Slaafse nabootsing  

IEF 3063

Vierkantjes

vjcl.gifRechtbank ‘s Gravenhage, 13 december 2006, HA ZA 06-848. Videojet Technologies B.V. tegen Clever-CPL BV en Badie Saleh

Partijen waren eerder betrokken in een kort geding over dezelfde kwestie (lees hier meer). De rechtbank komt nu tot een andere conclusie dan de voorzieningenrechter ruim een jaar geleden: geen auteursrecht(inbreuk) en geen slaafse nabootsing.

Videojet en Clever zijn beide leveranciers van solventen en inkten. Videojet sinds 1992 en Clever-CPL vanaf december 2004. Gedaagde Saleh werkte voor Videojet totdat hij in 2004 in dienst trad bij Clever. Beiden bedrijven  gebruiken een doorzichtige plastic fles met rode dop. Over de vormgeving van de fles is de Rechtbank snel klaar: Videojet is niet de maker, dus ook gaan auteursrechthebbende. De enkele omstandigheid dat Videojet uit een groot aantal flessen een fles heeft uitgezocht en daarop een etiket heeft aangebracht, maakt dit niet anders. De fles is en blijft
dezelfde en verkrijgt met het enkele toevoegen van het etiket niet een nieuw eigen en oorspronkelijk karakter.

Er rust volgens de rechtbank wel auteursrecht op het etiket, maar er is geen sprake van inbreuk. Vergelijking van de etiketten leert volgens de rechtbank dat de totaalindruk van de etiketten, globaal beoordeeld, een andere is. Over de aanduidingen op de etiketten overweegt de rechtbank - in het kader van de auteursrechtelijke beoordeling - het volgende. De omstandigheid dat op de etiketten gelijkluidende codes en productnamen voorkomen, gelijk door Videojet gesteld, maakt het voorgaande niet anders. Vanuit het auteursrecht bezien is immers niet relevant of die aanduidingen worden overgenomen, nu dit als zodanig geen auteursrechtelijk beschermde trekken zijn. Het gaat erom hoe de genoemde aanduidingen verwerkt zijn op het etiket. Dat de aanduidingen op beide etiketten binnen een omlijnd kader worden weergegeven, doet niet af aan de hiervoor omschreven andere totaalindruk.


Over de slaafse nabootsing oordeelt de rechter dat daar geen sprake van is. Gelijk de rechtbank ten aanzien van het auteursrecht heeft overwogen, zitten er grote verschillen tussen de etiketten van Videojet en Clever. Clever heeft met dit etiket zodanig veel afstand genomen van dat van Videojet, dat zonder meer duidelijk is welke fles van Clever en welke fles van Videojet afkomstig is. Dat het etiket van Clever mogelijk dichter bij dat van Videojet staat dan bij andere op de markt verkrijgbare inktflessen, gelijk Videojet stelt, is niet relevant. Het is niet nodig dat het product van Clever van dat van Videojet verschilt op alle punten waarop dat, zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van het product afbreuk te doen, mogelijk zou zijn. Clever heeft gedaan wat nodig is om verwarring te voorkomen.


Over de aanduidingen overweegt de rechtbank – in het kader van de slaafse nabootsing – als volgt. Het is Clever ook toegestaan identieke productnamen, codes en omschrijvingen te gebruiken. Clever moet dat ook doen, willen de klanten van Clever haar producten kunnen toepassen. Die klanten moeten immers weten met welk product van Videojet het product van Clever ‘compatibel’ is. De rechtbank wijst er bovendien op dat ingevolge art. 2.19 van het BVIE, voor tekens die op basis van het merkenrecht voor bescherming in aanmerking zouden kunnen komen, enkel bescherming kan worden inroepen, indien tevens een beroep kan worden gedaan op een inschrijving van een gedeponeerd merk. Is dat niet het geval, dan kan niemand, welke vordering hij ook instelt, de bescherming van een teken inroepen. Videojet heeft niet gesteld en evenmin is gebleken dat Videojet zich ter zake van de genoemde tekens op een gedeponeerd merk kan beroepen. Zij geniet ten aanzien van die tekens dan ook geen bescherming krachtens art. 6:162 BW.


De rechtbank gaat niet in op de vordering uit onrechtmatige daad terzake van het concurrentie- en geheimhoudingsbeding.


Lees het vonnis hier.

IEF 3053

Niet alles is een werk

scli.gifRechtbank ’s-Hertogenbosch, 11 december 2006,  ZA 06-730. Scan-Air B.V. tegen Kuijpers Kunststofbewerking B.V. (met dank aan Michiel Ellens, Teurlings & Ellens Advocaten).

Niet alles is een werk. De elementen van het ventilatiesyteem zijn technisch bepaald, de creatieve prestatie van de maker wordt onvoldoende tot uitdrukking gebracht.  Onderscheidend vermogen, totaalbeeld, associatie en verwarring bij slaafse nabootsing.

Scan-Air handelt in ventilatieystemen voor de intensieve veehouderij. Het ventilatiesysteem  Optiflex van  Scan-Air wordt gekenmerkt door onder meer een gebogen ventilatieklep en een buitenrand die bestaat uit een gekoppeld buizenframe, waardoor diverse lengte- en breedtematen mogelijk zijn. Het systeem wordt ingebouwd in de stalmuur. Kuijpers brengt een soortgelijk ventilatiesysteem op de markt brengt onder de naam Luchtinlaat. Scan-Air maakt bezwaar tegen de luchtinlaat en beroept zich daarbij op het auteursrecht. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er geen sprake van een beschermd werk in de zin van de Auteurswet, maar wel van slaafse nabootsing.

“Op zichzelf kunnen modellen van nijverheid ingevolge het bepaalde in het elfde lid van artikel in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming. Daarvoor is dan echter wel vereist dat het model een eigen oorspronkelijk karakter bezit en het persoonlijk stempel van de maker draagt. De creatieve prestatie van de maker moet erin tot uitdrukking worden gebracht. Daarvan is in het geval van de Optiflex geen, althans in onvoldoende mate, sprake. Daarbij zij voorop gesteld dat niet ter discussie staat dat de gebogen klep niet kan worden aangemerkt als een auteursrechtelijk beschermd element. Het koppelsysteem, de scharnieren en de klephouder, die volgens Scan-Air als auteursrechtelijk beschermde elementen moeten worden aangemerkt, zijn naar het oordeel van de rechter dusdanig technisch bepaald, dat daarmee onvoldoende uiting wordt gegeven aan het subjectieve en persoonlijke karakter van de maker.”

Vervolgens rijst de vraag of de Luchtinlaat van Kuijpers moet worden aangemerkt als een slaafse nabootsing van de Optiflex. “Daarvoor is primair vereist dat de Opflex in uiterlijke zin een onderscheidend vermogen heeft ten opzichte van soortgelijke ventilatiesystemen op de markt. Het gaat daarbij om het totaalbeeld dat die producten oproepen bij een gemiddeld (kopers)publiek. Dat de Optillex onderscheidend vermogen heeft, is naar het oordeel van de rechter voorshands voldoende aannemelijk. Daarbij is van belang dat Scan-Air onweersproken heeft gesteld dat op de markt voor dergelijke ventilatiesystemen wereldwijd slechts een handvol aanbieders actief is. Uit de door Scan-Air overgelegde producties blijkt bovendien dat weliswaar ook enkele andere aanbieders gebruik maken van de in het oog springende gebogen klep, doch dat Scan-Air de enige is die zulks combineert met een koppelsysteem bestaande uit een buizenframe met zwarte, kunststof hoekverbindingen.”

Van slaafse nabootsing kan slechts sprake zijn indien er gevaar voor verwarring bestaat. (…) Dat gevaar doet zich naar het oordeel van de rechter in dit geval voor. De Luchtinlaat is een nagenoeg exacte kopie van de Optiflex en vertoont qua uiterlijke vormgeving geen noemenswaardige verschillen. Dat de Luchtinlaat in feite een kopie is van de Optiflex wordt door Kuijpers ook niet betwist.” De in het product van Kuijpers gedrukte letter “K” doet hieraan niet af. Een dergelijke herkomstaanduiding zal voor het gemiddelde publiek niet zonder meer de associatie wegnemen,  nu Scan-Air de Optiflex ook door andere producenten laat produceren, die deze dan onder hun eigen naam op de markt brengen.”


“Het bestaan van verwarringsgevaar maakt de nabootsing echter nog niet zonder meer onrechtmatig. Daarvan is pas sprake indien Kuijpers is tekortgeschoten in haar verplichting om er alles aan te doen wat redelijkerwijs mogelijk en nodig is, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan een de technische en deugdelijke bruikbaarheid van het product, om te voorkomen dat door de visuele gelijkenis tussen de Luchtinlaat en de Optiflex gevaar voor verwarring ontstaat of dat gevaar wordt vergroot. Aan die verplichting heeft Kuijpers naar het oordeel van de rechter niet voldaan (…) de onderdelen van de Luchtinlaat, zoals de scharnieren, de onderdelen van het koppelsysteem en het sluitmechanisme zijn tot in detail nagebootst. Hoewel een en ander tot op zekere hoogte door de technische deugdelijkheid wordt bepaald, had Kuijpers binnen dat kader andere keuzes kunnen maken zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van. de Luchtinlaat afbreuk te doen. Te denken valt aan: een andere, meer eigen kleurstelling, een opvallender merkaanduiding of afwijken in de detaillering van de uitvoering.


De Luchtinlaat moet naar het oordeel van de rechter dan ook worden aangemerkt als een slaafse en onrechtmatige nabootsing van de Optiflex.


Lees het vonnis hier.

IEF 2880

Een hem onbekende vrouw

edv.gifRechtbank Utrecht, 2 november 2006, KO ZA 06-1005. Eduvision B.V. tegen De Werkschool B.V. (Met dank aan Theo Bosboom, Dirkzwager).

Een verstekvonnis is ook een vonnis. “De advocaat van Eduvision heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling een envelop met inhoud afkomstig van de Werkschool aan de voorzieningenrechter overhandigd. De advocaat van Eduvision had deze envelop enkele minuten voordat de mondelinge behandeling zou aanvangen van een hem onbekende vrouw overhandigd gekregen met het verzoek om deze envelop aan de voorzieningenrechter te verstrekken. Aangezien gedaagde niet in deze procedure is verschenen, zullen deze stukken bij de beoordeling van deze zaak buiten beschouwing worden gelaten.”

De voorzieningenrechter veroordeelt de Werkschool om met iedere inbreuk op de auteursrechten van Eduvision te staken en gestaakt te houden en meer in het bijzonder om iedere vorm van verveelvoudiging en openbaarmaking van de brochures en teksten van de website en andere auteursrechtelijke beschermde werken van Eduvision te staken en gestaakt te houden, waaronder het verspreiden, aanbieden en gebruiken van de brochure “ICT & internet” van de Werkschool.

Werkschool wordt ook veroordeeld om zich te onthouden van ieder onrechtmatig handelen jegens Eduvision en meer in het bijzonder om het onrechtmatig aanhaken hij en het slaafs nabootsen van de brochures en website van Eduvision te staken en gestaakt te houden, waaronder het verspreiden, aanbieden en gebruiken van de brochure “ICT & Intemet” van de Werkschool. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de werkelijk gemaakte proceskosten (totaal E. 9.678,56).

Lees het vonnis hier.

IEF 2803

Blijft niet netjes

wtr.gifDe Telegraaf bericht dat supermarktketen Dirk van den Broek donderdag klanten heeft opgeroepen de rode tassen met de witte tekst 'Wouter' die de Partij van de Arbeid uitdeelt om te komen ruilen bij de supermarkten. Dirk noemt de actie van de PvdA  "een na-aap van de overbekende knalrode Dirk-tas.” "We zullen ze niet voor de rechter slepen, maar zoiets doen zonder het ons vooraf te vragen is en blijft niet netjes”.  Lees hier meer.

IEF 2759

Verbod tot na-apen

tt.bmpTomTom en Garmin slijpen de strijdbijlen voor een kort geding aankomende donderdag bij de Haagse rechtbank. Volgens het ANP  vordert TomTom een “verbod op na-apen”  van haar producten. Garmin zou producten op de markt hebben gebracht die te veel lijken op de eerste TomTom-producten uit 2004. Garmin en TomTom kwamen elkaar al eerder voor een Amerikaanse rechter tegen in een octrooizaak ( hier) en voor de Amsterdamse rechter in een reclamezaak (hier) . 

Lees hier iets meer.

IEF 2571

Pretty Lady

nailcr.bmpGerechtshof ’s-Gravenhage, 31 augustus 2006, 01/1322. Impag Toys Europe B.V. tegen  Otto Simon.

Auteursrecht- en slaafse nabootsingszaak over schoonheidssalons voor kinderen.

Arrest is voornamelijk feitelijk van aard; het Hof vergelijkt uitvoerig de schoonheidssalons van Impag en Otto Simon en komt, net als de rechtbank, tot de conclusie dat er geen sprake is van auteursrechtinbreuk of slaafse nabootsing.
 
Impag heeft een kunststof schoonheidssalon voor kinderen ontworpen, bestaande uit een nagelstudio, een haarvlechtstandaard en een make-up doos, allen geplaatst op kunststof cirkels (zie arrest voor afbeelding). Otto Simon brengt eveneens een schoonheidssalon op de markt, bestaande uit dezelfde onderdelen. Otto Simon betwist dat haar salon een auteursrechtelijk verboden verveelvoudiging is van Impag's salon, onder meer door aan te voeren dat er meerdere van dergelijke salons bekend waren en dat zij de auteursrechtelijke trekken van Impag's salon niet heeft overgenomen.

 

Het Hof kan zich hierin vinden: "Vast staat voorts dat losse make-up- en haarstudio’s (naar het hof begrijpt inclusief de vlechtstandaard) reeds bekend waren. Het idee om de studio’s samen te brengen tot één geheel is op zichzelf niet auteursrechtelijk beschermd; het gaat om de wijze waarop dit is vormgegeven. Dat de haarstudio aan de linkerzijde en de make-up studio aan de rechterzijde is geplaatst, is grotendeels functioneel bepaald en evenmin auteursrechtelijk beschermd. Als auteursrechtelijk beschermde trek beschouwt het hof dan ook slechts de vorm waarin de nagel-, haar- en make-upstudio zijn samengebracht tot één geheel, te weten in drie aan elkaar verbonden cirkels van verschillende grootte, waarvan de assen op één lijn liggen en waarvan de middelste cirkel groter is dan de cirkels aan weerszijden, die even groot zijn.

Het hof is van oordeel dat deze auteursrechtelijk beschermde trek niet is terug te vinden in de schoonheidssalon van Otto Simon, die immers bestaat uit een cirkel met aan weerszijden twee gelijkzijdige driehoeken."

Wat de verpakking betreft oordeelt het Hof deze geen eigen oorspronkelijk karakter bezit.

Ook is er volgens het Hof geen sprake van slaafse nabootsing: "Otto Simon stelt onbetwist (conclusie van antwoord onder 26) dat zij reeds een gecombineerde haar- en make-upset aanbood. In het licht hiervan onderscheidt naar het oordeel van het hof de schoonheidssalon van Impag zich slechts van andere producten in de wijze waarop de drie onderdelen zijn samengevoegd, te weten in de vorm van drie cirkels, waarvan de assen op één lijn liggen. Deze wijze van samenvoegen is in de schoonheidssalon van Otto Simon niet overgenomen. Van verwarringsgevaar kan dan ook geen sprake zijn. Reeds om die reden kan de vordering voor zover gebaseerd op art. 6:162 BW niet slagen."

 

Lees het arrest hier (vonnis eerste aanleg niet gepubliceerd).

IEF 2541

Een voordracht

vie.bmpDonderdagavond 7 september 2006 zal van 20.00 - 20.15 de ALV van de Vereniging voor Intellectuele Eigendom (VIE / AIPPI) plaatsvinden in het gebouw van Van Doorne Advocaten, Jachthavenweg 121, Amsterdam.

Na de ALV zal prof. mr. Ch. Gielen om 20.15 een voordracht houden inzake 'Herleving van de slaafse navolgingsleer', gevolgd door discussie.

In de traditie van de Benelux Studiegroep, die bij de afgelopen bijeenkomst op 19 januari 2006 in de VIE is opgegaan, zal, voorafgaand aan de bijeenkomst en bij voldoende belangstelling, vanaf 18.30 uur worden gegeten in restaurant De Veranda, Amstelveenseweg 764, Amsterdam.

Lees hier meer. 
 

IEF 2537

Estel tegen Estel

Gerechtshof Arnhem,  25 juli 2006 LJN: AY5593. Estel S.p.A. c.s. tegen Estel Nederland B.V.

Geschil over voormalige distributieovereenkomst. Alle ie-vorderingen worden afgewezen.
 
“Verbod en schadevergoeding wegens schending intellectuele eigendom: “Estel en Class hebben hun stelling dat Office Design c.s. in of omstreeks het jaar 1996 slaafse nabootsingen van producten van Estel en/of Class hebben vermenigvuldigd of openbaar gemaakt op geen enkele wijze geadstrueerd. “

“Evenmin hebben zij voldoende onderbouwd dat het in strijd is met (de artikelen 2, 7.2 en 8 van) de distributieovereenkomst(en) om Estelproducten af te beelden in combinatie met andere producten of deze samen met andere producten in de showroom te plaatsen. Voor zover het gaat om aanbieding of aanprijzing van Estelproducten in combinatie met van Giaiotti- en Grammerproducten is daarbij van belang dat in art. 7.2 van de distributie-overeenkomst tussen Office Design en Class de merken Giaiotti en Grammer worden aangemerkt als „existing products”. Deze vorderingen zijn bij gebreke van voldoende onderbouwing niet voor toewijzing vatbaar.”

Lees het arrest hier

IEF 2465

Vrienden van

De Gelderlander bericht dat het festival ‘Vrienden van Kiek Uut - Live’, een gratis popfestival op het plein bij café De Mallemolen in Zelhem, nog één keer mag onder die naam worden gehouden.

“Toen de band reclame maakte voor de tweede editie van het festival, op zondag 27 augustus, viel er een brief in de bus met daarin de eis dat het gebruik van de naam en het logo meteen moest worden stopgezet. De productiemaatschappij van ‘Vrienden van Amstel - live’ vond dat de naam en het logo van het Zelhemse festival teveel leek op dat van hun."

De organisatie heeft inmiddels een prijsvraag uitgescherven: "Bedenk een nieuwe naam voor het festival, het mag slaan op de optredens maar ook op het buikschuiven.

Lees hier iets meer. Prijsvraag hier.

IEF 2445

De voornaamste reden

Het Eindhovens Dagblad bericht: “Reisorganisatie Vacansoleil gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank eerder deze week in het kort geding tegen het bedrijf Camping Holidays-VVO uit Bredevoort.

(…) De rechter sprak geen oordeel uit of het voeren van de betreffende naam neerkwam op ’slaafs volgen’ en om die reden onrechtmatig zou zijn.

Dat is voor directeur B. van der Linden van Vacansoleil de voornaamste reden om in hoger beroep te gaan. „Het is nogal toevallig dat een reisorganisatie, na verkenning van de markt, zijn merk verandert in een naam die zoveel lijkt op een van onze bekendste producten.“ Camping Holidays-VVO ging tot 2004 als Otahal door het leven.

Lees hier meer. Vonnis hier.