IEF 22236
13 september 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Levola/Smilde

 
IEF 22234
12 september 2024
Artikel

Hoe kan een merkenaudit uw wereldwijde marktstrategie ondersteunen?

 
IEF 22233
12 september 2024
Artikel

Aankondiging jaarlijkse BIE-scriptieprijs

 
IEF 17601

Bijdrage ingezonden door Edward Appelman, LinkedIn-profiel.

Edward Appelman - H&M-reclame met Brooklyn Park graffiti valt (toch) niet onder panoramavrijheid?

Recentelijk had de Zweedse modeketen H&M op 9 maart 2018 een aanklacht ingediend tegen de Amerikaanse kunstenaar Revok. Reden hiervoor was dat H&M een reclamecampagne had opgenomen in Brooklyn park waarbij op de achtergond een grafittiwerk van Revok te zien was. Die sprak H&M daarop aan met als onderbouwing dat hij hiervoor geen toestemming had gegeven. H&M verdedigde zich vervolgens met de stelling dat, aangezien graffiti een misdaad is (en dus illegaal), het gebruik ervan ook geen probleem zou moeten opleveren. Zij was dan ook van mening dat er aan het gebruik van de graffiti voor de reclame door H&M ook geen rechten konden worden ontleend. Dit standpunt werd ondersteund door het NYC Parks Department. Vervolgens verschenen op Twitter door de creative community massaal verontwaardigingen en werd opgeroepen om H&M te boycotten onder de hashtag #Boycotthm. Inmiddels heeft H&M excuses aangeboden en de klacht ingetrokken, maar toch is het interessant om te kijken hoe dit is geregeld in de Nederlandse auteurswet.

IEF 17600

Uitspraak ingezonden door Léon Dijkman en Theo Blomme, HOYNG ROKH MONEGIER. www.hoyngrokh.com

Art. 1019h Rv van toepassing op nietigheidsprocedure op grond van handhaving in Duitsland en algemene sommatie

Rechtbank Den Haag 4 apr 2018, IEF 17600; ECLI:NL:RBDHA:2018:3857 (Vita Zahnfabriek tegen Ivoclar Vivadent), https://ie-forum.nl/artikelen/art-1019h-rv-van-toepassing-op-nietigheidsprocedure-op-grond-van-handhaving-in-duitsland-en-algemene

Rechtbank Den Haag 4 april 2018, IEF 17600; ECLI:NL:RBDHA:2018:3857 (Vita Zahnfabriek tegen Ivoclar Vivadent) VRO. Proceskosten. Nadat de rechtbank aan Vita vragen had gesteld over het resterende belang bij vernietiging van het NL deel van Europees octrooi EP2269960 nu Ivoclar van dat deel afstand heeft gedaan na dagvaarding. Vita heeft haar hoofdvordering ingetrokken. Nu Ivoctar op de voet van artikel 63 ROW afstand heeft gedaan van het Nederlandse deel van EP 960 en die afstand terugwerkende kracht heeft, heeft Vita geen belang meer bij toewijzing van haar hoofdvordering. Artikel 1019h Rv is niet van toepassing op een nietigheidsprocedure, tenzij deze procedure te beschouwen is als een verweer tegen een inbreukactie of tegen een dreigende inbreukactie. Gelet op de Duitse inbreukprocedure, die ondanks de door Vita ingestelde oppositieprocedure is voortgezet, hoefde Vita er niet zonder meer rekening mee te houden dat Ivoclar na een eerste sommatie afstand zou doen van het Nederlandse deel van het octrooi. Er is sprake van een (voldoende) concrete dreiging van handhaving in Nederland. Artikel 1019h Rv is van toepassing. Het tussen partijen (na aanbrengen van de procedure)resterende geschilpunt aangaande uitsluitend nog de proceskosten, wordt niet door artikel 1019h Rv bestreken, maar door het liquidatietarief. Dat betekent dat een knip wordt gemaakt op het moment van het verschieten van kleur van de onderhavige procedure, dat samenvalt met het aanbrengen van de procedure.

 

IEF 17599

Onvoldoende aannemelijk dat een teelt dreigt die zo omvangrijk is dat de daarmee behaalde winst groter is dan de verschuldigde boete

Hof Den Haag 13 feb 2018, IEF 17599; ECLI:NL:GHDHA:2018:270 (Holland Bolroy Markt tegen Fluwel c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/onvoldoende-aannemelijk-dat-een-teelt-dreigt-die-zo-omvangrijk-is-dat-de-daarmee-behaalde-winst-grot

Hof Den Haag 13 februari 2018, IEF 17599; ECLI:NL:GHDHA:2018:270 (Holland Bolroy Markt tegen Fluwel c.s.) Kwekersrecht. HBM heeft geen spoedeisend belang bij opeising van mutant van een compleet witte tulp [IEF 16385]. Fluwel c.s. heeft niet enkel verklaard zich te zullen onthouden van inbreuken, maar die toezegging ook heeft versterkt met een boeteclausule. Daarnaast is aannemelijk dat Fluwel c.s. verdere handelingen met One Direction materiaal onmogelijk heeft gemaakt door vernietiging van haar voorraad One Direction bollen. Het betoog van HBM dat het boetebedrag te laag is omdat Fluwel c.s. met een enkele overtreding een hogere winst zou kunnen behalen dan het toegezegde boetebedrag, moet worden verworpen. HBM heeft, ervan uitgaande dat het teeltmateriaal is vernietigd, onvoldoende aannemelijk gemaakt dat een One Direction teelt dreigt die zo omvangrijk is dat de daarmee behaalde winst groter is dan de verschuldigde boete. Het hof vernietigt enkel de proceskostenveroordeling en veroordeelt Fluwel cs in de kosten van het geding in eerste aanleg en compenseert de kosten in hoger beroep.

IEF 17598

Uitspraak ingezonden door Nanda de Jongh-Ruyters, BRight Advocaten.

Illustratief voor de verwarring is dat ook partijen zelf in de namen Leff! en LEF! hebben vergist

Rechtbank Oost-Brabant 30 mrt 2018, IEF 17598; (Leff! Kinderkleding tegen LEF! Kinderschoenen), https://ie-forum.nl/artikelen/illustratief-voor-de-verwarring-is-dat-ook-partijen-zelf-in-de-namen-leff-en-lef-hebben-vergist

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 30 maart 2018, IEF 17598 (Leff! Kinderkleding tegen LEF! Kinderschoenen) Handelsnaamrecht. Leff! Kinderkleding (2005) exploiteert een winkel in Bergeijk. LEF! Kinderschoenen opent op 14 februari 2018 een winkel in Veldhoven. In de aanloop van de opening is contact gemaakt over het voornemen onder die naam te starten. Er is sprake van een duidelijk vergelijkbare aard van de ondernemingen op slechts 14 kilometer van elkaar gelegen. Illustratief is dat ook partijen zelf zich in hun pleidooien een enkele maal hebben vergist in de namen en de voorzieningenrechter heeft bij het vervaardigen van dit vonnis steeds het onderscheid bewust in de gaten moeten houden en zich steeds weer moeten afvragen: wie van de twee was nou weer Leff! en wie LEF!? en wie van de twee partijen deed er nu in kleding en wie in schoenen? Staking van handelsnaaminbreuk wordt bevolen binnen 14 dagen.

IEF 17597

Uitgangspunten voor redelijke artiestenovereenkomsten

Erik Thijssen, 'Uitgangspunten voor redelijke artiestenovereenkomsten', uit Sena Performers Magazine nr 1, p. 21. De Ntb, Kunstenbond en NVPI Audio (de branchevereniging voor platenmaatschappijen) presenteerden op Noorderslag uitgangspunten en aanbevelingen voor redelijke contractvoorwaarden. Een belangrijke eerste stap. Erwin Angad-Gaur (secretaris Ntb): “De nieuwe wet Auteurscontractenrecht maakt het mogelijk voor brancheorga- nisaties en vakbonden over redelijke vergoedingen te onderhandelen. Naar aanleiding van die mogelijkheid zijn we aan gesprekken begonnen. Een gesprek over daadwerkelijke vergoedingen is daarbij niet van de grond gekomen. Ook is de stap naar een modelovereenkomst niet gemaakt. Maar wel hebben we een uitgebreide lijst met uitgangspunten kunnen maken voor wat er in een arties- tenovereenkomst behoort te staan.”

Paul Solleveld (directeur NVPI) vult aan: “De afspraken tussen artiest en de muziekmaatschappij reflecteren het partnership en zijn individueel bepaald. Daarom leent het zich in onze ogen niet voor een volledige modelovereenkomst: de verschillen per geval kunnen groot zijn. De aanbevelingen vormen daarbij wel een belangrijk handvat. Voor de sector is het belangrijk dat er normen zijn hoe met elkaar om te gaan. Dat geeft enige zekerheid aan partijen. Bij geschillen kunnen de aanbevelingen ook een normatieve rol spelen.”

Erwin Angad-Gaur: “Spectaculair vind ik het onderhandelingsresultaat niet, maar het biedt duidelijkheid op diverse punten en het benoemt een aantal essen- tiële zaken. Zo wordt expliciet aange- raden per exploitatievorm helder te zijn over de royalties, spreken we gezamen- lijk uit dat collectieve rechten, zoals de Sena-vergoedingen van de artiest, niet behoren te worden overgedragen en benadrukken we de noodzaak van transparantie over kostenverrekeningen. In het reglement van de geschillencom- missie Auteurscontractenrecht is opge- nomen dat de commissie bij geschillen dit soort brancheafspraken als leidraad dient te gebruiken. Het nader invullen van een aantal van de wettelijke open normen kan daarom echt van toegevoeg- de waarde zijn, ook waar het niet meteen spectaculair oogt.”

KRITIEK Professor Bernt Hugenholtz (directeur van het Instituut voor Informatierecht in Amsterdam) was als onafhankelijk wetenschapper gevraagd bij de presen- tatie zijn oordeel over de afspraken te geven. Hij beoordeelde de afspraken als een belangrijke eerste stap. De suggestie te werken met een rekenvoorbeeld voor de royalty-berekening vond hij daarbij een waardevolle praktische tip. Wel had hij enkele kritische kanttekeningen. Het uitgangspunt dat de platenmaatschappij het producentschap in beginsel behoudt, vond hij potentieel gevaarlijk in situa- ties waarin de artiest direct of indirect mee-investeert in de opname. Daarnaast vond hij de aanbeveling aan partijen om de afgesproken vergoedingen in het contract als billijk te benoemen twijfel- achtig. “Voor de artiest is het uiteraard gevaarloos, omdat het Auteurscontrac- tenrecht van dwingend recht is. Ook als je afspreekt dat iets billijk is, betekent die afspraak helemaal niets zodra dit later niet zo blijkt te zijn. Maar het kan een beetje misleidend zijn.”

In hun antwoord gaven Solleveld en Angad-Gaur op het eerste punt aan dat deze uitgangspunten enkel betrekking hebben op artiestencontracten. Expliciet staat vermeld dat de maatschappij, “in- dien de platenmaatschappij enig inves- teerder is”, in beginsel mastereigenaar blijft. Over licentiecontracten zullen partijen nader gaan overleggen. Op het punt van de vermelding van ‘billijkheid’ in het contract, antwoordt Angad-Gaur: “Het is denk ik goed dat partijen zich bewust zijn van de wettelijke eis van een billijke vergoeding. Dat benadrukken wij er mee. Maar toegegeven: Bernt heeft een beetje een punt. Ook al zegt hij het ook al zelf: een dergelijke formulering beperkt de mogelijkheid een beroep te doen op de wettelijke bescherming van een artiest niet. Maar het kan voor niet-juristen verwarrend zijn. Tegelijk: welk contract je als artiest ook wordt voorgelegd: je moet je altijd laten advi- seren door een onafhankelijk specialist. Door een jurist van de vakbond of een zelfstandig jurist of gespecialiseerde advocaat. Een checklist als deze neemt die noodzaak niet weg.”

VERVOLG Hoe gaan de partijen nu verder? Paul Solleveld: “Dit ging inderdaad alleen over de artiestenovereenkomst. NVPI praat in dezelfde goede sfeer graag met de bonden verder over licentieovereen- komsten, wat te doen bij master-purcha- se en over sessie-muzikanten, een voor- stel dat de Ntb eerder inbracht.”

De uitgangspunten voor artiestenovereen- komsten zijn te downloaden via de websites van de Ntb, Kunstenbond en NVPI Audio.

IEF 17596

VS: Googles gebruik van de Java API packages is geen fair use

Uitspraken uit de Verenigde Staten 28 mrt 2018, IEF 17596; (Oracle v. Google), https://ie-forum.nl/artikelen/vs-googles-gebruik-van-de-java-api-packages-is-geen-fair-use

US Court of Appeals for the Federal Circuit, March 27, 2018 (Oracle v. Google) This copyright case returns to us after a second jury trial, this one focusing on the defense of fair use. Oracle America, Inc. (“Oracle”) filed suit against Google Inc. (“Google”)1 in the United States District Court for the Northern District of California, alleging that Google’s unauthorized use of 37 packages of Oracle’s Java application programming interface (“API packages”) in its Android operating system infringed Oracle’s patents and copyrights.

IEF 17585

Tekst conclusies frauderapport Raad van Commissarissen in jaarverslag herhaald

Rechtbank Amsterdam 29 nov 2018, IEF 17585; ECLI:NL:RBAMS:2017:9011 (publicatie frauderapportconclusies in jaarverslag), https://ie-forum.nl/artikelen/tekst-conclusies-frauderapport-raad-van-commissarissen-in-jaarverslag-herhaald

Rechtbank Amsterdam 29 november 2017, IEF 17585; ECLI:NL:RBAMS:2017:9011 (Onrechtmatige publicatie in jaarverslag) Mediarecht. Geen onrechtmatige publicatie in jaarverslag. In 2012 verschenen berichten in de Telegraaf over mogelijke misstanden bij [gedaagde] . In die publicaties wordt – kort gezegd – gesuggereerd dat bij [gedaagde] was gefraudeerd en dat sprake was van onregelmatigheden binnen [gedaagde]. De Raad van Commissarissen van gedaagde heeft conclusies getrokken uit een onderzoeksrapport. De tekst van die conclusies is gepubliceerd in het jaarverslag van gedaagde. Nu [Eiser] de conclusies van de RvC medio 2012 kon plaatsen, moet door hem helder uiteen worden gezet waarom die tekst daarna niet (meer) aanvaardbaar was. De rechtbank oordeelt dat die tekst niet onrechtmatig is jegens eiser en dat gedaagde ook niet onrechtmatig tegenover eiser heeft gehandeld door die tekst nadien te handhaven.

IEF 17583

Strafzaak: Merken leveren nooit in merkloze dozen

Rechtbank Midden-Nederland 22 jan 2018, IEF 17583; ECLI:NL:RBMNE:2018:207 (Valse merkgoederen in merkloze dozen), https://ie-forum.nl/artikelen/strafzaak-merken-leveren-nooit-in-merkloze-dozen

Rechtbank Midden-Nederland 22 januari 2018, IEF ECLI:NL:RBMNE:2018:207 (Valse merkgoederen in merkloze dozen) Strafrecht. Merkenrecht. Namaak. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan (...) het in voorraad hebben van valse luxe merkgoederen. Onherstelbaar vormverzuim om namaakgoederen voor contra-expertise te vernietigen, OM nog wel ontvankelijk. Merken leveren nooit in merkloze dozen. Gevangenisstraf van 8 maanden.

IEF 17595

Licentie verleend voor specifiek de Go App en niet voor iedere 'naar aard en functionaliteit gelijksoortige' app

Rechtbank Den Haag 21 mrt 2018, IEF 17595; ECLI:NL:RBDHA:2018:3285 (Mocreate tegen Samsung), https://ie-forum.nl/artikelen/licentie-verleend-voor-specifiek-de-go-app-en-niet-voor-iedere-naar-aard-en-functionaliteit-gelijkso

Rechtbank Den Haag 21 maart 2018, IEF 17595; IT 2527; ECLI:NL:RBDHA:2018:3285 (Mocreate tegen Samsung) Samenwerking. Mocreate heeft de Go App ontwikkeld en ge-rebrand tot Skoep APP. Zij heeft na staken van samenwerking met Samsung, in het nieuws vernomen dat de Upday App zou worden voorgeïnstalleerd op alle nieuwe Samsung toestellen. Uitleg licentieovereenkomst; is sprake van "gelijke" Apps? Er is Mocreate uitsluitend een licentie verleend voor specifiek deze Go App, en niet voor iedere app die naar aard en functionaliteit gelijksoortig is aan de Go App. De Rechtbank verklaart voor recht dat de licentieovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd. De vordering tot afgifte van de broncode in reconventie wordt afgewezen, omdat Mocreate inmiddels deze heeft verstrekt.

IEF 17594

Vorderingen in aangehouden hoofdzaken afgewezen omdat octrooi vernietigd is in bodemprocedure

Rechtbank Den Haag 28 mrt 2018, IEF 17594; ECLI:NL:RBDHA:2018:3456 (ICOS tegen Teva/Sandoz/Mylan), https://ie-forum.nl/artikelen/vorderingen-in-aangehouden-hoofdzaken-afgewezen-omdat-octrooi-vernietigd-is-in-bodemprocedure

Vzr. Rechtbank Den Haag 28 maart 2018, IEF 17594; LS&R 1590; ECLI:NL:RBDHA:2018:3456 (ICOS tegen Teva/Sandoz/Mylan) De hoofdzaken zijn aangehouden totdat een eindvonnis zou zijn gewezen in de meervoudige bodemprocedure [IEF 17551]. In bodemprocedure is octrooi vernietigd wegens gebrek aan inventiviteit, de vorderingen hoofdzaken in deze kort gedingzaken daarom afgewezen.