IEF 22166
30 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: Servier

 
IEF 22165
30 juli 2024
Uitspraak

Bunq maakt geen inbreuk op "Easy-merken" Easygroup

 
IEF 22164
30 juli 2024
Uitspraak

Rijschool gebruikt verwarrende handelsnaam

 
IEF 20304

Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op 8 december

Binnenkort, op woensdag 8 december, presenteren Tobias Cohen Jehoram, Charles Gielen en Joris van Manen weer het halfjaarlijkse overzicht van recente en relevante rechtspraak tijdens de Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht. Een wintereditie deze keer, in het Amsterdamse Proeflokaal.

Enkele van de te behandelen uitspraken zijn:

    HvJ EU 28 okt. 2021, C-123/20, Ferrari/Mansory [IEF 20278]
    Rb. Den Haag 11 aug. 2021, Sanyang/Multimox [IEF 20220]
    HvJ EU 9 sept. 2021, C‑783/19, Champagne/GB [IEF 20185]

Datum en tijd: 8 december, van 13:00 - 16:15 uur. Accreditatie: 3 opleidingspunten (Nova en BMM).
Efficiënt, effectief en actueel! Schuift u ook aan? Aanmelden is mogelijk via de website of via info@delex.nl.

IEF 20303

Uitspraak ingezonden door Bram Woltering en Martin Hemmer, AKD.

Overdracht van IE-rechten parkeersysteem

Hof 's-Hertogenbosch 2 nov 2021, IEF 20303; (Roxal Nederland tegen WPS Parking Systems), https://ie-forum.nl/artikelen/overdracht-van-ie-rechten-parkeersysteem

Gerechtshof ‘s -Hertogenbosch 2 oktober 2021, IEF 20303 (Roxal Nederland tegen WPS Parking Systems) Roxal houdt zich bezig met de handel in en fabricage van constructies van roestvrij staal, aluminium en staal. WPS is actief op het gebied van ontwerp, fabricage en onderhoud van parkeersystemen en toegangscontrolesystemen. Naar aanleiding van een offerte van Royal hebben partijen een overeenkomst gesloten voor de ontwikkeling door Roxal van een nieuw parkeersysteem. Roxal bestrijdt in hoger beroep het oordeel van de rechtbank [IEF 18290] dat de bedoeling van partijen bij de overeenkomst is geweest dat na betaling van € 84.343.54 door WPS aan Roxal een verplichting voor Roxal is ontstaan om de intellectuele eigendomsrechten van het parkeersysteem aan WPS over te dragen. En dat deze op Roxal rustende verplichting losstond van de vraag of partijen ook een samenwerkingsovereenkomst voor een toekomstige samenwerking zouden sluiten. Roxal stelt dat de overeenkomst is ontbonden. Het hof is van oordeel dat WPS uit de bepalingen uit de overeenkomst mag opmaken dat aan haar finale kwijting werd verleend ten aanzien van eventuele inbreuken op de desbetreffende intellectuele eigendomsrechten uit het verleden. In deze overeenkomst is immers uitdrukkelijk bepaald dat met de betaling van het bedrag alle verplichting vanuit het verleden zijn voldaan.

IEF 20302

Conclusie A-G in Philips tegen Asus

Hoge Raad 24 sep 2021, IEF 20302; ECLI:NL:PHR:2021:846 (Philip tegen Asus), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-in-philips-tegen-asus

HR conclusie A-G 24 september 2021, IEF 20302, IT 3706; ECLI:NL:PHR:2021:846 (Philips tegen Asus) Deze zaak maakt deel uit van een samenstel van vier nog resterende samenhangende cassatiezaken met nummers 19/04503, 20/01160, 20/01110 en 20/01111 over mobiele telefoontechnologie. Philips heeft drie standaard essentieel octrooi patenten (“SEP”) EP 511, EP 525 en EP 659 voor mobiele communicatie. Volgens Philips hebben Asus en Wiko de SEP’s in hun producten toegepast zonder een licentievergoeding te betalen. Asus en Wiko hebben in elke zaak de nietigheid van het octrooi ingeroepen wegens gebrek aan nieuwheid en inventiviteit. Het hof heeft in separate arresten besloten dat EP 511 en EP 525 geldig zijn. Het inbreukverbod, de recall en de schadevergoeding / winstafdracht (op te maken bij staat) ten aanzien van EP 511 en EP 525 zijn toegewezen. EP 659 is nietig geacht wegens gebrek aan inventiviteit. De daarop gegronde vorderingen zijn daarom afgewezen. Er zijn nu nog vier cassatieberoepen aanhangig. Twee zaken waarin Wiko de tegen haar gewezen arresten over EP 511 en EP 525  bestrijdt en twee zaken waarin Phillips de arresten gewezen arresten over EP 659 bestrijdt. A-G Van Peursem concludeert als volgt:

IEF 20301

Conclusie A-G in Philips tegen Wiko

Hoge Raad 24 sep 2021, IEF 20301; ECLI:NL:PHR:2021:847 (Philips tegen Wiko), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-in-philips-tegen-wiko

HR conclusie A-G 24 september 2021, IEF 20301, IT 3705; ECLI:NL:PHR:2021:847 (Philips tegen Wiko) Deze zaak maakt deel uit van een samenstel van vier nog resterende samenhangende cassatiezaken met nummers 19/04503, 20/01160, 20/01110 en 20/01111 over mobiele telefoontechnologie. Philips heeft drie standaard essentieel octrooi patenten (“SEP”) EP 511, EP 525 en EP 659 voor mobiele communicatie. Volgens Philips hebben Asus en Wiko de SEP’s in hun producten toegepast zonder een licentievergoeding te betalen. Asus en Wiko hebben in elke zaak de nietigheid van het octrooi ingeroepen wegens gebrek aan nieuwheid en inventiviteit. Het hof heeft in separate arresten besloten dat EP 511 en EP 525 geldig zijn. Het inbreukverbod, de recall en de schadevergoeding / winstafdracht (op te maken bij staat) ten aanzien van EP 511 en EP 525 zijn toegewezen. EP 659 is nietig geacht wegens gebrek aan inventiviteit. De daarop gegronde vorderingen zijn daarom afgewezen. Er zijn nu nog vier cassatieberoepen aanhangig. Twee zaken waarin Wiko de tegen haar gewezen arresten over EP 511 en EP 525  bestrijdt en twee zaken waarin Phillips de arresten gewezen arresten over EP 659 bestrijdt. A-G Van Peursem concludeert als volgt:

IEF 20300

Nationaal Reclamerecht Congres op 16 december

Houd uw agenda vrij voor het Nationaal Reclamerechtcongres op donderdag 16 december in Hotel Jakarta.
Ebba Hoogenraad en Willem Leppink leiden ons door een interactief dagprogramma, met parallelsessies, paneldiscussies en boeiende sprekers vanuit bedrijfsleven, advocatuur en toezichthouders. Natuurlijk starten we met het jaarlijkse overzicht van rechterlijke ´hits and misses´, een ‘behind the scenes’ van de Stichting Reclame Code en een terugblik op het jaar door de ACM. Het Commissariaat voor de Media geeft een voorzet op enkele beleidsvoornemens (met influencers voorop). In de middag komen thema’s als Pharma, Food en Duurzaamheid aan bod.

IEF 19992

Vacature: gevorderd advocaat-stagiair(e) Soft IP bij Hogan Lovells

Ter versterking van de unit Intellectual Property, Media & Technology (IPMT) zoekt Hogan Lovells naar een ambitieuze gevorderd advocaat-stagiair(e).

De IPMT praktijk van Hogan Lovells is toonaangevend in Nederland en maakt onderdeel uit van de vooraanstaande internationale IPMT praktijk. Het team adviseert en procedeert op het gebied van het intellectueel eigendoms-, media- en reclamerecht. De soft IP praktijk richt zich in het bijzonder op het merkenrecht, auteursrecht en reclamerecht. Zowel in Nederland als internationaal werken we persoonlijk en intensief met elkaar samen in een informele sfeer.
Lees verder.

IEF 20299

 

 

HvJ EU: Biofa tegen Sikma

HvJ EU 14 okt 2021, IEF 20299; ECLI:EU:C:2021:843 (Biofa tegen Sikma), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-biofa-tegen-sikma

HvJ EU 14 oktober 2021, IEF 20299, IEFBE 3312; ECLI:EU:C:2021:843 (Biofa tegen Sikma) Het Oberlandesgericht Köln waarbij Biofa hoger beroep heeft ingesteld, heeft het Hof verzocht te verduidelijken of de goedkeuring van een werkzame stof bij een uitvoeringsverordening overeenkomstig artikel 9 van verordening nr. 528/2012 inhoudt dat de aangezochte rechter ervan moet uitgaan dat een product dat deze stof bevat een "biocide" in de zin van artikel 3, lid 1, onder a van deze verordening is, zonder dat deze aangezochte rechter kan vaststellen of er is voldaan aan de voorwaarden van deze bepaling. In zijn prejudiciële beslissing oordeelt het Hof dat een product dat als doel heeft schadelijke organismen te vernietigen, af te schrikken of onschadelijk te maken, en dat een werkzame stof bevat en door de Commissie is goedgekeurd niet louter op grond van die goedkeuring valt onder het begrip biocide. De bevoegde nationale rechter staat vrij om na te gaan of dit product voldoet aan alle gestelde voorwaarden om onder dit begrip te vallen. Indien de samenstelling van dat product identiek is aan die van het biocide moet deze rechter oordelen dat dit product onder het begrip biocide valt.

IEF 20298

Artikel ingezonden door Margriet Koedooder, De Vos & Partners.

Margriet Koedooder: Web3.0, een nieuwe kijk op eigendom en auteursrecht

Web3.0 komt eraan. Web3.0 gaat over een nieuwe trend waarbij internettoepassingen veel meer op elkaar zijn afgestemd, kunnen samengaan of geïntegreerd kunnen worden. Web 3.0 wordt beschouwd als de derde fase in de ontwikkeling van het internet en is daarmee een vervolg op web1.0 en web2.0. Web3.0 wordt ook wel het semantische web genoemd. Web1.0 wordt beschouwd als het web van de documenten, gericht op passieve gebruikers. Web2.0 is meer het internet van de interactie. Zoekmachines en social media platforms die worden gevuld met door de gebruikers gerealiseerde ‘user-generated-content’ hebben geleid tot disruptie in – met name - de media, reclame en retail. Verschillende grote bedrijven die niet snel genoeg wisten te veranderen legden daardoor het loodje en hele grote nieuwe mediabedrijven als Facebook en Google werden daardoor miljarden waard. Web3.0 is het vervolg. In Web3.0 is er geen centrale autoriteit meer die bepaalt wat er wel en niet mag. Power to the people. Web3.0 is het internet van de gebruikers zelf.
Lees verder >>

IEF 20297

Uitspraak ingezonden door Thera Adam en Landine Varela, Eversheds Sutherland.

 

 

Snackbar Wendy’s mag Beneluxmerk Wendy’s behouden

Hof 's-Hertogenbosch 2 nov 2021, IEF 20297; ECLI:NL:GHSHE:2021:3295 (Quality is our Recipe LLC tegen Wendy’s), https://ie-forum.nl/artikelen/snackbar-wendy-s-mag-beneluxmerk-wendy-s-behouden

Hof 's-Hertogenbosch 2 november 2021, IEF 20297; ECLI:NL:GHSHE:2021:3295 (Quality is our Recipe tegen Wendy’s) Sinds 1988 wordt in Goes een snackbar geëxploiteerd onder de naam Wendy’s. De snackbarhouder en de Amerikaanse keten zijn sinds de jaren ’90 verwikkeld in procedures over de vraag aan wie (gebruik van) het merk Wendy’s toekomt. Dit heeft ertoe geleid dat de Zeeuwse snackbar eigenaar is van het merk Wendy’s in de Benelux. De Amerikaanse keten vindt dat de Zeeuwse snackbar haar merk Wendy’s niet normaal heeft gebruikt en eist dat het merk vervallen wordt verklaard. De keten heeft hier belang bij omdat zij zelf vestigingen in de Benelux wil openen. Daarvoor wil de keten het merk Wendy’s registreren. De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde eerder dat de Zeeuwse snackbar het merk normaal gebruikt heeft voor haar snackbar [IEF 16654]. Daartegen ging de keten in beroep.