Merkenrecht  

IEF 22574

Conclusie AG: hof paste geen onvoldoende strenge maatstaf toe bij de toepassing van art. 14 lid 1 sub b UMVo in Puma tegen Brooks

Hoge Raad 21 feb 2025, IEF 22574; ECLI:NL:PHR:2025:261 (Puma tegen Brooks), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-hof-paste-geen-onvoldoende-strenge-maatstaf-toe-bij-de-toepassing-van-art-14-lid-1-sub-b-umvo-in-puma-tegen-brooks

Conclusie AG 21 februari 2025, IEF 22574; ECLI:NL:PHR:2025:261 (Puma tegen Brooks). Dit merkenrecht kortgeding gaat over de vraag of Brooks het teken ‘nitro’ beschrijvend gebruikt voor een kenmerk van haar hardloopschoenen, en zo ja, of dit gebruik in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel (art. 14 UMVo). Puma is licentiehoudster van het Uniemerk ‘NITRO’ voor (onder andere) schoenen. In maart 2021 heeft Puma de hardloopschoenenlijn NITRO op de markt gebracht waarvan de tussenzool van de schoen met stikstof (nitrogen) is geïnjecteerd voor een betere demping. Brooks gebruikt deze techniek sinds medio 2020 voor hardloopschoenen en aanvankelijk gebruikte zij bij de aanprijzing van deze schoenen termen als “nitrogen injected” en “infused with nitrogen”. Vanaf medio 2022 gebruikt zij tevens de afkorting ‘nitro’. Volgens Puma maakt Brooks hiermee inbreuk op haar NITRO-merk. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen merkinbreuk was [zie IEF 21034]. Ook naar het voorlopig oordeel van het hof gebruikt Brooks de term ‘nitro’ beschrijvend in de zin van art. 14 lid 1 sub b UMVo [zie IEF 21945]. In cassatie voert Puma aan dat het hof een onvoldoende strenge maatstaf heeft gebruikt bij de toepassing van art. 14 lid 1 sub b UMVo en bestrijdt het oordeel dat Brooks’ gebruik van het teken in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. P-G Van Peursem concludeert tot afwijzing van de klachten. 

IEF 22567

Geen verwarringsgevaar tussen MAY TEA en МАЙСКИЙ ЧАЙ

Gerecht EU (voorheen GvEA) 26 feb 2025, IEF 22567; ECLI:EU:T:2025:181 (Schweppes International Ltd tegen EUIPO, May OOO), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-may-tea-en-majskij-caj

Gerecht van de Europese Unie 26 februari 2025, IEF 22567; IEFbe 3880; ECLI:EU:T:2025:181 (Schweppes International Ltd tegen EUIPO, May OOO). May OOO heeft bij het EUIPO een verzoek tot nietigverklaring ingediend van de EU-beeldmerken MAY TEA, op basis van oudere registraties van de beeldmerken МАЙСКИЙ en het woordmerk МАЙСКИЙ ЧАЙ, en heeft zich daarbij beroepen op verwarringsgevaar. De Kamer van Beroep heeft de nietigverklaringsverzoeken toegewezen en de merken ongeldig verklaard. Schweppes heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze beslissingen bij het Gerecht en betoogd dat er geen sprake is van verwarringsgevaar tussen de merken.  Het Gerecht beoordeelt de door de Kamer van Beroep gehanteerde maatstaven en bevestigt dat het relevante publiek in dit geval het Letse publiek omvat, met name degenen die zowel Engels als Russisch spreken of een basiskennis van deze talen hebben. De Kamer heeft vastgesteld dat deze consumenten de termen "майский чай" en "may tea" als synoniemen beschouwen en daarom de merken conceptueel identiek vinden. Op basis daarvan heeft de Kamer geoordeeld dat deze conceptuele identiteit volstaat om de visuele en fonetische verschillen tussen de merken te compenseren en dat er verwarringsgevaar bestaat. Schweppes voert echter aan dat de Kamer een onjuiste beoordeling heeft gemaakt door te veronderstellen dat een deel van het Letse publiek de Engelse en Russische woorden voor "mei-thee" als direct uitwisselbaar beschouwt. Volgens Schweppes is er geen directe associatie, aangezien de consument een vertaling zou moeten maken en bovendien rekening zou moeten houden met de verschillende alfabetten. Daarnaast wijst Schweppes op de significante visuele en fonetische verschillen tussen de merken, die volgens haar het risico op verwarring wegnemen.

IEF 22571

Geen schending BOB 'Port' door merk 'Quevedo Port'

Gerecht EU (voorheen GvEA) 26 feb 2025, IEF 22571; ECLI:EU:T:2025:182 (Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto, IP tegen EUIPO, Vinoquel- Vinhos Oscar Quevedo, Lda.), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-schending-bob-port-door-merk-quevedo-port

Gerecht van de Europese Unie 26 februari 2025, IEF 22571; IEFbe 3882; ECLI:EU:T:2025:182 (IVDP tegen EUIPO, Vinoquel- Vinhos Oscar Quevedo, Lda.) Het Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto, IP (IVDP) heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO. Het geschil betreft de aanvraag van Vinoquel- Vinhos Oscar Quevedo, Lda. om registratie van het Uniemerk "Quevedo Port" voor producten in klasse 29 (olijfolie) en klasse 33 (wijn). IVDP diende oppositie in, gebaseerd op de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) "Porto" of "Port", die is geregistreerd voor wijn. De oppositieafdeling van het EUIPO verwerpte de oppositie. IVDP stelde vervolgens beroep in bij de Kamer van Beroep, die het beroep heeft verworpen. De Kamer oordeelde dat de overeenkomsten tussen de tekens onvoldoende zijn om als direct of indirect commercieel gebruik van de BOB te kwalificeren. Het achtte tevens onwaarschijnlijk dat "Quevedo Port" de BOB oproept in de geest van het relevante publiek. IVDP verzoekt het Gerecht de beslissing van de Kamer te vernietigen en de inschrijving van "Quevedo Port" voor olijfolie te weigeren. 

IEF 22564

Merkregistratie eBilet terecht geweigerd wegens beschrijvend karakter

Gerecht EU (voorheen GvEA) 26 feb 2025, IEF 22564; ECLI:EU:T:2025:184 (eBilet Polska sp. z o.o. tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/merkregistratie-ebilet-terecht-geweigerd-wegens-beschrijvend-karakter

Gerecht van de Europese Unie 26 februari 2025, IEF 22564; IEFbe 3878; ECLI:EU:T:2025:184 (eBilet Polska tegen EUIPO). eBilet Polska heeft bij het EUIPO een aanvraag ingediend voor de inschrijving van het beeldmerk "eBilet" voor verschillende goederen en diensten, waaronder software, tickets, detailhandelsdiensten en reserveringsdiensten voor entertainment en reizen. De onderzoeker van het EUIPO heeft de aanvraag gedeeltelijk geweigerd, omdat het merk als beschrijvend werd beschouwd en geen onderscheidend vermogen had. Verzoekster heeft daarop beroep ingesteld bij het EUIPO. De Kamer van Beroep heeft het beroep verworpen en geoordeeld dat het merk "eBilet" beschrijvend is, omdat het direct de soort en het beoogde gebruik van de betrokken goederen en diensten aanduidt, evenals de manier waarop de diensten worden aangeboden. Daarnaast heeft de Kamer van Beroep geoordeeld dat het merk niet onderscheidend is, omdat het relevante publiek het niet zal beschouwen als een aanduiding van commerciële herkomst. 

IEF 22565

Opheffing conservatoir beslag: handelsnaamrecht Cycle Growth prevaleert boven Uniemerk Ridefuture

Rechtbank Gelderland 27 jan 2025, IEF 22565; ECLI:NL:RBGEL:2025:1126 (Cycle Growth tegen Ridefuture), https://ie-forum.nl/artikelen/opheffing-conservatoir-beslag-handelsnaamrecht-cycle-growth-prevaleert-boven-uniemerk-ridefuture

Vzr. Rb. Gelderland 27 januari 2025, IEF 22565; ECLI:NL:RBGEL:2025:1126 (Cycle Growth tegen Ridefuture). Cycle Growth is een onderneming die elektrische bezorgfietsen verkoopt en least op de Nederlandse markt. Ridefuture maakt deel uit van de Rybit Group, een groep bedrijven die zich eveneens bezighoudt met de verkoop en lease van dit soort fietsen. Binnen deze groep valt ook de Taiwanese onderneming Moovo Mobility. E-bike Nederland, kortweg EBN, was tot medio 2024 actief in de verkoop en lease van bezorgfietsen onder de naam EBIKE4DELIVERY en gebruikte daarbij het logo wat hierboven is afgebeeld. Met het oog op een mogelijke samenwerking op de Europese markt sloot EBN een overeenkomst met Moovo, maar de onderhandelingen hierover liepen uiteindelijk stuk. In de tussentijd had Ridefuture het logo van EBIKE4DELIVERY als Uniebeeldmerk in zwart-wit laten registreren. Na het faillissement van EBN nam Cycle Growth alle activa en passiva over, waaronder fietsen met het EBIKE4DELIVERY-logo. Na de doorstart van het merk stelde Moovo dat het Uniewoordmerk geen onderdeel uitmaakte van de faillissementsboedel en dat het gebruik ervan moest worden gestaakt. Aan het eind van 2024 kreeg Ridefuture verlof van de voorzieningenrechter om beslag te leggen op verschillende digitale bescheiden en onderdelen van fietsen.

IEF 22559

Geen overeenstemming tussen waren: verzoek tot nietigverklaring terecht afgewezen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 feb 2025, IEF 22559; ECLI:EU:T:2025:145 (Adina Alberts tegen EUIPO, Techtex SRL), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-overeenstemming-tussen-waren-verzoek-tot-nietigverklaring-terecht-afgewezen

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22559; IEFbe 3874; ECLI:EU:T:2025:145 (Adina Alberts tegen EUIPO, Techtex SRL). Deze zaak gaat over de vraag of het door Techtex SRL geregistreerde Gemeenschapsmodel, een kartonnen doos verpakking voor sanitaire maskers, in strijd is met de rechten van Alberts op haar eerder ingeschreven Roemeense woordmerken. Alberts heeft bij het EUIPO een aanvraag tot nietigverklaring ingediend, met het argument dat het model een onderscheidend teken bevat waarvan zij de houder is en dat dit bij het publiek een gevaar voor verwarring kan veroorzaken. De Nietigheidsafdeling heeft de aanvraag afgewezen. Zij heeft vastgesteld dat drie van de vijf merken waarop Alberts zich beriep pas na de aanvraag tot inschrijving van het betwiste model zijn geregistreerd en daarom niet als eerder recht konden worden beschouwd. Verder heeft zij geoordeeld dat de waren en diensten die onder de andere twee merken vielen, geen overeenstemming vertonen met de sanitaire maskers waarop het betwiste model betrekking heeft. Alberts heeft daarop beroep ingesteld bij de Kamer van Beroep die het gedeeltelijk heeft toegewezen. Zij heeft vastgesteld dat er een lage mate van overeenstemming bestaat tussen de medische diensten van eerder merk nr. 1 ("ADINA ALBERTS") en sanitaire maskers, en heeft de zaak terugverwezen naar de Nietigheidsafdeling om het bewijs van gebruik van dit merk te beoordelen. De rest van de beslissing van de Nietigheidsafdeling is bevestigd, met name dat de waren die onder eerder merk nr. 2 ("DR. ALBERTS") vallen (cosmetische producten en kleding) niet overeenstemmen met sanitaire maskers.

IEF 22554

Verwarringsgevaar tussen de merken CAPRIZZA en CAPIZZI gastropizza

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 feb 2025, IEF 22554; ECLI:EU:T:2025:147 (Biif Srl tegen EUIPO, Eddies Pizza, SL)), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-de-merken-caprizza-en-capizzi-gastropizza

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22554; IEFbe 3873; ECLI:EU:T:2025:147 (Biif Srl tegen EUIPO, Eddies Pizza, SL). Biif Srl heeft bij het EUIPO een aanvraag ingediend voor de inschrijving van een beeldmerk dat betrekking heeft op diensten zoals het leveren van eten en drinken, het verhuren van meubilair en tafeldecoratie voor eetgelegenheden, het verstrekken van informatie, advies en reserveringen met betrekking tot eten en drinken, en catering- en barservices. Eddies Pizza, SL heeft oppositie ingediend tegen de inschrijving van dit merk voor de genoemde diensten, op basis van een eerder ingeschreven beeldmerk dat de term "capizzi GASTROPIZZA" bevat en betrekking heeft op diensten zoals het bereiden en leveren van eten en drinken, inclusief cateringdiensten en bezorging van voedsel. De oppositie was gebaseerd op het bestaan van verwarringsgevaar tussen de merken. De oppositieafdeling van het EUIPO heeft de oppositie gedeeltelijk toegewezen en geoordeeld dat de aangevraagde diensten grotendeels identiek of in zekere mate soortgelijk zijn aan de diensten waarvoor het oudere merk is ingeschreven, met uitzondering van dierenopvang. Biif Srl heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Kamer van Beroep van het EUIPO. De Kamer van Beroep heeft het beroep verworpen en geoordeeld dat er verwarringsgevaar bestaat voor het relevante Spaanstalige publiek in de Europese Unie. Biif Srl heeft daarop bij het Gerecht beroep ingesteld en verzoekt de nietigverklaring van de bestreden beslissing.

IEF 22550

Merkregistratie terecht geweigerd: bladsymbool mist onderscheidend vermogen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 feb 2025, IEF 22550; ECLI:EU:T:2025:146 (Essity Hygiene and Health AB tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/merkregistratie-terecht-geweigerd-bladsymbool-mist-onderscheidend-vermogen

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22550; IEFbe 3872; ECLI:EU:T:2025:146 (Essity Hygiene and Health AB tegen EUIPO). Het Gerecht behandelt het beroep van Essity Hygiene and Health AB tegen de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO. De zaak draait om de vraag of het aangevraagde merk, een afbeelding van een blad, voldoet aan de vereisten van artikel 7, lid 1, onder b), van Verordening nr. 207/2009. De Kamer van Beroep had geoordeeld dat het bladsymbool geen onderscheidend vermogen heeft. Het merk werd door de Kamer opgevat als een decoratief of ornamenteel element dat geen herkomst aanduidt. De Kamer merkte op dat bladsymbolen veelvuldig voorkomen in de sector, waar ze doorgaans worden gebruikt om milieuvriendelijke eigenschappen aan te duiden, zoals recycleerbaarheid of duurzame productie. Het publiek zou het aangevraagde merk eerder associëren met dergelijke kenmerken dan met de herkomst van de producten. Het Gerecht bevestigt deze vaststellingen en oordeelt dat het aangevraagde merk geen kenmerken heeft die het relevante publiek in staat stellen het symbool te herkennen als een onderscheidend teken. Het merk vertoont een gestandaardiseerde en realistische weergave van een blad en bevat geen opvallende of complexe elementen die het onderscheiden van andere decoratieve bladsymbolen. Volgens het Gerecht heeft de Kamer van Beroep terecht vastgesteld dat het bladsymbool geen eigenschappen heeft die het publiek als onderscheidend zou ervaren.

IEF 22547

Rechtbank verklaart merk 'DELOREAN EU' nietig en verbiedt gebruik DeLorean-tekens

Rechtbank Den Haag 29 jan 2025, IEF 22547; ECLI:NL:RBDHA:2025:1179 (DELOREAN MOTOR COMPANY tegen naam 1, bedrijfsnaam 2 B.V), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-verklaart-merk-delorean-eu-nietig-en-verbiedt-gebruik-delorean-tekens

Rb. Den Haag 29 januari 2025, IEF 22547; ECLI:NL:RBDHA:2025:1179 (Delorean Motor Company tegen naam 1). Deze zaak betreft een geschil tussen DeLorean Motor Company (DMC) en naam 1 c.s., waarin DMC vordert dat de rechtbank inbreuken op haar intellectuele eigendomsrechten vaststelt. DMC stelt dat naam 1 c.s. inbreuk maakt op haar DMC-woordmerken, handelsnaam en auteursrechten door onder andere het gebruik van het merk "DeLorean" en door foto's van DeLorean-voertuigen zonder toestemming te gebruiken. Ook vordert DMC schadevergoeding voor deze inbreuken. De rechtbank begint met het vaststellen van haar bevoegdheid en oordeelt dat zij bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van DMC die zijn gebaseerd op de merkregistraties van DMC, waaronder de Beneluxmerken en de EU-merken. Ten aanzien van de vorderingen die voortvloeien uit de franchiseovereenkomst wordt echter geoordeeld dat de rechtbank niet bevoegd is, omdat de overeenkomst een forumkeuzebeding bevat waarin expliciet is gekozen voor de rechtbanken in Harris County, Texas. DMC vordert in de eerste plaats de nietigverklaring van het merk van naam 1 en de overdracht van het merk aan DMC. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een onbetrouwbare gemachtigde, aangezien naam 1 geen onterecht merkdepot heeft verricht. De rechtbank wijst de vordering tot nietigverklaring van het merk van naam 1 echter toe op basis van verwarringsgevaar. De rechtbank overweegt dat het merk van naam 1, gezien de gelijkenis met de DMC-merkregistraties, verwarring kan veroorzaken bij het relevante publiek, ondanks de argumenten van naam 1 dat het publiek het verschil zou herkennen.

IEF 22546

Fenix moet gebruik van tekens die overeenstemmen met het beeldmerk van IB.ECO staken in Nederland

Rechtbank Limburg 6 feb 2025, IEF 22546; ECLI:NL:RBLIM:2025:1049 (IB.ECO tegen Fenix), https://ie-forum.nl/artikelen/fenix-moet-gebruik-van-tekens-die-overeenstemmen-met-het-beeldmerk-van-ib-eco-staken-in-nederland

Rb. Limburg 6 februari 2025, IEF 22546; ECLI:NL:RBLIM:2025:1049 (IB.ECO tegen Fenix). IB.ECO, een handelaar in plantenvoedingsproducten, is eigenaar van verschillende merkregistraties voor het merk "APTUS", ingeschreven in 2015 bij het BOIP, EUIPO en IPI, voor producten in klassen 1, 31 en 35. Fenix, een voormalige afnemer van IB.ECO’s distributeur Ferna Trade GmbH, verkoopt nu plantenvoedingsproducten onder de naam "Artos" via een webshop. IB.ECO heeft Fenix per brief van 3 september 2024 gesommeerd om het gebruik van het Artos-teken te staken, de producten uit de handel te halen, vernietigen en verkoopfacturen over te leggen, omdat zij dit als inbreukmakend beschouwt. Fenix heeft niet gereageerd op deze sommatie. IB.ECO vordert dat Fenix onmiddellijk stopt met het gebruik van het Artos-teken en alle inbreukmakende producten vernietigt, onder dreiging van hoge dwangsommen, en eist ook een overzicht van verkoopfacturen en vergoeding van proceskosten. Fenix verzet zich tegen deze vorderingen.