Slaafse nabootsing  

IEF 21503

Ijskasten doen relatie bekoelen

Rechtbank Amsterdam 7 jun 2023, IEF 21503; ECLI:NL:RBAMS:2023:3498 (Health Food Wall/Maas International), https://ie-forum.nl/artikelen/ijskasten-doen-relatie-bekoelen

Rechtbank Amsterdam 7 juni 2023, IE 21503; ECLI:NL:RBAMS:2023:3498 (Health Food Wall/Maas International) In deze zaak daagt Health Food Wall B.V. (hierna: HFW) haar tegenpartij Maas International B.V. (hierna: Maas) voor de rechter. Het geschil is ontstaan uit een verzuurde samenwerking tussen de twee partijen, die van plan waren om zogenaamde 'smart fridges' te exploiteren die de naam 'The Treat' dragen. Bij deze samenwerking is een non-disclosure agreement en een intentieverklaring getekend. Maas geeft tijdens het onderhandelingsproces aan dat zij geen vertrouwen meer hebben in het concept en staakt de samenwerking. Na deze beëindiging brengt Maas een soortgelijk concept op de markt, onder de de naam 'The Taste'. HFW deelt aan Maas mee dat zij daarmee inbreuk maakt op het (gedeelde) auteursrecht op het concept 'The Treat'. Ook stelt HFW dat Maas de onderhandelingen ten onrechte heeft afgebroken en dat er inbreuk wordt gemaakt op de non-disclosure agreement. HFW vordert staking van de inbreuk op de auteursrechten, nakoming van de non-disclosure agreement, overdracht van het merk 'The Treat', alles onder last van dwangsom.

IEF 21336

Hof wijst vordering eigenaar tegelbedrijf af wegens gebrek bewijs nabootsing

Hof 's-Hertogenbosch 24 jan 2023, IEF 21336; ECLI:NL:GHSHE:2023:179 (Appelanten tegen geïntimeerden ), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-wijst-vordering-eigenaar-tegelbedrijf-af-wegens-gebrek-bewijs-nabootsing

Hof 's-Hertogenbosch 24 januari 2023, IEF 21334; ECLI:NL:GHSHE:2023:179 (Appellanten tegen geïntimeerden) Verbintenissenrecht. Appellant is eigenaar van een eenmanszaak die zich onder andere toelegt op de productie en verhandeling van handgemaakte tegels, genaamd 'Stones'. Deze tegels betreffen reproducties van kerk- en kasteelstenen. Geïntimeerde werkte tot eind 2013 als exclusief distributeur van appellant, maar produceert en handelt sinds 2018 in stenen die ook de naam Stones dragen. Partijen hebben in tijden van samenwerking een overeenkomst gesloten waarin wordt afgesproken dat geïntimeerde geen bedrijfsgeheimen mag gebruiken zonder toestemming van appellant. Appellanten stellen dat het productieprocedé van Stones een bedrijfsgeheim is. Appellanten stellen ook dat geïntimeerde schuldig is aan slaafse nabootsing nu geïntimeerden gebruikmaken van hetzelfde productieprocedé. Het hof heeft echter geoordeeld dat het productieproces van appellanten niet uniek is en daarom geen handelswaarde heeft. Ten aanzien van de stelling van slaafse nabootsing oordeelt het hof dat appellanten onvoldoende hebben onderbouwd dat er sprake is van oneerlijke concurrentie en slaafse nabootsing door geïntimeerden. Appellanten hebben niet concreet aangetoond dat er sprake is van verwarring bij het publiek tussen de Stones van appellanten en Stones van geïntimeerden. Het hof concludeert daarom dat er niet is voldaan aan de voorwaarden voor een geslaagd beroep op slaafse nabootsing. Het hof veroordeelt appellanten in de proceskosten van het hoger beroep en wijst het gevorderde af. 

 

IEF 21332

Geniet een Amerikaanse designstoel auteursrechtelijke bescherming in Nederland en België?

Hoge Raad 31 mrt 2023, IEF 21332; ECLI:NL:HR:2023:508 (Kwantum c.s. tegen Vitra), https://ie-forum.nl/artikelen/geniet-een-amerikaanse-designstoel-auteursrechtelijke-bescherming-in-nederland-en-belgie

Hoge Raad 31 maart 2023, IEF 21332; ECLI:NL:HR:2023:508 (Kwantum c.s. tegen Vitra) De zaak gaat over de vraag of een Amerikaanse designstoel auteursrechtelijke bescherming geniet in Nederland en België als 'werk van toegepaste kunst'. De Hoge Raad heeft vijf vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de beperking van het auteursrecht op een werk van toegepaste kunst. De vragen hebben betrekking op de toepassing van de materiële-reciprociteitstoets van artikel 2 lid 7 van de Berner Conventie, en op de vraag of deze in Nederland en België mag worden toegepast op een werk van toegepaste kunst uit een derde land waarvan de auteur geen onderdaan is van een EU-lidstaat. De Hoge Raad wil weten of de situatie binnen de werkingssfeer van het Unierecht valt en wie de beperking van het auteursrecht mag vastleggen. De zaak is geschorst totdat het Hof van Justitie hierover uitspraak heeft gedaan.

IEF 21269

Heatbooster BV maakt zich schuldig aan slaafse nabootsing

Rechtbank Noord-Holland 7 feb 2023, IEF 21269; ECLI:NL:RBNHO:2023:1725 (SpeedComfort BV tegen Heatbooster BV), https://ie-forum.nl/artikelen/heatbooster-bv-maakt-zich-schuldig-aan-slaafse-nabootsing

Rechtbank Noord Holland 7 februari 2023, IEF 21269; ECLI:NL:RBNHO:2023:1725 (SpeedComfort BV tegen Heatbooster BV) In deze zaak staat centraal de vraag of Heatbooster BV (hierna: Heatbooster) zich schuldig maakt aan slaafse nabootsing of auteursrechtinbreuk met hun product dat sterk lijkt op de SpeedComfort van SpeedComfort BV (hierna: SpeedComfort). De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de SpeedComfort voldoende onderscheidend vermogen heeft en dat de vormgeving van Heatbooster verwarring bij het publiek kan veroorzaken. Het feit dat Heatbooster haar logo en patroon op haar producten heeft aangebracht, is niet voldoende om het verwarringsgevaar weg te nemen. De thermostaatschakelaar van Heatbooster is ook een exacte kopie van die van SpeedComfort en kan dus ook tot verwarring leiden. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat Heatbooster BV gebruik mag maken van de technische oplossingen die zich binnenin de SpeedComfort bevinden. De locatie van de zwarte connectoren aan de buitenzijde van de SpeedComfort worden niet als bepalende elementen van de vormgeving beschouwd. Heatbooster heeft voldoende aangetoond dat de kleur, afmeting en het aantal ventilatoren van haar producten niet kunnen worden aangepast zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid daarvan. Toch is de voorzieningenrechter van oordeel dat Heatbooster nodeloos verwarring heeft veroorzaakt door haar producten niet te voorzien van een opvallende kleur of een logo op een niet-zichtbare plek op het product, om zo verwarring te voorkomen wanneer de producten op internet worden aangeboden.

IEF 21214

Uitspraak ingezonden door Noa Naaman en Niels Mulder, DLA Piper

Enkel de springtafel geniet auteursrechtelijke bescherming

Hof Den Haag 31 jan 2023, IEF 21214; ECLI:NL:RBDHA:2021:973 (Tashian c.s. tegen JFS c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/enkel-de-springtafel-geniet-auteursrechtelijke-bescherming

Gerechtshof Den Haag 31 januari 2023, IEF 21214; 200.309/01 (Tashian c.s. tegen JFS c.s.) In deze zaak hebben JFS c.s. diverse vorderingen ingesteld jegens Taishan c.s. op grond van inbreuk op auteursrecht, modellenrecht en slaafse nabootsing met betrekking tot door Taishan c.s. geproduceerde en verhandelde turntoestellen. In de hoofdzaak heeft de rechtbank de vorderingen ten aanzien van alle turntoestellen (grotendeels) toegewezen. Het hof beslist dat JF Sports de oorspronkelijke maker en rechthebbende van de springtafel is. Het hof oordeelt verder dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de auteursrechten en de beschuldiging van slaafse nabootsing door JF Sports, maar niet bevoegd is om grensoverschrijdende maatregelen te nemen. Als de turntoestellen van Taishan ongeoorloofde kopieën zijn, zou het aanbieden hiervan op Nederlandse websites een inbreuk op JF Sports distributierecht vormen. Het hof oordeelt verder dat de vormgeving van de turntoestellen van Taishan, op de drievoudig gelaagde stijlen na, niet als intellectuele schepping kan worden beschouwd. Het hof is verder van oordeel dat de springtafel van JFS een intellectuele schepping is en het auteursrecht op het ontwerp bestaat. Verder oordeelt het hof dat JFS zich alleen voor de springtafel op auteursrechtelijke bescherming kan beroepen en de vorderingen voor de overige turntoestellen niet toewijsbaar zijn. Ten slotte is het nabootsen van een product dat niet langer beschermd wordt door intellectuele eigendom in beginsel toegestaan, tenzij dit tot verwarring bij het publiek leidt.

IEF 21149

Logo maakt geen inbreuk op rechten eisers

Rechtbank Rotterdam 16 dec 2022, IEF 21149; ECLI:NL:RBROT:2022:11018 (eisers tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/logo-maakt-geen-inbreuk-op-rechten-eisers

Vtr. Rechtbank Rotterdam 6 december 2022, IEF 21149; ECLI:NL:RBROT:2022:11018 (eisers tegen gedaagden) Eisers hebben op 20 maart 2018 een vennootschap opgericht die beveiligingsdiensten en verkeersregelaarsdiensten aanbiedt. Op 19 juli 2021 heeft eiser 1 de eenmanszaak Infra Verkeerdiensten opgericht, van waaruit hij verkeersregelaarsdiensten en arbeidsbemiddeling leverde. Voor beide ondernemingen wordt een soortgelijk logo gebruikt. Op 1 oktober 2021 hebben eiser 1 en gedaagde 2 eiser 3 opgericht. Deze samenwerking loopt op 1 december 2021 stuk. Gedaagde 2 richt gedaagde 1 op en gebruikt hierbij een logo dat wat wegheeft van de logo's die door eisers gebruikt worden. Op 24 mei 2022 zijn de beide logo's van eisers ingeschreven als beeldmerken. Eisers vorderen gedaagden de inbreuk op hun auteursrechten en merkenrechten te staken. De voorzieningenrechter wijst de vordering met betrekking tot de auteursrechten af omdat niet aannemelijk is geworden dat eisers maker zijn van de logo's. Met betrekking tot de merkenrechten oordeelt de voorzieningenrechter dat het logo van gedaagden onvoldoende overeenstemt met de logo's van eisers om vrees voor verwarringsgevaar te rechtvaardigen. Tot slot doen eisers een beroep op slaafse nabootsing, ook dit wordt afgewezen.

IEF 21067

Geen inbreuk op eiwitpoeder concept

Rechtbank Amsterdam 19 okt 2022, IEF 21067; ECLI:NL:RBAMS:2022:5966 (Personal Protein tegen Smart Whey), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-eiwitpoeder-concept

Vzr. Rechtbank Amsterdam 19 oktober 2022, IEF 21067; ECLI:NL:RBAMS:2022:5966 (Personal Protein tegen Smart Whey) Sinds 2017 produceert en verhandelt Personal Protein eiwitpoeder zonder smaak, dat de consument zelf dient aan te lengen met water of melk en van een smaak naar eigen keuze kan voorzien door het gebruik van vloeibare smaakmakers. In 2021 is Smart Whey opgericht, zij handelt onder hetzelfde concept als Personal Protein. Personal Protein meent dat zij over de auteursrechten beschikt die rusten op de concretisering van haar idee en op de verschillende onderdelen daarvan en dat Smart Whey inbreuk maakt op die auteursrechten. Personal Protein vordert onder meer Smart Whey te bevelen de inbreuk te staken. De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorzieningen omdat er geen sprake is van auteursrechtinbreuk noch van slaafse nabootsing.

IEF 21048

IE-rechten Bokmerk niet geschonden

Rechtbank Den Haag 19 okt 2022, IEF 21048; ECLI:NL:RBDHA:2022:10739 (Bokmerk tegen gedaagden ), https://ie-forum.nl/artikelen/ie-rechten-bokmerk-niet-geschonden

Rb Den-Haag 19 oktober 2022, IEF 21048, IEFbe 3564; ECLI:NL:RBDHA:2022:10739 (Bokmerk tegen gedaagden) Bokmerk houdt zich bezig met de verkoop van aluminium panelen. Gedaagden 1 en 2 zijn een echtpaar dat een tijd lang middels een licentieovereenkomst exclusief gerechtigd om de Bokmerk-producten binnen het overeengekomen licentiegebied (België) voor eigen rekening en risico te verkopen. De licentieovereenkomst bevat onder meer een verbod om na het einde van die overeenkomst gebruik te  maken van de intellectuele eigendomsrechten en knowhow van Bokmerk, een geheimhoudingsbeding en een non-concurrentiebeding van één jaar na het einde van de overeenkomst. Per 1 maart 2021 is de licentieovereenkomst beëindigd, gedaagden 1 en 2 hebben een nieuwe onderneming opgezet. Gedaagde 3 is een vriend van hen die helpt bij de onderneming. Ook gedaagde 3 heeft in het verleden met Bokmerk samengewerkt. Bokmerk vordert van de 3 gedaagden onder meer dat zij de inbreuk op de IE-rechten van Bokmerk staken. Bokmerk wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen jegens gedaagde 3 omdat gedaagde 3 onder bewind is gesteld. De rechtbank oordeelt ten aanzien van de vorderingen jegens gedaagden 1 en 2 dat de licentieovereenkomst niet geschonden wordt. Verder oordeelt de rechtbank dat er geen sprake is van onrechtmatige daad, slaafse nabootsing en gebruik van beschermde knowhow. Evenwel is er geen schending van de handelsnaam-, merken- en auteursrechten van Bokmerk.

IEF 21039

Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks en Margot van Gerwen, TaylorWessing en Sikke Kingma en Maartje Möhring van Pels Rijcken.

Cassatieberoep Airwair verworpen

Hoge Raad 21 okt 2022, IEF 21039; (Airwair tegen Van Haren), https://ie-forum.nl/artikelen/cassatieberoep-airwair-verworpen

HR 21 oktober 2022, IEF 21039; 21/03876 (Airwair tegen Van Haren) Zie [IEF 20774], [IEF 20108] en [IEF 19700]. Airwair brengt Dr. Martens schoenen op de markt en is van mening dat Van Haren met een vergelijkbare schoen inbreuk maakt op haar intellectuele eigendomsrechten. Airwair baseert zich hierbij op slaafse nabootsing. Het hof oordeelde op 20 juli 2021 dat er geen sprake is van slaafse nabootsing. Airwair is hiertegen in cassatie gegaan. De Hoge Raad oordeelt, in lijn met de conclusie van A-G Van Peursem, dat de klachten van Airwair niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof.
 

IEF 20991

Voldaan aan vereisten voor een recht op inzage en afschrift

Rechtbank Oost-Brabant 16 sep 2022, IEF 20991; ECLI:NL:RBOBR:2022:4086 (Luxury bedding company tegen G&G ), https://ie-forum.nl/artikelen/voldaan-aan-vereisten-voor-een-recht-op-inzage-en-afschrift

Rb. Oost-Brabant 16 september 2022, IEF 20991; ECLI:NL:RBOBR:2022:4086 (LBC tegen G&G) A is bestuurder en aandeelhouder van Luxury bedding company (LBC). A heeft al zijn auteursrechten op de Serta-collectie overgedragen aan LBC. LBC kwam er op een gegeven moment achter dat G&G onder de collectienaam 'Norma hotel chique' een collectie boxsprings met accessoires op de markt wilde gaan brengen die een 1-op-1 kopie zouden zijn van de Serta collectie. Op 28 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter verlof verleend aan LBC om bewijsbeslag te leggen door het maken van foto’s en video-opnamen van alle zaken die tot de Norma-collectie behoorden. G&G heeft vervolgens geen toestemming gegeven om een afschrift te verstrekken van de gemaakte foto- en videobeelden. In deze zaak vordert LBC onder meer dat de voorzieningenrechter bepaalt dat LBC recht heeft op een afschrift van de beelden en het proces-verbaal. G&G stelt dat er geen auteursrecht op de Serta-Boxsprings toekomt aan LBC en er geen sprake is van slaafse nabootsing. Hierdoor heeft LBC volgens G&G geen recht op inzage in het bewijsmateriaal.