Een ongeschreven intellectueel eigendomsrecht
Rechtbank Amsterdam, 29 oktober 2008, HA ZA 08-335, […] De Gilde tegen Nedstede Leisure Holding B.V. & Speelpark “Oud Valkeveen” B.V.
Ongeschreven intellectuele eigendomsrechten. Overdracht rechten op artiestennaam en recht tot gebruik voor pretpark. “Een naam van een persoon met een verzilverbare populariteit wordt in de literatuur gekwalificeerd als een ongeschreven intellectueel eigendomsrecht.” Naar huidig recht kan een dergelijke naam niet worden overgedragen, naar oud recht (vóór 1992) wel.
Wilhelm Marinus Antonius Akkerman, in leven beter bekend als Toni Boltini, de eigenaar van het bekende circus Toni Boltini, heeft in 1986 de rechten op de naam Boltini overgedragen aan eiser i.c. De Gilde. De Gilde heeft in 1987 een, naar oordeel van de rechtbank niet-exclusieve, overeenkomst gesloten met, kort gezegd, een rechtsvoorganger van gedaagden voor het gebruik van de naam Boltini voor het pretpark “Oud Valkeveen” in Naarden, het pretpark waarvan de exploitatie door de dochters van Akkkerman / Toni Boltini was verpacht aan de rechtsvoorganger van gedaagde. Akkerman overleed in 2003.
De tweemaandelijkse facturen voor het gebruik van de naam Boltini zijn sinds november 2005 onbetaald gebleven en eiser De Gilde vordert i.c. nakoming van de overeenkomst. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst rechtsgeldig zijn, maar buitengerechtelijke ontbonden mochten worden op grond van onvoorziene omstandigheden, zoals de wetswijziging van 1992, het niet meer noemenswaardig gebruiken van en de gerede twijfel over de verzilverbare populariteit van de naam.
“5.3. Naar de rechtbank begrijpt, stelt De Gilde zich op het standpunt dat Akkerman onder de artiestennaam Boltini een verzilverbare populariteit genoot, die hij te gelde kon maken. Dat wil zeggen dat hij zijn popularteit commercieel kon exploiteren en dat hij een geldelijke beloning kon bedingen voor het gebruik van zijn naam voor commerciële doeleinden.
5.4. Een naam van een persoon met een verzilverbare populariteit wordt in de literatuur gekwalificeerd als een ongeschreven intellectueel eigendomsrecht. Naar huidig recht is een dergelijk recht op grond van artikel 3:83 lid 3 BW niet overdraagbaar, waardoor dit recht onder het huidige recht (artikel 3:6 BW) evenmin gekwalificeerd kan worden als vermogensrecht. Voormelde artikelen zijn evenwel pas in 1992 in werking getreden. Voor 1992 gold de regel dat alle vermogensrechten overdraagbaar waren, tenzij de wet of de aard van het recht zich daartegen verzette. Akkerman heeft de rechten op de naam Boltini in 1986 overgedragen aan De Gilde. Deze overeenkomst is rechtsgeldig, tenzij de wet of de aard van het recht zich tegen de overdracht verzette. De verzilverbare populariteit van een naam is verbonden aan een bepaald persoon. Dit staat er echter niet aan in de weg dat de rechten op die naam konden worden overgedragen. De overeenkomst van 1986 is derhalve rechtsgeldig.
(…) 5.7. Volgens Nedstede c.s. is De Gilde overigens ook tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, omdat zij een exclusief recht tot gebruik van de naam heeft gegeven, zodat zij zelf niet meer gerechtigd was die naam te voeren, maar desondanks deze naam is blijven gebruiken. In de overeenkomst is handgeschreven de toevoeging "niet exclusief" opgenomen, hetgeen is geparafeerd. Nedstede c.s. betwist de echtheid van de handgeschreven aanvulling van de akte. Uitgaande van de overeenkomst zonder de handgeschreven aanvulling volgt daaruit evenwel niet dat sprake is van exclusiviteit, zodat wat er ook van de echtheid van de toevoeging zij, de betwisting daarvan Nedstede c.s. niet kan baten. De overeenkomst is dan ook niet buitengerechtelijk ontbonden op deze grond.
5.8. Het voorgaande brengt mee dat de betalingen die zijn verricht in het kader van de overeenkomst tussen De Gilde en Jasper B.V., niet onverschuldigd zijn gedaan, alsmede dat De Gilde in beginsel nakoming van de overeenkomst kan vorderen. Het overlijden van Ak-kerman heeft daar gezien de onderhandse aktes van 17 februari 1988 en december 1990 geen wijziging in gebracht. Nedstede c.s. betwist de echtheid van deze akten. Zij heeft hiervoor echter geen feiten en omstandigheden aangevoerd, zodat het ervoor gehouden moet worden dat de betreffende akten echt zijn.
(…) 5.12. Nedstede c.s. voert subsidiair aan dat de door de raadsman van Nedstede c.s. bij brief van 14 september 2007 aan de raadsvrouwe van De Gilde buitengerechtelijk is ontbonden op grond van artikel 6:258 BW. Dat een brief met een dergelijke inhoud is ontvangen, wordt niet betwist, zodat de rechtbank hier thans vanuit gaat. De rechtbank is met Nedstede c.s. van oordeel dat de overeenkomst in het licht van de wetswijziging in 1992, het feit dat Nedstede c.s. de naam Boltini niet (noemenswaardig) gebruikt en De Gilde heeft nagelaten te onderbouwen waarom de naam Boltini tegenwoordig nog een verzilverbare populariteit geniet, inderdaad buitengerechtelijk ontbonden mocht worden. De rechtbank kent aan deze ontbinding gezien de omstandigheden van het geval terugwerkende kracht toe tot het moment dat Nedstede c.s. betaling uit hoofde van de overeenkomst (gedeeltelijk) heeft gestaakt. Partijen hebben derhalve over en weer niets meer te vorderen uit hoofde van deze overeenkomst.”
Lees het vonnis hier (IEPT.nl, bewerkte versie).
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15 april 2008, LJN: BD1639, Yonex Kabushiki Kaisha tegen Geintimeerde, h.o.d.n. Belgro Badminton World,
Silvie Wertwijn (34) is advocaat sinds 2000. Eerder werkte zij bij NautaDutilh en Steinhauser Hoogenraad. Toen Steinhauser Hoogenraad eind 2007 uiteenviel en Tjeerd Overdijk en Otto Swens Vondst advocaten begonnen, ging zij mee. ‘Vondst heeft het vanaf het begin uitstekend gedaan. Wij werken in een enthousiast team. Onze cliënten waarderen dat. Als partner ga ik de merkenpraktijk en de farmapraktijk verder uitbreiden’, aldus Wertwijn. Tjeerd Overdijk van Vondst: ‘Onze praktijk groeit gestaag. Silvie Wertwijn’s eigen praktijk ook. Zij is toe aan de overstap naar het partnerschap.
Polo Van der Putt (36) is advocaat sinds 1996. Hij is gespecialiseerd in IT-recht en technologie. Van der Putt heeft specifieke expertise op het gebied van sourcing, IT-contracten en privacy. Daarnaast is hij een van de weinige Nederlandse advocaten die zijn ingevoerd in e-gaming. Hij heeft een gemengde transactie-, advies- en procespraktijk. Van der Putt over zijn overstap: ‘Ik ben nu 12 jaar bezig, wil doorgroeien en mijn IT-praktijk naar een hoger plan tillen. Daar was op korte termijn geen mogelijkheid voor bij Lovells. Bovendien was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Ik was counsel, een tussenstap naar de benoeming tot partner, maar bij Vondst word ik direct partner. Het prettige van Vondst is dat het zich als nichekantoor specifiek kan richten op de IT-praktijk en dat ik mij met een ervaren team kan richten op de verdere ontwikkeling van een hoogwaardige IT-praktijk.’”
Hoge Raad, 5 december 2008, LJN: BB0678, De staatssecretaris van Financiën tegen Fiscale eenheid X Holding B.V. c.s.
Rechtbank Roermond, 3 december 2008, LJN: BG6165, Strafzaak (merkregistratie vee).
Vzr. Rechtbank Amsterdam, 5 december 2008, KG ZA 08-1975 SR PvV, Reckitt Benkiser Healthcare B.V. tegen Unilever Nederland B.V. (met dank aan Madeleine de Cock Buning,
Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 4 december 2008, KG ZA 08-1416 The Body Shop International Plc c.s. tegen Men's Body Shop B.V. c.s.