Smartengeld voor plaatsen van naaktfilmpje en delen van foto's
Rechtbank Noord-Nederland 21 mei 2014, IEF 13875 (Plaatsen op YouTube en delen via MSN)
Mediarecht. Schadeberekening. In het tussenvonnis IEF 13358 heeft de rechtbank overwogen dat gedaagde(uitsluitend) onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiseres voor zover hij een naaktfilmpje op YouTube heeft geplaatst en blootfoto’s via MSN heeft gedeeld. De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om bij akte de omvang van de inbreuk, de schade, de hoogte daarvan en het causaal verband nader te onderbouwen. Voor de materiële en inkomensschade ontbreekt vooral causaal verband. Alleen vanwege de immateriële schade wordt er smartengeld ad €3.000 toegewezen.
2.9.2. De rechtbank acht een bedrag aan immateriële schadevergoeding toewijsbaar ter hoogte van EUR 3.000,00. Reeds de enkele inbreuk op het persoonlijkheidsrecht van [A] geeft [A] recht op vergoeding van immateriële schade. Door [B] is een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [A] door het op internet plaatsen van een naaktfilmpje van [A], alsmede door het delen van blootfoto's van [A] via MSN. Weliswaar blijkt uit door [A] in het geding gebrachte foto's dat er op internet ook foto's van haar te vinden zijn die naar het oordeel van de rechtbank als enigszins gewaagd kunnen worden bestempeld en welke foto's met toestemming van [A] op internet zijn geplaatst, doch gesteld noch gebleken is dat dit ook blootfoto's/naaktfilmpjes betreffen. De rechtbank acht voorts bij de vaststelling van de hoogte van de immateriële schadevergoeding van belang dat [A] een bekende tv-presentatrice is. Daarentegen acht de rechtbank de stelling van [A] dat het sociale leven van [A] en haar gezin is gereduceerd tot contacten binnenskamers - mede gelet op het gemotiveerde verweer door [B] - onvoldoende onderbouwd. Voor zover zij is geconfronteerd met beschimpingen en smalende opmerkingen, is het voorts de vraag of en in hoeverre dit het gevolg is van specifiek het onderhavige filmpje van een naakte [A] in bad en de onderhavige blootfoto's die door [B] via MSN zijn gedeeld. Zoals hiervoor reeds is overwogen, is [B] niet aansprakelijk voor de gevolgen van nieuwe "uploads" van foto's. [A] zal niet gevolgd worden in haar verwijzing naar de zaak van de rechtbank Amsterdam, 19 april 2006, Smartengeldgids 18e druk, nummer 1171, welke zaak naar het oordeel van de rechtbank niet te vergelijken is met de onderhavige zaak.
Mediarecht. Zie eerder
Merkenrecht. Verzoekster heeft bij het Hongaars bureau voor intellectuele eigendom (BIE) een aanvraag ingediend voor de inschrijving van het gekleurde beeldteken „be impulsive” als merk. Verweerster (Unilever NV) heeft hiertegen oppositie ingesteld en gevorderd dat de merkaanvraag wordt afgewezen op grond van de Hongaarse merkenwet. Unilever beroept zich daarbij op haar oudere – communautaire en internationale – woordmerken „Impulse”.
Als randvermelding. REACH - octrooi - samengestelde voorwerpen. Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH). Een verwijzingsbeschikking van vier pagina’s en een korte vraag. Er zijn al vaak vragen over de begrippen samengesteld versus bestanddelen gesteld in het kader van octrooien. Nu dan in verband met de chemische samenstelling van een voorwerp.
Bijdrage ingezonden door Bas Kist,
Bijdragen ingezonden door Jan Brölmann en Radboud Ribbert,
Uitspraak ingezonden door Christiaan Dekoninck,
Zie eerder
Zie eerder
Uitspraak ingezonden door Wim Maas en Gie van den Broek,