Reclamerecht  

IEF 1886

Sans frontières

Kamerstuk 22112, nr. 429 2e Kamer. Brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over informatievoorzieining aan de Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen.
 
Fiche 4: Richtlijn inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten. Het Commissievoorstel behelst een actualisering van de EU-Richtlijn ‘Televisie Zonder Grenzen’ uit 1989 (herzien in 1997). De verwachting is dat het totale besluitvormingsproces circa 1,5 jaar in beslag neemt. De bedoeling van de Commissie is om het voorstel uiterlijk in 2010 in werking te laten treden.

De ratio achter de uitbreiding is dat met de hedendaagse technologische mogelijkheden audiovisuele inhoud niet langer alleen via de traditionele omroepdiensten het publiek bereikt, maar dat een veelheid van (oude en nieuwe) distributiewijzen dezelfde audiovisuele inhoud naar de gebruiker kan brengen. Om een gelijk speelveld op de markt van audiovisuele mediadiensten te creëren is het volgens de Commissie van belang dat vergelijkbare diensten op dezelfde wijze gereguleerd worden, ongeacht de technische distributiewijze.

Nederlands commentaar betreft o.a. het reclamerechtelijk gedeelte: “Ten aanzien van de modernisering en versoepeling van de reclameregels voor lineaire diensten heeft Nederland nog geen definitief standpunt. Wel erkent Nederland de noodzaak van hervorming van de reclameregels van de huidige Richtlijn met het oog op voortschrijdende technische en economische ontwikkelingen en de opkomst van nieuwe diensten. N.a.v. het lopende onderzoek van EZ en OCW naar nieuwe reclametechnieken (opleverdatum begin mei) zal Nederland een standpunt innemen t.a.v. de specifieke onderdelen van de reclameregels. Ook moet goed beoordeeld worden of de toepassing van de reclameregels bij bepaalde lineaire diensten (zoals IP-TV) niet op handhavingsproblemen stuit."

Lees hier meer.

IEF 1868

Naar behoren

Kamerstuk 29894, nr. 11. Evaluatie Drank- en Horecawet; Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over alcoholzelfregulering + Kamervraag nr. 50610910. Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nieuwe slogan tegen alcoholgebruik. (Ingezonden 3 april 2006)

Minister Hoogervorst van VWS concludeert dat de zelfregulering in 2005 naar behoren heeft gefunctioneerd. De minister geeft aan de komende tijd na te gaan of er de facto gesproken kan worden van versoepeling van de Reclamecode. Ook wordt een beroep gedaan op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de alcoholproducenten om geen reclames meer te maken waar de randen van het toelaatbare worden opgezocht. Aanleiding hiervoor is de casus "Keep the Can Cool".

"Hoewel was overeengekomen dat reclames zich niet mogen richten op minderjarigen, kwam Heineken kort nadat daarover met mij afspraken waren gemaakt, met een reclamecampagne in de vorm van een computerspelletje, de zogenaamde “Keep the Can Cool” campagne. Volgens de Stichting Alcoholpreventie, een stichting die de marketing van de alcoholindustrie kritisch volgt, was deze reclame in strijd met de artikelen 10 en 24 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken."

De RCC oordeelde, nadat door de Stichting Alcoholpreventie hiertegen een klacht was ingediend, dat deze reclame niet in strijd was met de Reclamecode. De RCC gaf echter wel aan dat “de reclame door haar simpele grafische figuurtjes en geluiden een zekere kinderlijke uitstraling niet kan worden ontzegd”. Desondanks bood dit gegeven volgens de RCC onvoldoende steun voor de conclusie dat de uiting een attractiewaarde voor minderjarigen heeft die aanmerkelijk uitstijgt boven die welke de uiting heeft voor volwassenen. Naar aanleiding van de “Keep the Can Cool”  casus, wees de Stichting Alcoholpreventie mij erop dat artikel 10 van de nieuwe Reclamecode mogelijk heeft geleid tot een versoepeling in plaats van een aanscherping van de reclameregels. Nu is immers een reclame pas in strijd met de Reclamecode als de aantrekkelijkheid voor jongeren “aanmerkelijk uitstijgt” boven die voor volwassenen."

Verder vermeldt de minister kort weergegeven dat in 2005 35 klachten zijn behandeld bij RCC, waarvan 19 toegewezen en 16 afgewezen. Met betrekking tot de van 1 mei 2005 vooraf verplichte reclametoetsing, zijn er 37 adviesaanvragen ingediend tussen 1 mei en 31 december, waarvan er in eerste instantie 16 een negatief advies kregen. Binnenkort wordt er een slogan gelanceerd om de norm "niet drinken onder 16" uit te dragen.

-Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over alcoholzelfregulering hier

Bijlage 1: Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken Klachten in 2004  hier
  
Bijlage 2: Vergelijking alcoholreclame 2004 / 2005  hier

Bijlage 3: Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken Klachten in 2005  hier


De kamervragen van het lid Van der Vlies (SGP) betreffen deze slogan 'Alcohol onder de 16 nog even niet':

"1 Is het waar dat u heeft ingestemd met de slogan 'Alcohol onder de 16 nog even niet'?

2 Kent u de kritiek van de Stichting Alcoholpreventie (STAP) dat deze slogan eerder te beschouwen is als een verkapte reclame om toch te gaan drinken? In hoeverre is deze stichting betrokken geweest bij de keuze voor een nieuwe slogan?

3 Kunt u aangeven hoe tot de keuze voor deze slogan is gekomen, en welke organisaties, stichtingen en eventuele anderen daarbij zijn betrokken?

4 Bent u bereid, als mocht blijken dat deze slogan bij nader inzien toch niet geschikt is, deze zo snel mogelijk te doen vervangen door een betere?"

IEF 1862

De weg kwijt

Voorzieningenrechter Amsterdam 30 maart 2006, KG 06-641, TomTom International B.V. / Sailtron B.V. h.o.d.n. Garmin Nederland.

TomTom en Garmin handelen beide in autonavigatiesystemen. In februari 2006 heeft de consumentenbond een onderzoek naar autonavigatiesystemen gepubliceerd in de Consumentengids. Aan de hand van verscheidene kwalitatieve parameters hebben de onderzochte producten een score gekregen uit 100 punten.

In de categorie systemen met kaarten voor de Benelux scoorden de partijen als volgt: 1. Garmin Nüvi 300: 70 punten,  2. TomTom GO 300: 68 punten, 3. Garmin C320: 68 punten, 4. Garmin C310: 66 punten. In de categorie systemen met kaarten voor heel Europa, zag de top vier er als volgt uit: 1. Garmin C330: 67 punten, 2. TomTom GO 700: 67 punten, 3. Mio Digiwalker 269+: 61 punten,  4. Navman iCN 550: 57 punten

De consumentengids oordeelde dat de Mio Digiwalker systemen als ‘beste koop’ (d.w.z. beste prijs/kwaliteit verhouding) bestempeld. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft Garmin een radioreclame laten uitzenden met de volgende tekst: “Er zijn zoveel autonavigatiesystemen, dat je er haast door zou verdwalen. Gelukkig heeft de Consumentenbond al deze systemen getest en Garmin staat overal op nummer één. Ga dus nu naar de winkel en vraag om Garmin autonavigatie of ga naar Garmin.nl. Een echte Garmin koop je al vanaf 299 Euro.” Ook heeft Garmin een enorme banner laten ophangen( afbeelding).

TomTom maakte bezwaar tegen deze reclame-uitingen uit hoofde van artikel 6:194 (misleidende reclame) en artikel 6:194a BW (ontoelaatbare vergelijkende reclame).

De voorzieningenrechter achtte de radioreclame misleidend op de volgende feitelijke gronden:

- De mededeling dat alle systemen waren getest is feitelijk onjuist. In het artikel in de Consumentengids staat vermeld: “Er zijn [navigatiesystemen] van minder dan €300, maar ook voor meer dan €4.000. Onze test gaat tot €800” en verder “Niet getest zijn apparaten van winkels als de Aldi, Lidl en Blokker […]”.

- Uit het onderzoek blijkt niet dat Garmin overal op nummer één staat. Het Mio systeem werd als beste koop bestempeld. Voorts scoorde niet ieder Garmin product het hoogst.

- Voorts was de radioreclame misleidend omdat er in het onderzoek geen Garmin product is betrokken dat verkrijgbaar is voor €299.

Volgens de voorzieningenrechter is het gebruik van resultaten van het onderzoek van de Consumentenbond geoorloofd maar heeft Garmin onvoldoende nauwkeurigheid en zorgvuldigheid in acht genomen met betrekking tot de essentiële onderdelen van de uitkomst van het onderzoek.

De banner was eveneens onrechtmatig (“misleidende vergelijkende reclame”) volgens de rechter. Daartoe was redengevend dat de tekst “4 x als beste getest door de Consumentenbond” geen recht doet aan de voornoemde vereiste nauwkeurigheid en zorgvuldigheid.

De voorzieningenrechter verbiedt de betreffende reclame-uitingen, beveelt een rectificatie op de website van Garmin en beveelt opgave van de locaties waarop andere banners zijn opgehangen alsmede de zendschema’s van de radioreclame.

Lees het vonnis hier.

IEF 1860

De banden vol met wind

Het ANP komt met het feitelijke nieuwbericht dat Biretco, eigenaar van fietsspeciaalketens als Fietswereld en Profile de Fietsspecialist, in een kort geding eist dat Halfords de campagne staakt en rectificaties plaatst. Halfords begon onlangs met de verkoop van Union-fietsen voor 499 euro. Het dochterbedrijf van Macintosh Retail Group beweerde daarbij dat de fietsen van dezelfde kwaliteit zouden zijn als die van Batavus en Gazelle in de prijsklasse van 750 euro. Het kort geding dient op 6 april. Eerder Profile-bericht hier.

IEF 1858

Niet in gesprek

Rechtbank Haarlem, 31 maart 2006, LJN: AV7829. KPN Telecom B.V. tegen Tele2 (Netherlands) B.V. Het einde van de Telecomreclameoorlog is nog niet in zicht. Zou het ooit nog goed komen?

Samenvatting Rechtspraak.nl: “ Op vordering van KPN veroordeelt de voorzieningenrechter Tele2 tot rectificatie van haar reclamecampagne met betrekking tot ‘Tele2Compleet’ (ADSL en internetbellen), omdat deze campagne misleidende en ongeoorloofde vergelijkende reclame bevat. Naar aanleiding van een tegenvordering van Tele2 wordt KPN veroordeeld tot aanpassing van de prijsinformatie die zij op haar website met betrekking tot het product ‘InternetPlusBellen Lite’ (ADSL en internetbellen) heeft vermeld, omdat die informatie eveneens misleidende reclame bevat.”  Lees het vonnis hier.
IEF 1854

Stuntachtige uitstalling

Gerechtshof 's-Gravenhage, 30 maart 2006, LJN: AV7814. Jt International Company Netherlands B.V. &  Major Tom B.V. tegen De Staat Der Nederlanden. 
 
Strijd met het reclameverbod in de Tabakswet door ambulante verkoop sigaretten door deze te presenteren in doorzichtige rugzakken.

Bij een dergelijke presentatie is, naar het voorlopig oordeel van het hof, geen sprake van reguliere presentatie door middel van het tonen tegen een neutrale achtergrond. Ook als deze wijze van presenteren al voorkwam voordat de Tabakswet in werking trad, is zij voor tabaksproducten in het algemeen niet regulier, omdat tabaksproducten niet gewoonlijk op evenementen door tussen de bezoekers wandelende, opvallend geklede verkopers vanuit een doorzichtige rugzak worden aangeboden, en is zij voor de betreffende ambulante verkoper niet regulier omdat hij de andere producten in de rugzak aanzienlijk veel minder opvallend (op duidelijk andere wijze) presenteert.

De verkoop vindt evenmin plaats tegen een neutrale achtergrond, nu de zichtbare achtergrond van de te verkopen pakjes sigaretten wordt gevormd door (nagenoeg) alleen andere prominent aanwezige sigarettenpakjes met hetzelfde uiterlijk en merk tezamen met een opvallend geklede verkoper. Op die wijze is niet slechts de verkoper opvallend tussen de potentiële kopers aanwezig, maar wordt ook het tabaksproduct tegen een opvallende achtergrond gepresenteerd. Een en ander tezamen vormt een stuntachtige uitstalling van de tabaksproducten.

Het belang van Major Tom om in strijd met de wet de verkoop van tabaksproducten te bevorderen, is geen belang dat tegenover het belang van de Staat om de wet te handhaven (ook) voordat de bestuursrechter een uitspraak heeft gedaan, bescherming verdient.

Lees het arrest hier.

IEF 1848

Belgische prijzenoorlog

HvJ EG, conclusie van advocaat-generaal A. Tizzano van 29 maart 2006, zaak C-356/04, Lidl Belgium GmbH & Co KG tegen Etablissementen Franz Colruyt N.V.

Vergelijkende reclame. De Belgische onderneming Colruyt heeft in een aantal mailingen en advertenties voorgerekend hoeveel klanten jaarlijks besparen door bij Colruyt te kopen in plaats van bij concurrenten zoals Lidl. Ook heeft zij in een advertentie een assortiment basisproducten gelanceerd onder de naam Basic, waarbij zij stelde: "Basic: absoluut de laagste prijs in België. Nog goedkoper dan het vergelijkbare assortiment van de hard discounters (Aldi, Lidl, ..)"
 
Lidl heeft vervolgens een procedure aanhangig gemaakt, omdat deze praktijken volgens haar neerkwamen op oneerlijke vergelijkende reclame. De rechtbank van Koophandel te Brussel heeft een aantal prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie over de juiste uitleg van artikel 3 bis, lid 1 onder a, b en c van de Richtlijn 84/450. A-G Tizzano brengt de 5 gestelde vragen terug tot 3 hoofdvragen, die hij als volgt beantwoord:

1)   De in artikel 3 bis, lid 1, sub b, van richtlijn 84/450/EEG gestelde geoorloofdheidsvoorwaarde verzet zich niet tegen een vergelijkende reclame van assortimenten van goederen of diensten.

2)   De in artikel 3 bis, lid 1, sub c, van de richtlijn neergelegde vereisten van „objectiviteit” en „controleerbaarheid” van vergelijkende reclame verzetten zich niet tegen reclameboodschappen die niet uitdrukkelijk de vergeleken goederen en prijzen vermelden, wanneer deze boodschappen aangeven waar en op welke wijze deze gegevens gemakkelijk door de gemiddelde consument kunnen worden achterhaald, of althans wanneer zij de consument duidelijk de mogelijkheid bieden, gelet op de context en de omstandigheden van het geval, kennis van deze gegevens te nemen.

3)  Een vergelijkende reclame die het door diverse supermarkten gehanteerde prijspeil vergelijkt op basis van een extrapolatie van steekproefgegevens en die de indruk wekt dat de vermelde prijsverschillen voor het totale productaanbod van die supermarkten gelden, is misleidend in de zin van artikel 3 bis, lid 1, sub a, van de richtlijn.”

De A-G merkt daarbij nog op dat hij betwijfelt of de reclames van Colruyt aan de door hem genoemde toetsingscriteria voldoen, maar geeft aan dat het aan de verwijzende rechter is om hierover te beslissen.

Lees de conclusie hier.

IEF 1844

Agressieve reclame

In vervolg op dit eerdere bericht: Het CDA is, ondanks eerdere verkiezingsretoriek, toch niet voor een algeheel verbod op leenreclames. Met de ChristenUnie en de coalitiegenoten VVD en DD6 wil het CDA afwachten hoe de regels van de Wet Financiële Dienstverlening om misleidende reclames aan banden te leggen uitpakken. Hierdoor is er geen Kamermeerderheid voor een compleet verbod op leenreclames.

In de aanloop naar de Gemeenteraadverkiezingen sprak CDA-fractieleider Verhagen zich nog uit voor een verbod op agressieve reclames voor geldleningen. Volgens staatssecretaris Van Hoof (Sociale Zaken) is dit jaar juist wetgeving ingevoerd om misleidende reclames voor consumptief krediet aan te pakken. Coalitiegenoten CDA en VVD willen de effecten hiervan eerst afwachten.

Maar CDA'er Koomen is zich wel teleurgesteld dat "pas vanaf 1 mei" de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezicht houdt op de naleving van de nieuwe regels. Als de nieuwe wetgeving onvoldoende blijkt te werken, dan wil Koomen wel nadenken over een verbod op agressieve reclames die suggereren dat ,,mensen gek zijn als ze niet met geleend geld een nieuwe mobiel of plasma-tv kopen''. Van Hoof wees de Kamer er wel op dat het knap lastig zal zijn om vast te stellen wat agressief genoeg is om een reclame te verbieden. (ANP).

Wet Financiele Dienstverlening hier.

IEF 1837

Door onvolledigheid misleidend

Rechtbank Utrecht, 21 februari 2006, KG ZA 06-50, Videma tegen Mitex. (Met dank aan Ruben Brouwer, Vogel en Ruitenberg advocaten). Videma verzet zich tegen succesvol auteursrechtelijke laster. Lees eerdere berichten hier.

Videma verleent vergunningen voor het vertonen van auteursrechtelijke werken aan derden. Zij verleent sinds 2000 licenties voor groepstelevisie aan o.a. overheidsinstellingen, scholen, sportclubs, winkels en cafe's.  Mitex, een branche organisatie voor de detailhandel, heeft op haar website en in haar magazine naar het oordeel van Videma onjuiste mededelingen over Videma gedaan. Mitex stelde op haar website en in haar magazine o.a. "dat Videma geen wettelijke grondslag heeft en dat zij niet kan garanderen dat er geen andere organisatie met een vergelijkbare claim komt". Mitex beveelt aan facturen van Videma niet te betalen.

Videma voert aan dat door opzettelijk onjuiste mededelingen over Videma te doen, Mitex de eer en goede naam van Videma aantast, hetgeen onrechtmatig is. Mitex acht Videma niet ontvankelijk daar zij niet bevoegd is in rechte op te treden en evenmin heeft aangetoond dat zijnex art 305a BW als belangenorganisatie de vordering heeft ingesteld.

De rechter oordeelt dat Videma voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij op grond van opdrachten van diverse prodcuenten en auteursrechthebbenden als uitvoerder van de vertoningsrechten een zelfstandig belang heeft bij haar vordering. De vorderingen tegen Mitex Beheer BV, Mitex Diensten BV en Mitex betaaldienst BV worden afgewezen  omdat de publicaties uitsuitend zijn verzorgd door Mitex.

Bij de beoordeling omtrent de gevorde rectificatie overweegt de rechter dat hier een belangenafweging van het belang van Videma (eer en goede naam) en Mitex (vrijheid van meningsuiting) dient plaats te vinden.

Aan de door Videma verstuurde facturen ligt naar het oordeel van de rechter een contractuele relatie ten grondslag Ook de passage over de financiele risico's is onjuist en door onvolledigheid misleidend (men kan immers ook door BUMA en Sena aangesproken worden voor wat betreft de auteursrechten op muziekwerken en nabburige rechten op uitvoeringen en fonogrammen). De rectificatievordering  van Videma wordt toegewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 1805

Dominostenenprojecten

Persbericht CvDM: “SBS 6 hangt een boete van 33.750 euro boven het hoofd voor het in de uitzendingen van Domino Day 2005 verwerken van niet toegestane reclame-uitingen. De in de 9 telefoonspellen te winnen prijzen worden nadrukkelijk getoond en in een wervende context besproken door de presentatoren. De logo’s van de evenementensponsors zijn opvallend verwerkt in dominostenenprojecten, tijdens het “vallen van de stenen” wordt door een voice-over een niet-neutrale wervende tekst van de sponsor voorgelezen.

Sponsorvermeldingen mogen alleen aan het begin en aan het einde van een programma worden vermeld. In een gesponsord programma mogen producten of diensten van de sponsor worden getoond zolang het publiek niet tot kopen wordt aangespoord." Lees het gehele persbericht hier.