IEF 22982
9 oktober 2025
Uitspraak

Uitlating van een advocatenkantoor heeft meer impact dan een willekeurige derde

 
IEF 22983
9 oktober 2025
Uitspraak

Gerecht EU: geen verwarringsgevaar tussen ETI PUF en ‘Poof!…and done’

 
IEF 22980
9 oktober 2025
Uitspraak

LEGO tegen Boon Beton tussenkomst FraVin en Thijssen-Den Brok afgewezen

 
IEF 22968

Albert Heijn mag maaltijdconcept ‘Maaltijd Thuis’ niet exploiteren zonder instemming franchisenemers

Rechtbank Noord-Holland 8 jul 2025, IEF 22968; ECLI:NL:RBNHO:2025:7910 (de Vereniging c.s tegen AHF), https://ie-forum.nl/artikelen/albert-heijn-mag-maaltijdconcept-maaltijd-thuis-niet-exploiteren-zonder-instemming-franchisenemers

Rb. Noord-Holland 8 juli  2025, IEF 22968; ECLI:NL:RBNHO:2025:7910 (de Vereniging c.s tegen AHF). De Vereniging van Albert Heijn Franchisenemers (VvAHF) en een aantal individuele franchisenemers hebben in kort geding tegen Albert Heijn Franchising B.V. (AHF) opgetreden, omdat AHF het maaltijdbezorgconcept Maaltijd Thuis onder het merk “Albert Heijn” is blijven exploiteren zonder hun instemming. In een eerdere bodemprocedure (Rb. Noord-Holland 8 januari 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:43) was reeds voor recht verklaard dat Maaltijd Thuis een afgeleide formule is in de zin van art. 7:911 lid 2 BW (Wet franchise). Dat betekent dat AHF de franchisenemers vooraf instemming moet vragen voordat zij het concept kunnen invoeren of gebruiken. AHF had weliswaar hoger beroep ingesteld tegen dat bodemvonnis, maar bleef het concept ondertussen exploiteren zonder instemming van de franchisenemers. De franchisenemers vroegen in kort geding om een verbod zolang die instemming ontbreekt.

IEF 22961

Voorzieningenrechter: Bob Vylan mag optreden in Doornroosje

Rechtbank Gelderland 15 okt 2025, IEF 22961; ECLI:NL:RBGEL:2025:8039 (CJO tegen Doornroosje), https://ie-forum.nl/artikelen/voorzieningenrechter-bob-vylan-mag-optreden-in-doornroosje

Vzr. Rb. Gelderland 15 september 2025, IEF 22961; ECLI:NL:RBGEL:2025:8039 (CJO tegen Doornroosje). Het Centraal Joods Overleg Externe Belangen (hierna: CJO) is een samenwerkingsverband van verschillende Joodse organisaties en behartigt de belangen van de Joodse gemeenschap. Doornroosje is een poppodium in Nijmegen. Het Britse punk rap-duo Bob Vylan heeft tijdens een optreden in Paradiso die volgens CJO beledigend, opruiend en tot haat aanzettend zijn tegen de Joodse gemeenschap. Het OM doet onderzoek naar de strafbaarheid van de uitspraken. Bob Vylan zou op 15 september 2025 optreden in Doornroosje. CJO wilde dit optreden voorkomen en vordert in dit kort geding dat het Doornroosje verboden wordt om Bob Vylan te laten optreden. CJO vindt dat Doornroosje onrechtmatig handelt omdat ze Bob Vylan een podium geeft waar strafbare en onrechtmatige uitlatingen kunnen worden gedaan. Doornroosje beroept zich op de vrijheid van meningsuiting en het censuurverbod. 

IEF 22962

Aanbevelingssystemen Instagram en Facebook deels in strijd met de DSA

Rechtbank Amsterdam 2 okt 2025, IEF 22962; ECLI:NL:RBAMS:2025:7253 (BoF tegen Meta c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/aanbevelingssystemen-instagram-en-facebook-deels-in-strijd-met-de-dsa

Vzr. Rb. Amsterdam 2 oktober 2025, IEF 22962; IT 4962; ECLI:NL:RBAMS:2025:7253 (BoF tegen Meta). Bits of Freedom (hierna: BoF) is een stichting die zich inzet voor de belangen van Nederlanders in een digitale omgeving. Meta beheert verschillende platforms zoals Facebook en Instagram. BoF stelt dat Meta in strijd handelt met de Digital Services Act (hierna: DSA) door de optie om een niet-geprofileerde feed te kiezen contra-intuïtief te maken en stelt dat Meta voorkomt dat dit als standaardervaring op de platforms kan worden ingesteld. BoF vordert een verbod om de keuze of wijziging van de instelling ongedaan te maken en een bevel om gebruikers de mogelijkheid te bieden de voorkeursoptie te selecteren en te wijzigen. De rechter buigt zich over de vraag of de inrichting van de sociale mediaplatforms Facebook en Instagram in strijd is met de DSA als het gaat om de aanbevelingssystemen betreft. Dat is de wijze waarop informatie wordt gepresenteerd. De DSA schrijft voor dat gebruikers rechtsreeks en gemakkelijk een ander aanbevelingssysteem moeten kunnen selecteren. Omdat het bij Facebook en Instagram om zeer grote onlineplatforms gaat moet bovendien steeds één aanbevelingssysteem beschikbaar zijn dat niet op profilering is gebaseerd. Daarnaast behandelt de rechter of een door de gebruiker gekozen aanbevelingssysteem steeds gevolgd moet worden (ook wel persistent genoemd) of dat Facebook en Instagram na het afsluiten en heropenen van de website en/of app terug mogen schakelen naar een geprofileerd aanbevelingssysteem. 

IEF 22960

Gerecht EU: er is normaal gebruik gemaakt van het beeldmerk door Hummel

Gerecht EU (voorheen GvEA) 24 sep 2025, IEF 22960; ECLI:EU:T:2025:887 (Barry's Bootcamp tegen EUIPO, Hummel), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-er-is-normaal-gebruik-gemaakt-van-het-beeldmerk-door-hummel

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22960; IEFbe 3997; ECLI:EU:T:2025:887 (Barry's Bootcamp tegen EUIPO, Hummel). Barry's Bootcamp vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. In die beslissing wordt het verzoek van Barry's Bootcamp om het beeldmerk van Hummel vervallen te verklaren wegens het ontbreken van normaal gebruik afgewezen. Barry's Bootcamp heeft verschillende procedures gestart tegen verschillende merken van Hummel (ECLI:EU:T:2025:888ECLI:EU:T:2025:889; ECLI:EU:T:2025:890). In deze procedure voert Barry's Bootcamp aan dat niet uit de beslissing kan worden afgeleid op welke gronden de Kamer van Beroep zich heeft gebaseerd om normaal gebruik aan te tonen. Het EUIPO betwist dit. De Kamer oordeelde dat de inschrijving consequent voorkwam in de door Hummel overgelegde catalogi en dat deze ook was gebruikt op prijskaartjes van kledingstukken en rechtstreeks op hoofddeksels en sportsokken. De Kamer heeft daaruit afgeleid dat de bestreden internationale inschrijving was gebruikt overeenkomstig haar wezenlijke functie als herkomstaanduiding. Het Gerecht volgt deze uitleg van het EUIPO. Ook voert Barry's Bootcamp een vervallenverklaring aan wegens geen normaal gebruik van het merk. Deze grief bestaat uit drie onderdelen. In het eerste onderdeel klaagt Barry's Bootcamp over onjuiste beoordeling van het bewijs. In het tweede onderdeel betoogt Barry's Bootcamp dat het gebruik van het merk louter decoratief is en dus geen gebruik als merk vormt. Ten slotte voert zij in het derde deel aan dat de Kamer van Beroep had moeten weigeren rekening te houden met de vormen van het merk die het onderscheidend vermogen ervan hebben gewijzigd.

IEF 22974

SOMO moet rectificeren wegens onvoldoende feitelijke basis voor persoonsgerichte aantijgingen

Rechtbank Den Haag 2 sep 2025, IEF 22974; ECLI:NL:RBDHA:2025:16353 ([eisers] tegen SOMO)), https://ie-forum.nl/artikelen/somo-moet-rectificeren-wegens-onvoldoende-feitelijke-basis-voor-persoonsgerichte-aantijgingen

Rb. Den Haag 2 september 2025, IEF 22974; ECLI:NL:RBDHA:2025:16353 ([eisers] tegen SOMO). Drie Nederlandse zakenmannen vorderen rectificatie van een SOMO-artikel (22 mei 2025) waarin zij met naam en toenaam worden neergezet als sleutelfiguren achter leveringen door een Indiaas bedrijf aan Israëlische wapenfabrikanten, met verwijzingen naar (medeplichtigheid aan) genocide/oorlogsmisdaden. SOMO beroept zich op art. 10 EVRM (public-watchdog, publiek belang) en op latere aanpassingen van het stuk. De voorzieningenrechter weegt art. 10 EVRM af tegen art. 8 EVRM (bescherming eer, goede naam en persoonlijke levenssfeer) en oordeelt dat de vergaande, persoonsgerichte beschuldigingen onvoldoende feitelijke basis hebben. Cruciaal: de vermeende “douaneaangiften” blijken commerciële Globalwits-overzichten, diverse contactrollen/naamkoppelingen zijn onjuist (zelfs een overleden persoon staat als “Contact2”), en er ontbreekt concrete onderbouwing van persoonlijke, operationele betrokkenheid in 2023–2024; bovendien blijkt één eiser sinds 2022 geen relevante rol meer te hebben en zijn twee eisers slechts non-executive directors. Gezien de zwaarte en impact van de aantijgingen had SOMO meer verificatie en terughoudendheid moeten betrachten; latere correcties nemen de onrechtmatigheid niet weg. Spoedeisend belang is aanwezig.

IEF 22959

Gerecht EU: de motivering van het EUIPO was onvoldoende

Gerecht EU (voorheen GvEA) 24 sep 2025, IEF 22959; ECLI:EU:T:2025:891 (Digi International tegen EUIPO, Teraoka Seiko), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-de-motivering-van-het-euipo-was-onvoldoende

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22959; IEFbe 3996; ECLI:EU:T:2025:891 (Digi International tegen EUIPO, Teraoka Seiko). Digi International vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. De Kamer van Beroep wees de oppositie van Teraoka deels toe en oordeelde dat haar oudere merk DIGI’ normaal was gebruikt. Digi International voert aan dat de Kamer het bewijs onjuist heeft beoordeeld en dat de motiveringsplicht niet is nagekomen. Zij betoogt dat de Kamer geen algehele beoordeling van het bewijsmateriaal heeft verricht. Volgens Digi International blijkt niet uit de beslissing waarom zij oordeelde dat het oudere merk daadwerkelijk was gebruikt. Het EUIPO betwist dit.  

IEF 22949

Ingezonden door Joep Meddens, Höcker.

SES moet in bepaalde gevallen thuiskopievergoeding betalen

Hof Den Haag 2 sep 2025, IEF 22949; Zaaknummer: 200.326.954/01 (Thuiskopie tegen SES), https://ie-forum.nl/artikelen/ses-moet-in-bepaalde-gevallen-thuiskopievergoeding-betalen

Hof Den Haag 2 september 2025, IEF 22949; Zaaknummer: 200.326.954/01 (Thuiskopie tegen SES). Volgens Thuiskopie moeten refurbished voorwerpen door richtlijnconforme uitleg van de Auteursrechtrichtlijn worden beschouwd als nieuw gefabriceerde voorwerpen, waarover opnieuw thuiskopieheffing moet worden betaald. De rechtbank oordeelde dat dit in bepaalde gevallen klopt [IEF 21056]. Een aantal vorderingen van Thuiskopie werd afgewezen. Thuiskopie vordert alsnog toewijzing hiervan in hoger beroep. SES voert verweer. Het hof onderzoekt of bij verkoop van refurbished apparatuur aan Nederlandse consumenten een thuiskopieheffing verschuldigd is. De apparaten die bij SES terecht komen en worden verkocht zijn te verdelen in vier categorieën: 
A. De Nederlandse particuliere markt waarop het was gebracht door een Nederlandse oorspronkelijke fabrikant of importeur; 
B. de Nederlandse zakelijke markt waarop het was gebracht door een Nederlandse oorspronkelijke fabrikant of importeur; 
C. De buitenlandse (particuliere of zakelijke) markt van waaruit het door SES in Nederland is geïmporteerd; 
D. De buitenlandse (particuliere of zakelijke) markt van waaruit het door een voorganger van SES in de keten in Nederland is geïmporteerd. 

IEF 22957

VDH is rechthebbende van de VanDutch-merken

Rechtbank Amsterdam 21 aug 2025, IEF 22957; ECLI:NL:RBAMS:2025:6976 (VDH tegen Rhino en VDI), https://ie-forum.nl/artikelen/vdh-is-rechthebbende-van-de-vandutch-merken

Rb. Amsterdam 20 augustus 2025, IEF 22957; ECLI:NL:RBAMS:2025:6976 (VDH tegen Rhino en VDI). In 2007 is een ontwerp gemaakt voor een luxe jacht. Later zijn de aanduidingen VANDUTCH als woord- en beeldmerk geregistreerd. VanDutch Holding (hierna: VDH) en Rhino claimen allebei het recht op die merken voor de handel in luxe jachten. Na een jarenlange samenwerking tussen de personen achter VDH en Rhino verschillen ze nu van mening over de vraag aan wie de merkrechten toekomen. VanDutch Marine Limited (hierna: VDML) is opgericht om de jachten commercieel uit te brengen. De merken staan in 2014 op naam van VDML. De merken zijn als onderpand van een lening met TCA gebruikt.Volgens een overeenkomst uit 2015 zouden de merken aan Rhino zijn overgedragen, maar deze overeenkomst was ongeldig. Desondanks zijn de merken in 2017 bij het EUIPO op naam van Rhino gezet. TCA heeft bij uitwinning van de zekerheden de merken aan VDI verkocht. VDI heeft op basis van een afspraak uit 2017 de merken in 2019 overgedragen aan VDH. VDH en Rhino stellen dat zij beide rechthebbende zijn van de merkenrechten.  

IEF 22954

Uitspraak ingezonden door Michaël de Vroey, Simont Braun.

Belgische rechter: publiekrechtelijke vergunning kan ‘ouder recht’ zijn

Belgische gerechten 18 sep 2025, IEF 22954; A/2025/00161 (Huvepharma tegen EMDOKA), https://ie-forum.nl/artikelen/belgische-rechter-publiekrechtelijke-vergunning-kan-ouder-recht-zijn

Vzr. Ondernemingsrechtbank Brussel 18 september 2025, IEF 22954; LS&R 2316; IEFbe 3992; A/2025/00161 (Huvepharma tegen EMDOKA). Huvepharma is een farmaceutisch concern dat humane én diergeneeskundige producten ontwikkelt en commercialiseert. Eén van zijn merken is "DOXORAL", een diergeneeskundig product. EMDOKA specialiseert zich in de ontwikkeling, registratie en commercialisering van diergeneeskundige producten. Eén van die kernproducten is DOXYRAL. Toen Huvepharma het merk "DOXORAL" deponeerde, stelde EMDOKA oppositie in bij het BBIE deze oppositie werd afgewezen. Later heeft zij ook een nietigheidsprocedure gestart tegen het merk, deze werd ook afgewezen. Merkhouder Huvepharma vordert EMDOKA te staken met het gebruik van het teken DOXYRAL. EMDOKA voert verweer: ze is in bezit van verschillende vergunningen die kunnen worden geïnterpreteerd als een ouder recht van lokale betekenis. Ook voert zij opnieuw nietigheid van het merk aan, terwijl Huvepharma daartegenover stelt dat die vordering verjaard zou zijn. De rechtbank behandelt eerst de kwestie van verjaring. Een merk kan op absolute gronden steeds worden aangevochten, ongeacht het tijdsverloop. Relatieve gronden daarentegen kunnen wel verjaren: de UMVo bepaalt dat een vordering na vijf jaar gedogen niet meer kan worden ingesteld. De vordering tot nietigverklaring is dus niet verjaard. De rechtbank oordeelt dat "DOXORAL" een eigen klankkleur en visuele vorm heeft en daarmee voldonde onderscheidend vermogen heeft. De nietigheidsvordering wordt afgewezen.  

IEF 22956

Gebruik als variëteitsnaam is geen merkgebruik: SEQUOÏA vervallen verklaard

Gerecht EU (voorheen GvEA) 24 sep 2025, IEF 22956; ECLI:EU:T:2025:915 (Rústicas del Guadalquivir SL tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruik-als-varieteitsnaam-is-geen-merkgebruik-sequoia-vervallen-verklaard

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22956; IEFbe 3994; ECLI:EU:T:2025:915 (Rústicas del Guadalquivir SL tegen EUIPO). Deze zaak gaat over het EU-woordmerk SEQUOÏA, dat is ingeschreven voor verse groenten en fruit (klasse 31). De centrale vraag is of het merk gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar daadwerkelijk op normale wijze in de Unie is gebruikt, zoals bedoeld in artikel 58, lid 1, onder a), van de Uniemerkenverordening . In 2022 dienen Fall Creek Farm and Nursery, Inc. en Fall Creek Farm & Nursery Europe SRL een verzoek tot vervallenverklaring in, met het argument dat het merk in de relevante periode niet daadwerkelijk in het economisch verkeer wordt gebruikt. Het EUIPO wijst dit verzoek volledig toe en verklaart het merk vervallen. Op 30 april 2024 bevestigt de Kamer van Beroep dit besluit. De merkhouder, Rústicas del Guadalquivir SL, stelt vervolgens beroep in bij het Gerecht. In die procedure staat uitsluitend de aard van het gebruik ter discussie; plaats, tijd en omvang van het gebruik zijn niet betwist. De merkhouder legt licentieovereenkomsten, facturen, transportdocumenten, advertenties en verklaringen over, waarin Sequoia vaak als fruitvariëteit wordt aangeduid. In enkele stukken verschijnt de aanduiding als merk of met het ®-symbool. Volgens de merkhouder is Sequoia geen plantenras, maar een merk of identificatieteken voor specifieke fruitproducten, dat bovendien aansluit bij de gebruikelijke praktijk in de fruitsector.