Uitspraak ingezonden door Gert-Jan van den Bergh en Auke van Hoek, Bergh Stoop & Sanders, en Berber Brouwer, Walden Grene.
EUIPO Board of Appeal bevestigt ongeldigheid vijf modelregistraties waterballonvullers Tinnus

EUIPO Board of Appeal 1 juli 2021, 5 juli 2021, IEF 20136, IEFbe 3263; (Tinnus Enterprises tegen Mystic Products en Koopman International) Het volgende hoofdstuk in de waterballonsaga. Op 2 juni 2019 sprak The Boards of Appeal de ongeldigheid uit van de modelregistratie van Tinnus voor één van de modellen voor een waterballonvuller (fluid distribution equipment), omdat alle kenmerken van het model uitsluitend door de technische functie zijn bepaald. Die uitspraak werd bevestigd door het Gerecht van de Europese Unie [IEF 19589]. In het daarop volgende appel bij het Hof van Justitie van de Europese Unie van 5 mei 2021 [IEF 19961] werd Tinnus Enterprises niet-ontvankelijk verklaard. The Boards of Appeal bevestigt nu om diezelfde reden de ongeldigheid van 5 overeenkomstige registraties voor het ontwerp van een waterballonvuller, geregistreerd door Tinnus. De DOCERAM-uitspraak van het HvJ EU wordt wederom toegepast [IEF 17542 en zie ook IEF 17701 en IEF 18001] waarin de ‘multiplicity of forms’ theorie is afgewezen en bevestigt dat het bestaan van technische alternatieven niet betekent dat het model niet technisch is bepaald. Zie ook [IEF 18538, IEFbe 2904].