Nadere wijziging conclusie is ontoelaatbaar, omdat die te laat naar voren is gebracht
Rechtbank Den Haag 21 mei 2014, IEF 13864 (Sanofi-Aventis tegen Amylin)
Uitspraak ingezonden door Simon Dack, Judith Krens en Peter van Schijndel, Hoyng Monegier. De rechtbank vernietigde in het tussenvonnis [IEF 13234] een deel van de productconclusies 20 - 26 van EP 0 996 459 B1 voor zover die meer inhielden dan het tweede hulpverzoek. Partijen laten zich uit over de gevolgen die de gedeeltelijke vernietiging van conclusies 20-26 heeft voor conclusie 27 en over de verhouding tussen het tweede hulpverzoek en conclusie 27. Partijen zijn het erover eens dat het tweede hulpverzoek leidt tot onduidelijkheid over de inhoud van conclusie 27 en dat deze daarom ontoelaatbaar is op grond van 84 EOV. Amylin heeft voorgesteld de onduidelijkheid op te lossen door een nadere wijziging van conclusie 27. Het verzet hiertegen wegens strijd met goede procesorde wordt gehonoreerd en de rechtbank verklaart (ook) conclusie 27 nietig.
2.7 De rechtbank is met Sanofi van oordeel dat de nadere wijziging niet toelaatbaar is omdat die te laat naar voren is gebracht. Sanofi heeft terecht opgemerkt dat de akte na het tussenvonnis niet was bedoeld om (weer) een nieuwe conclusie te introduceren, maar uitsluitend om partijen de gelegenheid te geven zich uit te laten over de inhoud en geldigheid van de op dat moment voorliggende conclusie 27 in het licht van de gedeeltelijke vernietiging van conclusies 20 – 26 en het tweede hulpverzoek van Amylin. Nadere wijzigingen had Amylin eerder kunnen en moeten aanvoeren, bijvoorbeeld direct bij het indienen van het tweede hulpverzoek. Als nu nog een nieuwe conclusie zou worden toegestaan, zou dat meebrengen dat Sanofi de gelegenheid zou moeten krijgen om daar eventuele geldigheidsbezwaren tegen aan te voren, waarna Amylin daarop weer zou moeten kunnen reageren. Daarvoor is in dit stadium van de procedure geen ruimte meer. De rechtbank zal daarom conclusie 27 van het Nederlandse deel van EP 459 volledig nietig verklaren.
De rechtbank
3.1. vernietigt conclusie 20 en de daarvan afhankelijke conclusie 21-26 van het Nederlandse deel van EP 459 voor zover die meer inhouden dan het in 3.4.2. van het tussenvonnis weergegeven tweede hulpverzoek;
3.2. vernietigt conclusie 27 van het Nederlandse deel van EP 459;
3.3. compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
Uit het persbericht: Met de ondertekening van een protocol door de Benelux-landen kunnen ondernemers voor geschillen rond merken in plaats van bij nationale rechtbanken terecht bij het Benelux-Gerechtshof. Een snellere gerechtelijke procedure zal bedrijven kosten en tijd besparen.
Alle leden van de Vereniging voor Auteursrecht worden via deze vooraankondiging alvast uitgenodigd voor de ledenvergadering op donderdag 12 juni 2014 om 13.30 uur in het KNAW, Het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29 te Amsterdam. De VvA-vergadering op 12 juni zal geheel gewijd worden aan de ontwikkeling van het auteursrecht in de digitale sfeer, en met name ook aan de belangrijke rechtspraak van het Hof van Justitie in Svensson, ACI Adam, UPC Telekabel en OSA. Aanmelden via
Mediarecht. Onrechtmatige perspublicatie. Heertje heeft de vrijheid om kritiek te uiten op BJAA, maar de wijze waarop dat is gebeurd in een artikel op de opiniepagina van de Volkskrant en in een column op de site van RTLNieuws is onrechtmatig. Heertje, een bekend en gerenommeerd wetenschapper, heeft feiten aangaande een onder toezicht staande minderjarige eenzijdig en enkel vanuit de optiek van de moeder gepresenteerd.
Uitspraak ingezonden door Arvid van Oorschot,
Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink, Sophie van Loon en Christien Wildeman,
De Rijkswet van 22 januari 2014 tot wijziging van artikel 53b van de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de invoering van een beperkte veredelingsvrijstelling (
Merkenrecht. Het Franstalige beroep is gericht tegen de beslissing van het BBIE waarin de aanvraag wordt afgewezen van het woordmerk '
Eiser is de Nederlandse striptekenaar, cartoonist, bedenker en tekenaar van stripboekenreeks ‘Dirkjan', tevens woord/beeldmerknaamhouder. Stripboekwinkel S heeft domeinnaam dirkjan.nl geregistreerd in 1999. Verweerder is enige tijd uitgever van het stripboek geweest, maar is nu slechts wederverkoper. Verweerder heeft geen eigen recht op of legitiem belang (meer) bij de domeinnaam. De domeinnaam verwijst de bezoeker door naar de website van verweerder, waarop ook stripboeken van concurrenten worden aangeboden.Overdracht is bevolen.
Beroep ingesteld door de aanvrager van het woordmerk "
Vernietiging van OHIM-beslissing houdende verwerping van het beroep tegen de gedeeltelijke weigering van de onderzoeker om het beeldmerk met het woordelement „