Handelsnaamrecht  

IEF 18392

Uitspraak ingezonden door Moïra Truijens en Mathijs Peijnenburg, Hoogenraad & Haak.

Geen verwarringsgevaar ondanks identieke namen Sea You restaurant en hotel

Rechtbanken 10 apr 2019, IEF 18392; (Sea You tegen Hotel de Ossewa), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-ondanks-identieke-namen-sea-you-restaurant-en-hotel

Vrz. Rechtbank Den Haag 10 april 2019, IEF 18392 (Sea You tegen Hotel de Ossewa) Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Eiseres, Sea You, is op 1 januari 2015 opgericht en runt een restaurant aan de kust in Velsen-Noord. Voor 1 januari 2015 was de exploitatie van dit restaurant ondergebracht in Sea You B.V. In de exploitatie van het restaurant Sea You komt deze term herhaaldelijk voor. Tot 21 september was de voorganger van eiser houder van het woordmerk Sea You. De registratie is vervallen omdat deze niet tijdig is verlengd. Gedaagden zijn eigenaar van een hotel aan de kust in Noordwijk. Dit hotel is sinds het in eigendom overgaan op gedaagden in april 2015 de handelsnaam ‘Sea You Hotel Noordwijk’ gaan voeren. Eiseres vordert stelt dat dit een inbreuk is op haar merkrecht. De handelsnaam is niet beschrijvend van aard. De handelsnaam heeft dus onderscheidend vermogen. Er is geen verwarringsgevaar nu de ondernemingen op verschillende locaties verschillende diensten aanbieden. Er is geen sprake van een merkdepot te kwader trouw, nu enkel het weten van het bestaan van een eerder merk hier onvoldoende grond voor is. Verder is er ook geen sprake van onrechtmatig handelen. Eiseres moet als in het ongelijk gestelde partij de proceskosten vergoeden, haar vorderingen worden afgewezen.

IEF 18319

Marketingbedrijf moet alle banden met advocatenkantoor doorsnijden

Rechtbanken 13 mrt 2019, IEF 18319; ECLI:NL:RBAMS:2019:1852 (Maatschap tegen LS en OmniLegal), https://ie-forum.nl/artikelen/marketingbedrijf-moet-alle-banden-met-advocatenkantoor-doorsnijden

Vzr. Rechtbank Amsterdam 13 maart 2019, IEF 18319; ECLI:NL:RBAMS:2019:1852 (Maatschap tegen LS en OmniLegal) Eiseressen, advocaten verenigd in een maatschap, sloten een overeenkomst met verweerder LS Advocaten Strafrecht B.V. Een marketingbedrijf dat een website exploiteert. Potentiële klanten worden via die website verwezen naar bij LS aangesloten advocatenkantoren, die daarvoor een vergoeding betalen. Nadat de overeenkomst is geëindigd komen, bezoekers bij het invoeren van zoektermen op internet nog steeds uit bij LS . Ook wordt de maatschap met LS geassocieerd, geruime tijd nadat de maatschap ondubbelzinnig aan LS Advocaten Strafrecht B.V. had meegedeeld daarvan niet gediend te zijn. De rechter oordeelt dat LS op onrechtmatige wijze en in strijd met artikel 5 van de Handelsnaamwet gebruik maakt van de (handels)namen van de eiseressen. Voldoende aannemelijk is geworden dat daardoor verwarring is te duchten bij het publiek. Het marketingbedrijf moet alle banden met het eerder deelnemende advocatenkantoor doorsnijden.

IEF 18309

Indien gedaagde openheid van zaken had gegeven, dan zou dit kort geding niet zijn gestart

Rechtbanken 5 feb 2019, IEF 18309; ECLI:NL:RBMNE:2019:711 (IE rechten scooterzaak), https://ie-forum.nl/artikelen/indien-gedaagde-openheid-van-zaken-had-gegeven-dan-zou-dit-kort-geding-niet-zijn-gestart

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 5 februari 2019, IEF 18309; ECLI:NL:RBMNE:2019:711 (IE-rechten scooterzaak) Proceskostenveroordeling. Handelsnaamrecht na samenwerking. Eiser handelt in en voert onderhoud uit aan brommers, scooters en fietsen. Hiertoe gebruikt zij een handelsnaam en een logo. Gedaagde is bestuurder en enig aandeelhouder van twee bedrijven, die zich toeleggen op activiteiten op het gebied van logistiek. Eiser en gedaagde hebben gesproken over een samenwerking. Na de beëindiging van de samenwerking bleef de website onder de domeinnaam actief, zonder de betrokkenheid van eisers. Op de website wordt het logo gebruikt, staat het e-mailadres, er staat een filmpje op een Facebookpagina en een advertentie in een plaatselijke krant. Gedaagde heeft echter aangegeven dat dit filmpje niet meer op Facebook staat en bovendien dat zij niet verantwoordelijk is voor de inhoud van de Facebookpagina. Gedaagde heeft in een brief onjuiste informatie gegeven over haar hoedanigheid in relatie en de domeinnamen. Indien gedaagde openheid van zaken had gegeven en juist had geïnformeerd, dan zou dit kort geding niet zijn gestart. Partijen dragen ieder eigen kosten.

IEF 18305

Turbo Theorie maakt inbreuk op auteursrechten website Nu Theorie

Rechtbanken 13 mrt 2019, IEF 18305; ECLI:NL:RBDHA:2019:2346 (Nu Theorie tegen Turbo Theorie), https://ie-forum.nl/artikelen/turbo-theorie-maakt-inbreuk-op-auteursrechten-website-nu-theorie

Vzr Rechtbank Den Haag 13 maart 2019, IEF 18305; ECLI:NL:RBDHA:2019:2346 (Nu Theorie tegen Turbo Theorie). Nu Theorie en Turbo Theorie zijn beide bedrijven die zich (o.a.) richten op het geven van cursussen om in een dag het theorie-examen voor het rijbewijs te halen. Nu Theorie stelt dat Turbo Theorie inbreuk maakt op haar auteursrechten door haar website te kopiëren. Dit is inderdaad het geval, maar er rust geen auteursrecht op algemene voorwaarden en losse tekstblokken. Met betrekking tot het handelsnaamrecht: het voeren van een handelsnaam door gebruik het gebruik van handelsnaam concurrent voor Google Adwords reclame campagne vormt geen oneerlijke handelspraktijk.

 

IEF 18311

Perfect Eyelash onderbouwt handelsnaam- en merkrechten onvoldoende

Rechtbanken 28 dec 2019, IEF 18311; ECLI:NL:RBMNE:2018:6654 (Perfect eyelash tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/perfect-eyelash-onderbouwt-handelsnaam-en-merkrechten-onvoldoende

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 28 december 2018, IEF 18311; ECLI:NL:RBMNE:2019:6654 (Perfect Eyelash tegen X) Eiseres gebruikt de handelsnaam Perfect Eyelash en bijbehorend beeldmerk. Eiseres is van mening dat gedaagde inbreuk maakt op haar rechten doordat zij een vrijwel identieke handelsnaam voert, in dezelfde branche, in dezelfde plaats van vestiging. Gedaagde voert hiertegen gemotiveerd verweer. Eiseres heeft echter onvoldoende onderbouwd dat zij rechthebbende is op de handelsnaam- en merkrechten. Derhalve worden haar vorderingen afgewezen, en wordt zij veroordeeld in de proceskosten.

IEF 18292

Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert, Leeway. 

Zelfde zzp'er is geen overtreding concurrentiebeding

Gerechtshoven 5 mrt 2019, IEF 18292; (Essential Aesthetics tegen Amsterdam Aesthetics), https://ie-forum.nl/artikelen/zelfde-zzp-er-is-geen-overtreding-concurrentiebeding

Hof Amsterdam 5 maart 2019, IEF 18292 (Essential Aesthetics tegen Amsterdam Aesthetics). Contract. Essential Aesthetics houdt zich bezig met medische diensten op het gebied van plastische, reconstructieve en anti-aging behandelingen. Partners zijn persoonlijk en zakelijk uit elkaar gegaan middels aandelenoverdracht aan de een. Voorzover er geen is handelsnaaminbreuk en auteursrecht inbreuk, heeft Essential Aesthetics gesteld dat ook zonder IE-inbreuk de (niet inbreukmakende gelijkenissen) in combinatie met het inhuren op ZZP-basis van dezelfde artsen, een onrechtmatige daad opleveren jegens Essential Aesthetics. Het inhuren van (deels) dezelfde artsen en plaatsen daarvan op de website zou onrechtmatig zijn omdat het bij zou dragen aan (onrechtmatige) verwarring. De voorzieningenrechter (IEF 17610) verbiedt Amsterdam Aesthetics om gebruik te maken van e-mailadressen en andere contactgegevens van klanten van Essential Aesthetics en gedurende 2 jaar contacten te onderhouden in de zin van de vaststellingsovereenkomst. 

Het hof vindt het niet aannemelijk (...) dat de inzet van een zzp-arts bij Amsterdam Aesthetics heeft geleid tot een verminderende inzetbaarheid bij Essential Aesthetics. Er zijn klanten die zich hebben gewend tot Aesthetics maar het initiatief daarvoor is niet uitgegaan van Amsterdam Aesthetics of de zzp-arts. De omstandigheid dat de zzp-arts het gezicht was van Essential Aesthetics en nu ook van Amsterdam Aesthetics acht het hof als eerderbedoelde bijkomstigheid onvoldoende. Aesthetics voert bij het hof aan geen kopie te hebben van het klantenbestand van Essential Aesthetics en daarvan dus geen gebruik kan hebben gemaakt. Het hof acht de vordering tot veroordeling van Amsterdam Aesthetics tot het betalen van boetes wegens de emailcontacten en de aanwezigheid van verweerder op een evenement waar veel klanten van de eiser komen niet toewijsbaar. Het hof vernietigt het vonnis, en wijst de vorderingen van beide partijen af. 

IEF 18288

Uitspraak ingezonden door Ernst-Jan Louwers en Eva van Groezen, Louwers IP|Technology Advocaten.

Verwarrende overeenstemming merk en handelsnaam DOMEK en BIALYDOMEK

Rechtbank Amsterdam 8 mrt 2019, IEF 18288; (Domek tegen Bialydomek), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarrende-overeenstemming-merk-en-handelsnaam-domek-en-bialydomek

Vzr. Rechtbank Amsterdam 8 maart 2019, IEF 18288 (Domek tegen Bialydomek) Handelsnaamrecht. Domek is sinds 2011 een financiële dienstverlener en makelaardij in onroerende goederen. Bialydomek is sinds 2016 een administratie- en boekhoudkantoor. Beide ondernemingen hebben een huisje en het woord domek in hun logo. Ze bieden soortgelijke diensten aan en de doelgroepen van de partijen overlappen; partijen zijn allebei (via internet) landelijk actief, maar richten zich op de Poolse doelgroep. De rechter oordeelt dat de handelsnaam DOMEK een ruime beschermingsomvang heeft omdat zij een brede bekendheid heeft verworven onder de Poolse gemeenschap in Nederland. Gezien de mate van overeenstemming tussen de handelsnamen is er gevaar voor verwarring tussen de ondernemingen bij het publiek. Staking van gebruik van het teken als handelsnaam en merk, en binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het Bialydomek-logo te (doen) wijzigen.

IEF 18230

Merkenrechtelijke bescherming, ook al is merk niet zelf bedacht

Rechtbank Rotterdam 30 jan 2019, IEF 18230; ECLI:NL:RBROT:2019:783 (Handelsnaam dansgroep), https://ie-forum.nl/artikelen/merkenrechtelijke-bescherming-ook-al-is-merk-niet-zelf-bedacht

Rechtbank Rotterdam 30 januari 2019, IEF 18230; ECLI:NL:RBROT:2019:783 (Handelsnaam dansgroep). Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Eerste aanleg. Eiser en gedaagde zijn beiden danser en choreograaf van beroep. Zij hebben beiden deel uitgemaakt van dezelfde dansgroep (genaamd: handelsnaam 1). Deze groep is in 2005 opgericht. In 2010 heeft eiser een onderneming opgericht en geregistreerd bij de KvK (genaamd: handelsnaam 2). Sinds oktober 2016 exploiteert gedaagde een onderneming op het gebeid van dans (genaamd: handelsnaam 3). Eiser is van mening dat handelsnaam 3 inbreuk maakt op zijn merk- en handelsnaamrecht. De rechtbank oordeelt dat het feit dat eiser de naam niet zelf bedacht heeft niet in de weg staat aan een geldig merkdepot. Gedaagde betwist vervolgens niet dat hij de handelsnaam heeft gebruikt, maar stelt dat het gebruik met toestemming was. Dat dit niet het geval is dient nu bewezen te worden door eiser. Dit bewijs zal eiser vandaag (13 februari 2019) proberen te leveren.

IEF 18221

Uitspraak ingezonden door Joost Becker en Dafne de Boer, DirkZwager.

Inbreuk op merk- en handelsnaamrechten LOTUS

Rechtbanken 6 feb 2019, IEF 18221; ECLI:NL:RBMNE:2019:488 (LOTUS tegen Improvement Training en Adviesbureau/Lotuskring ABCD), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-merk-en-handelsnaamrechten-lotus

Rechtbank Midden-Nederland 6 februari 2019, IEF 18221; ECLI:NL:RBMNE:2019:488 (LOTUS tegen Improvement Training en Adviesbureau/Lotuskring ABCD). Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Kern van het geschil betreft de vraag of er sprake is van inbreuk door gedaagden op aan eiser toekomende merk- en handelsnaamrechten. De rechtbank oordeelt dat de naam LOTUS over voldoende onderscheidend vermogen beschikt. Daarnaast oordeelt de rechtbank ook dat er zowel visueel als auditief grote overeenstemming is met de door Improvement Training en Adviesbureau en Lotuskring ABCD gebruikte tekens. Zodoende concludeert de rechtbank dat Improvement Training en Adviesbureau en Lotuskring ABCD inbreuk maken op de merken- en handelsnaamrechten van LOTUS.

IEF 18210

Uitspraak ingezonden door Yves Janssen (Huver advocaten).

Handelsnaam Appcomm maakt geen inbreuk op de reeds bestaande handelsnaam Addcomm

Hof Amsterdam 29 jan 2019, IEF 18210; (Addcomm tegen Appcomm), https://ie-forum.nl/artikelen/handelsnaam-appcomm-maakt-geen-inbreuk-op-de-reeds-bestaande-handelsnaam-addcomm

Hof Amsterdam 29 januari 2019, IEF 18210; zaaknr. 200.239.350/01 (Addcomm tegen Appcomm) Handelsnaamrecht. Zie eerder [IEF 17616]. Addcomm heeft gevorderd dat Appcomm wordt bevolen het gebruik van de handelsnaam Appcomm en de domeinnaam appcomm.nl te staken. De voorzieningenrechter heeft deze vorderingen afgewezen. Gelet op het feit dat beide ondernemingen werkzaam zijn op het gebied van (online) communicatie, acht het hof aannemelijk dat het publiek het identieke bestanddeel 'comm' in de beide handelsnamen zal opvatten als een verwijzing naar die activiteiten, zodat bij de beoordeling van de mate waarin het publiek de betrokken handelsnamen als overeenstemmend ervaart, meer nadruk ligt op vergelijking van de bestanddelen 'Add' en 'App', die niet identiek zijn. Verder betrok het hof in zijn beoordeling de verschillen in grafische presentatie van de handelsnamen op de websites, dat niet is gebleken dat Appcomm de handelsnaam opzettelijk heeft gekozen om daarmee Addcomm schade te berokkenen en het dat niet is gebleken van enig concreet geval van verwarring bij het publiek.

Het hof wijst de vorderingen van Addcomm derhalve af.