HvJ EU: beeldmerk in Uniemerkenblad irrelevant bij fonetische perceptie
HvJ EU 4 juli 2019, IEF 19213; IEFbe 3078; ECLI:EU:C:2019:565 (FTI Touristik tegen EUIPO) Touristik verzoekt een vernietiging van een arrest van het Gerecht. Touristik stelt dat het Gerecht de visuele, fonetische en begripsmatige overeenstemming van de conflicterende tekens onjuist heeft beoordeeld en er ten onrechte een zwak onderscheidend vermogen aan het oudere merk is toegekend voor het Engelstalige publiek, zodat er geen enkel verwarringsgevaar tussen de conflicterende tekens zou bestaan.
De voorziening wordt dan ook afgewezen. Het Gerecht heeft door te concluderen dat die aanduiding niet bepalend is voor de beoordeling van de betrokken fonetische indruk, impliciet maar noodzakelijkerwijs geoordeeld dat die aanduiding geen aanwijzing vormt voor de wijze waarop het relevante publiek het betrokken merk waarneemt. Verder wordt er overwogen dat de aanduiding in standaardschrift van een beeldmerk in het Uniemerkenblad irrelevant is voor de beoordeling van de fonetische perceptie van de tekens, die niet samenvallen met de aanduiding ervan in het blad.