Merkenrecht  

IEF 18301

Uitspraak ingezonden door Gertjan van den Hout, NORD.

Gerecht EU: relevant publiek zal 'supr' niet onmiddellijk associëren met 'super'

Gerecht EU (voorheen GvEA) 13 mrt 2019, IEF 18301; ECLI:EU:T:2019:160 ((Wirecard Technologies tegen Striatum Ventures)), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-relevant-publiek-zal-supr-niet-onmiddellijk-associ-ren-met-super

Gerecht EU 13 maart 2019, IEF 18301; IEFbe 2842, ECLI:EU:T:2019:160 (Wirecard Technologies tegen Striatum Ventures). De eisende partij Wirecard Technologies  is een grote, van oorsprong Duitse, multinational en houder van het woordmerk 'supr'. Verweerder is Striatum Ventures, een Nederlandse onderneming die net de startupfase is ontgroeid en houder van 'zupr'. Het Gerecht beslist in r.o. 49 dat het relevante publiek het merk 'supr' niet onmiddellijk zal associëren met het algemeen bekende woord 'super', terwijl beide woorden in alle relevante talen identiek worden uitgesproken. 

 

IEF 18297

Uitspraak ingezonden door Jesse Hofhuis, Hofhuis Alkema Groen.

 

HvJ EU: Tweedimensionaal decoratief teken kan niet uitsluitend bestaan uit vorm

HvJ EU 14 mrt 2019, IEF 18297; ECLI:EU:C:2019:199 (Textilis tegen Svenskt Tenn Aktiebolag ), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-tweedimensionaal-decoratief-teken-kan-niet-uitsluitend-bestaan-uit-vorm

HvJ EU 14 maart 2019, IEF 18297; IEFbe 2840; C‑21/18; ECLI:EU:C:2019:199 (Textilis tegen Svenskt Tenn Aktiebolag). Auteursrecht. Modellenrecht. In IEF 7795 schreven Dirk Visser en Marnox Langeveld: 'In de Textilis-zaak gaat het – kort gezegd – om een zowel auteurs- als merkenrechtelijk beschermde stof(patroon) van de Zweedse onderneming Svenskt Tenn. Concurrent Textilis bood op haar website stoffen en bepaalde andere producten voor interieurinrichting aan met patronen waarop Svenskt Tenn een exclusief recht claimt. In eerste aanleg oordeelde de Zweedse rechter (Tingsrätt) dat dat de inschrijving van het merk MANHATTAN geen betrekking heeft op een teken bestaande uit een vorm, zodat het merk niet nietig kon worden verklaard op een weigeringsgrond. Omdat de weigeringsgronden echter ná de merkregistratie van het merk MANHATTAN zijn uitgebreid met het ‘of een ander kenmerk’-criterium, stelde het Zweedse gerechtshof (Svea Hovrätt) de prejudiciële vragen'.

IEF 18294

Beslissing ingezonden door Quirijn Meijnen, Leopold Meijnen Oosterbaan.

EUIPO: WE Brands substantieert rechten onvoldoende

EUIPO - OHIM 11 mrt 2019, IEF 18294; (WE Brands tegen Alda Holding), https://ie-forum.nl/artikelen/euipo-we-brands-substantieert-rechten-onvoldoende

EUIPO Opposition Division 11 maart 2019, IEF 18294; IEFbe 2839 (WE Brands tegen Alda Holding) Merkenrecht. Kort: Oppositie tegen aanvraag EU-beeldmerk 16 932 436 (WE ARE CONNECTED) op basis van internationaal beeld merk 1 243 721 WE IS ME en EU-beeldmerk 960 021 WE. Geheel afgewezen. We Brands substantieert rechten onvoldoende. Geen verwarringsgevaar.

IEF 18288

Uitspraak ingezonden door Ernst-Jan Louwers en Eva van Groezen, Louwers IP|Technology Advocaten.

Verwarrende overeenstemming merk en handelsnaam DOMEK en BIALYDOMEK

Rechtbank Amsterdam 8 mrt 2019, IEF 18288; (Domek tegen Bialydomek), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarrende-overeenstemming-merk-en-handelsnaam-domek-en-bialydomek

Vzr. Rechtbank Amsterdam 8 maart 2019, IEF 18288 (Domek tegen Bialydomek) Handelsnaamrecht. Domek is sinds 2011 een financiële dienstverlener en makelaardij in onroerende goederen. Bialydomek is sinds 2016 een administratie- en boekhoudkantoor. Beide ondernemingen hebben een huisje en het woord domek in hun logo. Ze bieden soortgelijke diensten aan en de doelgroepen van de partijen overlappen; partijen zijn allebei (via internet) landelijk actief, maar richten zich op de Poolse doelgroep. De rechter oordeelt dat de handelsnaam DOMEK een ruime beschermingsomvang heeft omdat zij een brede bekendheid heeft verworven onder de Poolse gemeenschap in Nederland. Gezien de mate van overeenstemming tussen de handelsnamen is er gevaar voor verwarring tussen de ondernemingen bij het publiek. Staking van gebruik van het teken als handelsnaam en merk, en binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het Bialydomek-logo te (doen) wijzigen.

IEF 18282

Uitspraak ingezonden door Dmitry Grobokopatel, JPR.

Merk- en handelsnaam Bincx komt te zeer overeen met Binx Smartility

Rechtbanken 4 mrt 2019, IEF 18282; (Binx smartility tegen Bincx), https://ie-forum.nl/artikelen/merk-en-handelsnaam-bincx-komt-te-zeer-overeen-met-binx-smartility

Ktr Rechtbank Gelderland 4 maart 2019, IEF 18282; ECLI:NL:RBGEL:2019:1091 (Binx smartility tegen Bincx). Binx Smartility is een joint-venture waarin twee bouwbedrijven deelnemen. Zij hebben het Binx Smartility dan ook als woordmerk gedeponeerd. Verweerder drijft ook een bouwbedrijf en heeft aangekondigd haar handelsnaam te gaan wijzigen in Bincx. Binx Smartility heeft Bincx gevraagd het (voorgenomen) gebruik te staken. Bincx geeft hieraan geen gehoor. Binx Smartility is hierop naar de rechter gestapt. De woordmerken Binx Smartility en Bincx verschillen vrijwel niet van elkaar op zowel auditief als visueel vlak. Er is dus sprake van een merkinbreuk op grond van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE. Voorts vordert Binx Smartility het staken en gestaakt houden van het voeren van de handelsnaam Bincx. Beide ondernemingen bieden hetzelfde soort diensten aan, en zijn actief in hetzelfde geografische gebied. Binx Smartility heeft ter zitting voldoende duidelijk weten te maken dat er sprake is van te duchten verwarring. De vordering strekkende tot staking zal derhalve worden toegewezen. Daarnaast vordert Binx Smartility nog dat de website van Bincx aan haar wordt overgedragen. Nu aangenomen moet worden dat Bincx niet de eigenaar is van deze domeinnaam kan geen overdracht worden toegewezen, Bincx wordt verboden deze domeinnaam nog te gebruiken. Bincx wordt veroordeelt in de proceskosten.

IEF 18279

Conclusie AG: de beoordeling van het verwarringsgevaar wordt niet beïnvloed door het feit dat bij inschrijving een zogenaamde disclaimer is opgenomen

HvJ EU 6 mrt 2019, IEF 18279; ??? (Roslags Punsch tegen Roslagsöl), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-de-beoordeling-van-het-verwarringsgevaar-wordt-niet-be-nvloed-door-het-feit-dat-bij-ins

Conclusie AG HvJ EU 6 maart 2019, IEF 18279; IEFbe 2833; C-705/17 (Roslags Punsch tegen Roslagsöl). Conclusie AG:

Article 4(1)(b) of Directive 2008/95/EC of the European Parliament and of the Council of 22 October 2008 to approximate the laws of the Member States relating to trade marks must be interpreted as meaning that the existence of a waiver, or disclaimer, such as that at issue in the case in the main proceedings, relating to one of the elements which comprise an earlier mark, has no bearing on the assessment of the likelihood of confusion between that earlier mark and a later sign for which registration as a trade mark is sought.

IEF 18273

Twirl is bekende productiewijze en vormt geen merkinbreuk

Rechtbanken 1 mrt 2019, IEF 18273; ECLI:NL:RBDHA:2019:1845 (De Bondt tegen Hobbii), https://ie-forum.nl/artikelen/twirl-is-bekende-productiewijze-en-vormt-geen-merkinbreuk

Vzr. Rechtbank Den Haag 1 maart 2019, IEF 18273; ECLI:NL:RBDHA:2019:1845 (De Bondt tegen Hobii). Merkenrecht. De Bondt is groothandel in fournituren, haak- en breigarens en houdt in deze hoedanigheid een aantal merkregistraties, waaronder het woordmerk Benelux- en Uniewoordmerk WHIRL. Hobbii is een online-winkel die brei- en haakbenodigdheden verkoopt aan creatievelingen. Zij richt deze activiteit ook op Nederland middels een website. Zij gebruikt bij aanprijzing van haar waren de term ‘Twirls’. De Bondt stelt dat gebruik van deze term een inbreuk vormt op haar merkrecht. De rechter oordeelt dat er geen sprake is van een inbreuk is op het merkrecht van De Bondt, nu ‘Twirl’ verwijst naar het soort garen en het productieproces om dit garen te creëren door de draden om elkaar heen te draaien. Dit wordt voor de geïnformeerde gebruiker bekend geacht. De rechtbank wijst derhalve de vorderingen van De Bondt af, en veroordeelt haar in de proceskosten.

IEF 18268

Uitspraak ingezonden door Daniël Haije en Maarten Haak, Hoogenraad & Haak.

Pils van Lidl maakt geen inbreuk op merkrechten Grolsch

Rechtbanken 28 feb 2019, IEF 18268; Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBROT:2019:1591 (Grolsch tegen Lidl NL), https://ie-forum.nl/artikelen/pils-van-lidl-maakt-geen-inbreuk-op-merkrechten-grolsch

Rechtbank Rotterdam 28 februari 2019, IEF 18268; ECLI:NL:RBROT:2019:1591 (Grolsch tegen Lidl NL). Grolsch is een bierbrouwerij die pils op de markt brengt onder de naam Kornuit. Dit pils is op verschillende locaties verkrijgbaar. KORNUIT is door Grolsch ingeschreven als woord- en beeldmerk. Lidl NL exploiteert supermarkten en heeft een pils laten ontwikkelen dat zij op de markt heeft gebracht onder de naam Kordaat. Ook Lidl NL heeft haar teken in laten schrijven als woord- en beeldmerk. Grolsch stelt dat Lidl NL met Kordaat een inbreuk maakt op haar merkrecht, en spant daarom een kort geding aan voor de Rechtbank Rotterdam. Lidl NL voert hierop gemotiveerd verweer. Grolsch stelt dat er auditieve en visuele overeenstemming is, terwijl Lidl NL aanvoert dat er begripsmatig juist grote verschillen bestaan. Nu er discussie is over de vraag of de betekenis van de begrippen beiden bij het grote publiek bekend zijn kan de rechtbank hieromtrent in dit kort geding geen conclusie trekken. Hierna oordeelt de rechtbank dat de auditieve overeenstemming gering is en de visuele overeenstemming eveneens beperkt is. De rechtbank komt dus tot de conclusie dat er geen sprake is van verwarringsgevaar. Met betrekking tot de vordering van Grolsch op grond van sub c van artikel 2.20 lid 1 BVIE oordeelt de rechtbank dat onvoldoende is gebleken dat het publiek een verband legt tussen Kordaat en Kornuit. Al met al komt de Rechtbank tot het oordeel dat het niet in de lijn der verwachting ligt dat in een bodemprocedure geoordeeld zal worden dat Lidl NL een inbreuk maakt op het merkrecht van Grolsch zodat de vorderingen dienen te worden afgewezen.

IEF 18258

Hof vernietigt vonnis: MyBrand maakt wel inbreuk op woordmerk SHRUNK

Gerechtshoven 19 feb 2019, IEF 18258; ECLI:NL:GHAMS:2019:478 (Scotch & Soda tegen MyBrand c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-vernietigt-vonnis-mybrand-maakt-wel-inbreuk-op-woordmerk-shrunk

Hof Amsterdam 19 februari 2019, IEF 18258; ECLI:NL:GHAMS:2019:478 (Scotch & Soda tegen Mybrand). Hoger beroep naar aanleiding van IEF 16197. Scotch & Soda is in hoger beroep gekomen tegen een eerdere uitspraak waarin het hof heeft bepaald dat MyBrand c.s. (hierna: MyBrand) geen inbreuk maakt op het woordmerk ‘SCOTCH SHRUNK’. Scotch & Soda voert twee grieven aan: allereerst dat ook aan het woordmerk ‘SHRUNK’ betekenis moet toekomen, nu de inbreuk ook na inschrijving (23 november 2015) heeft plaatsgevonden, en daarnaast dat niet ‘SCOTCH’, maar ‘SHRUNK’ het dominante bestanddeel is. Met betrekking tot de tweede grief (die het hof eerst heeft behandeld) oordeelt het hof dat er geen sprake is van verwarringsgevaar ten aanzien van ‘SCOTCH SHRUNK’, nu ‘SHRUNK’ vooral beschrijvend is. Met betrekking tot het woordmerk ‘SHRUNK’ voert MyBrand aan dat er geen sprake kan zijn van merkenrechtelijke bescherming nu deze term puur beschrijvend is. Het hof gaat hier echter niet in mee, nu ‘SHRUNK’ zeker enig onderscheidend vermogen toekomt. Nu ‘SHRUNK’ een merk is dat bescherming verdient, heeft MyBrand met haar verkopen inbreuk gemaakt op de merkrechten van Scotch & Soda. Het hof oordeelt dus dat er sprake is van een inbreuk, en veroordeelt MyBrand in de proceskosten.

IEF 18257

Kamstra is schadevergoeding verschuldigd aan Jack Daniel's

Rechtbanken 20 feb 2019, IEF 18257; ECLI:NL:RBDHA:2019:1420 (Jack Daniel's tegen Kamstra c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/kamstra-is-schadevergoeding-verschuldigd-aan-jack-daniel-s

Rechtbank Den Haag 20 februari 2019, IEF 18257; ECLI:NL:RBDHA:2019:1420 (Jack Daniel's tegen Kamstra c.s.). Merkenrecht. Bodemzaak. Eerste Aanleg. Eindvonnis na tussenvonnis. In het tussenvonnis (zie IEF 16511) heeft de Rechtbank Den Haag bepaald dat Kamstra c.s. schadeplichtig is jegens Jack Daniel’s. Op deze beslissing komt de Rechtbank niet terug. In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank de betrouwbaarheid van de schaderapporten en begroot de Rechtbank de schade. Ook verbiedt de Rechtbank Kamstra c.s. het voortzetten van de inbreukmakende handelingen. De dwangsommen worden toegekend zoals door Jack Daniel's gevorderd. Kamstra hoeft Jack Daniel's geen verdere gegevens te verstrekken bij gebrek aan belang. Nu schadevergoeding en winstafdracht niet kunnen cumuleren oordeelt de rechtbank dat er slechts schade hoeft te worden vergoed. Nu beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld dienen zij beide bij te dragen aan de proceskosten.