Handelsnaamrecht  

IEF 19674

Stichting Broodnodig wekt geen verwarringsgevaar

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 nov 2020, IEF 19674; ECLI:NL:RBZWB:2020:5888 (X tegen Stichting Broodnodig), https://ie-forum.nl/artikelen/stichting-broodnodig-wekt-geen-verwarringsgevaar

Vzr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 november 2020; IEF 19674, IT 3364; ECLI:NL:RBZWB:2020:5888 (X tegen Stichting Broodnodig) Eiseressen staan in Tilburg bekend als ‘De Broodpater’ en zetten zich in voor minvermogenden in Tilburg, door het verstrekken van voedsel. Op 2 juni 2003 hebben eiseressen ten behoeve hiervan de ‘Stichting Broodnodig’ opgericht. Gedaagde was tot 7 februari 2017 bestuurder van de stichting. Tussen eiseressen en gedaagde is discussie ontstaan over het te voeren beleid. Op 18 augustus 2020 heeft gedaagde een nieuwe stichting 'BroodNodig de Broodpater' opgericht en ingeschreven in het handelsregister. Eiseressen vorderen gedaagde te gebieden het gebruik van de handelsnaam te staken en afgifte van de inloggegevens van de website en de Facebookpagina. Geoordeeld wordt dat de handelsnaam 'De Broodpater' niet gebruikt mag worden, maar wel de handelsnaam 'Stichting Broodnodig'. De inloggevens van de website dienen te worden afgegeven, maar eiseressen hebben geen recht op afgifte van de inloggegevens van de Facebookpagina's.

IEF 19661

Uitspraak ingezonden door Fleur Boom, LXA The Law Firm.

Toch geen verwarringsgevaar Thuiszorg De Zonnestraal

Hof Amsterdam 15 dec 2020, IEF 19661; (Thuiszorg De Zonnestraal tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/toch-geen-verwarringsgevaar-thuiszorg-de-zonnestraal

Hof Amsterdam 15 december 2020, IEF 19661; 200.264.271/01 (Thuiszorg De Zonnestraal tegen gedaagde) Vervolg op [IEF 18650]. Gedaagde drijft sinds 1 mei 2015 een onderneming met vestigingsplaats Tilburg onder de naam Thuiszorg de Zonnestraal die zich bezighoudt met thuiszorg. Eiser drijft sinds 18 april 2017 een onderneming met vestigingsplaats Hoofddorp onder de naam Thuiszorg De Zonnestraal die zich eveneens bezighoudt met thuiszorg. De overeenstemming tussen beide handelsnamen is niet in geschil. De vraag dat gedaagde een ouder recht heeft op haar handelsnaam kan ook bevestigend beantwoord worden. De vraag is echter of er ook vrees voor verwarring tussen beide ondernemingen te duchten is. Mede gelet op de geografische afstand tussen beide ondernemingen wordt geoordeeld dat de beslissing in eerste instantie geen stand houdt.

IEF 19586

Gebruik van handelsnaam en logo in strijd met concurrentiebeding

Rechtbank Limburg 4 nov 2020, IEF 19586; ECLI:NL:RBLIM:2020:8553 (Vita Natura tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruik-van-handelsnaam-en-logo-in-strijd-met-concurrentiebeding

Ktr. Rechtbank Limburg 4 november 2020, IEF 19586, LS&R 1881; ECLI:NL:RBLIM:2020:8553 (Vita Natura tegen gedaagde) Handelsnaamrecht. Kort geding. Vita Natura verkoopt en ontwikkelt voedingssupplementen. Gedaagde was in dienst bij Vita Natura en is in maart 2020 op staande voet ontslagen. Vita Natura meent dat gedaagde onrechtmatig handelt door het beconcurreren van gedaagde met gebruikmaking van informatie, relaties en producten van Vita Natura. Vita Natura vordert onder meer inzage in de bescheiden die in (bewijs)beslag zijn genomen. Deze vordering wordt toegewezen. Verder staat vast dat gedaagde via Ebay Vita Natura producten heeft verkocht met daarop het etiket en logo van Vita Natura. Gedaagde wordt veroordeeld het gebruik van de handelsnaam en/of het logo van Vita natura te staken. Voor de hoogte van de dwangsom wordt aansluiting gezocht bij wat partijen in de arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen, namelijk € 4.500 voor iedere overtreding en € 450,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, doch uiterlijk tot de einddatum van het concurrentiebeding.

IEF 19569

Identieke handelsnaam A+ Care is verwarringwekkend

Rechtbank Den Haag 6 nov 2020, IEF 19569; ECLI:NL:RBDHA:2020:11147 (A+ Care tegen A+ Care bv), https://ie-forum.nl/artikelen/identieke-handelsnaam-a-care-is-verwarringwekkend

Vzr. Rechtbank Den Haag 6 november 2020, IEF 19569; ECLI:NL:RBDHA:2020:11147 (A+ Care tegen A+ Care bv) Kort geding. Eiser A+ Care is een eenmanszaak in lokaal welzijnswerk en jeugdzorg. A+ Care staat sinds 16 oktober 2017 ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en drijft haar onderneming onder de handelsnaam ‘A+ Care’.  Verweerder A+ Care BV staat sinds 12 april 2018 in het handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeschreven en levert medische specialistische zorg in de thuissituatie. A+ Care BV gebruikte de handelsnaam ‘A+ Care’. De identieke handelsnaam A+Care is verwarringwekkend gezien de verwante aard van de ondernemingen en de overlap in publiek en regio.  Ook tussen de handelsnamen ‘A+ Specialistische Zorg aan Huis’ en A+ Care bestaat gevaar voor verwarring, gelet op het in aanmerking te nemen publiek, de aard en de plaats van de ondernemingen. Voor de nieuwe handelsnaam ‘A+ SZH’ ligt dat anders. In die handelsnaam is A+ weliswaar het eerste element, zodat dat in het oog springt, maar niet meer het enige niet-beschrijvende element.

IEF 19511

Uitspraak ingezonden door Bert-Jan van den Akker, DOEN Legal.

Geen handelsnaaminbreuk advocatenkantoor

Rechtbank Den Haag 20 okt 2020, IEF 19511; ECLI:NL:RBDHA:2020:10633 (Vangoud Advocaten tegen Goud Advocaten), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-handelsnaaminbreuk-advocatenkantoor

Vzr. Rechtbank Den Haag 20 oktober 2020, IEF 19511; ECLI:NL:RBDHA:2020:10633 (Vangoud Advocaten tegen Goud Advocaten) Handelsnaamrecht. Kort geding. Vangoud Advocaten is in 2011 opgericht en in Arnhem gevestigd. Het advocatenkantoor is gespecialiseerd in het vastgoed en de overheid. B drijft sinds 2020 de handelsnaam ‘Goud Advocaten’ en voert in Gorinchem een voornamelijk lokale praktijk. Het advocatenkantoor van B is gespecialiseerd in het contractenrecht, arbeidsrecht, familierecht en ondernemingsrecht. Vangoud Advocaten heeft B gesommeerd het gebruik van de handelsnaam Goud Advocaten te staken en gestaakt te houden. B heeft aan deze sommatie geen gehoor gegeven. Voorshands oordelend is geen sprake van een handelsnaaminbreuk. De kans op verwarring is, gelet op de verschillen tussen de handelsnamen, de zwakke bescherming die het overeenstemmende woord ‘goud’ kan worden toegekend, de verschillen in praktijkgebieden en de afstand tussen de plaatsen van vestiging, verwaarloosbaar te achten. De vorderingen worden afgewezen.

IEF 19423

Geen inbreuk sterk gelijkende domeinnaam als handelsnaam

Rechtbank Limburg 3 sep 2020, IEF 19423; ECLI:NL:RBLIM:2020:6611 (Terhagen tegen Witran), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-sterk-gelijkende-domeinnaam-als-handelsnaam

Vzr. Rechtbank Limburg 3 september 2020, IEF 19423, IT 3244; ECLI:NL:RBLIM:2020:6611 (Terhagen tegen Witran) Kort geding. Handelsnaamrecht. De domeinnaam “[domeinnaam 1]” staat sinds 2009 geregistreerd bij de SIDN op naam van een (voormalige) eenmanszaak van de bestuurder en enig aandeelhouder van Terhagen. Terhagen heeft met Witran in 2015 een overeenkomst gesloten op grond waarvan Witran tot juni 2020 het alleenrecht heeft op exploitatie van [domeinnaam 1]. Witran heeft in juni 2020 [domeinnaam 2] laten registreren bij de SIDN en voert tevens de handelsnaam "[domeinnaam 2]". Terhagen vordert veroordeling van Witran om de handelsnaam [domeinnaam 2], dan wel [domeinnaam 1], te verwijderen van al haar bedrijfsuitingen en deze naam op geen enkele wijze meer te bezigen op grond van art. 5 Hnw. Centraal staat de vraag of Witran met het gebruik van [domeinnaam 2] en de handelsnaam “[domeinnaam 2]” inbreuk maakt op het handelsnaamrecht van Terhagen. Terhagen heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij het handelsnaamrecht op [domeinnaam 1] heeft verworven, noch heeft zij aangetoond dat de handelsnaam ooit door haar zelf is gevoerd, zodat de vorderingen worden afgewezen.

IEF 19383

Zwendel in de voedingsmiddelenindustrie

Rechtbank Oost-Brabant 30 jul 2020, IEF 19383; ECLI:NL:RBOBR:2020:3739 (Foodlink tegen Gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/zwendel-in-de-voedingsmiddelenindustrie

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 30 juli 2020, IEF 19383; ECLI:NL:RBOBR:2020:3739 (Foodlink tegen Gedaagden) Kort geding. Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Foodlink is slachtoffer geworden van een zwendelpraktijk. Haar handelsnaam en logo zijn door derden gebruikt. Foodlink vordert derhalve een verbod op het gebruiken van haar handelsnaam en merk. De voorzieningenrechter oordeelt dat Foodlink de IE-inbreuken en onrechtmatige daden voldoende heeft onderbouwd en gebiedt gedaagden het gebruik van het Benelux-merk en de handelsnaam van Foodlink te staken en gestaakt te houden.

IEF 19381

Vervolg op "Help de Hoge Raad met de handelsnaam!"

Naar aanleiding van de oproep Help de Hoge Raad met de handelsnaam! [IEF 19217]  heeft zich voor het eerst in Nederland een rechtswetenschappelijk forum gevormd bestaande uit IE-studenten die de rechtsvragen in de zaak Dairy Partners [IEF 18744] hebben onderzocht en beantwoord. De bevindingen van de studenten zijn op 1 juli 2020 als schriftelijke opmerkingen in de prejudiciële procedure ingediend door cassatieadvocaat M.E. Bruning (tevens docent aan de Universiteit Leiden) bij de griffie van de Hoge Raad.
 
De geselecteerde inzendingen zijn van:
 
Richard Trouborst (UL)
Pieter de Kanter (UL)
Ole Cohen (UL)
Demi Rietveld (UvA)
Meyke Rietveld (UvA)
Thomas den Herder (VU)
Noa Naaman (UL en King's College)
Jan Buit (RUG)
Emma Stok (UL)
 
De leden van de selectiecommissie danken de studenten voor hun inzet en complimenteren hen met het uitstekende werk. Het parket en daarna de civiele kamer zijn nu aan zet!

IEF 19367

Geen sprake van inbreuk door Jan de Belastingman op de rechten van JAN

Rechtbank Amsterdam 29 jul 2020, IEF 19367; ECLI:NL:RBAMS:2020:3719 (JAN tegen Jan de Belastingman), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-sprake-van-inbreuk-door-jan-de-belastingman-op-de-rechten-van-jan

Vzr. Rechtbank Amsterdam 29 juli 2020, IEF 19367; ECLI:NL:RBAMS:2020:3719 (JAN tegen Jan de Belastingman) Kort geding. Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Accountantskantoor JAN stelt dat Jan de Belastingman - een chatbot waarmee een student gratis mensen helpt met hun belastingaangifte - inbreuk maakt op haar merkenrecht en handelsnaamrecht. De voorzieningenrechter oordeelt dat woordmerk JAN en het teken Jan de Belastingman slechts beperkt overeenstemmen. Het beeldmerk JAN en het logo Jan de Belastingman stemmen nauwelijks overeen. JAN heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van verwarringsgevaar. Daarnaast is de mate waarin de partijen dezelfde diensten aanbieden zeer beperkt. Waar JAN meerdere betaalde diensten aanbiedt, biedt Jan de Belastingman slechts één gratis dienst aan. De partijen hanteren verschillende werkwijzen en hebben verschillende doelgroepen. Jan de Belastingman trekt met zijn handelsnaam geen voordeel uit de reputatie van het merk JAN en doet ook geen afbreuk aan de reputatie van het merk JAN. Derhalve is er geen sprake van inbreuk.

Op andere blogs:
LawFox 

IEF 19363

Uitspraak ingezonden door Gertjan van den Hout, NORD Advocaten.

Handelsnaamrechtinbreuk van Auto Smink op Smink Auto’s

Rechtbank Noord-Nederland 6 aug 2020, IEF 19363; (Smink Auto's tegen Auto Smink), https://ie-forum.nl/artikelen/handelsnaamrechtinbreuk-van-auto-smink-op-smink-auto-s

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 6 augustus 2020, IEF 19363; C/19/131481 (Smink Auto’s tegen Auto Smink) Kort geding. Handelsnaamrecht. Smink Auto’s spreekt Auto Smink aan voor handelsnaamrechtinbreuk. De voorzieningenrechter oordeelt dat Smink Auto’s een ouder handelsnaamrecht heeft dan Auto Smink. Auto Smink doet een beroep op nawerking, omdat haar autobedrijf bekend staat onder de naam “Smink” en op rechtsverwerking, omdat het volgens Auto Smink onaanvaardbaar is dat dat Smink Auto’s zich nu nog verzet tegen het gebruik van de familienaam in een handelsnaam. De voorzieningenrechter verwerpt beide verweren en concludeert dat het gebruik van de naam Auto Smink jegens Smink Auto’s onrechtmatig is en een inbreuk vormt op het handelsnaamrecht van Smink Auto’s. De handelsnamen wijken onvoldoende van elkaar af en Smink Auto’s heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hiervan verwarring te duchten is.