zij hierdoor schade had geleden.

De voorzieningenrechter oordeelt anders. Aan de hand van de door Adani in het geding gebrachte prints van zowel de website als van de CD-ROM, is voldoende aannemelijk geworden dat Odmedical het (beeld)merk CONPASS had gebruikt, alsmede afbeeldingen van de CONPASS-bodyscanner. Het logo van Odsecurity stond afgebeeld op de CD-ROM. Ook bleek uit de prints dat de “Certificats/Reports/Approvals” van de CONPASS-bodyscanner waren opgenomen op de CD-ROM ter promotie van de SOTER RS-bodyscanner en dat afbeeldingen gemaakt met de bodyscanner van Adani ter promotie van de bodyscanner van Odmedical werden gebruikt.

De rechter oordeelt: “De reden die Odmedical heeft opgegeven om de gewraakte gegevens op haar website te zetten en dus voor het publiek kenbaar te maken, is immers hoogst ongeloofwaardig en in elk geval zo slordig en ondoordacht dat die vermeldingen als kwade trouw zijn te kwalificeren. (...) Juist omdat partijen reeds eerder een geschil hadden over de auteurs- en merkenrechten en om die reden een vaststellingsovereenkomst hadden gesloten, mag van Odmedical extra zorgvuldigheid worden verwacht, waar het betreft het inbreuk maken op de auteurs- en merkenrechten van Adani. Deze zorgvuldigheid – die er onder meer uit dient te bestaan dat zij haar distributeurs strak in de hand dient te houden – is door haar niet in acht genomen. Derhalve zal eveneens voorbij worden gegaan aan het verweer van Odmedical dat het haar niet kan worden aangerekend wat haar distributeurs (met name TSSS) zoal doen.”

Tot slot voert Odmedical, in verband met de proceskostenveroordeling, aan dat het hier gaat om overtreding van de vaststellingsovereenkomst, en niet om inbreuk op het intellectueel eigendomsrecht. “Aan het verweer dat het hier een andersoortig geschil betreft, te weten een geschil over een vaststellingsovereenkomst, zal worden voorbijgegaan aangezien de kern van die overeenkomst bestaat uit bescherming van de intellectuele eigendomsrechten van Adani.”

Lees het vonnis hier.

 

IEF 4468

Een vordering van onbepaalde waarde

nike swoosh.jpgRechtbank Amsterdam, 25 juli 2007, HA ZA 06-4041. Nike International Ltd. tegen gedaagde. (Met dank aan Ilan de Vré, Kennedy Van Der Laan).

Bevoegdheidsincident in auteursrecht- en merkinbreuk procedure. Geschil over de vraag of de sector civiel, dan wel de sector kanton bevoegd is kennis te nemen van een vordering van onbepaalde waarde.

 

Gedaagde vordert bij incidentele conclusie dat de rechtbank sector civiel zich onbevoegd verklaart en dat de procedure wordt doorverwezen naar de sector kanton, omdat volgens gedaagde de vorderingen van Nike gezamenlijk een lagere waarde vertegenwoordigen dan € 5.000,--.

De rechtbank volgt deze stelling niet. “2.5. (…) Nu aldus niet vaststaat op hoeveel inbreuk makende goederen de vordering betrekking heeft, betreft het hier een vordering van onbepaalde waarde en zijn er geen duidelijke aanwijzingen dat de vordering geen hogere waarde dan € 5.000,-- vertegenwoordigt. De sector civiel van deze rechtbank is dan ook bevoegd om de vordering van Nike in behandeling te nemen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 4467

Ponyville

mlfpmlp.JPGRechtbank Rotterdam, 30 juli 2007, LJN: BB0755. Hasbro Inc. tegen Simba Toys.

Kort geding. Inbreuk op auteursrecht en slaafse nabootsing aangenomen.

Hasbro heeft in 1982 de serielijn “My little pony” geïntroduceerd. Simba heeft eveneens zogenaamde Pony-producten. Hasbro is van mening dat de Pony-producten van Simba inbreuk maken op haar auteursrecht met betrekking tot de “Ponyville” en hiervan een slaafse nabootsing vormen.

De Voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Hasbro af voor zover deze zien op de aan Simba “gelieerde rechtspersonen”, nu eventuele toewijzing ervan in strijd zou komen met beginselen van behoorlijke procesvoering. “De omschrijving “gelieerde rechtspersoon” is te vaag geformuleerd en onvoldoende geconcretiseerd om een behoorlijk verweer mogelijk te maken. Een “gelieerde rechtspersoon” is geen wettelijk criterium en onduidelijkheid zou (kunnen) bestaan over de vraag of een rechtspersoon zich aangesproken zou moeten voelen en/of zich de inhoud van het vonnis zou moeten laten welgevallen, nog daargelaten dat de “gelieerde rechtspersonen” niet in de gelegenheid zijn geweest zich te verweren.”

Hasbro’s vorderingen ten aanzien van twee van de vier litigieuze Pony-producten van Simba worden eveneens afgewezen, nu deze producten thans niet op de Nederlandse markt zijn en Hasbro niet (voldoende) aannemelijk heeft gemaakt dat deze producten in de toekomst door Simba op de Nederlandse markt worden gebracht. De Voorzieningenrechter heeft zich beperkt tot de pony’s van Simba met de naam “Styling Pony” en “Little Fairy & Pony” (foto poppetjes) in relatie to Hasbro’s “My little pony, Ponyville” (foto t-shirt).

De Voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat Hasbro’s “My little pony, Ponyville” auteursrechtelijke bescherming toekomt. Vervolgens oordeelt de Voorzieningenrechter dat de “Styling Pony” niet de combinatie van de kenmerkende elementen die zo karakteristiek zijn voor de “Ponyville” bezit. De “Little Fairy & Pony” maakt naar het voorlopig oordeel van de Voorzieningenrechter wel inbreuk op het auteursrecht van Hasbro. Slechts bij nauwkeurige observatie zijn op een beperkt aantal onderdelen van de pony marginale verschillen te vinden, terwijl binnen het idee van de pony’s vele concrete uitvoeringen denkbaar en mogelijk zijn. Hasbro beroept zich dan ook terecht op auteursrechtelijke bescherming.

Ook wordt slaafse nabootsing aangenomen. De proceskosten worden gecompenseerd.
Lees het vonnis hier.

 

IEF 4466

Horeca-sfeerlampen

Gerechtshof 's-Gravenhage, 12 juli 2007, rolnrs. 05/116 en 05/1745. KSI Export B.V. en KSI Gastronomiezubehör-Handels und Produktions GmbH tegen M. h.o.d.n. Connect (Met dank aan Diederik Stols, DLA Piper)

Gevoegde zaak. Auteursrecht. Seriematig gebruik van artikelnummers voor vullingen met dezelfde vorm en inhoud leidt tot verwarring.

KSI GmbH stelt dat zij auteursrechthebbende is met betrekking tot de door haar op de markt gebrachte horeca-sfeerlampen en dat M. (voormalig distributeur van KSI, nu van Sauer) door het op de markt brengen van van Sauer afkomstige lampen inbreuk maakt. KSI B.V. verwijt M. onrechtmatig jegens haar te hebben gehandeld onder meer door haar klanten te benaderen en het doen van misleidende mededelingen als bedoeld in artikel 6:194 BW.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat voorshands aannemelijk is geworden dat KSI GmbH auteursrechthebbende is met betrekking tot de lampen en dat M.  inbreuk maakt. "Niettemin heeft de voorzieningenrechter de vordering om te bevelen iedere verveelvuldiging of bewerking van de lamp, waaronder 'in ieder geval moet worden verstaan ... de afbeelding van inbreukmakende lampen op websites en in andere reclame-uitingen en de verhandeling van inbreukmakende lampen ...' te staken en gestaakt te houden, afgewezen. Hij heeft daartoe overwogen dat een vordering om het verhandelen van inbreukmakende lampen en het afbeelden  daarvan als reclame-uiting te verbieden niet is te lezen in voormelde vordering in het petitum van de inleidende dagvaarding, omdat onder verveelvoudiging in de zin van de auteurswet niet verkopen valt en er dus sprake is van een ontoereikend petitum."

De grief tegen dit oordeel slaagt, nu naar het oordeel van het hof duidelijk is dat KSI GmbH een verbod wenst van het in Nederland in het verkeer brengen van de (in Duitsland) geproduceerde verveelvoudigingen, komt het gevorderde voor toewijzing in aanmerking, waarbij in het midden kan blijven of deze handelingen als verveelvoudiging of openbaarmaking moeten worden aangemerkt. Dit brengt mee dat M. door het op de markt brengen van de verveelvoudigingen en het afbeelden daarvan in reclame-uitingen auteursrechtinbreuk maakt. Het gevorderde wordt toegewezen.

Nu de vorm van de vullingen zijn afgestemd op de vorm van de lampen, acht het hof niet aanemelijk dat zonder noodzaak is gekozen voor de onderhavige vormen van de vullingen en dat er sprake is van ongeoorloofde nabootsing van de vulling van de lamp. De grief tegen de afwijzing door de voorzieningenrechter van het gevorderde verbod om de artikelnummers 40, 45, 50 en/of 80 te gebruiken slaagt, aangezien het niet aannemelijk is dat er een noodzaak is om juist deze nummers te gebruiken. De vordering tot veroordeling tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding wordt afgewezen, aangezien onvoldoende is onderbouwd dat het gevorderde voorschot spoedeisend belang heeft.

Ten aanzien van de reclame-uiting van M. oordeelt het hof dat, nu het gaat om eenmalige handelingen die reeds geruime tijd geleden hebben plaatsgevonden en waarvan de eventueel nadelige effecten voor KSI B.V. door haar - in ieder geval niet er genuanceerde - brief grotendeels zullen zijn weggenomen, brengt een afweging van de wederzijdse belangen naar het voorlopig oordeel van het hof mee dat deze vorderingen niet voor toewijzing in aanmerking komen. De vordering om gedurende 24 maanden geen enkele informatie te sturen, aanbiedingen te doen, bezoek te brengen of product te verkopen aan enige ondernemer uit het KSI-adressenbestand wordt verworpen omdat deze handelingen op zich zelf niet onrechtmatig zijn.

Lees het arrest hier.

 

IEF 4465

Eerst even voor jezelf lezen

1- Rechtbank ’s-Gravenhage, 31 juli 2007, KG ZA 07-01. Tang Frères SA c.s. tegen Heuschen & Schrouff Oriental Foods Trading BV c.s.

Kort geding, merkinbreuk. Lees het vonnis hier.

2- Rechtbank Rotterdam, 30 juli 2007, LJN: BB0755. Hasbro Inc. c.s. tegen Simba Toys GMBH & CO.KG.

Kort geding. Schending auteursrecht speelgoed pony's door Duitse vennootschap in Nederland. Lees het vonnis hier.
 

IEF 4463

Het Thuiskopiefonds houdt op te bestaan

thuiskopie.jpg"Als mogelijke rechthebbende op thuiskopiegelden en aanvrager bij het Fonds delen wij u hierbij mee dat het bestuur van Stichting de Thuiskopie heeft besloten het Thuiskopiefonds per direct te beëindigen.

Het Thuiskopiefonds is opgericht bij de totstandkoming van de Thuiskopieregeling in 1990. De Thuiskopievergoeding dient te worden uitgekeerd aan die categorieën van rechthebbenden wier prestaties voorwerp zijn van privé kopiëren. Om redenen van cultureelpolitieke aard is daarom destijds bepaald dat 15% van de geïnde gelden gebruikt zou worden ter bevordering van de audio en- audiovisuele cultuur in Nederland. De bestemming van deze collectieve inhouding werd ter bepaling aan de rechthebbenden opgedragen.

Als organisatie die de rechthebbenden vertegenwoordigt bij de uitvoering van de regeling, bepaalde de Stichting (het bestuur) na advies van een onafhankelijke commissie aan welke projecten een bijdrage werd toegekend. Veranderde eisen aan de uitvoering van de Thuiskopieregeling is de reden van het beëindigen van het Thuiskopiefonds zoals dat nu bestaat.”

Lees de gehele brief die Stichting De Thuiskopie heeft gepubliceerd op haar website hier.

IEF 4456

Geen afzonderlijke auteursrechtelijk relevante openbaarmaking

Heemskerk.jpgBrief staatssecretaris Heemskerk (EZ) over concurrentie tussen verschillende aanbieders van tv-programma's.

Voor- en nadelen van aanvullende regelgeving voor wederverkoop van het programmapakket nader onderzocht. Volgens de staatssecetaris is er een goed alternatief: meer concurrentie tussen verschillende aanbieders van tv-programma's.

"Bij wederverkoop van het programmapakket van de kabelexploitant rijst de vraag of het op eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid aanbieden van programma’s door een wederverkoper al dan niet als afzonderlijke auteursrechtelijk relevante openbaarmaking moet worden beschouwd, waarvoor de rechthebbenden (de programmamakers) toestemming moeten verlenen. Een verplichting tot wederverkoop van hun standaardpakket zou kabelexploitanten mogelijk verplichten tot handelingen die in strijd zijn met de Auteurswet. 

Bij het genoemde alternatief voor wederverkoop doen zich deze problemen niet voor. Een alternatieve aanbieder hoeft de programma’s niet in te kopen bij de kabelexploitant en vervolgens te (weder)verkopen aan de consument. Hij kan ook zelf de doorgifterechten regelen voor de programma’s die in dat pakket zitten. Hij zal daarvoor in onderhandeling moeten treden met de rechthebbenden van de betrokken programma’s."

Lees het kamerstuk hier.

IEF 4438

Lichtblauwe en turkooise ruitvormen

ah.JPGIn vervolg op een referentie naar een AH-kunstproject van Bastiaan Franken en Tarik Sadouma bij deze eerdere berichten over het project el Hema van Mediamatic, hierbij nog een link naar de website van Bastiaan Franken, voor de liefhebbers van associatie en (al dan niet bewuste) navolging van ideeën:

“Leegstaande supermarkt met etalage tijdens Ramadan gebruikt als moskee. Plastic wordt marmer, tas wordt tegel, Albert Heijn wordt Allah. “Wat in gedachte een tegenstrijdigheid lijkt, blijkt als beeld een volmaakte synthese. Uit het logo van Albert Heijn is het woord Allah in het Arabisch geschreven. De lichtblauwe en turkooise ruitvormen van de boodschappentas vormen een islamitische achthoek. De kleurschakering turkoois/lichtblauw en het weefpatroon zijn typisch islamitisch.”

Lees en zie hier meer.