DOSSIERS
Alle dossiers

Wet- en regelgeving  

IEF 1053

Lekker kort verslag

Kamerstuk 30 222 (R 1797), nr. 6. Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 ter implementatie van de richtlijn inzake handhaving van intellectuele-eigendomsrechten. Verslag, vastgesteld 6 oktober 2005.

"De vaste commissie voor Economische Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek naar bovengenoemd wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij steunen de regering in haar voorstel tot wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 teneinde de positie van de houder van een intellectueel eigendomsrecht te versterken en de procedures duidelijker en eenvormiger te maken. In hoeverre verschilt de voorgestelde rechtsbescherming van een octrooihouder bij inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van soortgelijke rechtsbescherming in de verschillende bij het EOV aangesloten landen die niet lid zijn van de Europese Unie?"

De voorzitter van de commissie, Hofstra
De griffier van de commissie, Tielens-Tripels

IEF 1045

Nog een amendement

Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 874 (R 1777), nr. 17. Goedkeuring en uitvoering van de Akte tot herziening van artikel 63 van  het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, het Verdrag inzake octrooirecht, het Verdrag inzake de toepassing van  artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van  Europese octrooien. Amendement van het lid Blom ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 121 Ontvangen 11 oktober 2005.

"Dit amendement voorziet erin dat Nederland het Vertalingenprotocol niet eerder bekrachtigt dan nadat de andere staten dat protocol hebben bekrachtigd. Vanwege de geringe reciprociteit die ondertekening van het protocol met zich meebrengt zal de concurrentiepositie van het octrooihoudende Nederlandse bedrijfsleven bij ondertekening verslechteren. Aangezien ondertekening van het Vertalingenprotocol ook onaantrekkelijk is voor het eigen octrooihoudende bedrijfsleven in potentiële protocollanden neemt de kans af dat deze landen het protocol zullen aannemen en aanwenden om hun taalpolitieke standpunt in het kader van het Gemeenschapsoctrooi te wijzigen."

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel I, eerste lid, wordt toegevoegd: met dien verstande dat het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, niet eerder wordt bekrachtigd voor Nederland dan nadat alle staten buiten Nederland die partij zijn bij het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 1992, 47), tevens partij zijn geworden bij het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien.

IEF 1022

Dubbele Octrooiering

Kamerstuk 29 874 (R 1777) Nr. 15. Goedkeuring en uitvoering van de Akte tot herziening van artikel 63 van  het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, het Verdrag inzake octrooirecht, het Verdrag inzake de toepassing van  artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van  Europese octrooien. Gewijzigd amendement van het lid Hessels over het voorkomen van dubbele octrooiering (ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 15. Ontvangen 6 oktober 2005).

Het vierde lid van artikel 4 van de Rijksoctrooiwet 1995 is een zogenoemde collisiebepaling en strekt ertoe om dubbele octrooiering te voorkomen. Ingevolge het thans nog van kracht zijnde artikel 4, vierde lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 behoort de inhoud van Europese octrooiaanvragen en van internationale aanvragen tot de stand van de techniek nadat aan twee eisen is voldaan. Uit het voorgestelde artikel 4, vierde lid, (zie artikel II, onderdeel D, onder 1) blijkt dat deze twee eisen zullen vervallen, zonder dat voor de lopende octrooiaanvragen en voor octrooien die voor de inwerkingtreding zijn verleend een overgangsrechtelijke voorziening is getroffen.


De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:


Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

Op een octrooiaanvraag die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze rijkswet is ingediend en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, alsmede op een voor dat tijdstip verleend octrooi blijft artikel 4, vierde lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 respectievelijk 54, vierde lid, van het Europees Octrooiverdrag van toepassing zoals die onmiddellijk voor dat tijdstip luidde.
  
Toelichting

Het vierde lid van artikel 4 van de Rijksoctrooiwet 1995 is een zogenoemde collisiebepaling en strekt ertoe om dubbele octrooiering te voorkomen. Ingevolge het thans nog van kracht zijnde artikel 4, vierde lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 behoort de inhoud van Europese octrooiaanvragen en van internationale aanvragen tot de stand van de techniek nadat aan twee eisen is voldaan, t.w. “(…), mits het Koninkrijk in de gepubliceerde aanvrage is aangewezen en het voor de aanwijzing verschuldigde bedrag is betaald”. Uit het voorgestelde artikel 4, vierde lid, (zie artikel II, onderdeel D, onder 1) blijkt dat deze twee eisen zullen vervallen, zonder dat voor de lopende octrooiaanvragen en voor octrooien die voor de inwerkingtreding zijn verleend een overgangsrechtelijke voorziening is getroffen. De situatie is analoog voor verleende Europese octrooien waarvoor het huidige vierde lid van artikel 54 van het Europees Octrooiverdrag, waarin bepaald was dat een colliderende Europese octrooiaanvraag alleen tot de stand van de techniek behoorde indien “in de latere aanvrage aangewezen Verdragsluitende Staat tevens was aangewezen in de gepubliceerde eerdere aanvrage” komt te vervallen. Om te voorkomen dat op zulke octrooiaanvragen en octrooien het nieuwe regime van artikel 4, vierde lid, van de Rijksoctrooiwet en het nieuwe regime van artikel 54, derde lid, van het Europees Octrooiverdrag bij de inwerkingtreding ervan onmiddellijk van toepassing wordt – onder het nieuwe regime is de stand van de techniek uitgebreider waardoor een uitvinding minder gauw nieuw is dan onder het huidige regime – is het noodzakelijk een overgangsrechtelijke voorziening te treffen. Artikel IIA strekt daartoe. Dit artikel heeft zowel betrekking op lopende rijksoctrooiaanvragen als op reeds verleende rijksoctrooien en Europese octrooien.

Hessels

IEF 1009

de Nederlandse taal te beschermen

Kamerstuk 29 874 (R 1777) Nr. 14. Goedkeuring en uitvoering van de Akte tot herziening van artikel 63 van  het Verdrag inzake de verlening van Europese  octrooien, het Verdrag inzake octrooirecht, het Verdrag inzake de toepassing van  artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening  van Eur. octrooien en de Akte tot herziening  van het Verdrag inzake de verlening van  Eur. octrooien. 

Dit amendement voorziet erin dat het Vertalingenprotocol niet wordt  bekrachtigd. Naast zakelijke overwegingen als de verwachte toename van het aantal buitenlandse octrooien in Nederland en de mogelijke relatieve  verslechtering van de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven ondergraaft het Vertalingenprotocol de positie van de Nederlandse  taal in de samenleving, terwijl de overheid juist als taak heeft de Nederlandse taal te beschermen. Indien dit amendement wordt aangenomen, vervalt in het opschrift de  zinsnede «, het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag  inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening  van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 2001, 21)». 

Amendement van de leden Rouvoet en Slob, ontvangen 28 september 2005. “De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:  

I  In de beweegreden vervalt «, het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand  gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag  inzake de verlening van Europese octrooien».  

II  In artikel I, eerste lid, vervalt «, het op 17 oktober 2000 te Londen tot  stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het  Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, waarvan de Engelse  en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2001, 21 en de vertaling  in het Nederlands is geplaatst in Tractatenblad 2001, 133».  I

II  Artikel II, onderdeel T, wordt als volgt gewijzigd:  a. Punt 1 komt te luiden:  1. Het eerste lid komt te luiden:  1. Degene aan wie een Europees octrooi is verleend, doet het bureau binnen een bij algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen termijn  een vertaling in het Nederlands toekomen van de tekst waarin het  Europees Octrooibureau besluit dat octrooi te verlenen. Bij de indiening van de vertaling wordt een bedrag betaald, waarvan de hoogte en de  termijn waarbinnen betaling geschiedt, bij algemene maatregel van rijksbestuur worden bepaald.  b. Punt 6 vervalt.  

IV  Artikel II, onderdeel AB, komt te luiden:  AB  Aan artikel 70, derde lid, wordt na «is gewezen» toegevoegd: en, in  geval van een Europees octrooi, aan een verzoek als bedoeld in artikel 52,  negende lid, is voldaan.

IEF 1002

Nakoming toezeggingen

 Wetsvoorstel Rijksoctrooiwet 1995 (TK 29 874). Nakoming toezeggingen. “Op 14 september jl. was het plenaire debat over het wetsvoorstel inzake goedkeuring en uitvoering van drie verdragen in de Rijksoctrooiwet 1995 (TK 29 874). De Kamer stond welwillend tegenover implementatie van de Akte van Herziening bij het Europees Octrooiverdrag en van de Patent Law Treaty; ook het schrappen van de zogenaamde waarmerkverplichting kon rekenen op goedkeuring. Daarnaast was er een aantal partijen dat opmerkingen had over implementatie van het Vertalingenprotocol.
 
Tijdens het debat heb ik de Kamer toegezegd het volgende toe te zenden: 
1. Advies van de ACTAL over de effecten van mijn Nota van Wijziging (nr 8); 
2. Het TNS/NIPO-rapport over het exportgedrag van het innovatieve MKB; 
3. Cijfers inzake de Nederlandse instandhoudingstaksen; 
4. Juridische analyse van het Vertalingenprotocol betreffende de mogelijkheid onderscheid te maken naar herkomst van de octrooihouder; 
5. Evaluatie Rijksoctrooiwet 1995 (eerst begin 2006).  Op bovenstaande punten ga ik hieronder in. Bovendien ga ik in deze brief nader in op enkele in het debat gemaakte opmerkingen en het amendement ingediend door het lid Gerkens.” Lees volledige brief en bijlagen hier
IEF 946

In de eigen Nederlandse taal

Kamerstukken 29874 (R 1777), nr. 13, Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 i.v.m. goedkeuring en uitvoering van een drietal verdragen. Amendement van het lid Gerkens (SP).

"Dit amendement maakt de wijzigingen, aangebracht door de nota van wijziging (stuk nr. 8), ongedaan. Hiermee blijft de in het oorspronkelijke wetsvoorstel bestaande vertaling van octrooiconclusies in het Nederlands bestaan, waardoor deze vertalingen behouden blijven als signaal functie voor het MKB. Een Nederlands bedrijf kan hierdoor de octrooiconclusie in de eigen Nederlandse taal blijven lezen en daardoor gemakkelijker beoordelen of men inbreuk maakt op een octrooi."

TWEEDE  KAMER  DER STATEN-GENERAAL
Vergaderjaar 2005-2006


 
29 874 (R 1777) Goedkeuring en uitvoering van de op 17 december 1991 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 1992, 47), het op 1 juni 2000 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake octrooirecht (Trb. 2001, 120), het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 2001, 21) en de op 29 november 2000 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Trb. 2002, 64)
 
 
Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID GERKENS
 Ontvangen 21 september 2005
 
  De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

  In artikel II, onderdeel T, wordt artikel 52 als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid wordt na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: Daarnaast doet degene aan wie een Europees octrooi is verleend het bureau binnen een bij algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen termijn een vertaling in het Nederlands toekomen van de conclusies van het verleende octrooi.

  2. In het tweede lid wordt “De in het eerste lid bedoelde vertalingen voldoen” vervangen door: De vertaling voldoet.

  3. In het derde lid wordt “de in het eerste lid bedoelde vertalingen” vervangen door: de vertaling.

  4. In het vierde lid, onderdeel a, wordt “de in het eerste lid bedoelde vertalingen niet door het bureau zijn ontvangen” vervangen door: de vertaling niet door het bureau is ontvangen”.

 Toelichting
 
  Dit amendement maakt de wijzigingen, aangebracht door de nota van wijziging (stuk nr. 8), ongedaan. Hiermee blijft de in het oorspronkelijke wetsvoorstel bestaande vertaling van octrooiconclusies in het Nederlands bestaan, waardoor deze vertalingen behouden blijven als signaal functie voor het MKB. Een Nederlands bedrijf kan hierdoor de octrooiconclusie in de eigen Nederlandse taal blijven lezen en daardoor gemakkelijker beoordelen of men inbreuk maakt op een octrooi.

 Gerkens

IEF 938

zonder aarzeling

Peter Mandelson, EU Trade Commissioner,:"First, intellectual property. We desperately need better recognition of IPRs and an improved enforcement of IPR protection both multilaterally and bilaterally.  This is of outmost importance for promoting innovation in our industries and to sustaining our position as a top of the range producer. I want to avoid issuing threats to developing countries: our stress in on technical cooperation and assistance to help third countries fight counterfeiting and piracy.

We are not singling out any one country, but we will not hesitate to trigger bilateral and multilateral sanctions against any country involved in systematic IPR violations."

Peter Mandelson, EU Trade Commissioner: Open markets, open trade: Europe’s global challenge. Market Access Symposium. European Parliament, Brussels, 19 September 2005. Lees volledige speech hier.

IEF 916

Geen conclusie in octrooidebat

Vandaag in het FD: 'Kamer hikt aan tegen einde octrooivertaling. Staatssecretaris Karien van Gennip krijgt nog niet voldoende steun in de Tweede Kamer voor haar voorstel om de vertaalplicht voor octrooien in Nederland af te schaffen. Behalve oppositiepartijen PvdA en SP bleek ook regeringspartij VVD woensdag bezwaren te hebben. VVD-woordvoerder Fadime Örgü heeft een amendement ingediend, waarin het kabinet wordt verzocht voorlopig niet tot ondertekening over te gaan van een internationale overeenkomst die de afschaffing van de vertaaleis regelt.'

Volgens het artikel verbaasde Van Gennip zich gisteren hogelijk over de opstelling van de VVD, een partij die de administratieve lastenverlichting hoog in het vaandel heeft staan. Volgens VVD-woordvoerder Örgü gaat het echter niet om de de inhoud van het vertalingenprotocol, maar om de procedure. Landen die het verdrag niet ratificeren zouden wel  kunnen wel profiteren van het schrappen van de vertaalplicht in onder andere Nederland. Van Gennip gaf wel aan eventueel te kunnen leven met het behoud van de vertaalplicht voor de octrooiconclusies. Lees hier meer.

Update: Amendement Örgü en Blom, Kamerstukken 29874 (R1777), nr. 12: 'Dit amendement voorziet erin dat Nederland het Vertalingenprotocol niet eerder bekrachtigt dan nadat de andere staten dat protocol hebben bekrachtigd.' Lees Amendement hier.

IEF 902

een zogenoemde collisiebepaling

Kamerstuk 29874, nr. 11. 2e Kamer 2004-2005. Goedkeuring en uitvoering van de Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, het Verdrag inzake octrooirecht, het Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien . Amendement Kamerlid Hessels over het introduceren van een overgangsrechtelijke voorziening.

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel IIA Op onderzoek naar de stand van de techniek met betrekking tot de inhoud van een octrooiaanvraag die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze rijkswet is ingediend en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, alsmede op onderzoek naar de stand van de techniek ingevolge artikel 75 van de Rijksoctrooiwet 1995 met betrekking tot de inhoud van een voor dat tijdstip verleend octrooi blijven de artikelen 4 van de Rijksoctrooiwet 1995 en 54 van het Europees Octrooiverdrag van toepassing zoals die onmiddellijk voor dat tijdstip luidden.

Toelichting: Artikel 4 van de Rijksoctrooiwet 1995 is een zogenoemde collisiebepaling en strekt ertoe om dubbele octrooiering te voorkomen. Of er sprake is van collisie tussen ingediende octrooiaanvragen wordt vastgesteld aan de hand van een onderzoek naar de nieuwheid van die octrooien. Ingevolge het thans nog van kracht zijnde artikel 4, vierde lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 wordt dat onderzoek verricht nadat aan twee eisen is voldaan, t.w. «(...), mits het Koninkrijk in de gepubliceerde aanvrage is aangewezen en het voor de aanwijzing verschuldigde bedrag is betaald». Uit het voorgestelde artikel 4, vierde lid, (zie artikel II, onderdeel D, onder 1) blijkt dat deze twee eisen zullen vervallen, zonder dat voor de lopende octrooiaanvragen een overgangsrechtelijke voorziening is getroffen. Om te voorkomen dat op zulke octrooiaanvragen het nieuwe regime van artikel 4 bij de inwerkingtreding ervan onmiddellijk van toepassing wordt – onder het nieuwe regime is een octrooi dus minder gauw nieuw dan onder het huidige – is het noodzakelijk een overgangsrechtelijke voorziening te treffen. Artikel IIA strekt daartoe. Dit artikel heeft zowel betrekking op lopende nationale octrooiaanvragen als op Europese octrooiaanvragen en internationale aanvragen in het kader van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien. Bovendien is dit artikel van toepassing op het onderzoek naar de nieuwheid van reeds verleende octrooien.

IEF 896

ter verdere harmonisatie

Kamervragen met antwoord nr. 2322. 2e Kamer 2004-2005.  Eerder bericht hier. Vragen van de leden Kortenhorst en Hessels (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de toepassing van octrooiregels. (Ingezonden 30 juni 2005); Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken). (Ontvangen 6 september 2005) "Ja, ik ken de berichten inzake Cordis. De gerechtelijke procedure tussen Cordis B.V. en Schneider Gmbh is onderdeel van een octrooigeschil tussen hun moederondernemingen, de farmaceutische multinationals Johnson & Johnson en Boston Scientific. Deze ondernemingen zijn sinds 1995 wereldwijd verwikkeld in octrooigeschillen en hebben deze in meerdere landen voor de rechter gebracht.

Ik heb geen informatie of signalen waaruit zou blijken dat de toepassing van octrooiregels in Nederland strenger is dan die in andere landen van de EU. Rechters kunnen overigens in individuele zaken in verschillende landen wel tot een verschillend oordeel komen. Naar huidige inzichten heb ik geen reden om aan te nemen dat het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen als gevolg van de Nederlandse rechtspraak in een ongunstiger positie verkeert dan concurrenten in andere EU-landen. Binnen Europa kennen we (nog) geen gemeenschappelijke rechtsgang voor octrooigeschillen. Als gevolg hiervan zijn het de nationale rechters die zich uitspreken over octrooizaken.

Naar mijn mening zou de consistentie van rechterlijke uitspraken in Europa verbeteren, wanneer bijvoorbeeld de Gemeenschapsoctrooiverordening met de daarin opgenomen centrale rechtsgang voor geschillen over gemeenschapsoctrooien, of de gecentraliseerde rechtsgang van het Europees Octrooiverdrag, zoals neergelegd in de zogenaamde «European Patent Litigation Agreement» (EPLA), tot stand zou komen. Ik zet me nadrukkelijk in voor de totstandkoming van deze verdragen. Tot op heden is over beide nog geen politieke overeenstemming bereikt. Momenteel ligt overigens ter verdere harmonisatie van het octrooirecht in algemene zin het voorstel voor implementatie van drie verdragen (Europees Octrooiverdrag-herziening, Vertalingenprotocol en Verdrag inzake Octrooirecht) in de Rijksoctrooiwet 1995 ter behandeling in de Tweede Kamer."