Merkenbureau [bureau] te [woonplaats]
Rechtbank Breda, LJN: BA5078, 26 maart 2007, Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer. Belanghebbende tegen De inspecteur van de Belastingdienst.
Belastingzaak, met merkenrechtelijk gezien wellicht wat curieuze passages. De korte samenvatting van de zaak door Rechtspraak.nl luidt: “Belanghebbende verkoopt haar merkenrecht aan een gelieerde vennootschap en krijgt een licentie voor het voeren van dat merk tegen een vergoeding per verkocht product. De handelsnaam, die hetzelfde luidt als het merk, blijft achter bij belanghebbende. De nieuwe eigenaar van het merk vertrekt naar de Antillen. De rechtbank acht in dit geval niet aannemelijk dat belanghebbende werkelijk het merkenrecht heeft willen verkopen, belanghebbende maakt niet aannemelijk dat het een beschermingsconstructie van het merk betreft, maar acht een constructie ter afroming van de winst ten behoeve van de aandeelhouder aannemelijk.”
Uit de beoordeling van het geschil:
4.1. (…) Belanghebbende stelt dat de overdracht van het merkrecht tot doel had dit merk te beschermen [BV1] failliet gaat. Uit het advies van [adviseur] zoals weergegeven in 2.3, blijkt evenwel dat een structuur bestaande uit het opsplitsen van enerzijds de handelsnaam en anderzijds het merkenrecht, aanzienlijk minder bescherming biedt dan belanghebbende kennelijk beoogt. De naam kan dan immers door meerdere gerechtigden worden gebruikt hetgeen niet in het belang van de aanvankelijk belanghebbende bij die naam is.
4.2. De rechtbank acht bovendien niet aannemelijk dat de feitelijke bescherming van de merknaam en het beeldrecht, met de juridische eigendom, is overgegaan op [BV4]. Deze bescherming is in de praktijk steeds uitgevoerd door het Merkenbureau [bureau] te [woonplaats] en alle ter zake relevant overleg heeft plaatsgehad tussen [bureau] en [de heer] voornoemd, als contactpersoon voor belanghebbende c/q Beheer BV.
4.3. De rechtbank acht, op basis van de stukken en het ter zitting aangevoerde, aannemelijk dat voor [BV4] niet zozeer een rol was weggelegd als beschermer van het merk, maar dat [BV4] veeleer deel uitmaakte van een belastingbesparende structuur. (…)
4.4. Op grond van het vorenstaande, mede in onderlinge samenhang beschouwd, is de rechtbank van oordeel dat belanghebbende haar stelling dat met het tussenschakelen van [BV4] een beschermingsconstructie is beoogd, welke stelling door de inspecteur gemotiveerd is bestreden, op geen enkele wijze heeft weten te onderbouwen. Daarmee is tevens het zakelijk karakter van de licentieovereenkomst, en daarmee het zakelijk karakter van de daaruit voortvloeiende licentievergoeding, niet aannemelijk geworden.
Lees de uitspraak hier.
Meeting of WIPO's Standing Committee
Samenvatting WIPO van de "meeting of WIPO's Standing Committee on the Law of Trademarks, Industrial Designs and Geographical Indications (SCT), from May 7 to 11, 2007
Industrial Designs: This exercise is intended to map the industrial design protection landscape of member states and to explore the borderlines between marks, industrial designs and copyright.
Protection of State Emblems and Names and Abbreviations of Non-Governmental Organizations: At this occasion, the secretariat demonstrated a test version of a new on-line searchable database containing some 2,400 records of protected state emblems and names, abbreviations and emblems of intergovernmental organizations. Lees hier verder.
Octrooiveiling in München
Blog Bert van Dijk, technologiejournalist bij het FD
Severin de Wit over de octrooiveiling in München. “De les die we uit deze eerste Europese veiling kunnen leren, is dat het verkopen van octrooien via een veiling niet (nog niet?) serieus te nemen valt.”
Eerst even voor jezelf lezen
GveA, 16 mei 2007, zaak T-137/05. La Perla tegen OHIM / Worldgem Brands
Nietigheidsprocedure Gemeenschapswoordmerk NIMEI LA PERLA MODERN CLASSIC op grond van oudere nationale woord- en beeldmerken PERLA en LA PERLA PARFUMS.
“(…) dans les circonstances de l’espèce, cette similitude est donc suffisante pour que le public italien puisse établir un lien entre ces deux marques, tel que celui requis pour l’application de l’article 8, paragraphe 5, du règlement n° 40/94, étant rappelé à cet égard qu’un risque de confusion n’est pas exigé à cette fin.Par conséquent, la chambre de recours a commis une erreur en considérant que les marques en cause ne sont pas assez semblables pour pouvoir établir entre elles un lien tel que celui requis aux fins de l’application de l’article 8, paragraphe 5, du règlement n° 40/94.”
Lees het arrest hier (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).
GveA, 16 mei 2007, zaak T-158/05. Trek Bicycle tegen OHIM / Audi
Oppositiezaak. Gemeenschapsmerkaanvrage woordmerk ALLTREK. Ouder nationale woordmerken TREK.
“Da die Beschwerdekammer jedoch eine Verwechslungsgefahr angesichts der Unterschiede zwischen den Waren zu Recht verneint hat, kann sich die Klägerin nicht, um einen Verstoß gegen Art. 8 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94 darzutun, auf das Bestehen von Assoziationsgefahr oder mittelbarer Verwechslungsgefahr mit der Begründung berufen, dass die Anmeldemarke nicht nur die ältere Marke umfasse, sondern auch den prägenden Teil ihres Firmennamens. Nach alledem ist die Beschwerdekammer fehlerfrei zu dem Ergebnis gelangt, dass zwischen der angemeldeten Marke ALLTREK und der älteren Marke TREK keine Verwechslungsgefahr im Sinne von Art. 8 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94 besteht.”
Lees het arrest hier (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).
GveA, 16 mei 2007, zaak T-491/04. Merant tegen OHIM / Focus Magazin verlag
Oppositiezaak. Gemeenschapsmerkaanvrage woordmerk FOCUS. Ouder nationale beeldmerken MICRO FOCUS.
“Das Gericht ist der Ansicht, dass die Schlussfolgerung der Beschwerdekammer, eine Verwechslungsgefahr liege nicht vor, auf eine falsche Prämisse gestützt ist, nämlich die, dass die Zeichen bedeutsame Unterschiede aufwiesen und diese Unterschiede den Ähnlichkeitsgrad zwischen den Waren kompensieren könnten. Dieser Auffassung kann nicht gefolgt werden, da die sich gegenüberstehenden Zeichen starke bildliche und begriffliche Ähnlichkeiten aufweisen.
Demnach ist entgegen der angefochtenen Entscheidung im Ergebnis festzustellen, dass nach dem Gesamteindruck angesichts des Umstands, dass die betreffenden Waren und Dienstleistungen teils identisch, teils hochgradig ähnlich und die beiden Marken bildlich und begrifflich ähnlich sind, die Unterschiede zwischen den Marken nicht ausreichen, um die Gefahr von Verwechslungen bei den maßgeblichen Verkehrskreisen auszuschließen.”
Lees het arrest hier (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).
Octrooiveiling
Frontrunner, een blog Bert van Dijk, technologiejournalist bij het FD, komt met een bijdrage van gastblogger Severin de Wit over de octrooiveiling in München.
“De les die we uit deze eerste Europese veiling kunnen leren, is dat het verkopen van octrooien via een veiling niet (nog niet?) serieus te nemen valt.”
Lees hier meer.
Staand comité
Samenvatting WIPO van de "meeting of WIPO's Standing Committee on the Law of Trademarks, Industrial Designs and Geographical Indications (SCT), from May 7 to 11, 2007:
Industrial Designs: This exercise is intended to map the industrial design protection landscape of member states and to explore the borderlines between marks, industrial designs and copyright.
Protection of State Emblems and Names and Abbreviations of Non-Governmental Organizations: At this occasion, the secretariat demonstrated a test version of a new on-line searchable database containing some 2,400 records of protected state emblems and names, abbreviations and emblems of intergovernmental organizations.
New Types of Marks: This exchange, which will continue at the forthcoming 18th session in respect of other types of marks, such as motion marks, position marks, hologram marks, slogans, smell, feel and taste marks, is expected to result in a set of practices for member states relating to the representation of those types of marks in trademark office procedures.
Trademark Opposition: Delegates worked on the grounds of opposition, and examined the experience of SCT members with regard to pre-registration or post-registration opposition. Other issues that were addressed in that context include third-party observations made in the course of opposition procedures, cooling off periods allowing for settlement negotiations, member states' experience with introducing new opposition systems and the effect the abolition of office examination as to prior rights can have on the number of oppositions filed.
Lees hier meer.
Online licenties
Persbericht: Buma/Stemra introduceert online licenseren. Muziekgebruikers kunnen bij Buma/Stemra online hun licenties afsluiten. Buma/Stemra speelt hiermee in op de groeiende vraag van muziekgebruikers naar meer gemak, efficiëntie en transparantie.
Lees hier meer.
Financiële perspectieven
The EU Competitiveness Council will meet in Brussels on Monday 21 and Tuesday 22 May. Ministers are (onder andere) expected to adopt Council conclusions on the Financial Perspectives of the agency responsible for granting EU-wide trademark rights, OHIM (Office for the Harmonization in the Internal Market, located in Alicante, Spain) and the further development of the Community trade mark system.
Lees hier meer.
De ontwikkeling
Alfred Meijboom: De ontwikkeling van domeinnaambescherming in Nederland. Eerder gepubliceerd in Computerrecht 2007, 41.
In Nederland heeft de rechter zich in 1996 voor het eerst over een domeinnaamgeschil gebogen. Een korte geschiedenis en een overzicht van recente ontwikkelingen.
Lees het artikel hier (link via recht.nl).
Verborgen miljoenen
Webwereld bericht over de "verborgen miljoenen van De Thuiskopie". "We worden gestraft voor het feit dat we te voorzichtig zijn geweest met het verdelen van de thuiskopievergoedingen", verdedigt Andre Beemsterboer zich. Beemsterboer is directeur van stichting Centrum voor Dienstverlening Auteurs- en aanverwante Rechten, kortweg Cedar.
Dat het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) eind maart kritiek uitte op de resterende thuiskopiegelden, begrijpt Beemsterboer niet helemaal. "Ze klagen over overdeelde gelden, maar ze vergeten dat het verdeelreglement dat hiervoor is opgesteld, door hen zelf is goedgekeurd", aldus Beemsterboer. In dat regelement is vastgesteld dat rechthebbenden soms wel tot vijf jaar terug claims kunnen indienen.
De Cedar-voorman kan zich erg opwinden over de media-aandacht waarin ongenuanceerd wordt gesproken over een bankrekening van 57 miljoen euro. "Dat klopt gewoon niet, omdat een aantal organisaties de thuiskopiegelden pas binnen drie tot vijf jaar uitkeert." Daardoor moet het tegoed dat als reserve wordt bewaard, groter zijn."
Lees hier meer.