Alle rechtspraak  

IEF 571

HvJ verdient biertje

  Arrest van het Hof van 30 juni 2005, C-286/04 (Eurocermex sa/BHIM) Het Belgische bedrijf Eurocermex verhandelt het Mexicaanse bier Corona in Europa. Het Corona bier is vooral in de zomermaanden mateloos populair en wordt vaak met een schijfje citroen vastgeklemd in de hals van het flesje aangeboden.

Er zijn verschillende redenen om een stukje citroen alvast toe te voegen aan een biertje. Een van de redenen is dat als je een slok neemt direct de citroensmaak proeft. In Mexico wordt het citroentje toegepast om de vliegen te verjagen. Toch probeerde het Belgische bedrijf het doorzichtige, met een gehele vloeistof gevulde fles met een lange hals waarin een schijfje citroen met groen schil is vastgeklemd, als gemeenschapsmerk aan te vragen. Terecht is dit geweigerd omdat het elk onderscheidend vermogen mist.

Zowel het BHIM en het Gerecht van Eerste Aanleg hebben de aanvraag afgewezen voor de waren “bieren, mineralen en gazeuse wateren, vruchtensappen” van klasse 32 en de diensten “restaurants, bars, snackbars” van klasse 42, op grond dat het merk elk onderscheidend vermogen mist. Het Belgische bedrijf laat het hierbij niet zitten en stapt naar het Hof. Het Hof maakt korte metten met de opgeworpen middelen: “In casu beperkt rekwirante zich ertoe haar in eerste aanleg gevoerde betoog met betrekking tot onvoldoende motiveren van de omstreken beslissing te herhalen, en preciseert zij niet in welke opzicht het Gerecht in het bestreden arrest blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting”.

Het Hof van Justitie wijst de gevraagde voorziening af. Het zou te gek voor woorden zijn indien dit vormmerk wel zou zijn toegewezen, wetende dat het citroentje wordt toegevoegd om de vliegen te verjagen. Het is eigenlijk ongelooflijk dat het Hof van Justitie serieus op dit soort zaken ingaat.

Lees het arrest hier.

IEF 568

Vers van de rechter

Hoge Raad, 28 juni 2005, LJN: AT4426, 03665/04. "Bewezenverklaard is dat verdachte inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van "een ander of anderen". In de bewijsmiddelen heeft het hof vastgesteld dat X rechthebbende is op dat auteursrecht en dat verdachte zonder diens toestemming heeft gehandeld. Omtrent andere rechthebbenden houden de bewijsmiddelen niets in. Met een en ander is niet verenigbaar 's Hofs oordeel aangaande de vordering van de benadeelde partij X dat "de vraag of X auteursrechthebbende is in dit strafgeding niet voldoende duidelijk beantwoord kan worden". Lees arrest.

Rechtbank Almelo, 29 juni 2005, LJN: AT8475,  71495 / KG ZA 05-147.  "Inbreuk op woordmerk Complimints aangenomen. Tekening zijnde de gebruiksaanwijzing op de onderzijde van een ClicClac-doosje is geen werk in de zin van de Auteurswet."  Lees vonnis.

Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 30 juni 2005, LJN: AT8482,147164 /KG ZA 05-331. "Maakt de door Gerard van den Berg ontworpen Highback fauteuil inbreuk op auteurs- en modelrechten van de VIP fauteuil van Harvink Collections?" Lees vonnis.

IEF 561

Oog om oog, merk om merk(2)

In aansluiting op eerdere berichten, meldt het ANP vandaag dat evenementenorganisatie Q-dance een kort geding aanspant tegen Noordzee FM, om te voorkomen dat het radiostation haar naam verandert in Q-Music. Het nieuwe moederbedrijf van Noordzee, de Vlaamse Media Maatschappij (VMM) registreerde in april 2001 de merknaam Q-Music bij het BMB. Q-dance werd daar vier maanden later geregistreerd. 

Q-dance zou zich nu willen beroepen op een "oudere registratie van de handelsnaam." Q-dance werd in 2000 geregistreerd als domeinnaam. De registratie als bedrijfsnaam bij de KvK volgde in januari 2001. Q-dance is organisator van grootschalige dance-evenementen in Nederland. "We zijn allebei actief in de muziek en we richten ons allebei voornamelijk op jongeren. Dat gaat niet samen", zegt woordvoerder Dirk-Jan Stip. "Je moet er toch niet aan denken dat ons bedrijf wordt geassocieerd met een zender die muziek van bijvoorbeeld Frans Bauer uitzendt. En VMM mag dan een Vlaamse reus zijn, daar zijn wij absoluut geen moment bang voor. Laat maar komen." De advocaat van Q-dance is Jacqueline Schaap (Klos Morel Vos & Schaap).

IEF 553

Look-a-likes (4): het vonnis

Vonnis in de zaak Gouden Gids/iLocal (eerdere berichten hier)  is inmiddels gepubliceerd: Vzngr. Rechtbank Breda, 24-06-2005, LJN: AT8316 146762 / KG Z A 05-310. 

"Door gebruik te maken van een advertentie die zozeer gelijkend is aan de omslag van Gouden Gids lift Yellow Bear mee op de bekendheid en de goodwill van Gouden Gids, hetgeen in strijd is met art. 6:194a lid 2 sub g BW. Door aan te haken bij de bekendheid van de recente reclamecampagne van Gouden Gids en tegelijkertijd in de advertentie het publiek op te roepen de Gouden Gids de rug toe te keren, wordt de goede naam en reputatie van Gouden Gids geschaad. Door zich daarbij denigrerend en afbrekend over de dienst-verlening van Gouden Gids uit te laten tracht Yellow Bear met deze advertentie op oneerlijke wijze te profiteren van de bekendheid van Gouden Gids en haar reclame-campagne ten detrimente van Gouden Gids. Ook aan het vereiste van art. 6:194a lid 2 sub e BW voldoet de vergelijkende reclame derhalve niet.

De advertentie voor iLocal.nl voldoet evenmin aan artikel 6: 194a lid 2 sub d BW, omdat sprake is van verwarring met de diensten van Gouden Gids. Het overgrote gedeelte van het publiek zal vluchtig kennis nemen van de advertentie voor iLocal.nl en onmiddellijk veronderstellen met Gouden Gids van doen te hebben, omdat iLocal.nl alle kenmerken van de advertenties van Gouden Gids heeft gebruikt. Dit geldt in ieder geval voor die reclame-uiting waarin de toelichting ontbreekt, te weten de folder die onder Makro-klanten is verspreid. Bovendien neemt de toelichting van iLocal.nl, zoals in de advertentie geplaatst in De Telegraaf, een ondergeschikte plaats in. Lees vonnis.

IEF 542

Advertising Property

Annotatie Jan Kabel/Laura Fresco bij Vzngr. Rb. Amsterdam 13 januari 2005 (McDonald's / Burger King), IER, 2005-3, p. 194-199. Interessante noot over het begrip 'Advertising Property', overgewaaid uit de VS, wat zoveel wil zeggen als alles waaraan een adverteerder herkend kan worden en wat een adverteerder daarom graag zou willen beschermen. Zou willen, want tussen droom en daad staan nog altijd wetten in de weg, en praktische bezwaren. In het besproken vonnis moet eiser McDonald's weliswaar uiteindelijk aan het langste eind, maar moet daarvoor wel veel incasseren.     

"Zogenaamde Advertising Properties worden hier tegen belachelijk maken beschermd. Het gaat hier niet om een parodie (in de heel ruime zin van het woord) op een merk, omdat er volgens dit vonnis geen sprake is van gebruik van het merk zoals het is gedeponeerd. Wat wel zichtbaar is van de advertising property van McDonald's, is de standaarduitrusting van een clown en die is als zodanig niet voor merkenrechtelijke bescherming vatbaar. Een uitdrukkelijke parodie-exceptie is ook vreemd aan het merkenrecht, zeker als het, zoals hier, om een parodie in commerciële verhoudingen gaat." Lees annotatie hier.

IEF 538

Turkse overmacht

Arrest GvEA, 22 juni 2005, zaak T-34/04. Plus / OHIM - Bälz en Hiller (Turkish Power). Plus Warenhandelsgesellschaft mbH gebruikt het woordmerk POWER voor tabak e.d. Zij stelde oppostitie in tegen het woord- en beeldmerk Turkish Power dat eveneens gebruikt wordt voor de waren in klasse 34 (tobacco, smokers' articles and matches). Tussen de woorden "Turkish" en "Power" is een leeuwenkop afgebeeld. 

Het GvEA bevestigt het oordeel van het Second Board of Appeal dat als volgt luidde:

"the verbal element ‘Turkish’ of the sign sought and its figurative element, which consists of a lion’s head, could not be overlooked and that, even if the lion’s head alluded to the idea of strength, it was not a straightforward transposition of that idea. Moreover, the Second Board of Appeal stated that the element ‘Turkish’ could not be neglected either as it was important at a visual and aural level and that the overall meaning of the terms ‘Turkish power’ differed from that of the term ‘power’."

In de beoordeling of er sprake van verwarringsgevaar tussen beide merken aanwezig is, oordeelt het GvEA negatief:

The earlier national mark is a word mark, whilst the competing sign is covered by an application for registration as a figurative Community mark made up of the two terms ‘Turkish’ and ‘power’ separated by a roaring lion’s head with an elaborate mane. (rov 49); On account of its central position, this figurative element gives the sign sought a visual structure which is completely different from that of the earlier national mark. (rov 53) Nevertheless, the figurative element showing the lion’s head is, by virtue of its abovementioned characteristics, of such a kind as to neutralise, to a great extent, the relative conceptual similarity of the two conflicting signs arising from their common component ‘power’. (rov 62)

Het verweer dat het element "Power " het dominante bestanddeel in "Turkish Power" zou vormen wordt eveneens verworpen door het GveA:

It is not therefore evident that the element ‘power’ constitutes the dominant component of the sign sought, as maintained by the applicant, nor that it determines the overall impression given by the latter to the point that there is a clear likelihood of confusion on the part of the relevant German public. (rov 71)

 

IEF 522

A walking, talking trademark

De U.S. Court of Appeal heeft gisteren uitgemaakt dat een schilderij waarop Tiger Woods is afgebeeld, geen inbreuk maakt op de merkrechten die de golfer op zijn uiterlijk heeft.

De motivatie van de rechter is, zeker in de V.S. waar sport min of meer gelijk staat aan commercie, op z'n zachtst gezegd opvallend: "We hold that, as a general rule, a person’s image or likeness cannot function as a trademark," Judge James Graham wrote in the majority opinion. "ETW (de agent van Woods, red.) asks us, in effect, to constitute Woods himself as a walking, talking trademark." Lees hier meer.