IEF 22214
29 augustus 2024
Uitspraak

Cuba is nog altijd een beschermde herkomstaanduiding voor sigaren

 
IEF 22212
29 augustus 2024
Artikel

Representatief en niet-representatief onderzoek. Van Monshoe/Puma tot NRC Buurtenonderzoek

 
IEF 22211
29 augustus 2024
Artikel

Jong IE-borrel op donderdag 19 september 2024

 
IEF 4491

Slecht gedrag

Kamerstuk 30800 VI, nr. 121. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2007; Verslag algemeen overleg op 4 juli 2007 over incassoactiviteiten van de Stichting Musicopy.

"De minister merkt op dat het voor individuele rechthebbenden moeilijk is om hun rechten uit te oefenen en tot daadwerkelijke handhaving te komen. Dat maakt het begrijpelijk dat er naast de wettelijk verplichte collectieve beheerorganisaties ook op particulier initiatief vrijwillige collectieve beheerorganisaties zijn gevormd. De Stichting Musicopy is een privaatrechtelijke rechtspersoon die in opdracht van de rechthebbenden van bladmuziek optreedt ter uitoefening van hun rechten. Dat betekent dat de stichting geen opsporings- of handhavingsactiviteiten mag uitvoeren. De manier waarop de stichting zich manifesteert, is daarmee niet in overeenstemming. Aan dat gedrag moet een einde komen.

De minister deelt mede dat hij hierover op 6 juli 2007 met de leiding van de Stichting Musicopy zal spreken om te komen tot een verheldering van de positie van de stichting. Daarbij zal duidelijk worden gemaakt dat niet de indruk mag worden gewekt dat de stichting een opsporingsinstantie is die toeziet op de verrichtingen van de muziekverenigingen, koren en orkesten. In de komende wettelijke regeling van de collectieve beheerorganisaties zal ook worden voorzien in toezicht op collectieve beheerorganisaties die hun bevoegdheden niet aan de wet ontlenen maar aan privaatrechtelijke machtigingen. Waarschijnlijk zal het wetsvoorstel in het najaar in procedure komen. Daarbij wordt ook de werkwijze van een privaatrechtelijke beheerorganisatie meegenomen."

Lees het kamerstuk hier.

IEF 4490

Meer zekerheid voor zoekmachines

dirkvisser.JPGKort commentaar Prof. mr. Dirk J.G. Visser , hoogleraar intellectuele eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden en advocaat te Amsterdam  (Klos Morel Vos & Schaap). Dirk Visser is o.a. advocaat van www.zoekallehuizen.nl.

In zijn vonnis van 7 augustus jl. heeft de Voorzieningenrecht van de Rechtbank Alkmaar bepaald dat huizenzoekmachine Jaap.nl op grond van het auteursrecht níet complete woningomschrijvingen van makelaars met alle foto’s erbij mag kopiëren en in eigen opmaak op zijn eigen website presenteren.

De Rechtbank heeft ook bepaald dat een dergelijke zoekmachine op grond van het citaatrecht wél per zoekresultaat één verkleinde foto (“thumbnail”) met een formaat van ten hoogste 194x145 pixels en een tekst met maximaal 155 tekens en enkel ander relevante gegevens (adresgegevens en vraagprijs) mag overnemen.

Met deze uitspraak sluit de Rechtbank Alkmaar aan bij de beslissing van het Gerechtshof Arnhem van vorig jaar over huizenzoekmachine Zoekallehuizen.nl. Dat Gerechtshof bepaalde toen als eerste dat het vermelden van korte relevante informatie bij een zoekresultaat van een zoekmachine op grond van het citaatrecht toegestaan was.

Het is goed voor de rechtszekerheid op internet dat een beetje duidelijker wordt wat zoekmachines wel en niet mogen. Jaap.nl ging duidelijk te ver: als je hele sites van een ander zou mogen kopiëren en in eigen opmaak aanbieden, omdat je jezelf presenteert als zoekmachine, zou dat de mogelijkheid om geld te verdienen met websites met eigen content nogal belemmeren. Zoekmachines zijn van grote waarde voor internet, maar het is duidelijk dat ze geen vrijbrief zijn om alle content van anderen volledig te kopiëren en op een eigen site te presenteren.

De grens die de Rechtbank Alkmaar nu heeft geformuleerd is natuurlijk niet absoluut, maar geeft wel wat houvast. Aanbieders van zoekmachines hebben nu meer duidelijkheid over wat wel en niet mag.

Wel blijft nog een vraag in hoeverre een zoekmachine zich speciaal mag richten op één of enkele internetdatabanken. Daarbij speelt niet alleen het auteursrecht een rol, maar ook het databankenrecht. Waarschijnlijk mag een zoekmachine zich niet beperken tot het doorzoeken van één of enkele internetdatabanken van anderen waarin substantieel is geïnvesteerd. In de Zoekallehuizen-zaak heeft het Gerechtshof Arnhem bepaald dat de websites van de individuele makelaars geen blijk gaven van een substantiële investering, omdat het slechts een spin-off betrof van hun verkoopactiviteit. In de Jaap.nl-zaak deden de makelaars geen beroep op het databankenrecht, vermoedelijk omdat dit door het Gerechtshof al zo duidelijk was afgewezen.

Zoekmachines die zoeken in één of enkele internetdatabanken waarin wél substantieel is geïnvesteerd kunnen dus onrechtmatig zijn, ook als ze zich wat de presentatie van de zoekresultaten betreft beperken tot hetgeen de Rechtbank Alkmaar nu heeft geformuleerd.

Amsterdam, 8 augustus 2007

IEF 4489

Europa gaat internationaal (2)

Naar aanleiding van de eerder gemelde koppeling Gemeenschapsmodellen en Internationale modellen, dienden de Verordeningen EG nr. 2246/2002 en EG nr. 2245/2002 gewijzigd te worden.

Verordening EG nr. 876/2007 van de Commissie van 24 juli 2007 wijzigt verordening EG nr. 2245/2002. Onder andere artikel 11 bis (onderzoek van de gronden voor weigering) en artikel 22 (vernieuwing van de inschrijving van een Gemeenschapsmodel) worden gewijzigd. Tevens wordt een artikel 22 bis (vernieuwingen van internationale inschrijvingen waarin de Europese Gemeenschap wordt aangewezen) ingevoerd. Verordening EG nr. 877/2007 van de Commissie van 24 juli 2007 wijzigt Verordening (EG) nr. 2246/2002 inzake de te betalen taksen.

Lees Vo 876/2007 hier en lees Vo 877/2007 hier. Eerder bericht IEF 4425

IEF 4488

Geldig op de Antillen

Tractatenblad 2007 Nr. 130. Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag); (met Uitvoeringsreglement en Protocollen) München, 5 oktober 1973.

"De op 17 december 1991 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, waarvan de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 1992, 47 en de vertaling in het Nederlands is geplaatst in Tractatenblad 1992, 113, wordt goedgekeurd voor de Nederlandse Antillen en Aruba."

"Het op 1 juni 2000 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake octrooirecht, waarvan de Engelse en Franse tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in Tractatenblad 2001, 120, het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, waarvan de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2001, 21 en de vertaling daarvan in het Nederlands is geplaatst in Tractatenblad 2001, 133 en de op 29 november 2000 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, waarvan de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2002, 9 en de vertaling daarvan in het Nederlands is geplaatst in Tractatenblad 2002, 64, worden goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk."

Lees Trb 2007, 130 hier en Trb 2007, 131 hier. Eerder bericht IEF 3875

IEF 4487

Aangenomen

2k.GIFHandelingen nr. 88, pag. 4909-4909, Tweede Kamer. Stemmingen, 3 juli 2007.

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006 (Evaluatie 2006 Rijksoctrooiwet 1995) (30975).

In stemming komt het amendement-Gesthuizen (stuk nr. 11). De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. De beweegreden wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel. De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen dit wetvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de motie-Aptroot c.s. (30975, R1821, nr. 8). De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Aptroot c.s. (30975, R1821, nr. 10).  De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Lees het kamerstuk hier

IEF 4486

Zoek alle Japen

Samenvatting Rechtspraak.nl: “De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan in het kort geding tussen de Stichting Baas in Eigen Huis tegen Plazacasa (Jaap.nl), alsmede in het kort geding dat Plazacasa had aangespannen tegen Funda, de NVM en de Stichting Baas in Eigen Huis.

In de eerste zaak heeft de rechter Plazacasa verboden om een website te exploiteren waarop zij objectgegevens - foto’s en beschrijvingen - van websites van in Nederland gevestigde makelaars en makelaarskantoren overneemt en publiceert, tenzij: a. zij daarvoor van de betreffende makelaar of het betreffende makelaarskantoor toestemming heeft verkregen

b. de overgenomen en gepubliceerde gegevens niet meer omvatten dan (i) een tekst met maximaal 155 tekens, (ii) daarnaast de adresgegevens en (iii) de vraagprijs van het object, alsmede een bij een en ander te plaatsen foto met een formaat van ten hoogste 194x145 pixels.

De rechter heeft geoordeeld dat het klakkeloos kopiëren van advertentieteksten en foto’s in strijd is met de Auteurswet. Naast bescherming van auteursrecht in engere zin biedt deze wet immers bescherming ten aanzien van “andere geschriften”.

De rechter heeft in het vonnis in het midden gelaten of de advertentieteksten en bijbehorende foto’s  onderwerp van auteursrecht in engere zin kunnen zijn. Bij de “geschriftenbescherming”geldt de eis van originaliteit niet. Het verweer dat de geschriftenbescherming zou zijn komen te vervallen als gevolg van een Europese richtlijn over databanken wordt verworpen. De wetgever heeft aan die richtlijn gevolg gegeven door invoering van de Databankenwet. Daarbij is nadrukkelijk bepaald dat de geschriftbescherming gehandhaafd zou blijven.

Wel bestaat het recht om te citeren. In dit geval heeft de rechter geoordeeld dat het citeren van een tekst met maximaal 155 leestekens en het plaatsen van een afbeeldingen met een beperkt aantal pixels binnen de grenzen van het citaatrecht valt.

In de tweede zaak heeft Plazacasa de vraag aan de orde gesteld of de andere partijen zich schuldig hebben gemaakt aan oneerlijke mededinging, waarbij met name een brief van Funda van belang is, waarin zij de NVM makelaars attent maakt op schending van hun auteursrecht. Naar het oordeel van de rechter is deze brief van Funda echter een begrijpelijke en, gelet op de omstandigheden, gepaste reactie op het optreden van Plazacasa, te weten het tentoonstellen op haar eigen website van gegevens, gekopieerd van makelaars en voorts een brief van “Jaap” aan de klanten van makelaars, waarin dezen worden opgeroepen zich nog eens te bezinnen over het medium of de media waarop die makelaars hun woning presenteren. De vordering wordt dan ook afgewezen."

Lees het persbericht + de vonnissen hier.

IEF 4485

Badminton dealer

Rechtbank Breda, 23 juli 2007, LJN: BB0595. Yonex Kabushiki Kaisha tegen gedaagde, h.o.d.n. Belgro Badminton World.

Merkenrecht. Kort geding over het gebruik van de domeinnaam yonexbadminton.nl. Geen sprake van merkinbreuk, onrechtmatig handelen of misleiding.

Yonex is marktleider op het gebied van badmintonartikelen. Zij is houdster van diverse Beneluxmerken YONEX. Gedaagde Belgro houdt zich bezig met de verkoop van badmintonartkelen, onder meer van het merk YONEX. Belgro gebruikt voor haar webshop onder andere de domeinnaam yonexbadminton.nl, alsmede een banner met het logo van Yonex met de toevoeging badminton.nl en de tekst: “Welkom in de webshop van Belgro, één van de 140 Yonex badminton dealers in Nederland”.

Yonex stelt dat door gebruik van haar merk in de domeinnaam en als banner en metatag inbreuk wordt gemaakt op haar merkrechten. Hoewel de rechter aanvankelijk vaststelt dat Belgro op grond van artikel 2.23 lid 3 BVIE als wederverkoper van de door Yonex in het economisch verkeer gebrachte producten gebruik mag maken van het merk YONEX voor de producten die van Yonex afkomstig zijn, gaat de rechter (toch) over tot een afzonderlijke toetsing van het gebruik van de domeinnaam yonexbadminton.nl aan de bepalingen van artikel 2.20 lid 1 sub a, b, c en d BVIE om vervolgens te concluderen dat gebruik van een merk in een domeinnaam, als banner en als metatag volgens vaste jurisprudentie geldt als ander gebruik in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE.

Volgens Yonex heeft Belgro geen geldige reden voor het merkgebruik in de domeinnaam in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE. De rechter oordeelt anders en overweegt: “4.8.3. (…) Voor een succesvol beroep op artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE dient allereerst de vraag te worden beantwoord of door dat ‘ander gebruik’ ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk YONEX. Pas indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord komt de vraag aan de orde of Belgro voor dat gebruik een geldige reden heeft (…)”. De rechter beoordeelt vervolgens per ‘ander gebruik’, te weten in de domeinnaam, in de banner en in de metatag, het beroep op artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE en concludeert dat Belgro met deze vormen van gebruik geen ongerechtvaardigd voordeel trekt uit of afbreuk doet aan de reputatie van het merk YONEX.

Tevergeefs stelt Yonex zich nog op het standpunt dat Belgro onrechtmatig jegens haar handelt doordat Yonex niet zelf de unieke domeinnaam yonexbadminton.nl kan gebruiken. De rechter overweegt dat Yonex beschikt over de domeinnamen yonex.nl en yonex.com en dat Belgro bovendien heeft aangegeven te allen tijde bereid te zijn met Yonex te overleggen over de inhoud van de website of zelfs over een mogelijke overdracht van de domeinnaam. Ook het beroep op misleiding ex art. 6:194 sub i BW ten aanzien van de claim ‘één van de 140 yonex badminton dealers’ strandt, omdat gesteld noch gebleken is dat Yonex in de Benelux gebruik maakt van een gesloten dealernet en evenmin dat Belgro zonder toestemming van Yonex producten van het merk YONEX verkoopt.

Lees het vonnis hier.

IEF 4484

Erg lekker

Aroy-ice.jpgRechtbank ’s-Gravenhage, 31 juli 2007, KG ZA 07-01. Tang Frères SA c.s. tegen Heuschen & Schrouff Oriental Foods Trading BV c.s.

Merkenrecht. Toewijzing grensoverschrijdend verbod op merkinbreuk.

Partijen importeren en distribueren Aziatische voedingsmiddelen. Tang c.s. zijn houdster van het internationale woordmerk AROY-D, geregistreerd in 1988 en met gelding voor de Benelux. In 2006 is dit merk als gemeenschapsmerk geregistreerd voor diverse voedingsmiddelen, waaronder kokosnootijs. Gedaagde H&S heeft in 2005 het Benelux woord-/beeldmerk AROY-ICE gedeponeerd. H&S heeft bij het BHIM de nietigheid gevorderd van het gemeenschapsmerk van Tang c.s. op grond van haar oudere Beneluxmerk. Tang c.s. eisen in het onderhavige kort geding op hun beurt onder meer de nietigheidsverklaring van de merkinschrijving van H&S op grond van haar oudere internationale merk.

H&S bestrijdt de geldigheid van het merk AROY-D. Het merk mist volgens haar onderscheidend vermogen, omdat ‘aroy’ in het Thai ‘erg lekker’ betekent en aldus een hoedanigheid beschrijft van een product als ijs. H&S vinden dat Tang c.s. haar niet kunnen beletten deze mededeling met betrekking tot haar ijs te doen.

De voorzieningenrechter volgt H&S niet en oordeelt dat het om de vraag gaat of het merk AROY-D beschrijvend is voor de waren waarvoor het is ingeschreven. H&S heeft volgens de rechter niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de doorsnee consument de betekenis kent van het woord ‘aroy’. Daar komt volgens de rechter bij dat H&S in de nietigverklaringsprocedure bij het BHIM zich niet heeft beroepen op een gebrek aan onderscheidend vermogen van het gemeenschapsmerk AROY-D, maar uitsluitend op het door haar gestelde oudere Beneluxmerkrecht AROY-ICE.

Nadat de rechter vaststelt dat het internationale merk van Tang c.s. op haar beurt ouder is dan het Beneluxmerk van H&S, stelt H&S dat haar merk niettemin gehandhaafd kan worden omdat het merk van Tang c.s. inmiddels is vervallen wegens niet normaal gebruik gedurende de periode 2001-2007 voor onder meer consumptie-ijs. De rechter volgt dit niet; Tang c.s. heeft ter zitting verpakkingen van haar ijsproducten getoond. Voorts stelt H&S tevergeefs dat er geen overeenstemming is tussen beide merken; de rechter merkt hierbij op dat H&S in de procedure bij het BHIM overigens ook zelf het standpunt inneemt dat de merken elkaar bijten.

Er volgt een grensoverschrijdend inbreukverbod, omdat Tang c.s. volgens de rechter voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat H&S inbreuk maakt of dreigt te maken in de gehele gemeenschap. Het verbod dient zich voorts ook uit te strekken tot Zwitserland, aangezien het internationale merk van Tang c.s. mede voor dat land is gedeponeerd en H&S geen gronden heeft aangevoerd waarom Tang c.s. hun merkrecht in Zwitserland niet zouden kunnen handhaven. De rechter veroordeelt H&S in de volledige proceskosten.

Lees het vonnis hier.

IEF 7767

Adani vs Odmedical B.V.

District court of The Hague 2 augustus 2007, Rolnummer KG ZA 07-1259, Adani vs Odmedical B.V.

Granting of the preliminary injunctions due to breech of an agreement determining the legal relationship between parties and breach of Adani’s trademark and copyrights. Acting in bad faith. Agreement determining the legal relationship over IP-rigths. Refund of costs incurred in the proceedings

In 1999 Adani marketed a body scanner named CONPASS. This scanner is in use at, amongst others, airports and prisons for the detection of weapons, plastic explosives, diamond and drugs. In eptember 2005 Adani registered the image trademark CONPASS and in July 2006 the word CONPASS as a trademark. Odmedical, a competing company, also marketed a body scanner. Adani and Odmedical were in dispute over whether Odmedical infringed on Adani’s trademarks and copyrights with regards to the CONPASS body scanner. To end the dispute parties agreed on a Agreement determining the legal relationships their IP-rights on the 8th of September 2006. In this agreement Odmedical distinctly recognised Adani’s IP-rights and declared not to infringe these rights.

After signing the agreement Odmedical offered advertisements of it’s bodyscanner, named SOTER RS security. These advertisements consisted of a CD-ROM on which test reports, test-certificates, licences, images and other documentation were stored. This documentation actually contained information on the CONPASS-bodyscanner. These document were also offered on Odmedical’s website as were images made by the CONPASS scanner. Adani claims Odmedical is in breech of the agreement of the  8th of September 2006 as they were infringing upon IP-rights held by Adani. These actions could also be seen as misleading and as illegitimate comparative advertisements as per the arts. 6:194 and 6:194a BW (Dutch Civil Code).

Odmedical claimed in defence that the information published on their website had been forgotten to be removed. Because of this oversight Odmedical’s dealer in Dubai, TSSS, was able to put the information on a cd-rom and thus the information of the COMPASS-scanner and the SOTER-RS scanner ended up being mixed up on the cd-rom. Odmedical however claims that this is not a case of comparative advertisings as the volume of cd’s was limited to  between 10 and 20 cd’s. Moreover Odmedical states it cannot be held responsible for the actions of it’s dealers. If this would be a case of breech of contract the infraction would be so minor and insignificant that Adani would not be able to claim damages as a result of this breech. Odmedical claime it is a case of a stupid mistake made by Odmidical that barely has any consequences for Adani, let alone causing Adani damages.

The primary relief judge disagrees. Based on the material (printed material, the website and CD-ROM) provided by Adani the court finds is Odmedical infringing on the COMPASS (visual) trademark. Also Odmedical uses images of the CONPASS-bodyscanner and Odsecurity’s logo is depicted on the cd-rom. Printed material containing Certificats/Reports/Approvals of the CONPASS-bodyscanner were also supplied on the cd-rom promoting the SOTER RC-bodyscanner as were images made by Adani’s scanner promoting Odmedical’s scanner.

The court rules that Odmedical’s reason for publishing the materials on their website is highly unlikely and in any case so careless and thoughtless that it can be seen as an act of bad faith. Especially because party’s had previously has a disagreement with regards to copy- and trademark rights and as such has agreed upon an Agreement determining the legal relationship over their IP-rights. This means that Odmedical can be expected to be extra careful when it comes to Adani’s IP-rights. This carefulness should, amongst other things, consist of keeping close checks upon it’s distributors and their actions. This has not been the case and, as such, the court will ignore Odmedical’s argument that it is not responsible for the actions of it’s distributor, especially TSSS.

In conclusion Odmedical claims, with regards to compensation of incurred legal costs, that in this case the dispute concerns a breech of an agreement determining the legal relationship and not infringement of IP-rights. The court ignores this statement as the agreement has as it’s purpose to protect Adani against infringement it’s of IP-rights.

Read the entire judgement here.

IEF 4483

Hoe zou het zijn met…..

Rechtbankverslag in de NRC: “Stropen bij V&D als vakantietrip. (…)  Een vrouw die tegelijk met Tomás werd opgepakt, moet na Tomás bij rechter Du Pon komen. Haar advocaat zit achterin de zaal om te zien hoe het met Tomás afloopt. Rechter Du Pons stem klinkt schril. Dat vinden wij niet zo leuk, dat mensen hier speciaal komen om te stelen. Tomás, een schriele jongen met afgeschoren haar, prevelt iets in het oor van de tolk naast hem. Hij wil, vertaalt ze, de waarheid verklaren. Dat laat Du Pon zich geen twee keer zeggen. Eerst maar even over die rugzakken. (…) Maar Du Pon is nog niet met hem klaar. Nu hij toch bezig is, informeert hij, bijna terloops, nog even naar de mevrouw die na Tomás moet voorkomen. Ja, zegt Tomás, ze was er ook bij die middag in de V&D. En ja, ze ging wel vaker mee. En nee, hij heeft haar niet zien stelen.  Du Pon knikt tevreden. Kijk es an. Interessant allemaal. 
 
(…) Rechter Du Pon wil er niks van horen. Hij noemt de Litouwers een professioneel georganiseerde groep die Nederland en de rest van Europa veel overlast bezorgt. Hij ziet geen enkele reden Natalya minder straf te geven dan Tomás. Tomás had spijt, zij niet. Ook Natalya krijgt vier weken cel, waarvan twee voorwaardelijk. Maandag kan ze weer terug zijn bij haar koeien.” (NRC 28 juli 2007)