Reclamerecht  

IEF 7810

De kredietconsument

Kamerstukken II 2008/09, 31911, nr. 3. Voorstel van wet van de leden Blanksma-van den Heuvel en Spekman tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht met betrekking tot televisiereclame over geldkrediet. Memorie van toelichting 

"3.1 Verbod op het in beeld of ten gehore brengen van goederen of diensten die met het in de reclame-uiting aangeboden geldkrediet kunnen worden aangeschaft

Het huidige verbod op misleidende reclame willen de indieners daarom uitbreiden met een verbod op dergelijke verleidende geldkredietreclames. Ingevolge dit wetsvoorstel wordt het verboden om in een televisiereclame voor geldkrediet tegelijkertijd goederen of diensten in beeld of ten gehore te brengen, die met het aangeboden geldkrediet zouden kunnen worden aangeschaft. Een reclame mag voortaan alleen informatie bevatten waarmee de kredietconsument zich kan oriënteren op de kredietmarkt. Dit betekent dat in geldkredietreclames op televisie geen goederen en diensten meer in beeld mogen worden gebracht, ook niet op de achtergrond. Met het stellen van deze eisen houdt de kredietconsument de mogelijkheid om zich via tv-kredietreclames te oriënteren op de aanbieders op de kredietmarkt, maar wordt hij beter beschermd tegen misleiding en verleiding."

Lees hier meer.

IEF 7805

Een boodschap die afkomstig is van een onafhankelijke derde

HvJ EG, 2 april 2009, zaak C-421/07, Frede Damgaard (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Vestre Landsret (Denemarken) in de strafzaak tegen Frede Damgaard)

Reclamerecht. Geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Richtlijn 2001/83/EG. Begrip ‚reclame’. Verspreiding van informatie over geneesmiddel door derde op diens eigen initiatief. Een boodschap die afkomstig is van een onafhankelijke derde, kan een reclamekarakter hebben.

"Artikel 86 van richtlijn 2001/83/EG (…) tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (…) moet aldus worden uitgelegd dat de verspreiding door een derde van informatie over een geneesmiddel, met name over de therapeutische of profylactische werking ervan, kan worden aangemerkt als reclame in de zin van dit artikel, indien deze derde op eigen initiatief handelt en feitelijk en rechtens volledig onafhankelijk is van de fabrikant of de verkoper van dat geneesmiddel. Het staat aan de nationale rechter, te bepalen of deze verspreiding een vorm van colportage, marktverkenning of stimulering vormt die is bedoeld ter bevordering van het voorschrijven, het afleveren, de verkoop of het verbruik van geneesmiddelen."

Lees het arrest hier.

IEF 7734

Valse hoop geven

Kamerstukken II 2008/09, vraagnr. 2009Z04380. Vragen van het lid Zijlstra (VVD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het niet-werkzame medicijn Artrosilium. (Ingezonden 11 maart 2009)

Vraag 1:  Bent u op de hoogte van het bestaan van het middel Artrosilium, dat volgens advertenties zou helpen tegen artrose? Bent u tevens op de hoogte van de agressieve vorm van reclame die voor dit middel gebruikt wordt en van het feit dat de Reclame Code Commissie reeds tot drie keer toe de advertenties van Artrosilium als misleidend heeft bestempeld?

Vraag 4: Deelt u de mening dat agressieve en misleidende reclame voor medische middelen zieke mensen valse hoop
geeft?

Lees alle vragen hier.

 

IEF 7678

Op een evenement

No butts on the beachRechtbank Rotterdam, 20 februari 2009,  LJN: BH5909, Philip Morris Holland B.V. tegen de minister van VWS (Beachpop)

Reclamerecht. Tabaksreclame. Overtreding van het reclameverbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, Tabakswet. Geen reguliere presentatie van tabaksproducten. Verweerders handhavingspraktijk terzake acht de rechtbank voldoende stelselmatig en consistent. Overtreding heeft plaatsgevonden op een evenement dat werd bezocht door onder meer jongeren. De door eiseres gestelde omstandigheden zijn geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder gebruik diende te maken van de bevoegdheid om de aan eiseres opgelegde boete te matigen. Wederom prachtig verbalisantenproza:

”De controleambtenaar van de Voedsel en Warenautoriteit heeft blijkens diens proces-verbaal van 9 augustus 2004 op 27 juni 2004 het evenement ‘Beachpop’ op het strand van Bloemendaal bezocht : ”Ik zag daar een stand waarop ik met grote rode letters zag geschreven “Cigarettes”. Ik zag dat de stand geheel rood was. Ik zag dat er op de toonbank een display stond met zilverkleurige pakken. Ik zag dat het pakken Marlboro special edition waren zijnde een tabaksproduct, zoals bedoeld in artikel 1, onder a, van de Tabakswet. Ik zag dat er een meisje achter de toonbank zat, gekleed in de kleuren rood en zilver. Ik zag dat de bovenkant van de toonbank doorzichtig was en dat er daaronder pakken sigaretten lagen van de merken Marlboro, Chesterfield, L&M en Phillip Morris, zijnde tabaksproducten, zoals bedoeld in artikel 1 onder a van de Tabakswet. Alle merken zijn door Philip Morris geproduceerd. Ik zag personen die bij de stand sigaretten kregen tegen betaling.”

Lees de uitspraak hier.

IEF 7677

Geen reguliere presentatie

Pinkpop 2006Rechtbank Rotterdam, 20 februari 2009,  LJN: BH5920, Theodorus Niemeyer B.V. tegen de minsister van VWS. (Pinkpop)

Reclamerecht. Overtreding van het reclame- en sponsoringverbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, Tabakswet. Geen reguliere presentatie van tabaksproducten. Voor het aannemen van sponsoring is in het onderhavige geval doorslaggevend dat door betaling van een geldbedrag eiseres exclusiviteit van de verkoop van haar merken van tabaksproducten heeft verkregen. De door eiseres gestelde omstandigheden zijn geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder gebruik diende te maken van de bevoegdheid om de aan eiseres opgelegde boete te matigen. 

"De verbalisanten hebben tijdens hun bezoek aan Pinkpop 2006 vastgesteld dat eiseres aldaar aanwezig was met een grote verkoopstand met vermelding (tot twee keer toe) van het opschrift “Tobacco Shop”. Deze Tobacco Shop was ongeveer 8 meter breed met aan beide zijden een toren van ongeveer 5 meter hoog, waarop de aanduiding “Tobacco Shop”was vermeld. Het middelste gedeelte, de verkoopbalie, was fel verlicht en voorzien van verschillende spotlights. Voorts was er tegen de achterwand van de verkoopbalie een overzicht van door eiseres gevoerde merken met verkoopprijsaanduiding bevestigd. Op een achterwand werd een deel van de op het overzicht genoemde merkenversies tentoongesteld. Het betrof de merken Lucky Strike, Pall Mall, Bar Clay en Dunhill. Aan bezoekers van Pinkpop 2006 werden aan de verkoopbalie tabaksproducten verkocht."
 
 Lees de uitspraak hier.

IEF 7676

Het aanprijzen van eetwaren

Rechtbank Rotterdam, 5 maart 2009, LJN: BH5927, Mix Media B.V. tegen  de minister van VWS (Tijdschrift Gezondheid/Gezond NU’

Reclamerecht. Het aanprijzen van eetwaren met gebruikmaking van een medische claim in een tijdschriftartikel is een overtreding van artikel 20, tweede lid, aanhef en onder a, Warenwet. Onvoldoende deugdelijke motivering waarom eiseres wel wordt beboet voor de overtreding, terwijl in gevallen waarin eetwaren worden aangeprezen met gebruikmaking van een medische claim zonder vermelding van merk- en/of productnaam verweerder niet tot oplegging van een boete overgaat. Strijd met het bepaalde in artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht.
 
 Lees de uitspraak hier.

IEF 7604

Brandwerend doekmateriaal

Rechtbank Zwolle, 22 oktober 2008, LJN: BH2351,  Firefabric B.V. c.s. tegen Poly-Nederland, Firetexx B.V.

Misleidende mededelingen; artikel 6:194 BW. Stukgelopen samenwerking. Weinig boeiend geschil tussen producenten van autoblusdekens over vermeende uitlatingen over wie de “rechthebbende” op een bepaalde blusdeken is. Vorderingen afgewezen. 

4.4.3.  Dat Poly-Nederland dan wel Firetexx zich erop beroept “rechthebbende” te zijn op de autoblusdeken, althans dat de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument dat heeft begrepen naar aanleiding van door Poly-Nederland c.s. gedane mededelingen is evenmin aannemelijk geworden. In geen der door [eiser sub 1] c.s. in het geding gebrachte stukken stellen Poly-Nederland of Firetexx rechthebbende te zijn. Een feitelijke grondslag aan de stelling lijkt dan ook te ontbreken zodat ook op dit punt niet aannemelijk is geworden dat Poly-Nederland of Firetexx onrechtmatig hebben gehandeld.

Lees het vonnis hier.

IEF 7486

Dat het advocatenkantoor onrechtmatig heeft gehandeld

Rechtbank Amsterdam, 15 januari 2009, LJN: BG9974, Partrust Beheer B.V. tegen Gedaagden (advocatenkantoor)

Reclamerecht. Beleggingsfirma eist in kort geding dat een advocatenkantoor dat cliënten werft onder 'gedupeerde' beleggers onrechtmatige berichten van haar website haalt en op die website een rectificatie plaatst. Geoordeeld wordt dat het advocatenkantoor onrechtmatig heeft gehandeld met het plaatsen van die berichten. De vorderingen worden toegewezen in die zin dat het advocatenkantoor wordt veroordeeld dit vonnis op haar website te plaatsen alsmede een schadevergoeding te betalen van EUR 25.000.

Lees het vonnis hier.

IEF 7477

En daar kunt U van profiteren!

Rechtbank ’s-Gravenhage, 13 januari 2009,  LJN: BG9675, Young City Media B.V. tegen  [X] Communications B.V. tevens handelend onder de naam Fresh FM

Reclamerecht. Is verzending mailing ("Vanaf 1 januari wordt City FM Radio Decibel. En daar kunt U van profiteren! Hoe? Door uw campagne per 1 januari te stoppen op City FM en over te stappen naar Fresh FM") door gedaagde onrechtmatig jegens eiseres?

De mailing moet worden gekwalificeerd als vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a BW en dient dus te voldoen aan de eisen zoals gesteld in het tweede lid van dit artikel. De mailing is misleidend en onvolledig. Dit voert tot de conclusie dat sprake is van vergelijkende reclame die niet voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 6:194a lid 2 sub a en c BW, hetgeen onrechtmatig geacht moet worden jegens eiseres.

Lees het vonnis hier.

IEF 7466

360º fotografie

Ferro Informatie SystemenRechtbank ’s-Hertogenbosch, 3 december 2008, LJN: BG8960, Cyclomedia Technology B.V. tegen Ferro Informatie Systemen B.V.,

Merkenrecht. Reclamerecht. Bedrijfsgeheimen. Panoramische foto’s. Geen sprake van onrechtmatige kennisname van bedrijfsvertrouwelijke informatie. geen ongeoorloofde vergelijkende reclame. Term 'Cyclorama' geniet geen merkenrechtelijke bescherming en ook op andere gronden is gebruik van de term niet verboden. Er is niet gebleken van bijzondere omstandigheden die gebruik van term 'Cyclorama' onrechtmatig maken. De term “specialist” is in de regel niet voorbehouden aan slechts 1 persoon/bedrijf of instelling.

Eiser Cyclomedia brengt “op grootschalige en systematische wijze de omgeving in kaart door middel van speciale digitale panoramische foto’s die een 360 º beeld geven van gefotografeerde omgeving” en stelt in 2005 een opnamevoertuig ter beschikking aan gedaagde Ferro, tegen betaling en na ondertekening van een geheimhoudingsverklaring. In 2006 breidt Ferro haar dienstverlening uit met 360 º fotografie. Beide ondernemingen duiden hun product aan met de naam cyclorama. De factuur voor het gebruik van het opnamevoertuig is onbetaald gebleven.

Eiser Cyclomedia stelt dat Ferro de geheimhoudingsovereenkomst heeft geschonden en zich bedient van misleidende en vergelijkende reclame. De vorderingen worden afgewezen.

Geheimhouding: “4.7.3.  Gesteld noch gebleken is voorts dat Ferro Informatie Systemen B.V. tijdens het gebruik van het opnamevoertuig software heeft gekopieerd of anderszins heeft misbruikt. De rechtbank acht verder onvoldoende onderbouwing voorhanden voor de – betwiste - stelling dat Ferro Informatie Systemen B.V. gebruik maakt of heeft gemaakt van technische apparatuur, materialen, faciliteiten en documentatie van CycloMedia Technology B.V. Zij heeft hierbij in aanmerking genomen dat Ferro Informatie Systemen B.V. reeds ter comparitie heeft gesteld dat zij aanvankelijk gebruik heeft gemaakt van bestaande software (Quick time van Apple) en nadien van een vrij toegankelijke fotoviewer uit Italië. Aan de hand van ervaren gebruiksbeperkingen heeft Ferro Informatie Systemen B.V. naar haar zeggen eigen software (laten) ontwikkelen, die niet gelijk is aan die van CycloMedia Technology B.V. Het had op de weg van CycloMedia Technology B.V. gelegen om tegenover deze gemotiveerde betwisting van haar bovenaangehaalde stelling, feiten en omstandigheden te stellen ter ondersteuning van die stelling.

Dit klemt temeer nu CycloMedia Technology B.V. zelf in de dagvaarding heeft vermeld dat Ferro Informatie Systemen B.V. een eigen systeem heeft ontwikkeld. CycloMedia Technology B.V. heeft nadere onderbouwing echter achterwege gelaten en ook heeft zij geen enkele onderbouwing gegeven voor haar terloopse (want tussen haakjes gezette) stelling dat er sprake zou zijn van een cameratechnologie waarop octrooi zou rusten. Aan die stelling gaat de rechtbank mitsdien voorbij. Tenslotte is de rechtbank van oordeel dat bij gebrek aan deugdelijke onderbouwing, niet kan worden aangenomen dat Ferro Informatie Systemen B.V. met behulp van de enkele kennis die is opgedaan tijdens instructie en gebruik van het voertuig gedurende 1 weekend, in staat is geweest om zich de technologie van CycloMedia Technology B.V. eigen te maken. Dit geldt zeker nu gesteld is dat deze technologie het resultaat is geweest van jarenlange inspanningen.”

Misleidende en vergelijkende reclame: “4.8.  CycloMedia Technology B.V. heeft ter toelichting op haar stellingen terzake aangevoerd dat Ferro Informatie Systemen B.V. zich in een door haar uitgegeven brochure en in een mailing op ontoelaatbare wijze met CycloMedia Technology B.V. vergelijkt. Zij presenteert zich ten onrechte als specialist in cyclorama’s. Ook brengt zij haar producten onder die naam (cyclorama’s) op de markt, terwijl dit geen soortnaam is maar een aanduiding die een eigen plaats op de markt gekregen heeft en synoniem is met de producten van CycloMedia Technology B.V.. (…)

4.10.3  Indien er veronderstellenderwijs vanuit zou worden gegaan dat er in casu sprake is van vergelijkende reclame, dan rijst de vraag of die geoorloofd is. Bij beantwoording van die vraag acht de rechtbank in de eerste plaats van belang dat de term “cyclorama” geen merkenrechtelijke bescherming geniet. Verder is gesteld noch gebleken dat er op andere gronden een verbod rust op het gebruik van die aanduiding voor 360° fotografie. Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank dat het Ferro Informatie Systemen B.V. in beginsel is toegestaan om die aanduiding te gebruiken, tenzij er sprake zou zijn van bijzondere omstandigheden die het gebruik van de term “cyclorama” door Ferro Informatie Systemen B.V. onrechtmatig zou maken. In dit verband zijn door CycloMedia Technology B.V. geen andere omstandigheden aangevoerd dan die ter onderbouwing van haar standpunt dat sprake is van misleidende en/of ongeoorloofde vergelijkende reclame. De rechtbank zal zich mitsdien tot de beoordeling van die aspecten beperken.

4.10.4    Uit de stellingen van CycloMedia Technology B.V. volgt dat het gestelde verwarringsgevaar zijn grond vindt in juist het – op zichzelf toegestane - gebruik van de term “cyclorama” in de brochure en mailing van Ferro Informatie Systemen B.V.. De rechtbank is van oordeel dat CycloMedia Technology B.V. onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld om te kunnen concluderen dat het enkele gebruik van die term in de brochure en mailing van Ferro Informatie Systemen B.V. verwarringsgevaar heeft of kan doen ontstaan. Voor het kunnen aannemen van verwarringsgevaar is tenminste nodig dat met behulp van concrete feiten en omstandigheden duidelijk wordt gemaakt dat het publiek (in de zin van de gemiddelde oplettende afnemer van het product) zou kunnen menen dat het product, dat in de (onmiskenbaar door Ferro Informatie Systemen B.V. uitgebrachte) brochure en mailing wordt aangeprezen, afkomstig is van CycloMedia Technology B.V. of van een aan CycloMedia Technology B.V. gelieerd bedrijf.

De omstandigheid dat Ferro Informatie Systemen B.V. – als cartografisch bedrijf – al jaren als zelfstandig bedrijf opereert op de markt van overheidsinstellingen, wat ook de markt is voor 360° fotografie, maakt het gestelde verwarringsgevaar zonder andere concretisering, die ontbreekt, onvoldoende aannemelijk. .Evenmin is voldoende feitelijke onderbouwing verstrekt om te kunnen concluderen dat de goede naam van het door CycloMedia Technology B.V. op de markt gebrachte product is geschaad. De enkele omstandigheid dat de foto’s van Ferro Informatie Systemen B.V. minder mogelijkheden zouden hebben dan die van CycloMedia Technology B.V. acht de rechtbank ontoereikend. Er zijn geen omstandigheden aangevoerd die erop zouden kunnen duiden dat de in 360° fotografie geïnteresseerde markt – merendeels bestaande uit grote professionele publieke en semi-publieke instellingen – een minder veelzijdige bruikbaarheid van het product van Ferro Informatie Systemen B.V. (zo daar al sprake van zou zijn) mede zou toerekenen aan CycloMedia Technology B.V. door het enkele gebruik van dezelfde terminologie.
De stelling als zou het product van CycloMedia Technology B.V. als te duur worden afgeschilderd acht de rechtbank niet houdbaar. Zij tekent hierbij aan dat Ferro Informatie Systemen B.V. in haar brochure/mailing in dit verband de mogelijkheid vermeldt om niet voor het hele pakket aan fotografie en onderhoud te opteren maar voor het laten inrichten van een eigen bedrijfsauto van de klant en de fotografie in eigen beheer te houden dan wel te opteren voor gedeeltelijk periodiek onderhoud.

Ook de stelling dat er sprake is van een oneerlijk behaald voordeel acht de rechtbank onvoldoende feitelijk onderbouwd en in het licht van al hetgeen hiervoor is overwogen niet houdbaar.

4.10.5  Tenslotte is de rechtbank van oordeel dat er door CycloMedia Technology B.V. onvoldoende feiten en omstandigheden zijn gesteld om te kunnen concluderen dat er anderszins sprake is van misleidende mededelingen in de brochure en/of mailing van Ferro Informatie Systemen B.V.. Dat Ferro Informatie Systemen B.V. zichzelf als specialist in cyclorama afficheert, acht de rechtbank ontoereikend. De term “specialist” is in de regel niet voorbehouden aan slechts 1 persoon/bedrijf of instelling. Ferro Informatie Systemen B.V. legt zich sinds medio 2006 mede toe op 360° fotografie, als specialisatie naast cartografie. De rechtbank ziet niet in dat het bezigen van de kwalificatie specialist in een wervingsbrochure/mailing ten opzichte van andere op dit vlak gespecialiseerde bedrijven als misleidend of anderszins onrechtmatig heeft te gelden.”

Lees het vonnis hier.