DOSSIERS
Alle dossiers

Overig  

IEF 10980

DAB logo = digitale uitzending?

RCC 13 februari 2012, dossiernr. 2011/01181 (Skyradio; DAB logo = digitale uitzending?)

Collectief merk en reclamerecht. Ten onrechte voeren van het DAB-logo. Strijd met de waarheid. In een TV-reclame wordt met :"hippe radio's en het DAB logo ten onrechte gesuggereerd dat Sky Radio digitaal uitzendt via Digital Audio Broadcasting (hierna: DAB).

“Digital Audio Broadcasting” ziet op digitale uitzending van radioprogramma’s, als alternatief voor analoge uitzending via de ether. De adverteerder heeft meegedeeld dat op dit moment in Nederland slechts de publieke radiozenders via DAB te beluisteren zijn. Sky Radio heeft pas sinds september 2011 een vergunning heeft om via DAB uit te zenden, maar zendt niet digitaal uit. De RCC doet een aanbeveling omdat deze aanduiding in strijd met de waarheid is, zij het slechts een korte tijd in de uiting.

RCC:

Voor zover deze aanduiding betreffende digitale uitzending van radioprogramma’s -zij het kort- in de onderhavige uiting is vermeld, terwijl Sky Radio weliswaar een vergunning heeft om digitaal uit te zenden, maar dat nog niet doet, acht de Commissie de uiting in strijd met de waarheid als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Het verweer dat in de uiting ook is vermeld: “Sky Radio 101 FM” en dat uit de toevoeging “101 FM” volgt dat het gaat om een etherstation en niet om een station dat te ontvangen is via DAB, ziet eraan voorbij dat deze vermelding niet ongedaan maakt dat op een aantal displays ten onrechte “DAB” is vermeld en doet daarom aan het voorgaande niet af.   

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC [red. waarheid]. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

IEF 10953

Maak van uiterlijk iPad een sterk merk

B. Kist, Maak van uiterlijk iPad een sterk merk, Het Financieele Dagblad 23 februari 2012, p.9.

Bijdrage ingestuurd door Bas Kist, Chiever.

Begin dit jaar bepaalde het Hof in Den Haag dat de Galaxy 10 Tab van Samsung geen inbreuk maakt op de geregistreerde modelrechten van de iPad. Dat Apple in deze zaak niet ook gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheden die het merkenrecht biedt, is een gemiste kans.

Met zijn modelrechten vraagt Apple bescherming voor het driedimensionale uiterlijk van de iPad, zeg maar de totale vormgeving van het apparaat. Het merkenrecht biedt echter bescherming aan onderscheidingstekens: tekens waaraan een consument de oorsprong van een bepaald product kan afleiden. Dat kan zijn de geelrode schelp van Shell, de 'swoosh' van Nike en soms de totale lay-out van een verpakking. Voor zover het om tweedimensionele beelden gaat, stelt de wet eigenlijk geen beperkingen aan wat een merk kan zijn. Alle tekens met onderscheidend vermogen kun je als merk beschermen.

Het meest kenmerkende en onderscheidende aan de iPad is het tweedimensionale beeld van het platte, gladde, donkergrijze scherm van circa 18 bij 25 cm, met ronde hoeken en een zwarte rand. Dat is het onderscheidingsteken, het merk, waaraan we de wereldbekende iPad herkennen.

En precies dat beeld is door Samsung overgenomen. Toegegeven, in een net wat ander formaat, maar toch sterk gelijkend. Ik ben in het bezig van beide apparaten en als ik thuiskom, moet ik altijd weer even goed kijken. Ik raak in verwarring door dat scherm van de Galaxy, door de gedempte kleuren, de rand, de gladheid en de ronde hoeken.

Apple zou een afbeelding van dat scherm als Europees merk moeten aanvragen. Het Europese merkenbureau zal vanwege de enorme bekendheid van de iPad zonder meer erkennen dat het hier om een onderscheidend merk gaat, waardoor het stuk eenvoudiger wordt de Galaxy-lookalike te bestrijden.

Bas Kist
Op de FD-site: hier

IEF 10922

In de tijdschriften januari 2012

Hieronder een selectie van hoofdartikelen en jurisprudentie uit de bladen van januari 2012:

 P.J. Sciarone, 'Het arrest van de Hoge Raad inzake Philips/ Postech en de Losartan-affaire - deel I' BIE 2012-1, p. 2-11.

P.A.C.E. van der Kooij, 'TRIPS en de kwekersvrijstelling', BIE 2012-1, p. 12-17.

C.F.M. de Vries, 'Subjectieve verwijtbaarheid: Een toets om de aansprakelijkheid van internet-tussenpersonen voor het faciliteren van auteurs-rechtinbreuken te beoordelen', AMI 2012/1, p. 1. e.v.

M.F.J. Haak, 'Handhaving van gemeenschapsmerken en -modellen; territoriale beperkingen?, p. 114 e.v.

V. Raus, 'Handhaving in België, BMM Bulletin 3/2011, p. 125 e.v.

Modellenrecht
HvJ EU 20 oktober, zaak C-281/10, IEF 10374, PepsiCo/GrupoPromer Mon Graphic - met noot van E.F. Brinkman  

Jurisprudentie
HvJ EU 24 november 2011 (Circus Globus) m.nt. K.J. Koelman, AMI 2012/1, nr. 2 (hier).

Rb. Utrecht 2 augustus 2011 (Cher/Universal) m.nt. M.T.M. Koedooder, AMI 2012/1, nr. 4

Jurisprudentie overzicht
Marloes Bakker, Florence Verhoestraete, Maarten Haak, Sebastien Lardinoit, Kristof Neefs

 

 

 

 

 

 

 

 

Berichten IE: website.
AMI: website.
BMM Bulletin: website, laatste editie hier.

IEF 10842

Unitair octrooi, douaneverordening en downloadverbod

Beantwoording Kamervragen over informele Raad voor Concurrentievermogen, kenmerk: IB/DE / 12010902.

 O.a. in deze brief:
1. Unitair octrooi en octrooirechtspraak,
2. Douaneverordening
3. downloadverbod

1. Unitair octrooi en octrooirechtspraak

De leden van de fracties van het CDA en de VVD informeren naar de stand van zaken van de besluitvorming over het unitair octrooi en dan met name naar het laatste openstaande punt: de vestiging van de zetel van de centrale divisie. De leden van de VVD-fractie vragen zich daarnaast af hoe groot de kans is dat Nederland de centrale divisie mag gaan huisvesten.

Zoals bekend, is het niet gelukt om in de Raad voor Concurrentievermogen van 5 en 6 december overeenstemming te bereiken over het octrooipakket. Ondanks intensieve pogingen van het Poolse voorzitterschap is het ook nadien helaas niet gelukt daarover overeenstemming te bereiken. Belangrijkste punt van discussie is inderdaad nog de zetel van de centrale divisie van het octrooigerecht. Daarvoor hebben verschillende landen, waaronder Nederland, zich kandidaat gesteld. Nederland zet zich actief in voor deze kandidatuur en heeft een aantrekkelijk aanbod gedaan, maar de concurrentie van andere kandidaten is groot. Het is daarom niet goed mogelijk om een inschatting van de kansen van Nederland te maken. Nederland heeft aangedrongen en zal blijven aandringen op een spoedige afronding van het octrooidossier gezien het belang ervan voor versterking van het Europese groeivermogen. Zowel voor het Europese innovatievermogen als een sterkere interne markt is het octrooi een belangrijke prioriteit.

2. Douaneverordening

(...) Het voorstel heeft als doel het aanbrengen van verbeteringen en verduidelijkingen ten aanzien van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten door de douane, waardoor de rechtszekerheid voor alle betrokken partijen vergroot wordt. De focus van deze verordening dient te liggen op de bestrijding van namaakgoederen en niet op de controle van legitieme handel. De besluitvorming in de Raad over dit voorstel is nog gaande, maar op het punt van de parallelhandel ziet het er naar uit dat een groot aantal lidstaten een wijziging op dit punt ten aanzien van de huidige douaneverordening onwenselijk vinden. Het Europees Parlement, die zich ook over deze verordening zal uitspreken, is overigens nog verdeeld over het al dan niet opnemen van parallelhandel in het toepassingsgebied.

3. Downloadverbod

In het kader van de discussie over de digitale interne markt vragen de leden van de PvdA-fractie wat de vorderingen zijn bij de Europese onderhandelingen en besprekingen rond het downloadverbod.

In de recente EU mededeling over e-commerce kondigt de Commissie aan zich te bezinnen op efficiënte methoden om onrechtmatige informatie op internet te (laten) verwijderen. Zij wil dit jaar een effectbeoordeling uitvoeren om een aantal opties hiervoor te verkennen. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie zal de ontwikkelingen dienaangaande in samenspraak met mij nauwlettend volgen.

In verband met de ontwikkeling van de digitale markt is voorts aangekondigd dat de Europese Commissie voorstellen zal indienen voor een Europees systeem voor het licentiëren van auteursrechten, voor een kaderrichtlijn voor collectief beheer en voor een herziening van de richtlijn handhaving Intellectuele Eigendomsrechten. Deze worden voorzien in de loop van 2012.

De discussie over de aanpak van downloaden van onrechtmatig verveelvoudigd of geopenbaard materiaal als zodanig zal in de EU naar verwachting plaats gaan vinden in het kader van de door de Commissie aangekondigde herziening van het thuiskopiestelsel in de EU. De Commissie bezint zich momenteel op de opties voor herziening van dit stelsel. Uw Kamer zal na het verschijnen van deze voorstellen geïnformeerd worden over de Nederlandse positie ten aanzien van deze voorstellen.

IEF 10835

Kroniek internetrecht 2011

A. Engelfriet, Kroniek internetrecht 2011, Ius mentis 22 januari 2012.

Een bijdrage van Arnoud Engelfriet, ICTRecht.

 

Inhoudsopgave:
1. Auteursrecht

2. Merken, Adwords en domeinnamen
3. Innovatie

4. Meningsuiting

 

1. Auteursrecht
Op al je punten gelijk krijgen en toch verliezen: FTD moest sluiten, ondanks dat downloaden uit illegale bron expliciet legaal verklaard werd en FTD bijna niets anders deed dan dat faciliteren. Maar het geven van digitale schouderklopjes en een requestforum hebben was genoeg om toch onrechtmatig verklaard te worden.

Usenetprovider NSE ging compleet onderuit: zij maakte zelfstandig inbreuk op auteursrechten door muziek en films van Brein-aangeslotenen door te geven. Dat vonniste de rechtbank Amsterdam in oktober.

De reactiepanelen ontplofden bij mijn Gettyblog: de stockfotosite stuurt al een paar jaar blafbrieven over overname van hun plaatjes, en schakelde op zeker moment ook een Nederlandse advocaat in. Die komt echter ook maar niet verder dan schadeclaims eisen zonder ooit naar de rechter te stappen.

Wie wél procedeert, is Cozzmoss/Auxen en hun advocatenkantoor Banning, net als diverse fotografen die in iedere plaatjesgebruiker een geharde internetcrimineel zien. Een dozijn rechtszaken leverde niet echt een duidelijk beeld op van hoe je nu de schade vaststelt, hoewel de neiging is om naar één of twee keer de gemiste licentiekosten te gaan. En wie al te hard blaft, komt van een koude kermis thuis.

Het einde van de persexceptie: het gerechtshof wrong zich in een hoogst merkwaardige bocht om onze Auteurswet tóch binnen de Europese regels te houden, door de tekst “bij nieuwsberichten mag geen auteursrechtvoorbehoud tegen de persexceptie worden gemaakt” te lezen als “alleen bij nieuwsberichten waar geen auteursrecht op zit”. Gelukkig bleef de parodie-exceptie wél overeind in de Nijn Eleven-zaak.

Als afsluiter de licht bizarre zaak van Realnetworks tegen een hyperlinker, waarbij de vraag opgeworpen werd of de hyperlink zelf een openbaarmaking van de software opleverde. Gelukkig niet.2. Merken, Adwords en domeinnamen
Merken in domeinnamen en Adwords-advertenties, het blijft goed voor vele, vele rechtszaken. Het Google/Vuitton-arrest uit 2010 over gebruik van andermans merk in je Adwords-advertentie bood enkele vuistregels, die in Nederland nader ingevuld werden. Zo is het tonen van algemene advertenties legaal, bij wijze van suggestie van een alternatief. Ook legaal is het maken van vergelijkende reclame via een Adwords-advertentie. Het gebruik van de term ’scheidingsplanner’ in een advertentie was wél inbreuk, omdat te onduidelijk was dat de advertentie van een concurrent was.

3. Innovatie
Het grote nieuws hier natuurlijk de patentenoorlog (en modelrechtenoorlog) tussen Apple en Samsung. Van Europabrede verboden naar opgerekte Galaxy Tabs en patenten op het knijpen in digitale foto’s, zo ongeveer alles is wel langsgekomen. Maar eruit zijn ze nog steeds niet.

Een afgeleide uitspraak bepaalde dat Samsung haar octrooien op gestandaardiseerde technologie niet zomaar tegen de fruitige vijand mocht inzetten. Men had eerst moeten onderhandelen, conform de regels van de standaardisatiecommissie. Deze uitspraak kan nog wel eens heel groot gaan worden.

In juni bepaalde het Amerikaanse Hooggerechtshof dat een octrooihouder een lagere bewijslast heeft ten aanzien van de inbreuk, dan de aangeklaagde ten aanzien van de geldigheid van het octrooi. Dit vanwege het uitstekende -kuch kuch- werk dat het US Patent Office verricht bij het onderzoeken van al die aanvragen.

De vervolgens verwachte “invasie van patenttrollen” bleef echter uit. Sterker nog, een Amerikaans hof deelde een gevoelige dreun uit aan een patenttrol, en sprak van “indicia of extortion” bij de handelspraktijken van een octrooi-opkoper.

In september werd aangekondigd het patentsysteem te herzien maar zoals wel vaker bleef er weinig over van die wet. Wel overeind bleef de overgang van het “first to invent”-principe naar “first to file”, zodat men hier eindelijk de rest van de wereld volgt.

Mijn artikelserie 3D dinsdag leverde een hoop leuke reacties op, waarvoor dank aan iedereen.

4. Meningsuiting
Bloggers opgepast: de Raad voor de Journalistiek achtte zichzelf in januari bevoegd over internet te oordelen. Ik heb nog geen uitspraken gezien over bloggers zonder redactiestatuut echter.

Als meningsuiter blijk je geen recht te hebben op toegang tot andermans forum, blog of krant. Je mag je mening wel uiten maar je zult zelf moeten zorgen voor de middelen. Zo mocht Elsevier haar onwelgevallige reacties verwijderen ook al waren deze on-topic. De sluiting van het Volkskrantblog gaf nog interessante discussie wat dát betekent voor de uitingsvrijheid.

Mijn persoonlijke ergernis dat de kaartenbakwet, pardon Wet bescherming persoonsgegevens kan worden ingezet tegen journalistieke publicaties kreeg een opsteker in het Kleintje Muurkrant-arrest. De afweging onder die wet blijkt namelijk precies dezelfde als de ‘gewone’ afweging of een publicatie rechtmatig is. Dus wie netjes schrijft, heeft van de Wbp niets te vrezen. Anders kan het uitvallen bij het publiceren van dossiers wanneer de wederpartij zijn auteursrecht inroept.

Vrolijk werd ik toch weer een beetje van de uitspraak dat TROS Radar en de Wereldomroep niet aansprakelijk bleken voor door anderen aangedragen inhoud.

Fotograferen op het station mag gewoon, zo bleek uit antwoord op Kamervragen. Maar dat zal menig agent, BOA of particuliere beveiliger er niet van weerhouden fotografen te arresteren of geheugenkaartjes in beslag te nemen, hoewel ook dat dus niet mag.

Oh, en nu we het toch over journalistiek hebben: nieuwssite Crimesite werd gesommeerd, pardon vriendelijk verzocht, om de IP-adressen van reageerders bij een artikel af te geven. De site weigerde met een beroep op journalistieke bronbescherming, en kreeg gelijk van de minister.

Dat vriendelijk verzoeken door osporingsinstanties is mij een doorn in het oog. Uitgangspunt van de wet is namelijk dat de politie alleen mag vorderen op grond van een expliciete wetsbepaling die regelt wat er mag worden gevorderd, wie daarover beslist en hoe ver de vordering kan gaan. Terecht klaagde RIPE dan ook het OM, KLPD en THTC aan. De IP-adresruimtebeheerder moest vier IP-ranges blokkeren maar niemand wist op grond van welke wet.

Onder licentie CC-BY-SA 2.5.

IEF 10784

Noot onder Red Bull/Grupo Osborne

P.G.F.A. Geerts, Noot onder Hof 's-Gravenhage 20 september 2011 (Red Bull/Grupo Osborne), IEF 10783.

Noot door Paul Geerts, Universiteit Groningen onder IEF 10200 (Hof DH).

Merkenrecht: visuele en begripsmatige gelijkenis, vordering op basis van sub c en vervallenverklaring wegens non usus.

4. Hoewel het hof alles keurig netjes via het TiMi Kinderjoghurt-spoorboekje laat lopen, zou ik met betrekking tot de overwegingen van het hof in het kader van art. 2.20 lid 1 sub b en c BVIE toch nog twee opmerkingen willen maken. De eerste opmerking betreft het oordeel van het hof ter zake van de visuele en begripsmatige gelijkenis tussen het stiermerk en het teken in de zin van art. 2.20 lid 1 sub b BVIE (r.o. 5.11.1 e.v.).(...)

10. Mijn tweede opmerking betreft de afwijzing van de vordering van Red Bull die gebaseerd is op art. 2.20 lid 1 sub c BVIE. Het hof doet dat met een mooie en uitvoerige motivering, die ik hier (mede vanwege het feit dat deze noot niet te lang moet worden) niet uitvoerig zal bespreken. Eén punt springt echter in het oog en dat is r.o. 5.17. Nadat het hof in r.o. 5.15 het beroep van Red Bull op verwatering heeft afgewezen en in r.o. 5.16 het beroep op aantasting, overweegt het in r.o. 5.17 dat er niets naar voren is gebracht: “waaruit zou volgen dat het economische gedrag van de gemiddelde consument van energiedranken wijzigt als gevolg van gebruik van het teken van Osborne of dat er een grote kans bestaat dat dit gedrag in de toekomst wijzigt”. 11. Dit is een verwijzing naar de beruchte r.o. 77 uit het Intel-arrest waarover zoveel ophef is ontstaan. (...)

13. Dan tot slot nog een enkele opmerking over de vervallenverklaring van het woordmerk BULL (zoals in het arrest weergegeven onder 1.3 F) op grond van non usus (r.o. 8.1 e.v.).

IEF 10761

De kruistochten van een luxemerk

B. Kist, De kruistochten van een luxemerk, NRC Handelsblad 10 januari 2012.

Louis Vuitton heeft de aanval geopend op The Hangover II. Een acteur draagt in de film een nep-Vuitton-tas. Warner Bros wordt niet als eerste geviseerd door het merk.

Het zit Warner Bros, producent van de populaire film The Hangover, niet mee. Eerst moet het bedrijf zich verweren tegen een man die de vertoning van de Hangover II wil stoppen omdat hij de auteursrechten bezit op de in de film gebruikte tattoo van Mike Tyson. En net als Warner die kwestie heeft weten te schikken, opent Louis Vuitton de aanval. Ruim twee weken geleden diende het Franse modehuis een klacht in tegen de filmproducent bij de rechtbank van New York. De Fransen maken bezwaar tegen het in beeld komen van een Louis Vuitton-tas in The Hangover II. „Careful. That is a Louis Vuitton”, zegt acteur Zach Galifianakis (Alan) tijdens een scène op een vliegveld.

Het tonen van die tas op zich zint de Fransen al niet, maar wat echt in het verkeerde keelgat schiet, is dat er voor deze scene een nep-Vuitton-tas werd gebruikt. Volgens het modehuis is dit schadelijk voor het zorgvuldig opgebouwde imago van Vuitton. De zaak wordt binnenkort door een Amerikaanse rechter in behandeling genomen.

Warner Bros is niet het eerste bedrijf dat het aan de stok krijgt met Vuitton. De Fransen staan bekend om hun hardhandige optreden tegen iedereen die maar wijst naar Vuitton- design.

Zo werd in maart 2010 autofabrikant Hyundai voor de rechter gesleept. Het bedrijf had in een commercial tijdens de Amerikaanse Super Bowl gedurende 3 tot 4 seconden een basketbal met Louis Vuitton-motief laten zien. Een uiterst schadelijke merkinbreuk, meende Vuitton. Sinds 2010 is van beide partijen weinig meer gehoord, dus vermoedelijk is de kwestie geschikt.

Ook in Nederland boekte Vuitton succes bij de bescherming van zijn imago. In 2008 kreeg het concern met een dreigbrief demakers van het memory-spel Fake For Real, in een doosje in Louis Vuitton-stijl, op de knieën. Een lang en duur juridisch gevecht tegen de Franse reus zat er niet in voor deze kleine Nederlandse uitgever, dus paste hij de verpakking aan.

Het is overigens niet zo dat Louis Vuitton altijd aan het langste eind trekt. Vers in het geheugen ligt de ruzie met kunstenares Nadia Plesner die in haar schilderij Darfurnica een Afrikaans kindje met een Louis Vuitton- tas had afgebeeld. In eerste instantie verbood de rechtbank Den Haag begin 2011 de tentoonstelling van het schilderij. Echter, een paar maanden later kreeg Plesner in hoger beroep alsnog gelijk. Volgens de rechter moest het belang van de vrije meningsuiting van de kunstenares zwaarder wegen dan het belang van de bescherming van de eigendommen van Louis Vuitton . Ook in de Verenigde Staten leed het Franse modehuis tijdens zijn kruistochten al eens een gevoelige nederlaag. In 2007 lukte het Vuitton niet om het hondenspeelgoed van het merk Chewy Vuiton, een pluche speeltje in Vuitton-design, van de markt te halen. Een leuke parodie, moet kunnen, zo meende de Amerikaanse rechter.

In'n kader: Louis Vuitton in de beklaagdenbank Louis Vuitton is niet altijd eisende partij als het om intellectuele eigendomsrechten gaat. Het bedrijf staat ook wel eens aan de andere kant van het hekje. In 2007 dreigde grafisch vormgever Anton Beeke Louis Vuitton met een juridische procedure. Het luxemerkmaakte in een reclamecampagne gebruik van een ‘naaktalfabet’, letters samengesteld uit blote dames. Het alfabet was door kunstenares Vanessa Beecroft ontworpen voor Louis Vuitton. Beeke had echter in 1969 al een nagenoeg identiek ‘naaktalfabet’ gemaakt. Uiteindelijk trok Vuitton zijn campagne in en bood het Beeke excuses aan. Of er ook betaald is, is niet bekend.

IEF 10760

Een nepaccount op Twitter is geen diefstal

Een bijdrage van Joran Spauwen, Kennedy Van der Laan advocaten.

Twitter-kaping, een andere invalshoek. Bij De Wereld Draait Door zijn ze het er voorlopig over eens: ‘Diefstal van identiteit’ moet worden gestraft met ten hoogste vier jaar cel. De aanleiding voor het debat vormde een persoonlijke ervaring van strafrechtadvocate Bénédicte Ficq, die het slachtoffer was geworden van een nep-Twitter account. Ficq blijkt niet de enige bekende Nederlander te zijn die hier mee te maken heeft gehad. In de DWDD studio zaten vier andere BN’ers die waren geconfronteerd met onder hun naam geplaatste Tweets, waaronder Matthijs van Nieuwkerk zelf. Het voorval zette Ficq er in ieder geval aan tot het opstellen van een conceptwetsvoorstel waarin diefstal van identiteit met elk oogmerk strafbaar wordt.

Een civiel probleem
Diefstal van identiteit, of beter: je voordoen onder een andere identiteit kan natuurlijk tot problemen leiden. Omdat er geen specifieke wetsbepaling voor bestaat laat het zich wat lastig binnen een specifiek rechtsgebied plaatsen. Enerzijds heeft het wat weg van een intellectueel eigendomsrecht, anderzijds kan misbruik leiden tot schade aan iemands reputatie en dus zijn recht op privacy. Dit neemt niet weg dat de wet wel degelijk mogelijkheden biedt om ‘identiteitsboeven’ aan te pakken. Deze persoon handelt dan waarschijnlijk onrechtmatig. Indien sprake is van een handelsnaam of merknaam kan het slachtoffer uiteraard een beroep doen op de Handelsnaamwet of zijn merkrechten. De vraag is dan wel of deze commerciële rechten volledig van toepassing zijn indien iemand zich voordoet onder die naam of identiteit. Zie hier voor een eerdere analyse over de handhaving van merkrechten op Twitter en deze uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Ook in de domeinnaamjurisprudentie zien we dat personen met recht een beroep kunnen doen op hun eigen naam. Dit recht is bovendien expliciet opgenomen in de geschillenregeling van de SIDN (artikel 2.1 (a) (II)). Bij domeinnamen ligt de situatie uiteraard wel net even anders, omdat de houder zich niet per se voordoet ‘als de domeinnaam’.

Strafrecht?
Een oplossing zoeken in het strafrecht is in ieder geval opmerkelijk. Niet elke onrechtmatige handeling heeft een strafrechtelijke pendant nodig. Al helemaal op het gebied van intellectueel eigendomsrechten en privacy is het niet gebruikelijk om conflicten op te laten lossen door de politie. Natuurlijk zijn er uitzonderingen voor notoire namakers, maar de norm is dat het conflict in een civiele procedure wordt opgelost. De vraag is ook of de samenleving, als iemand zich voordoet onder een andere naam, dusdanig geschokt is dat een strafrechtelijke sanctie gerechtvaardigd is. Het is vooral een probleem voor het slachtoffer zelf. Bij het publiek leidt ‘diefstal van identiteit’ eerder tot hilariteit, zoals bleek uit de DWDD-uitzending waar een nep-Tweet van Van Nieuwkerk werd getoond waarin hij ogenschijnlijk een seksuele toespeling maakt aan het adres van K3-zangeres Josje (bij 10:51). Bovendien is het doel van de identiteitsboef vaak veel ludieker dan de term diefstal impliceert. Eerder zal sprake zijn van satire. Een persiflage is immers ook niets anders dan het nadoen van een bekend persoon. Uiteraard wordt satire in veel gevallen beschermd door de vrijheid van meningsuiting. Het moet dan wel duidelijk zijn dat het gaat om satire. Dit kan overigens soms tot problemen leiden, zo bleek bij de zaak van Ron Boszhard.

Desondanks meent Ficq dat diefstal van identiteit, in ieder geval op Twitter, kan leiden tot grote schade, zelfs bedreigingen. De vraag is echter of het Wetboek van Strafrecht voor die gevallen geen andere aanknopingspunten biedt. Er zou bijvoorbeeld sprake kunnen zijn van belaging, althans dat vond het Gerechtshof Arnhem toen een vriendin contactadvertenties voor seks op naam van een voormalige vriendin online had gezet. De rechtspraak over nep-Twitter accounts beperkt zich in ieder geval nog tot een tweetal zaken over inbreuk op intellectueel eigendomsrechten. Kennelijk heeft het probleem nog niet zo een grote proporties aangenomen dat een gang naar de rechter onafwendbaar is.

Ficq stelt overigens ook dat strafrechtelijke handhaving nodig is omdat de identiteit van de nep-Twitteraars niet kan worden achterhaald. Dit zal echter voor de politie niet direct veel eenvoudiger zijn. Voor de NAW-gegevens is de medewerking van Twitter noodzakelijk. Het is dan ook logisch dat het slachtoffer zich in eerst bij Twitter meldt.

Eenvoudig melden
Zoals Sven Kramer in de uitzending terecht opmerkte biedt Twitter hiervoor een vrij eenvoudig formuliertje waarmee misbruik (‘impersonation’) gemeld kan worden. Twitter voert dus streng beleid om haar platform binnen de perken te houden. Overigens waren niet alle tafelgasten overtuigd van de eenvoud van deze tool. Onze eigen ervaring leert echter dat melden vrij goed werkt. In ieder geval kon Mark Rutte zonder veel moeite een einde maken aan @mark_rutte. Twitter had toen, mogelijk onterecht, weinig oren naar het verweer dat het om een parodie ging.

Daarnaast houdt Twitter zelf een oogje in het zeil. Bekende mensen worden actief gescreend op authenticiteit. Vermeende neppers worden zonder pardon verwijderd. Zoals wij eerder berichtten is Twitter zelfs zo streng dat per abuis echte accounts worden geblokkeerd. Het ging toen om de account van Salman Rushdie, wiens echte naam (Sir Ahmed Salman Rushdie) bij Twitter tot verwarring leidde. Het lijkt dus eerder noodzaak ervoor te waken dat Twitter zelf zorgvuldig te werk blijft gaan. Het wetsvoorstel van Bénédicte Ficq lijkt in ieder geval overbodig.

(voor de duidelijkheid: het gaat natuurlijk om een nepwetsvoorstel)

IEF 10716

Novagraaf logo quiz 2011

Een merk is voor de consument een herkenningsteken. Vooral het beeldmerk of logo wordt gebruikt om producten en diensten te onderscheiden en zorgt daarmee voor de nodige herkenning. Maar kunt u bekende logo's ook nog zo makkelijk thuisbrengen als ze maar voor een deel worden weergegeven? Doe onze logoquiz en test uw kennis! In de volgende Ezine worden de goede antwoorden bekend gemaakt.