Handelsnaamrecht  

IEF 19209

Vragen aan Hoge Raad over Dairy Partners toch mogelijk

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij beschikking van 4 oktober 2019 prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld over de vraag of, en zo ja onder welke eventuele voorwaarden, de Handelsnaamwet bescherming verleent aan handelsnamen die (in meer of mindere mate) beschrijvend zijn of onderscheidend vermogen missen [IEF 18744].

De bij het gerechtshof aanhangige zaak is intussen door de procespartijen geschikt. Beantwoording van de vragen door de Hoge Raad is dus niet meer nodig om de zaak te beslissen.

De Hoge Raad heeft echter besloten de vragen in het algemeen belang toch te zullen beantwoorden. De Hoge Raad biedt de gelegenheid aan een ieder tot het maken van schriftelijke opmerkingen. Die gelegenheid bestaat tot uiterlijk 1 juli 2020. De schriftelijke opmerkingen moeten via een civiele cassatieadvocaat worden ingediend.

Lees verder op Rechtspraak.nl.

IEF 19197

Handelsnaam Holy Boat maakt inbreuk

Rechtbank Amsterdam 24 apr 2020, IEF 19197; ECLI:NL:RBAMS:2020:2410 (Holy Boat), https://ie-forum.nl/artikelen/handelsnaam-holy-boat-maakt-inbreuk

Vzr. Rechtbank Amsterdam 24 april 2020, IEF 19197, ECLI:NL:RBAMS:2020:2410 (Holy Boat) Eiser voert sinds 1 januari 2013 een eenmanszaak onder de naam Holyboot, gericht op recreatieve activiteiten op het water. Vanaf 2 mei 2012 heeft eiser de domeinnaam ‘holyboot.nl’ in gebruik en sinds 2014 heeft eiser op Facebook ook de naam Holyboat gehanteerd. Op 23 mei 2019 is Holy Boat B.V. opgericht. Vanaf mei 2019 gebruikt Holy Boat B.V. de handelsnaam The Holyboat (of The Holy Boat) en de domeinnaam ‘theholyboat.com’. De onderneming houdt zich bezig met de exploitatie van rondvaartboten, geschikt voor maximaal 40 personen, in het bijzonder van de boot genaamd ‘Holy Boat’ op de grachten van Amsterdam. Volgens eiser is sprake van inbreuk op haar handelsnaam, omdat (The) Holy Boat identiek is aan, dan wel slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnamen ‘Holyboat’ en ‘Holyboot’. Daarnaast zijn volgens eiser beide partijen actief in dezelfde branche en werken in eenzelfde geografische gebied.

Er wordt geoordeeld dat Holy Boat B.V. met het gebruik van de naam ‘(The) Holy Boat’ inbreuk maakt op de handelsnamen van eiser. Zij zal daarom worden verboden die naam nog te hanteren. Het is namelijk voldoende aannemelijk is dat eiser naast de handelsnaam ‘Holyboot’ ook de naam ‘Holyboat’ als handelsnaam gebruikt. Er is sprake van een grote mate van overeenstemming tussen de handelsnamen van partijen. Er is ook sprake van verwarringsgevaar, gelet op het feit dat de ondernemingen werkzaam zijn in dezelfde branche, er een gering verschil is in geografische vestiging, de doelgroepen van beide ondernemingen een substantiële overlap hebben en beide partijen diensten op het internet aanbieden.

IEF 19139

Gebruik website en e-mailadres onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 5 feb 2020, IEF 19139; ECLI:NL:RBDHA:2020:2123 (Synthese iGGz tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruik-website-en-e-mailadres-onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 5 februari 2020, IEF 19139; ECLI:NL:RBDHA:2020:2123 (Synthese iGGz tegen X) Synthese iGGz is een zorginstelling die diensten aanbiedt op het gebied van interculturele geestelijke gezondheid. X is middellijk bestuurder van Synthese iGGz. X heeft de domeinnaam www.synthesezorg.nl nimmer voor zichzelf gehouden, maar altijd ten behoeve van Synthese iGGz. Sinds X geen middellijk bestuurder meer is van Synthese iGGz, heeft hij geweigerd de domeinnaam ter beschikking te houden van Synthese iGGz en is hij deze voor zichzelf gaan gebruiken. Met dit gebruik van de domeinnaam en e-mailadressen met gelijkluidende extensie, stelt Sunthese iGGz dat X onrechtmatig  handelt jegens Synthese iGGz, dan wel maakt hij inbreuk op aan haar toebehorende merk- en handelsnaamrechten. Voorts worden de Benelux-merken nog steeds door X gebruikt in die zin dat deze nog steeds online te vinden zijn op Google en Google-afbeeldingen, hetgeen strijdig is met de merkrechten van iGGz.

IEF 18978

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.

Geen inbreuk op handelsnaamrecht

Rechtbank Oost-Brabant 27 jan 2020, IEF 18978; ECLI:NL:RBOBR:2020:538 (inbreuk handelsnaamrecht), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-handelsnaamrecht

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 27 januari 2020, IEF 18978; ECLI:NL:RBOBR:2020:538 (inbreuk handelsnaamrecht) Eiser is een consultancy onderneming op het gebied van technology en het ter beschikking stellen van personeel, en tevens eiser in het geding. Eiser stelt dat gedaagde, een onderneming die later is opgericht, inbreuk maakt op haar handelsnaamrecht. Er wordt geoordeeld dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat er sprake is van verwarringsgevaar tussen de beide ondernemingen. Daarbij is onder meer van belang dat beide namen in visueel opzicht in sterke mate van elkaar verschillen, met name de spelling en het aantal woorden spelen hierbij een rol.

IEF 18933

Uitspraak ingezonden door Daniël Haije en Bram Duivenvoorde, Hoogenraad & Haak.

Inbreuk op Uniemerken en handelsnaamrecht van Expert

Rechtbank Den Haag 8 jan 2020, IEF 18933; ECLI:NL:RBDHA:2020:186 (Expert tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-uniemerken-en-handelsnaamrecht-van-expert

Rechtbank Den Haag 8 januari 2020, IEF 18933; ECLI:NL:RBDHA:2020:186 (Expert cs tegen gedaagde) Gedaagde voert een eenmanszaak genaamd ‘Outletexpert’. Expert cs voert aan dat gedaagde in het kader van Uniemerken inbreuk maakt op artikel 9 lid 2 sub b, dan wel sub c Verordening (EU) 2017/1001 en in het kader van handelsnamen inbreuk maakt op artikel 5 Handelsnaamwet. De naam ‘Expert’ en niet de Uniebeeldmerken of het logo met de oranje ster die Expert cs hanteert voor zijn merk genieten grote bekendheid voor elektronicawinkels van Expert cs. De naam ‘Expert’ komt dan ook een relatief grote bescherming toe. Bij beoordeling van de mate van overeenstemming wegen de punten van overeenstemming zwaarder dan de punten van verschil. Geoordeeld wordt dat de mate van overeenstemming van het teken voor de waren en diensten waarvoor de Uniemerken zijn geregistreerd zodanig is dat er mogelijk verwarring kan ontstaan en gedaagde dus inbreuk maakt op de Uniebeeldmerken op grond van artikel 9 lid 2 sub b UMVo. Ook wat betreft de handelsnaam is het enige verschil dat het woord ‘outlet’ is toegevoegd onvoldoende om het gevaar van verwarring weg te nemen, zodat er tevens sprake is van inbreuk op het handelsnaamrecht van Expert cs op grond van artikel 5 Hnw.

IEF 18763

Uitspraak ingezonden door Merel Rondhuis, Tjeerd Overdijk en Berber van der Wansem, Vondst Advocaten.

Indruk dat ondernemingen gelieerd zijn vormt inbreuk handelsnaamrecht

Rechtbank Midden-Nederland 10 okt 2019, IEF 18763; (Nicomax tegen Nico-Fastening), https://ie-forum.nl/artikelen/indruk-dat-ondernemingen-gelieerd-zijn-vormt-inbreuk-handelsnaamrecht

Rechtbank Midden-Nederland 10 oktober 2019, IEF 18763; (Nicomax tegen Nico-Fastening) Nicomax en Nico-Fastening zijn allebei opgericht door dezelfde persoon en zijn dragers van zijn voornaam. Nicomax is gericht op de distributie van pneumatische gereedschappen en bevestigingsmiddelen voor de bouw. Nicomax was sinds haar oprichting agent van o.m. Max Europe en distributeur van diens producten van het merk MAX. Ook Nico-Fastening is distributeur en producent van pneumatische gereedschappen en bevestigingsmiddelen voor de bouw, en is sinds september 2019 tevens distributeur binnen de Benelux van de Max-producten. Volgens Nicomax maakt Nico-Fastening inbreuk op het handelsnaamrecht en het domeinnamenrecht van Nicomax. In het onderhavige geval is wel degelijk inbreuk gemaakt op het handelsnaamrecht en domeinnamenrecht van Nicomax, aangezien het relevante publiek niet kan weten dat beide ondernemingen niet aan elkaar gelieerd zijn.

IEF 18760

Uitspraak ingezonden door Cathy Brocklebank en Sanne Kleerebezem, Okkerse & Schop.

Inbreuk op handelsnaam en merkrecht duurzame energie

Rechtbank Midden-Nederland 20 sep 2019, IEF 18760; (SGZE tegen SGDE), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-handelsnaam-en-merkrecht-duurzame-energie

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 20 september 2019, IEF 18760; (SGZE tegen SGDE) Eiser SGZE is beheerder van een garantiefonds ter ondersteuning van de markt voor zonnepanelen. SGZE gebruikt de domeinnaam www.sgze.nl. Verweerder SGDE houdt zich bezig met het beheer van een garantiefonds ter ondersteuning van de markt voor duurzame energie en is merkhouder van het Benelux-woordmerk SGDE voor de klassen 35, 36 en 45. Door de visuele en auditieve overeenstemming tussen merk en teken, de omstandigheid dat de diensten soortgelijk zijn en SGZE en SGDE zich beiden (ook) richten op de gemiddelde consument is verwarringsgevaar aannemelijk. Onder andere wordt opgemerkt dat SGDE niet bij toeval in zijn algemeenheid dicht tegen SGZE lijkt aan te schuren. De volgorde en tekstgebruik van de algemene voorwaarden van SGDE is opvallend gelijk aan dat van SGZE. Verweerder SGDE wordt veroordeeld iedere inbreuk op het merkenrecht en de handelsnaam 'SGZE' van SGZE te staken en gestaakt te houden, waaronder het gebruik van het teken 'SGDE'.

IEF 18752

Uitspraak ingezonden door Paul Maeyaert, Altius.

Geen inbreuk handelsnaamrecht wegens plaatsgebonden functie van hotels

Belgische gerechten 31 okt 2018, IEF 18752; (Morilo tegen Hotel Julien), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-handelsnaamrecht-wegens-plaatsgebonden-functie-van-hotels

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen 31 oktober 2018, IEF 18752, IEFbe 2966; A/18/3581 (Morilo tegen Hotel Julien) Morilo baat een hotel uit met de naam Hotel Julien in Antwerpen. Morilo stelt dat Hotel Julien inbreuk heeft gemaakt op haar handelsnaamrecht door het gebruik van 'Hotel Julien' voor een hotel in Den Bosch. Daarnaast zou sprake zijn van oneerlijke handelspraktijken. Morilo vordert staking van het gebruik van de naam 'Hotel Julien' en de inlassing van een melding van dit verbod op de website van Hotel Julien. In casu is noch voor wat betreft de genoemde handelsnaam, noch ten aanzien van de eerlijke marktpraktijken, inbreuk gepleegd. Hotels vervullen namelijk per definitie een plaatsgebonden functie. Bijgevolg is geen sprake van verwarringsgevaar. 

IEF 18751

Uitspraak ingezonden door Andreas Reygaert, Altius.

Belgisch 'Hotel Julien' tegen Nederlands 'Hotel Julien': geen verwarringsgevaar

Belgische gerechten 12 sep 2019, IEF 18751; (Morilo tegen Hotel Julien), https://ie-forum.nl/artikelen/belgisch-hotel-julien-tegen-nederlands-hotel-julien-geen-verwarringsgevaar

Hof van beroep Antwerpen 12 september 2019, IEF 18751, IEFbe 2965; 2018/AR/2322 (Morilo tegen Hotel Julien) Morilo baat een hotel uit Antwerpen dat grote bekendheid heeft verworven onder de naam Hotel Julien. Morilo is houdster van de domeinnaam hotel-julien.com. Het hotel is genoemd naar de zoon van de zaakvoerster van Morilo. Eind maart 2018 vernam Morilo dat in Den Bosch een nieuw hotel zou komen onder de naam Hotel Julien. Hotel Julien registreerde voor haar nieuw hotel onder meer de domeinnaam hoteljulien.nl. Zij dankt haar naam aan de voornaam van de architect van het gebouw. Tevens heeft zij het Benelux woordmerk 'Hotel Julien' gedeponeerd. Morilo acht dit een inbreuk op haar handelsnaamrecht en stelt dat sprake is van verwarring die is gecreëerd doordat het nieuwe hotel exact dezelfde naam gebruikt voor hetzelfde type hotel. In het algemeen wordt aangenomen dat het handelsnaamrecht is geschonden, indien sprake is van een gevaar voor verwarring. In het onderhavige geval is er geen sprake van verwarringsgevaar. Evenmin is er sprake van misleidende reclame. Hiermee is het vonnis in eerste aanleg bevestigd.

IEF 18745

Uitspraak mede ingezonden door Gregor Vos en Rutger Stoop, Brinkhof, en Diederik Stols, Boekx.

Geen kwade trouw bij registratie Benelux-merk RatPac

Rechtbank Den Haag 9 okt 2019, IEF 18745; ECLI:NL:RBDHA:2019:11338 (Rat Pack tegen RatPac), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-kwade-trouw-bij-registratie-benelux-merk-ratpac

Rechtbank Den Haag 9 oktober 2019, IEF 18745; ECLI:NL:RBDHA:2019:11338 (Rat Pack tegen RatPac) Eiseres Rat Pack is een Duitse producent van kinder- en jeugdfilms. Eiseres is opgetreden tegen het gebruik en de registratie van de handelsnaam en het merk RatPac van de Amerikaanse filmfinancier RatPac Entertainment. Er is geen sprake van kwade trouw geweest bij de registratie van het Benelux-merk van RatPac. Het enkele feit dat RatPac het gestelde eerdere gebruik van Rat Pack in de Benelux had behoren te kennen is onvoldoende om kwade trouw te kunnen aannemen. Er is evenmin sprake geweest van enig relevant gebruik van de handelsnaam Rat Pack in Nederland. Ook bestaat er geen verwarringsgevaar tussen Rat Pack en RatPac bij het relevante publiek. De vorderingen van Rat Pack zijn afgewezen.