IEF 22166
30 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: Servier

 
IEF 22165
30 juli 2024
Uitspraak

Bunq maakt geen inbreuk op "Easy-merken" Easygroup

 
IEF 22164
30 juli 2024
Uitspraak

Rijschool gebruikt verwarrende handelsnaam

 
IEF 20203

Inhoudsopgave Berichten Industriële Eigendom

Inhoudsopgave van het tijdschrift Berichten Industriële Eigendom 4-2021.

Artikelen
Bescherming van Uniemerken op het snijvlak van de echte en de virtuele wereld − Anke Moerland 170
Indicatoren voor ‘eenzelfde situatie feitelijk’ − Lars Braams 176
De vorm die, of een ander kenmerk dat, een wezenlijke waarde aan de waren geeft − Paul Steinhauser 184
G1/19: de nieuwe EPO standaard voor de octrooieerbaarheid van computer-geïmplementeerde uitvindingen, algoritmen en simulaties − Erik Visscher 195

IEF 20202

Aanpassingen auteurscontractenrecht: wat wijzigt er voor filmproducenten?

'In 2019 is de EU Richtlijn inzake auteursrecht in de digitale eengemaakte markt aangenomen (DSM-richtlijn). De implementatiewet die deze richtlijn omzet naar Nederlands recht, is sinds 7 juni dit jaar van kracht. De regels zijn bedoeld om het auteursrecht te moderniseren en meer rekening te houden met een steeds digitalere samenleving. Ook moet het de positie van makers versterken. De implementatie heeft onder andere gevolgen voor de wet Auteurscontractenrecht (ACR), maar ook op de regelingen over filmwerken in de Auteurswet,' schrijft Roland Wigman van Versteeg Wigman Sprey Advocaten. Hij zet de drie belangrijkste wijzigingen op een rijtje.
Lees verder >>

IEF 20201

Uitspraak ingezonden door Jesper Vrielink, NautaDutilh.

Verwarringsgevaar ondanks weinig overeenstemmingen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 15 sep 2021, IEF 20201; ECLI:EU:T:2021:569 (Albéa tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-ondanks-weinig-overeenstemmingen

Gerecht EU 15 september 2021, IEF 20201, IEFbe 3284; ECLI:EU:T:2021:569 (Albéa tegen EUIPO) In 2013 heeft verzoekster Albéa Services aanvraag gedaan tot inschrijving van het beeldmerk 'Albéa' in onder andere de klasse cosmetica. Dm-drogerie markt GmbH & Co heeft hiertegen oppositie gesteld. Zij is houder van Uniemerk 'Balea' in overeenkomende klasse. De bestreden beslissing is een uitspraak van de vijfde kamer van beroep, die in de kern stelt dat er te veel verwarringsgevaar voor het relevante publiek ontstaat. Het Gerecht gaat hier in mee en overweegt het volgende. De beoordeling van het verwarringsgevaar hangt af van een tal aan elementen, met name de bekendheid van het merk bij het betrokken publiek. Volgens het Gerecht is er een zekere onderlinge afhankelijkheid tussen de herkenning van een merk door het publiek en het onderscheidend vermogen ervan. Ondanks een geringe visuele en fonetische overeenstemming tussen de conflicterende tekens komt het Gerecht tot de conclusie dat het merk 'Balea' door het grote marktaandeel in cosmetische producten hoog onderscheidend is. Hierdoor kan er toch verwarringsgevaar kan ontstaan tussen de twee beeldmerken. Het beroep dat betrekking heeft op de klasse cosmetica wordt verworpen. 

IEF 20200

Uitspraak ingezonden door Radboud Ribbert, Greenberg Traurig.

Volledige uitspraak zaak Roddelpraat

Rechtbank Midden-Nederland 6 sep 2021, IEF 20200; (Eisers tegen Bindinc), https://ie-forum.nl/artikelen/volledige-uitspraak-zaak-roddelpraat

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 6 september 2021, IEF 20200; C/16/526659 / KL ZA 21-220 (Eisers tegen Bindinc) Kort geding. De voorzieningenrechter deed op 20 september uitspraak nadat eerder een kop/staartvonnis werd gewezen [IEF 20179]. Op 7 april van dit jaar kregen Jan Roos en Dennis Schouten te horen dat hun online programma in de top 20 stond voor de Televizier-Ster online videoserie. De serie stond niet op de door de jury samengestelde longlist, maar via het open invoerveld hebben veel mensen het programma Roddelpraat ingevoerd. Hierdoor is het programma alsnog in een tussentijdse lijst opgenomen.

IEF 20198

Geschil tussen distributeur en producent van televisieserie

Rechtbank Amsterdam 24 aug 2021, IEF 20198; ECLI:NL:RBAMS:2021:4452 (Source tegen KVP), https://ie-forum.nl/artikelen/geschil-tussen-distributeur-en-producent-van-televisieserie

Rechtbank Amsterdam 24 augustus 2021, IEF 20198, IT 3662; ECLI:NL:RBAMS:2021:4452 (Source tegen KVP) Source is een filmindustriebedrijf dat tevens handelt onder de naam Dutch Dreamworks. Gedaagde is auteur en producent van de Nederlandse televisieserie Keizersvrouwen en bestuurder van KVP. KVP heeft Netflix per brief laten weten dat Source de rechten van deze serie niet bezit. Source vordert KVP te verbieden om Netflix te benaderen en daarbij negatieve uitlatingen over de rechten op Keizersvrouwen te doen. Source zou hierdoor reputatieschade lijden. KVP vordert in reconventie om inbreuk op haar auteursrechten te staken en Source te gebieden Netflix van de daadwerkelijke auteursrechthebbende op de hoogte te stellen. In de distributieovereenkomst tussen de twee partijen staat dat het recht om de serie te exploiteren uitsluitend ziet op de serie als zodanig, het ‘ready made work’. De rest blijft bij de producent. Er is met Netflix gesproken over een remake, die onder de definitie van 'derivative works' valt. De rechtbank oordeelt dat de benadering van KVP naar Netflix niet onrechtmatig is en dat Source de inhoud van de brief uit proportie heeft getrokken. 

IEF 20197

Videocollege van Dirk Visser over vormgeving en auteursrecht

In dit videocollege bespreekt professor Dirk Visser van de Universiteit Leiden, het auteursrecht met betrekking tot vormgeving. In deel 1 bespreekt hij welke rechten er op vormgeving rusten, wie auteursrechthebbende is, wat het auteurscontractenrecht voor vormgeving betekent en hoe lang het auteursrecht duurt.
In deel 2 gaat hij in op de vragen wanneer vormgeving auteursrechtelijk beschermd is en wanneer er sprake is van auteursrechtinbreuk.

De pdf van de PowerPoint van het college is ook beschikbaar.

IEF 20196

Beantwoording prejudiciële vragen over levering software

16 sep 2021, IEF 20196; ECLI:EU:C:2021:742 (The Software Incubator tegen Computer Associates), https://ie-forum.nl/artikelen/beantwoording-prejudici-le-vragen-over-levering-software

HvJ EU 16 september 2021, IT 3660, IEF 20196, IEFbe 3282; ECLI:EU:C:2021:742 (The Software Incubator tegen Computer Associates) De Supreme Court of the United Kingdom heeft het Hof verzocht een prejudiciële beslissing te nemen. Hierbij werden twee vragen gesteld:
1) Als computersoftware elektronisch wordt geleverd, valt dit dan onder 'goederen' volgens de betekenis van dat begrip zoals dit staat in de definitie van een handelsagent in richtlijn 86/653? 2) Indien de software aan klanten van een principaal wordt geleverd door een licentie van onbepaalde tijd toe te kennen, valt dit dan onder 'verkoop van goederen' volgens richtlijn 86/653?

IEF 20195

Vacature: werkstudent soft IE bij Simmons & Simmons

Wil jij werken aan de grootste soft IE- en mediazaken van Nederland? Nu is je kans! Het internationale advocatenkantoor Simmons & Simmons zoekt een topstudent met goede cijfers, een juridische speurneus en een groot arbeidsethos die voor 2,5 - 3 dagen per week beschikbaar is in de periode vanaf 1 oktober tot en met 31 december.
Lees verder >>

IEF 20194

Gewijzigde tekst alsnog inbreuk op auteursrecht

Rechtbank Noord-Holland 25 aug 2021, IEF 20194; ECLI:NL:RBNHO:2021:8088 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/gewijzigde-tekst-alsnog-inbreuk-op-auteursrecht

Rechtbank Noord-Holland 25 augustus 2021, IEF 20194; ECLI:NL:RBNHO:2021:8088 (Eiser tegen gedaagde) De copywriter van de gedaagde heeft teksten die op de website van eiser stonden met enkele wijzigingen overgenomen. Eiser stelt in reactie hierop dat er sprake is van een inbreuk op auteursrechtelijk beschermde werken. De teksten op de site zijn geschreven door het nemen van creatieve keuzes, waaronder het gebruik van signaal / zoekwoorden, tussenkopjes en het vormgeven van teksten. Hierin heeft het bedrijf geïnvesteerd. Eiser vordert dan ook voor de kantonrechter dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade die hierdoor geleden is. Gedaagde betwist dat de werken auteursrechtelijk beschermd zijn. De kantonrechter ziet de teksten wel degelijk als auteursrechtelijk beschermde werken, aangezien deze oorspronkelijk zijn, een eigen karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen. Gedaagde erkent de teksten (gedeeltelijk) overgenomen te hebben, waardoor inbreuk vast komt te staan. Echter het causaal verband tussen de inbreuk en de schade wordt niet voldoende geacht. De vordering tot vergoeding van de kosten voor het herschrijven van de teksten wordt dan ook afgewezen. 

IEF 20193

Interview met scheidend hoogleraar Bernt Hugenholtz

Bernt Hugenholtz, hoogleraar informatierecht en mede-oprichter van het Instituut voor Informatierecht (IViR) aan de UvA, is met pensioen. In Folia, het online medium van de UvA, verscheen een afscheidsinterview met de emeritus hoogleraar. "Sinds de opkomst van het internet is het vakgebied geëxplodeerd. Deelgebieden zoals privacy, uitingsvrijheid, cybersecurity, telecommunicatieregulering en later desinformatie en hate speech zijn enorm belangrijk geworden. Dat geldt ook voor het auteursrecht."
Lees verder >>