DOSSIERS
Alle dossiers

Kamerstukken & EU  

IEF 12191

Thuiskopieheffing: Een weg naar de internetbelasting is onbegaanbaar

Auteursrechtbeleid; Brief regering; Reactie naar aanleiding van het verzoek van het lid Taverne met betrekking tot de thuiskopieheffingen (n.a.v. motie 29838, nr. 56), kamerstukken II 2012/13, 29 838, nr. 62.

Thuiskopieheffing. Licentiemodel op internet. Internetbelasting. De richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij schrijft voor dat lidstaten met een thuiskopie-uitzondering moeten zorgen voor een billijke compensatie van de rechthebbenden. Ik verwijs in dit verband naar mijn brief van 3 juli 2012 over het thuiskopiestelsel per 1 januari 2013 (Kamerstukken II 2011-12, 29 838 nr. 52). Tijdens het AO op 22 november jl. en het VAO op 11 december jl. heb ik aangegeven dat er ten aanzien van het auteursrecht op internet een duidelijke keuze gemaakt moet worden tussen een licentiemodel, waarin de rechthebbenden bepalen hoe zij hun werk exploiteren, en een collectief model, waarin de rechthebbenden wettelijk verplicht zijn bepaald gebruik toe te staan en daarvoor dan een vergoeding (“billijke compensatie”) ontvangen. Die vergoeding wordt opgebracht door heffingen.

Omdat rechthebbenden in het licentiemodel zelf kunnen bepalen hoe hun werk op internet wordt geëxploiteerd, biedt dat model mijns inziens verreweg de meeste kansen voor de ontwikkeling van nieuwe legale modellen. Een echt licentiemodel moet rechthebbenden ook de ruimte geven om zelf te bepalen of en welke thuiskopieen zij willen licentiëren. Om de licentiebevoegdheid geldend te kunnen maken, zullen de rechthebbenden moeten beschikken over voldoende mogelijkheden om op te treden tegen commerciële partijen die geld verdienen aan auteursrechtinbreuken.

Een collectief model neemt naar mijn oordeel de prikkel om nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen, weg, als rechthebbenden al betaald krijgen en gebruikers al betalen. Een collectief model heeft verder juridisch grenzen: de thuiskopie-uitzondering zoals thans verwoord in artikel 16c Auteurswet mag wel worden ingeperkt, maar niet verder opgerekt.

 

De thuiskopieheffingen die nu die billijke compensatie invullen, kunnen alleen worden afgeschaft, indien zij óf worden vervangen door een ander stelsel dat voor die billijke compensatie zorgt, óf de thuiskopie-uitzondering wordt ingeperkt.

 

In de Europese Unie hebben 22 van de 27 lidstaten een vorm van heffingen; de overige lidstaten kennen geen of een beperkte thuiskopie-uitzondering. Het enige andere bekende concept - viz. Noorwegen - is het reguleren van de opbrengst via belastingmaatregelen, bijvoorbeeld een internetbelasting. Een dergelijke weg acht ik evenwel onbegaanbaar. De reikwijdte van een dergelijke regeling zou elke internetgebruiker raken, ongeacht of en hoeveel thuiskopieën er worden gemaakt. Onduidelijk is voorts in hoeverre zo’n belasting verenigbaar zou zijn met het Europese recht. Een dergelijke belastingmaatregel snijdt immers de band tussen degene die gebruik maakt van auteursrechtelijk beschermd materiaal en degene die de belasting betaalt, door. Dat staat haaks op het uitgangspunt van de hiervoor genoemde richtlijn, te weten dat de persoon die een thuiskopie maakt in beginsel het nadeel dient te vergoeden dat gepaard gaat met die reproductie, door het bekostigen van de billijke vergoeding, eventueel door afwenteling van de kosten van de vergoeding op de privegebruikers zoals in Nederland geschiedt (vgl. ook de uitspraak inzake Padawan, HvJ 21 oktober 2010, Padawan/SGAE, zaak C- 467-08, onder 45 en 50). Bij een ongedifferentieerde heffing op basis van een internetabonnement ontbreekt vermoedelijk een rechtvaardig evenwicht tussen de belangen van de auteursrechthebbenden en de gebruikers van beschermd materiaal (vgl. Padawan onder 43). Differentiatie naar privégebruik zou vereisen dat bij voortduring het internetgebruik van privépersonen wordt gevolgd, hetgeen volstrekt onwenselijk mag heten. Zakelijk gebruik van het internet zou moeten worden uitgesloten. Andere uitvoeringsproblemen, zoals de verscheidenheid aan gecombineerde internetabonnementen of de noodzaak voor de belastingdienst om informatie te verwerven én controleren over de internetaansluiting van belastingplichtigen, laat ik hier verder buiten beschouwing.

 

Met andere woorden: thuiskopieheffingen kunnen alleen worden afgeschaft, indien er ruimte wordt gelaten de thuiskopie-uitzondering in te perken. De motie Verhoeven-Oosenbrug (Kamerstukken II 2012-13, 29 838 nr. 56) verzoekt de regering af te zien van wetswijzigingen die het recht op het maken van een thuiskopie beperken. Indien deze motie door uw Kamer wordt aangenomen, zal net als voor 2013 ook voor de jaren daarna een thuiskopieheffingen op voorwerpen moeten worden geheven.

IEF 12173

Moties VAO: downloadverbod aangenomen, thuiskopieheffing niet afgeschaft

Gisteren zijn de stemmingsuitslagen gepubliceerd over onder andere de vier moties uit het voortgezet Algemeen Overleg Auteursrechten. Woordelijk verslag AO hier en VAO hier.

Stemmingen over de moties ingediend bij het VAO Auteursrechten
29 838, nr. 56 -de motie–Verhoeven/Oosenbrug over afzien van een downloadverbod is aangenomen
29 838, nr. 57 -de motie–Verhoeven/Oosenbrug over het niet meer inzetten van ISP's als politieagent wordt aangehouden
29 838, nr. 58 -de motie–Oskam/Taverne over een alternatief handhavingsmechanisme is verworpen
29 838, nr. 59 -de motie–Oskam over aanpassing van de thuiskopie-AMvB (settopboxen) is verworpen

De aangenomen motie luidt als volgt:

De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er recent weer discussie is ontstaan over een downloadverbod;
verzoekt de regering, af te zien van voorstellen tot wetswijzigingen die een downloadverbod tot stand brengen of anderszins het recht op het maken van een thuiskopie beperken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Verhoeven / Oosenbrug

IEF 12165

Thuiskopieheffingen alleen afschaffen, indien ruimte is om in te perken

Brief Staatssecretaris Teeven n.a.v. het verzoek van het lid Taverne, kenmerk 336718.

 Uit't Persbericht: Thuiskopieheffingen kunnen alleen worden afgeschaft, indien er ruimte wordt gelaten de thuiskopie-uitzondering in te perken. Dit schrijft staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie in een brief aan de Tweede Kamer. De motie Verhoeven-Oosenbrug verzoekt de regering af te zien van wetswijzigingen die het recht op het maken van een thuiskopie beperken. ‘Indien deze motie door uw Kamer wordt aangenomen, zal net als voor 2013 ook voor de jaren daarna een thuiskopieheffingen op voorwerpen moeten worden geheven’, aldus Teeven.

‘Tijdens het AO op 22 november jl. en het VAO op 11 december jl. heb ik aangegeven dat er ten aanzien van het auteursrecht op internet een duidelijke keuze gemaakt moet worden tussen een licentiemodel, waarin de rechthebbenden bepalen hoe zij hun werk exploiteren, en een collectief model, waarin de rechthebbenden wettelijk verplicht zijn bepaald gebruik toe te staan en daarvoor dan een vergoeding (“billijke compensatie”) ontvangen. Die vergoeding wordt opgebracht door heffingen’, aldus de staatssecretaris in zijn brief.

Omdat rechthebbenden in het licentiemodel zelf kunnen bepalen hoe hun werk op internet wordt geëxploiteerd, biedt dat model mijns inziens verreweg de meeste kansen voor de ontwikkeling van nieuwe legale modellen. Om de licentiebevoegdheid geldend te kunnen maken, zullen de rechthebbenden moeten beschikken over voldoende mogelijkheden om op te treden tegen commerciële partijen die geld verdienen aan auteursrechtinbreuken.

IEF 12163

Teeven: Internet moet vrij blijven van censuur

Brief Staatssecretaris Teeven, in reactie op de motie van de leden over blokkering en censuur, kenmerk 334694. (pdf)

De Nederlandse wet zal met deze bepaling van de richtlijn moeten overeenstemmen. Een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de nog lopende zaak UPC/Telekabel Wien (zaak C-314/12) zal hierover naar verwachting meer duidelijkheid verschaffen. Ik verwacht de uitspraak in de loop van volgend jaar.

Ik deel de achterliggende gedachte van de motie dat het internet vrij moet blijven van censuur. Voor zover de motie ziet op de onderhandelingen binnen de WCIT in Dubai heeft de Minister van Economische Zaken uw Kamer bij brief van 6 december jl. (Kamerstukken 2012/13, 33 400 XIII nr. 221) geïnformeerd over de Nederlandse beleidslijn. In deze brief is aangegeven dat Nederland voor een vrij en open internet staat, zonder onnodige overheidsinvloed. Nederland is voorstander van het multi-stakeholdermodel, waarin bedrijven en civil society, naast overheden, een grote rol spelen in de besturing van het internet. De motie Verhoeven/Oosenbrug sluit in deze zin aan bij de Nederlandse onderhandelingsinzet. De onderhandelingen zijn op 14 december beëindigd en de Minister van Economische Zaken zal uw Kamer nader informeren over het verloop.

Voor zover de motie oproept om internetserviceproviders onder geen enkele omstandigheid te verplichten om websites te blokkeren, moet ik haar ontraden. Ik ben het met uw Kamer eens dat internetserviceproviders niet moeten worden ingezet als politieagent in die zin dat zij zouden worden verplicht al het verkeer van hun abonnees te bekijken en te filteren op het illegaal uitwisselen van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Ik wil de mogelijkheid van het blokkeren van websites door internetserviceproviders als ultimum remedium echter niet uitsluiten. Hierbij is het wel van belang dat het blokkeren van websites door internetserviceproviders alleen is toegestaan na tussenkomst van de rechter.

Op 11 januari 2012 heeft de Rechtbank Den Haag op vordering van Stichting BREIN internetproviders Ziggo en XS4ALL bevolen om de website The Pirate Bay voor abonnees van de genoemde providers ontoegankelijk te maken, door de blokkering van een aantal domeinnamen en IP-adressen. De rechtbank oordeelde dat op basis van bestaande wetgeving, namelijk artikel 26d Auteurswet en artikel 15e van de Wet op de naburige rechten, en na een afweging van alle belangen, de betreffende website kon worden geblokkeerd. De genoemde wetsartikelen zijn ingevoerd ter uitvoering van artikel 11 van de Richtlijn nr. 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PbEG L 195), waarvan de uitleg uiteindelijk is voorbehouden aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. De Nederlandse wet zal met deze bepaling van de richtlijn moeten overeenstemmen. Een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de nog lopende zaak UPC/Telekabel Wien (zaak C-314/12) zal hierover naar verwachting meer duidelijkheid verschaffen. Ik verwacht de uitspraak in de loop van volgend jaar.

IEF 12157

Europese Commissie: innovatieve oplossingen voor een betere toegang tot online content

Uit't persbericht: Copyright: Commission urges industry to deliver innovative solutions for greater access to online content, IP/12/1394.

The European Commission has today adopted a Communication which sets out parallel tracks of action to be undertaken during this Commission's term of office to ensure that the EU's copyright framework stays fit for purpose in the digital environment. It follows the Commission's orientation debate on content in the digital economy held on 5 December 2012 on the initiative of Commission President José Manuel Barroso (see MEMO/12/950).(...)

A structured stakeholder dialogue, jointly led by Commissioners Michel Barnier (Internal Market and Services), Neelie Kroes (Digital Agenda) and Androulla Vassiliou (Education, Culture, Multilingualism and Youth), will be launched in 2013 to seek to deliver rapid progress in four areas through practical industry-led solutions.

Issues to be addressed by the stakeholder dialogue:

Cross-border access and the portability of services
Distribution of content is often limited to one or just a few Member States, with rights holders or online platforms electing to impose cross-border sales restrictions. The Commission's objective is to foster cross-border on-line access and "portability" of content across borders. This work should take stock of current industry initiatives and deliver practical solutions to promote multi-territory access.

User-generated content and licensing for small-scale users of protected material
On average, every minute, people upload 72 hours of video to YouTube, and over 150,000 photos to Facebook. Sometimes this user-generated content "re-uses" existing material (such as re-mixes, mashups and home-made videos with a soundtrack added) and so is often covered by some form of licensing by rights holders, in partnership with certain platforms, but this is not transparent to the end user. In parallel, small-scale users of content struggle to identify how to acquire licences. The Commission's objective is to foster transparency and ensure that end-users have greater clarity on uses of protected material. This work should identify relevant forms of licensing and how to improve information for end-users'.

 

Audiovisual sector and cultural heritage institutions
It is difficult for online service providers to develop catalogues of European films for online availability, particularly those which are "out-of-distribution" (works whose rights holders are unwilling or unable to exploit them). The Commission's objective is to facilitate the deposit and online accessibility of films in the EU. This work should deliver concrete solutions for both commercial and non-commercial uses.

Text and data mining
Text and data mining (TDM), an automated research technique for the purpose of scientific research, requires contractual agreements between users and rights holders to establish technical access to the relevant material. The Commission's objective is to promote efficient TDM for scientific research purposes. This work should explore solutions such as standard licensing models as well as technology platforms to facilitate TDM access.

The stakeholder dialogue will be invited to present its results before the end of 2013.

Lees het gehele persbericht, met achtergrondinformatie.

IEF 12143

Europese prioriteit Eerste Kamer: Herziening betekening en kennisgeving in lidstaten

Eerste Kamer stelt Europese prioriteiten 2013 vast, Priorititaire selectie uit het WP2013 van de Europese Commissie, 11 december. Eerstekamer.nl.

Procesrecht. De Eerste Kamer zal dit werkprogramma aanbieden aan de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken. De regering zal worden verzocht om rekening te houden met de selectie, met het oog op tijdige en adequate informatievoorziening over deze Europese voorstellen aan de Eerste Kamer.

Zodra een Europees voorstel wordt gepubliceerd dat voorkomt op de prioritaire lijst, zal het Commissievoorstel automatisch worden geagendeerd in de eerstvolgende vergadering van de verantwoordelijke Kamercommissie. Deze bepaalt op dat moment of en hoe de wijze van behandeling vorm zal krijgen. Eén van de prioteiten is:

Betekening en kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken. Bij de herziening van Verordening (EG) nr. 1393/2007 zal bijzondere aandacht uitgaan naar de doeltreffendheid van de verzendende en ontvangende instanties, met de klemtoon op de praktische aspecten van de uitvoering van een verzoek om doorgeleiding van een betekening of kennisgeving van een stuk. Dit zou ook de vaststelling van gemeenschappelijke minimumnormen kunnen inhouden.

Het staat niet op voorhand vast dat voorstellen van deze lijst aan een subsidiariteitstoets worden onderworpen of voor een parlementair voorbehoud in aanmerking komen. Na publicatie van een voorstel zullen de commissies de mogelijk in te zetten beïnvloedingsinstrumenten in overweging nemen. Daaronder valt bijvoorbeeld ook het zenden van een commissiebrief aan de Nederlandse regering. Bij alle in deze lijst voorkomende onderwerpen zullen elektronische dossiers worden aangelegd op de Europapoort. Deze werkwijze sluit niet uit dat voorstellen die momenteel niet zijn opgenomen in het Europese werkprogramma van de Eerste Kamer, na publicatie alsnog in behandeling kunnen worden genomen door de Eerste Kamer.

IEF 12131

Welke Nederlandse belangen worden gediend met jurisdictie HvJ over gemeenschapsoctrooien

Lijst van vragen en antwoorden over verdragen in voorbereiding, Kamerstukken II 2012/13, 23 530, nr 96. 

11Kunt u aangeven welke Nederlandse belangen gediend worden door ratificatie van Besluit van de Raad van de EU houdende toekenning aan het Hof van Justitie van de EG van de bevoegdheid uitspraak te doen in geschillen betreffende het gemeenschapsoctrooi (nummer 010891), welke structurele en eenmalige kosten hiermee zijn gemoeid, welke consequenties het niet ratificeren van het Besluit van de Raad voor Nederland heeft en welke consequenties het wel ratificeren van het Besluit van de Raad heeft?

Het betreft hier een voorgenomen verdrag dat is gerelateerd aan het voorstel voor een Gemeenschapsoctrooi en daarmee samenhangend een besluit van de Raad voor de overdracht van jurisdictie voor geschillen over gemeenschapsoctrooien aan het Hof van Justitie. Deze voorstellen zijn nooit ten uitvoer gebracht, maar ook niet ingetrokken. Ondertussen is in de Raad verder gewerkt aan een nieuwe opzet van het octrooipakket. Onderdeel daarvan is het voorstel voor een verdrag tot oprichting van een unitair octrooigerecht. Zodra dat is aanvaard, zal het besluit van de Raad en daarmee ook het onderhavige verdrag van deze ontwerp-lijst kunnen worden geschrapt.

IEF 12130

Welke NL belangen gediend worden door WIPO-verdragen

Lijst van vragen en antwoorden over verdragen in voorbereiding, Kamerstukken II 2012/13, 23 530, nr 96. 

25 Kunt u aangeven welke Nederlandse belangen gediend worden door ratificatie van Rechten voor omroeporganisaties WIPO, 010606, welke structurele en eenmalige kosten hiermee zijn gemoeid en welke consequenties het niet deelnemen aan het verdrag voor Nederland heeft en welke consequenties heeft het wel deelnemen aan het verdrag heeft voor Nederland?

In het kader van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom wordt onder de vlag van de Verenigde Naties, onderhandeld over een verdrag dat de aan het auteursrecht verwante rechten van omroeporganisaties beschermt met betrekking tot hun uitzendingen. Er is nog geen diplomatieke conferentie belegd die in een verdrag zou kunnen uitmonden.

In het Verdrag van Rome inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties uit 1961, waarbij alle lidstaten van de Europese Unie partij zijn, zijn die zogenaamde naburige rechten beperkt tot uitzendingen door de ether. Het nieuwe verdrag zou de bescherming moeten uitbreiden tot uitzendingen via de kabel. In de Europese Unie is dat al gemeengoed. Het belang van een eventueel verdrag is dan ook vooral gelegen in het feit dat Europese omroeporganisaties in het algemeen en Nederlandse omroeporganisaties in het bijzonder dan straks ook in andere verdragsluitende staten op de bescherming aanspraak kunnen maken met betrekking tot uitzendingen via de kabel.

27 Kunt u aangeven welke Nederlandse belangen gediend worden door ratificatie van Verdrag inzake bescherming audiovisuele voorstellingen , nummer 012749, welke structurele en eenmalige kosten hiermee zijn gemoeid, welke consequenties het niet deelnemen aan het verdrag voor Nederland heeft en welke consequenties het wel deelnemen aan het verdrag heeft voor Nederland?

Op 26 juli 2012 is het Verdrag van Beijing inzake audiovisuele uitvoeringen tot stand gekomen. Het verdrag is nog niet ondertekend.

Het verdrag verleent aan uitvoerende kunstenaars aan het auteursrecht verwante intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot hun audiovisuele uitvoeringen. In de EU zijn die rechten bijna volledig geharmoniseerd. Als Nederland wil toetreden, dan moet de Europese Raad eerst bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen een daartoe strekkend besluit nemen. De Europese Commissie heeft daarvoor echter nog geen voorstel gedaan, maar zal dat naar verwachting spoedig doen. De rechten waarin het verdrag voorziet, zijn in Nederland gerealiseerd in de Wet op de naburige rechten; ook voor zover die rechten nog niet op Europees niveau zijn geharmoniseerd. In het verdrag staat voor Nederland dus niets nieuws.

Het belang van aansluiting bij het verdrag is dat Europese uitvoerende kunstenaars in het algemeen en Nederlands uitvoerende kunstenaars in het bijzonder aanspraak kunnen maken op de rechten waarin het verdrag voorziet in verdragsluitende staten (niet EU-lidstaten). Dat levert hen geld op en is een belangrijke reden tot het verdrag toe te treden. Omgekeerd, kunnen uitvoerende kunstenaars uit niet EU-lidstaten de rechten ook in Nederland gaan inroepen. Dat kost Nederlandse gebruikers van audiovisuele uitvoeringen geld. Het recht op openbaarmaking van gefixeerde audiovisuele uitvoeringen is nog niet geharmoniseerd. Het verdrag staat toe om met betrekking tot dat, economisch gezien, belangrijke exploitatierecht een voorbehoud te maken. Het ligt voor de hand dat Nederland daarvan gebruik zal makenmaakt, omdat Nederland de facto importeur is van audiovisuele uitvoeringen.

IEF 12125

Moties VAO: downloadverbod, ISPs als politieagent, afschaffing thuiskopie per 2014 en settopboxen

Gisteren, tijdens het voortgezet Algemeen Overleg, zijn een viertal moties gedaan gaan inzake het auteursrechtbeleid. Deze gaan, kortweg, over het downloadverbod, de inzet van ISPs als politieagent voor het opleggen van blokkades, afschaffing van het thuiskopieheffingenstelsel per 1 januari 2014 en laten vervallen van uitbreiding van thuiskopieheffing naar settopboxen met hardeschijf. Update: Woordelijk verslag AO hier en VAO hier.

Hieronder alle verzoeken op een rij:

verzoekt de regering, af te zien van voorstellen tot wetswijzigingen die een downloadverbod tot stand brengen of anderszins het recht op het maken van een thuiskopie beperken; (29 838 nr. 56)

het verzoek zorg te dragen dat ISP's niet meer worden ingezet als politieagent via het opleggen van blokkades van (een gedeelte van) het internet en zich fel te verzetten tegen pogingen binnen WCIT om het beheer van het internet aan te passen op zo'n manier dat internetvrijheid beperkt wordt; (29 838 nr. 57.)

verzoekt de regering, alles in het werk te stellen om het heffingenstelsel met ingang van 1 januari 2014 af te schaffen en te komen met een alternatief handhavingsmechanisme dat zich uitsluitend richt op grootschalige en/of commerciële inbreuken op het auteursrecht; (29 838 nr. 58) en

verzoekt de regering, de thuiskopie-AMvB zodanig aan te passen dat de uitbreiding van de thuiskopieheffing naar settopboxen met harde schijf komt te vervallen; (29 838 nr. 59).

Motie van leden Verhoeven en Oosenbrug, Auteursrechtbeleid, kamerstukken II, 2012/13, 29 838 nr. 56.

overwegende dat er recent weer discussie is ontstaan over eendownloadverbod; verzoekt de regering, af te zien van voorstellen tot wetswijzigingen die een downloadverbod tot stand brengen of anderszins het recht op het maken van een thuiskopie beperken,

Motie van de leden Verhoeven en Oosenbrug, Auteursrechtbeleid, kamerstukken II, 2012/13, 29 838 nr. 57.

overwegende dat het internet, om zijn belangrijke rol te kunnen blijven vervullen, gevrijwaard moet zijn van censuur en onafhankelijk moet zijn;

overwegende dat de vrijheid en onafhankelijkheid van het internet recent op verschillende manieren bedreigd wordt, doordat van internet service providers (ISP's) wordt gevraagd dat zij bepaalde websites blokkeren en zo de rol van politieagent aan internet service providers (ISP's) wordt opgedrongen, maar ook via voorstellen bij de WCIT in Dubai om het beheer van internet aan de VN en daarmee aan machtige landen binnen de VN uit handen te geven;

verzoekt de regering, zorg te dragen dat ISP's niet meer worden ingezet als politieagent via het opleggen van blokkades van (een gedeelte van) het internet en zich fel te verzetten tegen pogingen binnen WCIT om het beheer van het internet aan te passen op zo'n manier dat internetvrijheid beperkt wordt,

Motie van de leden Oskam en Taverne, Auteursrechtbeleid, kamerstukken II, 2012/13, 29 838 nr. 58.

constaterende dat er met ingang van 1 januari 2013 een uitbreiding plaatsvindt van de thuiskopieheffing waardoor deze heffing onder andere komt te rusten op smartphones en tablets;

constaterende dat de EU-richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij lidstaten dwingt een keuze te maken tussen een heffingenstelsel of een downloadverbod;

overwegende dat het heffingenstelsel een sterke administratieve belasting betekent voor het bedrijfsleven en ook consumenten zal raken die hun muziek en films wel via legale weg hebben aangeschaft en dat zij dus dubbel moeten betalen;

overwegende dat een heffingenstelsel de schijn wekt dat het onrechtmatig handelen ermee wordt afgekocht en dus wordt gelegaliseerd;

overwegende dat herziening van het auteursrecht kan bijdragen aan invoering van nieuwe businessmodellen en een daadwerkelijke marktwerking in de muziek- en filmindustrie;

verzoekt de regering, alles in het werk te stellen om het heffingenstelsel met ingang van 1 januari 2014 af te schaffen en te komen met een alternatief handhavingsmechanisme dat zich uitsluitend richt op grootschalige en/of commerciële inbreuken op het auteursrecht,

Motie van het lid Oskam, Auteursrechtbeleid, kamerstukken II, 2012/13, 29 838 nr. 59.

constaterende dat de thuiskopieheffing per 1 januari 2013 wordt uitgebreid naar settopboxen met een harde schijf;

constaterende dat settopboxen met harde schijf worden gebruikt voor zeer tijdelijke thuiskopieën van legale audiovisuele content, zoals pauzeren, uitgesteld kijken en bufferen van on demand-streams, voor welk gebruik kabelbedrijven reeds toestemming van rechthebbenden hebben;

constaterende dat settopboxen met harde schijf door de kabelsector zodanig zijn beveiligd dat hierop geen illegale kopieën kunnen worden opgeslagen en tijdelijk hierop opgeslagen content niet kan worden gedeeld via internet;

van mening dat de uitbreiding van de thuiskopieheffing naar settopboxen met harde schijf zal leiden tot onwenselijke dubbele betalingen voor dezelfde gebruiksrechten;

verzoekt de regering, de thuiskopie-AMvB zodanig aan te passen dat de uitbreiding van de thuiskopieheffing naar settopboxen met harde schijf komt te vervallen,

IEF 12124

Uitleg over settopbox als aangewezen voorwerp

Beantwoording kamervraag over de aanwijzing van settopboxen in het thuiskopiebesluit, kenmerk 330689.

Een settopbox is een apparaat waarmee televisiesignalen worden gedecodeerd. Veel modellen bevatten een harde schijf, waarop kan worden gekopieerd. Het Besluit van 23 oktober 2012 [IEF 11927], houdende aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet (Stb 2012, 505) voorziet per 1 januari 2013 in een heffing op een aantal voorwerpen waarop een privékopie kan worden gemaakt van een met auteursrecht beschermd werk.

De aanwijzing van de voorwerpen waarop een vergoeding rust, is gebaseerd op het advies van de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoedingen (SONT). De SONT heeft voor haar advies als uitgangspunt genomen dat voorwerpen die voor meer dan 10% worden gebruikt voor thuiskopiëren, in aanmerking worden genomen voor de heffing. Op basis van onderzoek naar het gebruik van voorwerpen in de markt (afkomstig van Gfk) is de SONT tot de conclusie gekomen dat settopboxen voor meer dan 10% worden gebruikt voor thuiskopiëren. Ik heb geen aanleiding gezien om in het thuiskopiebesluit af te wijken van dit advies.