Mediarecht  

IEF 17687

Geen rectificatie van artikel over zaaddonor die zwijgt over Asperger

Rechtbank Amsterdam 21 mrt 2018, IEF 17687; ECLI:NL:RBAMS:2018:1543 (eiser tegen De Persgroep), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-rectificatie-van-artikel-over-zaaddonor-die-zwijgt-over-asperger

Rechtbank Amsterdam 21 maart 2018, IEF 17687 ; ECLI:NL:RBAMS:2018:1543 (eiser tegen De Persgroep) Onrechtmatige perspublicatie artikel in het AD en op haar website. Niet onrechtmatig jegens eiser. Dat eiser als spermadonor verzwijgt dat bij hem de diagnose Asperger is gesteld is een maatschappelijke misstand. Zie eerder de afgewezen klacht bij de RvdJ [2011/78]. Bij eiser is in 2008 de diagnose ‘syndroom van Asperger’ gesteld en biedt via internet aan als zaaddonor te fungeren en gebruikt daarbij afwisselend zijn drie officiële voornamen. AD publiceert artikelen (2011) met als titel: “Zaaddonor (30) zwijgt over ziekte” en "Asperger-patiënt [eiser] heeft zeker twintig donorkinderen". Hoewel onduidelijk is in welke mate het syndroom van Asperger enige erfelijke component kent. De blote betwisting van eiser is onvoldoende om dit te ontkrachten. Nu deze informatie voor wensmoeders echter wel relevant is, is sprake van een misstand waaraan de Persgroep c.s. in beginsel aandacht heeft mogen besteden. Vordering tot rectificatie wordt afgewezen.

Misstand?
4.9. Vaststaat dat [eiser] in zijn gesprekken met wensmoeders niet – althans niet altijd – heeft verteld dat bij hem de diagnose syndroom van Asperger is gesteld. Dit strookt ook met zijn standpunt dat hij vindt dat deze informatie niet behoeft te worden gedeeld met de wensmoeders. Nu, zoals hiervoor reeds is overwogen, deze informatie voor wensmoeders echter wel relevant is, is sprake van een misstand waaraan de Persgroep c.s. in beginsel aandacht heeft mogen besteden in het kader van haar taak informatie en ideeën van publiek belang te verspreiden en haar vitale rol van publieke waakhond te spelen. Dit is slechts anders, indien in dit geval het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van [eiser] zwaarder zou moeten wegen. Ter beantwoording van die vraag wordt het volgende overwogen.

4.15. De conclusie is dan ook dat de inhoud van de publicaties voldoende steun in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal vindt. Voor zover al van enige feitelijke onjuistheid in de publicaties sprake zou zijn, is die niet van zodanige aard dat daarmee de belangenafweging in dit geval in het voordeel van [eiser] zou moeten uitvallen.

Wederhoor?
4.16. Ten aanzien van het betoog van [eiser] dat geen deugdelijke wederhoor heeft plaatsgevonden, wordt het volgende overwogen. Vaststaat dat voorafgaand aan de publicaties een telefoongesprek heeft plaatsgevonden tussen de journalist van het AD en [eiser] . In dat telefoongesprek is [eiser] gehoord. Dat, zoals [eiser] stelt, afgesproken zou zijn dat hij ook nog voorafgaand aan de publicatie(s) inzage zou hebben in het artikel, heeft de Persgroep c.s. betwist en heeft [eiser] niet voldoende onderbouwd. Maar ook als dat anders was, wordt bij gebrek aan belang geen gevolg gegeven aan het bewijsaanbod dat [eiser] ter gelegenheid van de comparitie ten aanzien van dit geschilpunt heeft gedaan. De rechtbank acht het, gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, namelijk niet waarschijnlijk dat [eiser] de Persgroep c.s. ervan had kunnen overtuigen dat haar voorgenomen publicaties zó onjuist waren dat die publicaties achterwege dienden te blijven of minst genomen anders moesten worden geredigeerd. De situatie zou dus niet anders zijn geweest, indien [eiser] de concepttekst had kunnen inzien. Een eventueel verzuim op dit punt kan daarom niet tot de gevolgtrekking leiden dat de Persgroep c.s. onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld.

Mate van inbreuk
4.17. [eiser] is door de opgenomen afbeelding waarbij zijn ogen en een groot deel van zijn gezicht door middel van blokjes zijn afgeschermd, slechts in kleine kring herkenbaar. De Persgroep c.s. heeft ter zitting naar voren gebracht dat [eiser] bij het boodschappen doen in de supermarkt niet zal worden herkend. [eiser] heeft dit niet betwist. Wel zal hij - in overeenstemming met een van de doelen die de Persgroep c.s. met de publicaties heeft gehad - door de combinatie van zijn op internet gebruikte namen, woonplaats en leeftijd worden herkend door de wensmoeders die met hem in contact zijn getreden en bij wie de inseminatie al heeft plaatsgevonden, respectievelijk die nog overwegen tot inseminatie over te gaan. De rechtbank acht deze herkenbaarheid in kleine kring een beperkte inbreuk op de privacy van [eiser] . Bovendien weegt het maatschappelijk belang dat met de publicaties is gediend - in het bijzonder het waarschuwend effect op de wensmoeders - in dit geval zwaarder.

4.18. Ten overvloede wordt nog overwogen dat de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting niet van toepassing is op de pers. [eiser] doet dan ook tevergeefs een beroep op de daarin opgenomen waarborgen ter bescherming van de privacy van een zaaddonor.

IEF 17685

Geen aantasting van de nagedachtenis van betrokkene met BNN-VARA-documentaire over stalking

Rechtbank Amsterdam 16 apr 2018, IEF 17685; ECLI:NL:RBAMS:2018:2955 (eiseres tegen Halal Docs en BNN-Vara), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-aantasting-van-de-nagedachtenis-van-betrokkene-met-bnn-vara-documentaire-over-stalking

Vzr. Rechtbank Amsterdam 16 april 2018, IEF 17685; ECLI:NL:RBAMS:2018:2955 (eiseres tegen Halal Docs en BNN-Vara) Onrechtmatige perspublicatie. Verbod uitzending (deel) documentaire. Aantasting van de nagedachtenis van betrokkene. Halal Docs heeft een documentaire gemaakt over wijlen betrokkene die door de strafrechter is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor stalking. Eiseres, moeder van de overleden man, vindt dat haar zoon eenzijdig negatief in beeld wordt gebracht en vordert verwijdering van de beelden van de arrestatie; de beelden waarin de suggestie ligt dat hij X zal vermoorden; de beelden die zonder toestemming van de familie op de uitvaart zijn gemaakt; en de beelden waarin portretrecht wordt geschonden. Van aantasting in de persoon of schaden eer of goede naam van moeder is onvoldoende gebleken. Betrokkene heeft kennelijk op enig moment ingestemd met het opnemen van bewegende beelden van hem ten behoeve van de film. De arrestatiescène stelt betrokkenen niet ten onrechte in een negatief daglicht. De afweging tussen de belangen van betrokkene, ware hij nog in leven geweest, en die van Halal Docs c.s. leidt ertoe dat een beperking van de uitingsvrijheid niet gerechtvaardigd zou zijn geweest (ex artikel 6:106, eerste lid, onder c BW). Daaruit volgt dat eiseres zich niet op die grond kan verzetten tegen de uitzending.

IEF 17681

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey, IP-Atelier.

Uitlatingen FNV over loon en krakkemikkige stoelen vinden geen steun in feiten

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 mei 2018, IEF 17681; (Osseveld en Zevenhuizen Have tegen FNV), https://ie-forum.nl/artikelen/uitlatingen-fnv-over-loon-en-krakkemikkige-stoelen-vinden-geen-steun-in-feiten

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 mei 2018, IEF 17681 (Osseveld en Zevenhuizen Have tegen FNV) Onrechtmatige publicatie. Arrest in kort geding. FNV verwijt dat medewerkers van Ten Have c.s. niet het cao-loon krijgen dat zij verdienen. Uit de door FNV overlegde producties blijkt niet dat haar uitlatingen ter zake voldoende steun vinden in het ten tijde van de publicaties beschikbare feitenmateriaal. Ook indien met FNV moet worden aan aangenomen dat een medewerker na één jaar dient door te stromen, is er geen misstand die de in de publicaties gebezigde kwalificaties rechtvaardigt. Het tweede verwijt van FNV is dat Ten Have c.s. verouderde en krakkemikkige stoelen heeft. Ten Have c.s. heeft het gemaakte verwijt gemotiveerd weersproken en aangevoerd dat de stoelen voldeden aan de geldende Arbo normen. Dat de uitlating in de flyer voldoende steun vindt in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal is derhalve ook in hoger beroep niet komen vast te staan. Het hof bekrachtigt het vonnis [IEF 16034] waarvan beroep.

IEF 17682

Geen verbod op voorhand van publicatie Quote-artikel

Rechtbank Amsterdam 26 jan 2018, IEF 17682; ECLI:NL:RBAMS:2018:2389 (Eiser tegen Quote), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verbod-op-voorhand-van-publicatie-quote-artikel

Vzr. Rechtbank Amsterdam 26 januari 2018, IEF 17682; ECLI:NL:RBAMS:2018:2389 (Eiser tegen Quote) Mediarecht. Zie eerder IEF 17452. Van de voorgenomen publicatie die het onderwerp van dit geschil is, is de inhoud nog niet bekend. Weliswaar heeft Quote erkend een artikel over eiser te zullen publiceren, dat in concept vrijwel gereed is, maar hoe dat artikel er precies uit zal zien staat nog niet vast. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de publicatie niettemin onrechtmatig zal zijn. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat Quote zich schuldig maakt aan suggestieve vraagstelling. De vragen uit de in het geding gebrachte vragenlijst bevatten onvoldoende aanknopingspunten om daaraan het predicaat suggestief te verbinden, door het stellen van die ingebrachte vragen maakt een op handen zijnde onrechtmatige publicatie zeer waarschijnlijk maakt. De vordering tot verbod op voorhand van publicatie artikel over eiser wordt afgewezen.

IEF 17660

Uitspraak ingezonden door Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger.

Het doel van De Belbus is dat door haar bemoeienis een conflict wordt opgelost

Rechtbank Midden-Nederland 11 apr 2017, IEF 17660; (A tegen BNN-VARA), https://ie-forum.nl/artikelen/het-doel-van-de-belbus-is-dat-door-haar-bemoeienis-een-conflict-wordt-opgelost

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 11 april 2018, IEF 17660 (A tegen BNN-VARA) Mediarecht. A handelt in de matrassen. Klanten kunnen deze 60 dagen kosteloos proberen, er werd wel een aanbetaling gevraagd. A stelt de levering aan G meermaals uit, zij doet aangifte en neemt contact op met De Belbus van het programma KASSA. Na aankondiging met cameraploeg langs te komen is de aanbetaling met compensatie terugbetaald, toch is er aandacht aan besteed door Kassa. Na de uitzending heeft BNN-VARA nog tientallen soortgelijke klachten ontvangen. Ook AVROTROS besteedt aandacht in haar programma Opgelicht?! Uit de terugkoppeling van het strafrechtelijk onderzoek blijkt dat de "ondernemer in zwaar weer terecht is gekomen en een (groot) aantal verkeerde zakelijke beslissingen heeft genomen." Doel van de Belbus is dat door haar bemoeienis een (langlopend) conflict wordt opgelost. De handelswijze van de Belbus is wellicht onzorgvuldig en suggestief, maar het betekent niet dat de uitzending onrechtmatig is. A is tevens nadrukkelijk in de gelegenheid gesteld om later op camera weerwoord te geven, maar op grond van gezondheidsklachten wordt daarvan afgezien. De vordering wordt afgewezen.

IEF 17656

Hof bevestigt dat artikelen over ontploffing handgranaat in kantoorvilla niet onrechtmatig zijn

Hof Amsterdam 24 apr 2018, IEF 17656; ECLI:NL:GHAMS:2018:1350 (appellanten tegen Het Parool), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-bevestigt-dat-artikelen-over-ontploffing-handgranaat-in-kantoorvilla-niet-onrechtmatig-zijn

Hof Amsterdam 24 april 2018, IEF 17656; ECLI:NL:GHAMS:2018:1350 (appellanten tegen Het Parool) Mediarecht. Ontploffing van een handgranaat in een kantoorvilla in Amsterdam, waar een advocatenkantoor en een vastgoedbedrijf zijn gevestigd. Het Parool speculeert in diverse artikelen over het vastgoedkantoor als het mogelijke doelwit. Achteraf gezien blijkt dat het advocatenkantoor te zijn. De artikelen zijn echter niet onrechtmatig, want ze vinden voldoende steun in het destijds beschikbare feitenmateriaal. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep [IEF 16331].

IEF 17645

Uitspraak ingezonden door Jaap Versteeg en Merel Teunissen, Versteeg Wigman Sprey advocaten.

Ex-vriend van Gordon mag affectieve en seksuele relatie niet in de media ontkennen

Rechtbank Midden-Nederland 23 apr 2018, IEF 17645; ECLI:NL:RBMNE:2018:1676 (Ex-vriend tegen Gordon), https://ie-forum.nl/artikelen/ex-vriend-van-gordon-mag-affectieve-en-seksuele-relatie-niet-in-de-media-ontkennen

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 23 april 2018, IEF 17645; ECLI:NL:RBMNE:2018:1676 (Ex-vriend tegen Gordon) Kort geding. Onrechtmatige uitingen op social media. Eiser vordert verwijdering van alle publicaties in ruimste zin van het woord. Er is echter geen reden om te verwachten dat uitingen weer op Facebook of Instagram geplaatst worden. Contactverbod afgewezen. In reconventie: Gedaagde mag affectieve en seksuele relatie niet in media ontkennen. Een verdere beperking van de vrijheid van meningsuiting van eiser wordt vooralsnog niet noodzakelijk geacht.

IEF 17634

CvdM-boetes voor Omroep Limburg terecht opgelegd vanwege sponsorverbod

Rechtbank Limburg 31 jan 2018, IEF 17634; ECLI:NL:RBLIM:2018:883 (Stichting Omroep Limburg tegen CvdM), https://ie-forum.nl/artikelen/cvdm-boetes-voor-omroep-limburg-terecht-opgelegd-vanwege-sponsorverbod

Rechtbank Limburg 31 januari 2018, IEF 17634 ; ECLI:NL:RBLIM:2018:883 (Stichting Omroep Limburg tegen CvdM) Mediarecht. Boete, artikel 2.106 en artikel 2.108 Mediawet 2008. Media-aanbod van educatieve aard, sponsorverbod, producten of diensten van de sponsor. CvdM heeft de Stichting Omroep Limburg terecht een boete van €239.000 opgelegd voor de gezondheidsprogramma’s wegens overtreding van het sponsorverbod, nu de betreffende programma’s niet educatief maar informatief van aard zijn. Voorts heeft CvdM terecht een boete heeft opgelegd voor het programma Kunst op de Bonnefooi nu hierin een dienst van de sponsor is getoond terwijl de sponsor een bijdrage in geld heeft verstrekt. Dat voor elke aflevering van het programma Kunst op de Bonnefooi een sponsorbedrag van slechts € 375,- is ontvangen, vormt geen reden voor een boeteverlaging. Er is geen aanleiding tot (een verdere) matiging van de boetes.

 

IEF 17623

In het bezit zijn van telefoonlijst, betekent nog niet dat X (mede)verantwoordelijk is voor verspreiding van Quote-artikel

Rechtbank Overijssel 23 mrt 2018, IEF 17623; ECLI:NL:RBOVE:2018:1242 (SolidNature-RevealRox tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/in-het-bezit-zijn-van-telefoonlijst-betekent-nog-niet-dat-x-mede-verantwoordelijk-is-voor-verspreidi

Vrz. Rechtbank Overijssel 23 maart 2018, IEF 17623; ECLI:NL:RBOVE:2018:1242 (SolidNature-RevealRox tegen X) Lastercampagne. Art. 843a Rv. Bewijsbeslag. Bij verstekvonnis zijn Twitter en Wordpress veroordeeld tot verwijdering van de GABME-berichtgeving [IEF 17436] . De voorzieningenrechter van beveelt Your Hosting B.V. tot het ontoegankelijk maken van de website www.gabme.org en het verstrekken van gegevens van de domeinhouder [IEF 17452]. De voorzieningenrechter heeft in het vonnis voorshands geoordeeld dat de website onderdeel is van een constructie met een onrechtmatig karakter. Er waren echter geen aanknopingspunten om aan te nemen dat Quote op onrechtmatige wijze ongefundeerde ernstige beschuldigingen zou gaan publiceren [IEF 17604]. Er is, met verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank conservatoir bewijsbeslag gelegd, ten laste van [X] en A vordert om aan de gerechtsdeurwaarder (Groot & Evers) en DigiJuris toestemming te verlenen afschriften van de Beslagen Bescheiden aan hen te verstrekken. Beoordeeld moet worden of een redelijk vermoeden van onrechtmatig handelen (constructie van de anonieme GABME) kan worden afgeleid. Er zijn geen aanknopingspunten waarmee enig verband tussen X en de publicatie van de GABME-berichten kan worden gelegd. De vordering wordt afgewezen. Dat X in het bezit was van de telefoonlijst van SolidNature impliceert nog niet dat die gegevens zijn doorgespeeld aan Quote, laat staan dat X (mede)verantwoordelijk is voor de verspreiding van het Quote-artikel.

IEF 17582

Artikel 36 en 46 Wbp is niet bedoeld om onwelgevallig, maar niet onrechtmatige artikelen via verwijderingsverzoek aan Google aan het publiek te onttrekken

Rechtbank Limburg 20 mrt 2018, IEF 17582; ECLI:NL:RBLIM:2018:2751 (Verzoeker tegen Google), https://ie-forum.nl/artikelen/artikel-36-en-46-wbp-is-niet-bedoeld-om-onwelgevallig-maar-niet-onrechtmatige-artikelen-via-verwijde

Rechtbank Limburg 20 maart 2018, IEF 17582; IT 2520; ECLI:NL:RBLIM:2018:2751 (Verzoeker tegen Google) Mediarecht. Bescherming persoonsgegevens. Verwijdering uit zoekmachine Google Search: het recht om vergeten te worden, belangenafweging. Een verzoek op grond van artikel 36 jo. 46 Wbp is echter niet bedoeld om die procedure te omzeilen en kan evenmin worden aangewend om onwelgevallige, maar niet onrechtmatige artikelen via de omweg van een verwijderingsverzoek aan een zoekmachine-exploitant aan het zicht van het publiek te onttrekken.