Seksueel expliciet beeldmateriaal op internet zetten is onrechtmatig: immateriële schadevergoeding € 35.000 toegewezen
![Klik voor grotere versie](/img/custom/upload/Camera-foto-5af5564f-75c4-4816-984a-73a8c35ff8c2.jpg)
Hof Amsterdam 10 juli 2018, IEF 17839; ECLI:NL:GHAMS:2018:2382 (Onrechtmatig verspreid beeldmateriaal) Geïntimeerde heeft van 1999 tot en met 2008 een affectieve relatie gehad met Appellant. Partijen hebben in 2008 video-opnamen gemaakt van hun seksleven. Geïntimeerde heeft daarbij als voorwaarde gesteld dat het beeldmateriaal in haar huis blijft en strikt privé dient te blijven. Op enig moment in 2008 heeft Appellant het beeldmateriaal uit het huis van Geïntimeerde ontvreemd en op een website geplaatst, voorzien van de voor- en achternaam van Geïntimeerde, haar professie en woonplaats. Het beeldmateriaal is veelvuldig gekopieerd en gedeeld. In eerste aanleg heeft Appellant niet betwist dat hij onrechtmatig heeft gehandeld en de omvang van de immateriële schadevergoeding van € 35.000,- niet betwist. Het bestreden vonnis wordt bekrachtigd. Er wordt overwogen dat Appellant doelbewust heeft gehandeld en dat het voor hem voorzienbaar was dat het beeldmateriaal zich verder zou verspreiden op het internet. Geïntimeerde ondervindt ook na 2014 nog steeds de gevolgen van het handelen van Appellant. Er is geen grond hem voor deze gevolgen niet aansprakelijk te houden. Al met al wordt het door de rechtbank toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding passend geacht. De grieven falen.