Modellenrecht  

IEF 20136

Uitspraak ingezonden door Gert-Jan van den Bergh en Auke van Hoek, Bergh Stoop & Sanders, en Berber Brouwer, Walden Grene.

EUIPO Board of Appeal bevestigt ongeldigheid vijf modelregistraties waterballonvullers Tinnus

EUIPO - OHIM 1 jul 2021, IEF 20136; (Tinnus tegen Koopman), https://ie-forum.nl/artikelen/euipo-board-of-appeal-bevestigt-ongeldigheid-vijf-modelregistraties-waterballonvullers-tinnus

EUIPO Board of Appeal 1 juli 2021, 5 juli 2021, IEF 20136, IEFbe 3263; (Tinnus Enterprises tegen Mystic Products en Koopman International) Het volgende hoofdstuk in de waterballonsaga. Op 2 juni 2019 sprak The Boards of Appeal de ongeldigheid uit van de modelregistratie van Tinnus voor één van de modellen voor een waterballonvuller (fluid distribution equipment), omdat alle kenmerken van het model uitsluitend door de technische functie zijn bepaald. Die uitspraak werd bevestigd door het Gerecht van de Europese Unie [IEF 19589]. In het daarop volgende appel bij het Hof van Justitie van de Europese Unie van 5 mei 2021 [IEF 19961] werd Tinnus Enterprises niet-ontvankelijk verklaard. The Boards of Appeal bevestigt nu om diezelfde reden de ongeldigheid van 5 overeenkomstige registraties voor het ontwerp van een waterballonvuller, geregistreerd door Tinnus. De DOCERAM-uitspraak van het HvJ EU wordt wederom toegepast [IEF 17542 en zie ook IEF 17701 en IEF 18001] waarin de ‘multiplicity of forms’ theorie is afgewezen en bevestigt dat het bestaan van technische alternatieven niet betekent dat het model niet technisch is bepaald. Zie ook [IEF 18538, IEFbe 2904].

IEF 20129

Uitspraak ingezonden door Paul Geerts, bureau Brandeis

Conclusie A-G HvJ: zichtbaar afgebakend deel kan als gemeenschapsmodel worden beschermd

HvJ EU 15 jul 2021, IEF 20129; ECLI:EU:C:2021:628 (Ferrari tegen Mansory Design), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-hvj-zichtbaar-afgebakend-deel-kan-als-gemeenschapsmodel-worden-beschermd

HvJ Conclusie A-G 15 juli 2021, IEF 20129; ECLI:EU:C:2021:628 (Ferrari tegen Mansory Design)  Mansory Design produceert en verkoopt zogenaamde tuning-kits voor Ferrari's, waarmee ze het uiterlijk van de auto op andere Ferrari modellen kan laten lijken. Ferrari stelt dat hiermee inbreuk wordt gemaakt op meerdere niet ingeschreven gemeenschapsmodellen. De belangrijkste vraag in deze zaak is onder welke voorwaarden bepaalde niet als gemeenschapsmodel ingeschreven losse onderdelen van het voorbrengsel voor bescherming in aanmerking komen. Allereerst concludeert de A-G dat de beschikbaarstelling van het volledige model ook leidt tot de beschikbaarstelling van het model van een deel van dat voortbrengsel. Ten tweede concludeert hij dat een zichtbaar deel van het voortbrengsel, dat afgebakend is door bijvoorbeeld lijnen of kleur als gemeenschapsmodel kan worden beschermd. Het zelfstandigheidscriterium hoeft hier volgens de A-G geen rol bij te spelen. 

IEF 20092

'Kärcher-geel' is een ingeburgerde kleur

Rechtbank Den Haag 7 jun 2021, IEF 20092; ECLI:NL:RBDHA:2021:7222 (Kärcher tegen Varo), https://ie-forum.nl/artikelen/k-rcher-geel-is-een-ingeburgerde-kleur

Rechtbank Den Haag 7 juli 2021, IEF 20092; ECLI:NL:RBDHA:2021:7222 (Kärcher tegen Varo)  Kärcher is de fabrikant van hogedrukreinigers met een kenmerkende gele kleur. Kärcher is houder van dit kenmerkende kleurmerk. Varo is ook een fabrikant van hogedrukreinigers en gebruikt voor haar producten een vergelijkbare kleur geel. Kärcher is van mening dat Varo hiermee inbreuk maakt op haar kleurmerk. Varo voert aan dat de beschikbaarheid van kleuren niet ongerechtvaardigd mag worden beperkt en baseert zich daarbij op het Libertel-arrest. De rechtbank gaat in deze zaak na of er sprake is van een onderscheidend karakter van het kleurmerk en of het kleurmerk is ingeburgerd. Deze vragen beantwoordt de rechtbank bevestigend, omdat Kärcher al sinds 1974 onafgebroken, wereldwijd en consequent deze kleur voor haar producten heeft gebruikt. Ook oordeelt de rechtbank dat er sprake is van verwarringsgevaar nu de kleur die Varo gebruikt te veel op de kleur 'Kärcher-geel' lijkt. Dit blijkt onder andere uit verschillende kleurtesten. De vordering van Kärcher tot staking van de inbreuk door Varo wordt grotendeels toegewezen. 

IEF 20063

Uitspraak ingezonden door Grégory Sorreaux en Matthieu Pierre, Thales.

Verzoek om schadedeskundige afgewezen

Belgische gerechten 25 mei 2021, IEF 20063; https://ie-forum.nl/artikelen/verzoek-om-schadedeskundige-afgewezen

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 25 mei 2021, IEF 20063, IEFbe 3243; A/20/00670 (Del Ponti tegen Tulplast) Deze zaak maakt deel uit van een breder geschil tussen Del Ponti (een onderneming naar Belgisch recht) en Tulplast (een onderneming naar Pools recht) dat in 2014 begon voor de stakingsrechter te Brussel werd aangespannen. Del Ponti beschuldigde Tulplast ervan een van zijn producten te hebben gereproduceerd en gekopieerd in strijd met haar bij het OHIM geregistreerde model. Zowel de eerste rechter als de beroepsrechter bevestigden de inbreuk van Tulplast en bevallen ze derhalve de staking ervan.
In een daaropvolgende schadevergoedingsprocedure die eind 2019 werd ingeleid vorderde Del Ponti vergoeding van de schade die zij beweerde te hebben geleden. Del Ponti verzocht, in hoofdorde, de veroordeling van Tulplast tot betaling van een schadevergoeding, provisioneel begroot op 1.000.000 (later in de procedure verminderd tot 250.000) EUR en, ondergeschikt, deskundige aan te stellen ten einde haar schade concreet te begroten.

IEF 20000

Uitspraak ingezonden door Jorn Torenbosch, KLOS c.s en Universiteit Utrecht en Lenneke van Gaal, LWSL.

HvJ EU: Vorderingen Yokohama ongegrond en niet-ontvankelijk

HvJ EU 3 jun 2021, IEF 20000; ECLI:EU:C:2021:431 (Yokohama en EUIPO tegen Pirelli ), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-vorderingen-yokohama-ongegrond-en-niet-ontvankelijk

HvJ EU 3 juni 2021, IEF 20000, IEFbe 3230; ECLI:EU:C:2021:431 (Yokohama en EUIPO tegen Pirelli)  Yokohama en het EUIPO vorderen in deze zaak vernietiging van een eerder arrest. In dit eerdere arrest heeft het Gerecht een beslissing van het EUIPO vernietigd [IEF 18097]. In het kort houdt deze zaak in dat Yokohama een door Pirelli ingeschreven model voor banden nietig wil laten verklaren, omdat er volgens Yokohama sprake is van wezenlijke kenmerken van dit merk die uitsluitend functioneel zijn. Het Hof bevestigt in deze zaak het oordeel van het Gerecht, dat het ingeschreven merk er niet toe leidt dat Pirelli haar concurrenten kan verbieden om vergelijkbare vormen van banden te verhandelen, wanneer een dergelijke vorm in combinatie met andere elementen van het loopvlak van een band een vorm oplevert die verschilt van elk van deze elementen afzonderlijk. Echter, alle door Yokohama nieuw aangevoerde verweren worden niet-ontvankelijk en ongegrond verklaard. 

IEF 19997

Kosten van vervangend model aangemerkt als schadepost

Hof Amsterdam 22 dec 2020, IEF 19997; ECLI:NL:GHAMS:2020:3584 (Rofra tegen IMS), https://ie-forum.nl/artikelen/kosten-van-vervangend-model-aangemerkt-als-schadepost

Hof Amsterdam 22 december 2020, IEF 19997; ECLI:NL:GHAMS:2020:3584 (Rofra tegen IMS)  Rofra vordert in dit geding vergoeding van de schade die zij heeft geleden doordat IMS het in hoger beroep vernietigde kortgedingvonnis ten uitvoer heeft gelegd. Dit vernietigde vonnis hield in dat Rofra gehouden was de verhandeling van een bepaald type bank (de Dante) te staken. Voor de vernietiging in hoger beroep heeft Rofra enige tijd de verhandeling van de Dante moeten staken, waardoor Rofra meent dat ze schade heeft geleden. IMS brengt daar tegenin dat er geen sprake is van schade nu Rofra een op de Dante lijkend model heeft verhandeld. Het hof ordeelt, dat Rofra weliswaar haar schade door dit nieuwe model heeft weten te beperken, maar dat Rofra wel gerechtigd is om de gemaakte kosten voor de productie van het vervangende model als schadepost op te voeren. 

IEF 19961

Uitspraak ingezonden door Gert-Jan van den Bergh en Auke van Hoek, Bergh Stoop & Sanders, en Berber Brouwer, Walden Grene.

HvJ EU verklaart Tinnus Enterprises niet-ontvankelijk

HvJ EU 5 mei 2021, IEF 19961; ECLI:EU:C:2021:357 (Tinnus Entreprises tegen EUIPO en Koopman International), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-verklaart-tinnus-enterprises-niet-ontvankelijk

HvJ EU  5 mei 2021, IEF 19961, IEFbe 3220; ECLI:EU:C:2021:357 (Tinnus Entreprises tegen EUIPO en Koopman International) Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft Tinnus Enterprises niet-ontvankelijk verklaard in haar appel tegen de uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie van 18 november 2020 [IEF 19589], waarin werd geoordeeld dat zowel de Invalidity Division als de Boards of Appeal van het EUIPO terecht de ongeldigheid hebben uitgesproken van de modelregistratie van Tinnus voor een waterballonvuller (fluid distribution equipment), omdat alle kenmerken van het model uitsluitend door de technische functie zijn bepaald. Tinnus heeft naar het inzicht van het Hof onvoldoende aangetoond dat in de hogere voorziening een vraag aan de orde is die van belang is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het recht van de Unie.
Vastgesteld wordt dat Tinnus zelf heeft erkend dat de vier afzonderlijke elementen van de ballonvuller – die waren beoordeeld als volledig technisch bepaald - wel degelijk de kenmerken van het uiterlijk vormden. Een verder nieuwheidsonderzoek was dus niet nodig. Voor zover werd gesteld dat de criteria van het arrest van 8 maart 2018, DOCERAM [IEF 17542] onjuist zouden zijn toegepast, heeft Tinnus nagelaten aan te geven welke criteria volgens haar onjuist zijn toegepast. Bovendien is niet door Tinnus aangegeven of er überhaupt een vraagstuk speelt dat van belang is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het recht van de Unie. Het verzoek om verdere behandeling wordt daarom afgewezen.
 

IEF 19919

Modelrechten truss moeten worden overgedragen

Rechtbank Noord-Nederland 21 apr 2021, IEF 19919; ECLI:NL:RBNNE:2021:1530 (UP tegen de curator en Prolyte), https://ie-forum.nl/artikelen/modelrechten-truss-moeten-worden-overgedragen

Rechtbank Noord-Nederland 21 april 2021, IEF 19919; ECLI:NL:RBNNE:2021:1530 (UP tegen de curator en Prolyte) UP heeft een bepaald type truss ontwikkeld. Een truss is een constructiesysteem met aan elkaar gelaste aluminium buizen, dat gebruikt wordt voor de bouw van stands, theaters en podia. In 2017 heeft UP een 'business partner contract' gesloten met Prolyte, waarin o.a. de overdracht onder bepaalde voorwaarden van UP’s internationale modelrechten op de truss aan Prolyte is opgenomen. Prolyte is vervolgens in 2019 failliet verklaard, maar heeft via een doorstart de modelrechten kunnen kopen van de curator. UP is hierna de modelrechten gaan opeisen bij de curator. De rechtbank moet kijken naar welk van de twee ondernemingen in casu de sterkere rechten heeft. Geoordeeld wordt dat Prolyte die heeft, omdat de in het contract overeengekomen voorwaarden voor de overdracht van de rechten op de truss allemaal in vervulling zijn gegaan.

IEF 19916

Gordijnrails zijn nagenoeg exacte kopieën van elkaar

Rechtbank Oost-Brabant 12 apr 2021, IEF 19916; ECLI:NL:RBOBR:2021:1703 (Forest tegen Vako), https://ie-forum.nl/artikelen/gordijnrails-zijn-nagenoeg-exacte-kopie-n-van-elkaar

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 12 april 2021, IEF 19916, ECLI:NL:RBOBR:2021:1703 (Forest tegen Vako) Forest en Vako produceren en leveren gordijnrailsystemen op de internationale markt. Een van de railsystemen van Forest is de DS-rail. Vako heeft een soortgelijk railsysteem op de markt gebracht, waardoor Forest van mening is dat er door Vako een inbreuk wordt gemaakt op haar modelrecht. Vako voert daartegen aan dat er geen sprake is van een geldig model, omdat de vormgeving van de DS-rail uitsluitend technisch bepaald is. De voorzieningenrechter stelt Forest in het gelijk. Geoordeeld wordt dat de DS-rail over een nieuw en voldoende eigen karakter beschikt en dat het railsysteem van Vako een nagenoeg exacte kopie van de DS-rail is.

IEF 19903

Recht van voorrang onterecht geweigerd

Gerecht EU (voorheen GvEA) 14 apr 2021, IEF 19903; ECLI:EU:T:2021:186 (The Kaikai Company tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/recht-van-voorrang-onterecht-geweigerd

Gerecht EU 14 april 2021, IEF 19903, IEFbe 3205; ECLI:EU:T:2021:186 (The Kaikai Company tegen EUIPO) The Kaikai Company heeft op 24 oktober 2018 een meervoudige aanvraag tot inschrijving van twaalf gemeenschapsmodellen ingediend bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO). Zij heeft voor al deze modellen aanspraak gemaakt op voorrang op grond van internationale octrooiaanvraag PCT/EP2017/077469, die op 26 oktober 2017 bij het Europees Octrooibureau (EOB) was ingediend. Op 31 oktober 2018 heeft het EUIPO The Kaikai Company ervan op de hoogte gebracht dat de meervoudige aanvraag in haar geheel was aanvaard, maar dat het geclaimde recht van voorrang voor alle modellen werd geweigerd, aangezien de eerdere aanvraag meer dan zes maanden vóór de meervoudige aanvraag was ingediend. The Kaikai Company is het hier niet mee eens en verzoekt het Gerecht tot vernietiging van deze beslissing. Deze oordeelt dat de voorrangstermijn niet goed is toegepast door het EUIPO en wijst de vordering van The Kaikai Company toe.