Winst uit exploitatie CD's moet gedeeltelijk worden afgedragen
Rb. Midden-Nederland 7 september, IEF 21037; ECLI:NL:RBMNE:2022:3945 (Eiseres tegen gedaagde) Eiseres is de echtegenote van A. Eind 2020 was A terminaal ziek. Zijn vrienden en collega’s hebben hem toen een cd gegeven. Op die cd staan liederen die A heeft geschreven en grotendeels ook gecomponeerd en die door de vrienden en collega’s zijn uitgevoerd. Gedaagde is de broer van A, hij heeft aan de productie van de CD meegewerkt. A is in 2021 overleden. Eiseres is zijn enige erfgenaam en de executeur van zijn nalatenschap. Omdat haar hoofd na zijn overlijden niet naar de exploitatie van de cd stond, heeft gedaagde die exploitatie met haar instemming ter hand genomen en deze uitbesteed aan een stichting. Tussen partijen is ruzie ontstaan over de exploitatie van de CD. Eiseres vordert onder meer winstafdracht van de opbrengsten van de verkochte CD's. De rechtbank veroordeelt gedaagde om 66,6% van de winst aan eiseres af te dragen.
Uitspraak ingezonden door Syb Terpstra, bureau Brandeis en Alexander Hagen en Olivier ten Brink, HGF Ltd.
Verwarringsgevaar bij merk Greenwich Polo Club
Gerecht EU 19 oktober 2022, IEF 21036, IEFbe 3559; ECLI:EU:T:2022:643 (Greenwich Polo Club tegen EUIPO) Op 8 februari 2018 heeft Greenwich Polo Club bij het EUIPO een aanvraag tot inschrijving van een EU-merk ingediend. Op 29 maart 2018 is hiertegen oppositie ingesteld omdat op 14 november 2017 het EU-woordmerk Beverly Hills Polo Club is ingeschreven voor soortgelijke waren of diensten. De oppositie is gedeeltelijk toegewezen, Greenwich Polo Club is hiertegen in beroep gegaan bij het EUIPO. Het EUIPO heeft dit beroep verworpen wegens verwarringsgevaar bij de conflicterende merken. Het Hof oordeelt dat er verwarringsgevaar is omdat er sprake is van visuele en fonetische overeenstemming van tekens voor soortgelijke waren of diensten. De vordering van Greenwich Polo Club wordt afgewezen.
Geïntimeerde veroordeeld tot schadevergoeding wegens lastercampagne
Hof Arnhem-Leeuwarden 4 oktober 2022, IEF 21038, IT 4124; ECLI:NL:GHARL:2022:8504 (appellant tegen geïntimeerde) Appellant verdenkt geïntimeerde van betrokkenheid bij een grootscheepse lastercampagne die was bedoeld om appellant schade toe te brengen. Een zakenpartner van appellant, heeft opdracht gegeven appellant ‘kapot te maken’. Aan de opdrachtnemer is voor dat doel naar eigen zeggen een eerste betaling gedaan van € 750.000, waarna opdrachtnemer in de onderneming van appellant is geïnfiltreerd en een lastercampagne heeft opgetuigd die heeft geresulteerd in diverse, zeer belastende publicaties en de voorlopige hechtenis van appellant. Geïntimeerde heeft gezegd dat appellant diep in een criminele organisatie zat (wapenhandel, drugshandel en witwassen), dat hij samen met zijn broer en moeder werd aangestuurd door de Iraanse geheime dienst en dat hij met deze informatie naar buiten zou treden. Het hof oordeelt dat geïntimeerde onrechtmatig heeft gehandeld tegenover appellant en veroordeelt hem tot betaling van schadevergoeding van € 789.845.
Uitspraak ingezonden door Gertjan Kuipers, Carlos van Staveren, Maarten Jorissen en Irenah Klink, De Brauw Blackstone Westbroek.
Geen inbreuk op octrooi Google
Rb Den-Haag 12 oktober 2022, IEF 21035; C/09/606529 / HA ZA 21-110 (Google tegen Sonos) Zie [IEF 20529] en [IEF 20921]. Google is houder van het Europees octrooi EP 2 764 491 met als titel "Generating a media content availability notification". Google treedt in de procedure op tegen Sonos omdat Sonos inbreuk maakt op het Nederlandse deel van het octrooi. De rechtbank wijst de inbreukvorderingen van Google af omdat Sonos geen inbreuk maakt. Kort gezegd: de aangevallen Sonos Search Function omvat geen "notifications" zoals geclaimd in EP 491.
Eerder dit jaar wees de Rechtbank Midden-Nederland ook de inbreukvorderingen van Google tegen Sonos op basis van (de Engelse, Finse en Italiaanse delen van) Europees octrooi EP 15 79 621 af. Zie voor het vonnis in deze procedure [IEF 20529]. In de EP 621 procedure loopt overigens ook een procedure bij de Hoge Raad in verband met het arrest van het Hof Den Haag van 31 mei 2022, zie [IEF 20921].
Uitspraak ingezonden door Michiel Coops en Maarten Schut, Kennedy Van der Laan.
Brooks gebruikt ‘nitro’ beschrijvend en niet als merk
Vzr. Rechtbank Den Haag 19 oktober 2022, IEF 21034; C/09/633991 / KG ZA 22-753 EAM/EB (Puma tegen Brooks) Kort geding. Puma en Brooks maken allebei hardloopschoenen met stikstof in de tussenzool. De geïnjecteerde stikstof bepaalt (in ieder geval voor een groot deel) de demping die de schoen biedt. Het Engelse woord voor stikstof is nitrogen. Nitro is een gangbare afkorting voor nitrogen, zoals ook is geoordeeld door het EUIPO. In maart 2021 heeft Puma de hardloopschoen NITRO op de markt gebracht. Kenmerkend voor deze schoenlijn is dat stikstof is geinjecteerd in de tussenzool van de schoen. Deze techniek wordt ook door andere fabrikanten van sportschoenen gebruikt, waaronder Brooks. De vorderingen van Puma die zijn gebaseerd op een dreigende inreuk op een Uniemerk worden afgewezen. Onder meer omdat Brooks 'nitro' niet gebruikt als merk maar om een kenmerk van haar schoenen te beschrijven.
Gebruiksrecht logo en handelsnaam mocht niet worden beëindigd
Hof Amsterdam 11 oktober 2022, IEF 21033; ECLI:NL:GHAMS:2022:2873 (appellant tegen geïntimeerden) Appellante is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 12 augustus 2021 [zie IEF 20178]. In 2004 heeft appellante een franchise-concept opgezet. Franchisenemers konden een broodjeszaak uitbaten met gebruik van handelsnaam en logo in ruil voor een periodieke afdracht. Appellante en geïntimeerden zijn het niet eens over wat precies onder de franchise overname valt. Uiteindelijk heeft appellante iedere samenwerking met gedaagden beëindigd en voor zover noodzakelijk alle gebruiksrechten op het logo, het merk en de handelsnaam beëindigd. Geïntimeerden hebben aan appellante meegedeeld dat partijen nimmer een samenwerkingsovereenkomst zijn aangegaan. Tot op heden maken zij gebruik van het logo en de handelsnaam. Appellante vordert in hoger beroep geïntimeerden te veroordelen de inbreuk op haar merkrecht te staken en gestaakt te houden. Het hof wijst de vordering niet toe omdat er onvoldoende aanleiding is om aan te nemen dat appellant het gebruiksrecht heeft mogen beëindigen.
Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, Senior adviseur Ntb/Kunstenbond en Directeur VCTN.
10 jaar VCTN
In 2011 besloten de auteursleden van de Ntb tot oprichting van de Vereniging Componisten en Tekstdichters Ntb, eerst als ‘informele vereniging’. In juli 2012 formeel als rechtspersoon. In combina- tie met de Ntb en Kunstenbond zet de VCTN zich in voor een sterker auteursrecht en vooral een open en transparanter Buma/Stemra. Tijd voor een korte terugblik.
Uitspraak ingezonden door Charlotte Vrendenbarg, Universiteit Leiden.
Prejudiciële beslissing over beschermende maatregel
HvJ EU 13 oktober 2022, IEF 21032, IEFbe 3558; C‑355/21, ECLI:EU:C:2022:791 (Perfumesco tegen Procter & Gamble) Procter & Gamble is een producent van parfumerieproducten. Door middel van een verleende licentieovereenkomst had zij het uitsluitende recht om het Uniewoordmerk HUGO BOSS te gebruiken. HUGO BOSS stelt aan de door haar erkende verkopers gratis productmonsters ter beschikking zodat klanten deze kunnen testen. Perfumesco is via een webwinkel actief als groothandelaar in parfumerieproducten. Zij biedt regelmarig productmonsters te koop aan die voorzien zijn van het merk HUGO BOSS, met de mededeling dat deze monsters zich qua geur niet van het gewone product onderscheiden. De zaak komt uiteindelijk bij de verwijzende rechter in kwestie, de Sąd Najwyższy (hoogste rechterlijke instantie in burgerlijke en strafzaken, Polen). Er bestaat onuidelijkheid over de vraag of de productmonsters vernietigd moeten worden. De Sąd Najwyższy verzocht het Hof een prejudiciële beslissing beslissing te nemen over of art. 10, lid 1 richtlijn 2004/48 aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen de uitlegging van een nationale bepaling volgens welke een beschermende maatregel niet kan worden toegepast op goederen die zijn vervaardigd en voorzien van een Uniemerk met toestemming van de merkhouder, maar die zonder zijn toestemming in de handel zijn gebracht in de EER. Het Hof oordeelt dat artikel 10 lid 1 richtlijn 2004/48 zich inderdaad hiertegen verzet. Art. 10 lid 1 richtlijn 2004/48 beperkt zich in de toepassing van beschermende maatregelen niet tot bepaalde vormen van een inbreuk op een IE-recht.
Ronde tafel conferentie 'Design & copyright law'
De Europese vereniging van IE-specialisten UNION-IP organiseert een Autumn Round Table conferentie op 11 november a.s.
UNION-IP presents this year’s autumn Round Table conference in Amsterdam on 11 November 2022. The Round Table will cover the topic of "DESIGN & COPYRIGHT LAW - siblings or rivals?" It aims to look at practical/technical aspects (strategy) and to debate on the legal consequences (validity and scope of protection). A panel of eminent speakers consisting of leading academics and some of our finest practitioners from four different countries will guide you through this exciting topic. The Round Table will take half a day. The full program with all the details and a registration form is attached.
Schending auteursrecht niet bewezen
Ktr. Rb. Rotterdam 6 oktober 2022, IEF 20989; ECLI:NL:RBROT:2022:8348 (eiser tegen gedaagde) Eiser is is pianist, componist, kerkmusicus en tekstschrijver en heeft liederen geschreven in een boek genaamd Liedboek. Gedaagde is emeritus predikant. Het Liedboek is geüpload op drie verschillende websites, eiser beschuldigt gedaagde van het uploaden en daarmee het schenden van eisers auteursrecht. Gedaagde zegt dat hij het Liedboek niet heeft geüpload, zijn gegevens zijn ooit gelekt bij een datalek. Eiser stelt dat de datalek bij NitroPDF pas in 2020 heeft plaatsgevonden en het Liedboek al in 2017 is geüpload. Gedaagde reageert hierop dat de feitelijke ontdekking van het datalek in 2020 was, maar dat dit niets zegt over het tijdstip waarop het lek is begonnen. Volgens eiser komt het voor risico van gedaagde dat het Liedboek, dat hij ooit op onrechtmatig wijze heeft gedownload en vervolgens niet goed heeft beveiligd, door een derde is geüpload op de website Scribd.com en derhalve openbaar is gemaakt. De kantonrechter is van oordeel dat er een te ver verwijderd verband is tussen het downloaden en onvoldoende beveiligen van het Liedboek door gedaagde enerzijds en het op een later moment verkrijgen en vervolgens uploaden van het bestand door een derde anderzijds. In afwachting van de bewijslevering wordt iedere verdere beslissing aangehouden.