De rechtbank oordeelt als volgt: "Aldus betreft de vraag niet feiten die met een deskundigenbericht bewezen kunnen worden. In deze vraagstelling ligt immers besloten dat het advies van de deskundigen een oordeel inhoudt dat niet alleen een vaststelling van de feiten omvat en eventueel een deskundig advies omtrent het gewicht dat aan deze feitenvaststelling toekomt maar daarboven (en wellicht vooral) neerkomt op de in beginsel aan de rechter voorbehouden afweging van de relevante feiten en omstandigheden tegen de toepasselijke regelgeving. De ongespecificeerde vraagstelling maakt thans nog geen enkel vraagpunt van feitelijke aard zichtbaar, dat niet door de rechtbank, vanuit eigen deskundigheid of door partijen in de procedure aan te dragen deskundigheid kan worden beantwoord." Het verzoek wordt afgewezen. De rechtbank vindt kennelijk dat er ook binnen een versnelde procedure genoeg ruimte en belang is voor een deskundigenonderzoek. Lees [download:05.670vdoverzoekdeskundigen_copy.pdf:text:hier: de beslissing.
In het tweede verzoekschrift voert Ranbaxy aan dat, ten aanzien van een ander octrooi, bij de rechtbank een procedure aanhangig is waarin het gaat om de vraag of het onderwerp van EP 633 uitsluitend betrekking heeft op 'racematen' en niet ook op 'enantiomeren', alsmede de vraag of de stof 'atorvastatine' genoemd in het aanvullende beschermingscertificaat een enantiomere stof is. Dit verzoek wordt tot deskundigenonderzoek wordt wel toegewezen. Dit omdat voldoende aannemelijk is gemaakt dat een onderzoek door onafhankelijke deskundigen duidelijkheid kan verschaffen omtrent voor de beslissing van het geschil relevante feiten en/of omstandigheden.
Het verweer dat het Octrooicentrum Nederland niet geëigend is om een voorlopig deskundigenrapport uit te brengen, daar zij niet over specifieke deskundigheid zou beschikken, gaat niet op. "Deze stelling is door verweerster onvoldoende duidelijk gemaakt. Mocht echter blijken dat het Octrooicentrum Nederland inderdaad over onvoldoende deskundigheid beschikt om de vragen volledig te kunnen beantwoorden, dan gaat de rechtbank er van uit dat zij dit zelf in haar rapport zal aangeven."
De rechtbank heeft haar huiswerk kennelijk goed gedaan. Ambtshalve voegt zij nog een vraag toe en ziet de rechtbank aanleiding de eerste vraag van verzoeksters te herformuleren, zulks om duidelijk te maken dat de deskundige de rechtbank feitelijke informatie dient te geven vanuit het perspectief van de vakman. Lees hier de beslissing.