IEF 22207
27 augustus 2024
Artikel

Het Benelux Merken Congres op donderdag 4 september 2024

 
IEF 22205
27 augustus 2024
Uitspraak

Design Sanitair maakt inbreuk op wc-spoelknoppen van Geberit

 
IEF 22206
27 augustus 2024
Uitspraak

Bastion Holding niet aansprakelijk voor hotellicenties: rechter wijst vordering Videma af

 
IEF 7029

In het kader van de pilot

Persbericht: Creative Commons en Buma/Stemra verlengen project.Creative Commons Nederland (CC) en Buma/Stemra hebben besloten hun gezamenlijke project met een jaar te verlengen. De pilot waarbij aangeslotenen van Buma/Stemra onder bepaalde voorwaarden werken onder een CC-licentie beschikbaar kunnen stellen, was aangegaan voor een jaar, en zou op 22 augustus 2008 aflopen. De voorwaarden tijdens de nieuwe projectperiode zijn niet veranderd. De tot zover in het kader van de pilot verstrekte licenties blijven tot 22 augustus 2009 geldig.

CC Nederland en Buma/Stemra bekijken of de informatievoorziening over de pilot kan worden verbeterd. Daarnaast wordt onderzocht of het mogelijk is te achterhalen waarom slechts een zeer bescheiden aantal Buma/Stemra-aangeslotenen gebruik heeft gemaakt van de faciliteit om werken met een CC-licentie aan te bieden. Ten slotte staat op het programma om te onderzoeken of, en zo ja hoe, in het kader van het project CC-licenties op 'social networking websites' kunnen worden ingezet. 

Lees hier meer.

IEF 7028

Verse rechtspraak (Riviera Maison, Kermisattracties)

Rustic Rattan Driedelige Hutkoffer - Inbreukmakende Driedelige hutkofferGerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, 26 augustus 2008, zaaknr. 200.001.319, Rivièra Maison B.V. tegen Hoogendam International V.O.F. c.s. (met dank aan Kriek Wille, Klos Morel Vos & Schaap).

Auteursrecht. Hof vernietigt vonnis voorzieningenrechter in gevlochten mandjes-zaak (Zie IEF 5377). Registratie belastingdienst. Artikel 8 Aw, rechtspersoon als maker. Matiging proceskosten zonder verwijzing naar indicatietarief. (Klik op afbeelding voor vergroting)

“4.5 (…) Ten eerste volgt uit de data van registratie van de verschillende modellen bij de Belastingdienst - gecombineerd met het gegeven dat Hoogendam C.S. zulks slechts in algemene bewoordingen en zonder enige concrete onderbouwing hebben betwist - dat voorshands als vaststaand moet worden aangenomen dat Riviera Maison deze producten op de Nederlandse markt heeft geïntroduceerd. Voorts gaat het hof er op basis van de door Riviera Maison in het geding gebrachte producties - in het bijzonder producties 18 in hoger beroep - na vergelijking voorshands vanuit dat de dertien door Hoogendam c.s. op de markt gebrachte modellen in grote lijnen identiek zijn met die van Riviera Maison. Wat Hoogendam C.S. ter ontkenning daarvan hebben opgemerkt (zie p. 6 pleitaantekeningen mr. Antic in eerste aanleg en nr. 78 memorie van antwoord), kan niet als een deugdelijk onderbouwde betwisting worden aangemerkt, terwijl in dat verband nog moet worden opgemerkt dat de producten ook in de lezing van Hoogendam C.S. van (uiteindelijk) dezelfde maker stammen, te weten Umanta. Bij zijn bespreking van de individuele modellen zal het hof hierna zo nodig nog aandacht besteden aan de specifieke mate van overeenstemming per model.

4.6 Riviera Maison heeft in hoger beroep een beroep gedaan op art. 8 Aw (zie nr. 58 appeldagvaarding en nr. 30 e.v. pleitaantekeningen mrs. Schaap/Quaedvlieg). Dit artikel bepaalt dat indien een rechtspersoon een werk als van haar afkomstig openbaar maakt, zonder daarbij een natuurlijk persoon als maker te vermelden, die rechtspersoon als maker van dat werk wordt aangemerkt, tenzij bewezen wordt dat de openbaarmaking onrechtmatig was. De stelling van Hoogendam C.S. dat die bepaling niet kan worden toegepast omdat de vraag wie als auteursrechthebbende moet worden aangemerkt naar Indonesisch recht moet worden beantwoord, is ongegrond, nu het hier - in de stellingen van Riviera Maison die op hun juistheid moeten worden onderzocht om de toewijsbaarheid van de vorderingen te kunnen beoordelen - gaat om door een Nederlander in Nederland gemaakte ontwerpen voor een Nederlandse onderneming, welke onderneming de producten op de Nederlandse markt heeft gebracht en die in Nederland bescherming zoekt tegen eveneens in Nederland door een Nederlandse concurrent op de markt gebrachte inbreukmakende producten. Dat de feitelijke productie van zowel de beschermde als de inbreukmakende voorwerpen heeft plaatsgevonden in Indonesië, biedt derhalve onvoldoende aanknopingspunten om te oordelen dat het makerschap van de modellen op basis van Indonesisch recht moet worden onderzocht. Ook overigens hebben Hoogendam C.S. geen deugdelijke argumenten naar voren gebracht die aan toepassing van de (bewijs)regel van art. 8 Aw in de weg staan. De . stelling dat art. 8 Aw slechts toepasbaar is in gevallen waarin het gaat om bescherming van ' geschreven tekst, vindt geen steun in het recht, reeds omdat die opvatting de verwijzing naar art. 8 Aw in art. 45a lid 2 Aw tot een zinledige zou maken.

(…) 4.8 Uitgaande van het makerschap van Rivièra Maison ligt thans de vraag voor of elk van de verschillende modellen kan worden aangemerkt als een - voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komend - werk. Daartoe stelt het hof voorop dat ook ingeval sprake is van gebruiksvoorwerpen geen nadere eisen gesteld moeten worden dan de normale vereisten voor auteursrechtelijke bescherming als werk: sprake moet zijn van een eigen, oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van de maker. In dat verband is nog van belang dat die elementen ook besloten kunnen liggen in specifieke combinaties van op zichzelf reeds langer bestaande elementen. Overigens hangt met de hieruit voorvloeiende bescheiden drempelhoogte voor bescherming als werk samen dat een werk dat die drempel maar net overschrijdt ook slechts een beperkte beschermingsomvang aan het auteursrecht zal kunnen ontlenen: in dergelijke gevallen zal een geringe afwijking al voldoende kunnen zijn om geen inbreuk aan te nemen.

4.9 (…) Algemeen merkt het hof nog op dat bij de voorliggende gebruiksvoorwerpen met name aan voornoemde vereisten om voor bescherming in aanmerking te komen voldaan kan zijn indien sprake is van een originele materiaalkeuze, gecombineerd met specifieke teksten.

4.12 Het voorgaande impliceert dat de vorderingen van Riviera Maison ten aanzien van de onder 4.9 aangeduide modellen in beginsel toewijsbaar zijn.

Lees het arrest hier.

Rechtbank Haarlem, 29 augustus 2008, KG ZA 08-396, Funtime Handels GmbH tegen Van der Beek c.s. (met dank aan Titus Engels, Vondst).

Slaafse nabootsing. Auteursrecht. Kermisattractie Starflyer (50 meter hoge zweefmolen). Toepassing Endstra-norm. Vorderingen afgewezen, omdat niet valt uit te sluiten dat de zogenoemde subjectieve elementen technisch en functioneel bepaald zijn. (Klik op afbeelding voor vergroting)

"4.13. Blijkens de verschillen tussen de beide attracties op het punt van de kabels, de stoelen en de versiering acht de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat Van der Beek de vormgeving van de attractie van Funtime heeft nagebootst enkel op punten waar dat voor de deugdelijkheid en bruikbaarheid vereist was. Daaraan draagt bij dat bovenop de toren van de Starflyer een constructie in de vorm van een kroon is aangebracht, waaronder dichte katrollen zitten, terwijl de top van de toren bij de Around Ihe World wordt gevormd door open katrollen zonder een kroonvormige top.

4.14. Nog afgezien van de vraag of het voor Van der Beek mogelijk was om op bepaalde punten een andere weg in te slaan zonder aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid afbreuk te doen, is voor de vraag of sprake is van slaafse nabootsing eveneens van belang of Van der Beek door dit na te laten verwarring sticht. Voor die vaststelling dient te worden uitgegaan van het gemiddelde publiek en is relevant dat het publiek beide producten meestal niet naast elkaar ziet.

4.15. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de door Funtime overgelegde uitdraaien van webfora met opmerkingen van het publiek niet tot de conclusie leiden dat sprake is van verwarring bij het gemiddelde publiek. De stelling van Funtime dat daaruit verwarring blijkt kan daarmee niet worden gestaafd. Ook de aanduiding 'Starflyer' bij de attractie Around the World op enkele lijsten van kermisattracties kan daaraan niet bijdragen nu die aanduiding lijkt te zijn bedoeld als een generieke aanduiding van het type attractie. De voorzieningenrechter concludeert dat het gevaar voor verwarring gelet op de technische en functioneel bepaaldheid van de vormgeving van de attractie bijna onvermijdelijk is. Gelet op die technische en functionele vereisten is verwarring echter zoveel mogelijk tegengegaan door de aanduiding met de woorden Around the World op dat deel van de attractie waar de Starflyer met de eigen naam wordt aangeduid, op ooghoogte van het publiek, alsmede door gebruik te maken van andere kleurstellingen en details. Dit leidt tot de conclusie dat geen sprake is van nodeloos verwarringsgevaar.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7027

Overzeese publicatie

Tobias Cohen Jehoram and Maarten Santman (De Brauw Blackstone Westbroek) , Opel/Autec: does the ECJ realize what it has done? Journal of Intellectual Property Law Practice, August 2008; 3: 507 - 510.

“Key Words: When invoking Article 5(1)(a) of the Directive, one should also show that the attacked use damages one of the functions of a trade mark, and in particular that the public links the sign to the (undertaking of the holder of the) trade mark. • ‘Use in relation to goods or services’ in Article 5(1)(a) actually means ‘use in relation to the goods or services of the party using the sign’, in cases not similar to the BMW/Deenik situation. • Use of a trade mark on the internet, referring use and use in comparative advertising, as a result of Opel/Autec may fall outside the scope of Article 5(1) and 5(2), and thus outside the scope of harmonised trade mark law.

(Just before the going to press of this article, the ECJ rendered its decision in O2/Hutchison3G (12 June 2008, case C-533/06), dealing with the relationship between the Trademark Directive ("TMDir") and the Advertising Directive. The decision holds that trademark use in advertising may be acted against under Articles 5(1) and (2) TMDir, holding that the use by competitor of a trademark in comparative advertising can be regarded as use for the advertiser's own goods and services as referred to these articles (par. 36 of that decision). This is difficult to reconcile with the Opel/Autec decision, since in that case, the ECJ limited the scope of Art. 5(1)(a), holding that that BMW/Deenik applies only in the specific circumstances of that case. Now, in view of the O2 case, the scope of Art. 5 seems to be broadened (again) to (at least) also cover use in comparative advertising. The ECJ unfortunately did not go into the possibility to invoke national implementations of Art. 5(5) TMDir, which in our view could provide for a solution in such cases, as use in advertising could easily be qualified as "other use" within the meaning of that article.)

Lees het gehele artikel hier (subscribers only).

IEF 7026

Aan zichzelf heeft verkocht en overgedragen

Vzr. Rechtbank Arnhem ,18 juli 2008, LJN: BE0020, Blue Sense Holding B.V. tegen Gedaagde en Bioway Corporation Pte. Ltd.

“Door tegenstrijdig belang bestuurder is de rechtshandeling - de overdracht van de patenten - ten opzichte van de vennootschap nietig. De tenaamstelling van de patenten in het USPTO op naam van Bioway, aan welke vennootschap gedaagde sub 1de patenten vervolgens heeft overgedragen, is als gevolg van de belangenverstrengeling  door gedaagde sub 1 onrechtmatig ten opzichte van Blue Sense”

“4.2.  Blue Sense stelt dat sprake is van een tegenstrijdig belang in de zin van artikel 2:256 BW omdat gedaagde sub 1 als directeur van Blue Sense, zonder medeweten en medewerking van mededirecteur betrokkene, intellectuele eigendomsrechten van Blue Sense aan zichzelf heeft verkocht en overgedragen. Dit leidt tot onbevoegdheid van gedaagde sub 1 om Blue Sense te vertegenwoordigen waardoor de overdracht van de patenten door gedaagde sub 1 aan zichzelf nietig is.

(…) 4.5.  gedaagde sub 1 heeft erkend dat bij de overdracht van de patenten aan hem sprake was van een tegenstrijdig belang. Dit betekent dat Blue Sense bij die overdracht, op grond van artikel 12 lid 8 van de statuten vertegenwoordigd diende te worden door een persoon die daartoe door de algemene vergadering was aangewezen. Een uitdrukkelijk besluit van de algemene vergadering ontbreekt echter. Dat de aanwijzing min of meer informeel zou zijn geschied tijdens een overleg op 1 mei 2006 en dat het wegens ziekte van betrokkene, met medeweten van de aandeelhouders gedaagde sub 1 en betrokkene aan gedaagde sub 1 overlaten van het bestuur van de onderneming gelijkgesteld dient te worden met een besluit van de algemene vergadering, zoals gedaagde sub 1 heeft betoogd, is bij gebreke van een uitdrukkelijke aanwijzing, onvoldoende. Nu gedaagde sub 1 als bestuurder van Blue Sense namens de vennootschap een rechtshandeling heeft verricht waartoe hij vanwege een tegenstrijdig belang niet bevoegd was, is de rechtshandeling - de overdracht van de patenten - ten opzichte van de vennootschap nietig. De tenaamstelling van de patenten in het USPTO op naam van Bioway, aan welke vennootschap gedaagde sub 1 de patenten vervolgens heeft overgedragen, is als gevolg van de belangenverstrengeling door gedaagde sub 1 onrechtmatig ten opzichte van Blue Sense. Bioway geniet geen bescherming als derde te goeder trouw omdat Bioway een vennootschap is waarvan gedaagde sub 1 mededirecteur is en de kennis van gedaagde sub 1 aan de vennootschap is toe te rekenen in die zin dat het ontbreken van vertegenwoordigingsbevoegdheid ten tijde van de overdracht van de patenten aan Bioway haar bekend was of had behoren te zijn zodat de onbevoegdheid van gedaagde sub 1 haar kan worden tegengeworpen.

(…) 4.7.  Blue Sense heeft veroordeling van gedaagden in de werkelijke kosten van rechtsbijstand gevorderd op grond van artikel 1019 h Rv en zich daarbij gebaseerd op de Rijks Octrooiwet ROW. Nu de procedure niet is gebaseerd op de ROW, maar op onrechtmatige daad artikel 6:162 BW en tegenstrijdig belang artikel 2:256 BW is voor een kostenveroordeling ingevolge de ROW geen plaats. gedaagde sub 1 en Bioway zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Blue Sense worden begroot.”

De voorzieningenrechter veroordeelt gedaagde sub 1]en Bioway om binnen 2x24 uur na betekening van dit vonnis - al dan niet door tussenkomst van hun Amerikaanse gemachtigden - aan het USPTO een brief (per aangetekende post, per fax en per e-mail) te zenden met de navolgende tekst:

Dear Sirs,

In order to comply with a decision of the President of the District Court of Arnhem dated (datum uitspraak) we hereby request you to rectify the registration of patent numbers 6194198 and 6283309 and to change this registration from Bioway Corporation PTE Ltd. Singapore to Blue Sense Holding B.V., Ede, Netherlands, based on the deed of transfer dated March 24, 2004, as was requested by Blue Sense Holding B.V. to your office and previously temporarily recorded on 02/26/2008 under Reel/frame 020555/0332. Blue Sense Holding B.V. should become the sole assignee tot patent 6283309 and patent 6194198.
The said decision and its sworn english translation are enclosed.

Yours truly,

Bioway Corporation PTE Ltd.
[voorletter] [gedaagde sub 1], CEO

Lees het vonnis hier.

IEF 7025

Eerst even voor jezelf lezen

Klik voor vergrotingRechtbank ’s-Gravenhage, 28 augustus 2008, KG ZA 08-777, Abbott Cardiovascular Systems Inc. Medtronic B.V. c.s.

Octrooirecht. Stent-vonnis (het was al weer even geleden, maar ze bestaan nog). Geldige divisonal, geen uitbreiding van de materie, geen samenraapsel van maatregelen. Gedeeltelijke behandeling achter gesloten deuren. Inbreukverbod toegewezen. €125.463,45 proceskosten.

“4.79. Dat, zoals Medtronic heeft betoogd, Abbott geen equivalente inbreuk heeft bepleit en om die reden aan dat leerstuk niet wordt toegekomen, wordt voorshands niet gevolgd. Daartoe geldt dat Abbott heeft gesteld dat de Driver stents vallen onder de beschermingsomvang van EP 842. De rechter heeft bij het vaststellen van de beschermingsomvang van een octrooi, zoals hiervoor in r.o. 4.68. is aangegeven, in ieder geval sinds de inwerkingtreding van EPC 2000 per 13 december 2007, op passende wijze rekening te houden met equivalente maatregelen (‘due account shall be taken of any element which is equivalent to an element specified in the claims’), zodat hij die in zijn beoordeling kan betrekken.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7793

Abbott Cardiovascular Systems Inc. vs. Medtronic B.V. c.s.

Klik voor vergrotingDistrict Court of The Hague, 28 August 2008, KG ZA 08-777, Abbott Cardiovascular Systems Inc. vs. Medtronic B.V. c.s

Patent law. Valid divisional, no extension of matter, no combination of measures. Trial partially held behind closed doors. Infringement ban  granted. Procedural costs of €125.463,45 awarded.

"4.79. Abbott having failed to raise the issue of equivalent infringement, and this issue not having been addressed for that reason, as argued by Medtronic, is a line of arguing not adopted by the court for now. To that end it should be noted that Abbott has argued that the Driver stents recovered by the scope of protection provided by EP 842. As pointed out hereinbefore in ground

4.68, the court, when determining the scope of protection of a patent, has to take proper account of equivalent elements, in any case since the entry into effect of EPC 2000 as of 13 December 2007 (‘due account shall be taken of any element which is equivalent to an element specified in the claims’), as a result of which he will be able to include such elements in his examination of the case. "

 

Read the entire judgement here.

 

IEF 7024

Faits divers

Weblog Fred Teeven (VVD). `Wat doen we met uploaden en downloaden? Als je als politici een beslissing neemt over het meest gewenste systeem, is het wel zinnig dat je dan ook kijkt hoe een en ander in andere landen is geregeld. Van onder meer het Noorse- en Engelse parlement ontvingen we informatie hoe het daar is geregeld, uiteraard alles in het Engels. Bij een zo technisch onderwerp dus maar iedere keer het woordenboek erbij, zijn we niet echt meer gewend. De werkgroep Auteursrecht zal de komende weken zich nog laten informeren door Philips over de beveiliging van muziekdragers, en in hoeverre dit sluitend is. Een eindrapport van de werkgroep kan in het begin van het najaar worden verwacht.”

Lees hier meer (Trouw).

Octrooi- en ideezoeker “To help in that search is Patents.com, which has an index of more than 450 million patents in 15 different languages. All of this is combined with an online marketplace where these patents can be bought and sold. Like Google's patent search offering, Patents.com offers some great exploration, which is where I found the most value. The front page shows off some of the most recently approved and submitted patents, but the star of the show is the search tool, which goes from basic to "expert" mode with just one click. The expert mode gives you a whole new bag of search tricks like word proximity, a cheat sheet of commonly used patent jargon, as well as a "fuzzy" search that will look for alternate or misspelled words in patent titles or the actual copy.”

Lees hier meer (Cnet.com).  

Auteursrecht Mickey Mouse. “Wonderful video on YouTube seeks to teach the basic principles of copyright law using Disney characters. It’s very entertaining, and the legal analysis is pretty accurate. Perhaps Disney’s infamously litigious lawyers should have studied it, not for its potential breach of copyright, but for its content, since it seems that Disney might not in fact own some copyrights in their central character, Mickey Mouse.”

Lees hier meer (Cearta.ie).

Kermisattractie. “Bouwer Starflyer betwist auteursrecht kermisattractie voor rechtbank. Mag de Zaanse exploitant Van der Beek 'Around the World' in zijn achtertuin laten draaien? Funtime, ontwerper en bouwer van de vrijwel identieke 'Starflyer', eist een verbod daarop. Vlak voor de Zaandamse kermis oordeelt de Haarlemse rechtbank over eventuele inbreuk op het auteursrecht.

(…) De advocaten S. Klos en A. Alkema betoogden namens Funtime dat constructie, maatvoering en vormgeving van Around the World 'klakkeloos zijn overgenomen' van de Starflyer. In hun betoog stelden de advocaten T. Overdijk en T. Engels namens Van der Beek daarentegen dat nabootsen is toegestaan, vooral nu 'de vormgeving van de toren grotendeels is bepaald door de technische en functionele eisen'. Zij wezen erop dat 'functionele en technische elementen niet in aanmerking komen voor bescherming door het auteursrecht'.

Rechter Van der Meer doet 29 augustus uitspraak in het geschil.

Lees hier meer (NHD). 

Bedolven onder verschillende verzoeken. ”De Clinic, de eerste rechtswinkel voor technostarters opent donderdag zijn deuren, maar wordt nu al bedolven onder de aanvragen. "We hebben al verschillende verzoeken gekregen, maar deze sparen we op tot we van start gaan", aldus advocaat Christiaan Alberdingk Thijm. 

Lees hier meer (Emerce).
 
Perspectieven. “Er is in politiek Hardenberg beroering ontstaan over een plaatje van het nieuwe gemeentehuis op de website van Liberaal Hardenberg. De ontwerper van het gemeentehuis, de Architekten Cie. uit Amsterdam, heeft de partij met klem verzocht de afbeelding te verwijderen, omdat 'het zonder overleg en toestemming is geplaatst' en omdat 'de gemaakte perspectieven van ons ontwerp niet correct zijn weergegeven'.

Het raadslid zegt dat alles te goeder trouw is gedaan om de burgers van Hardenberg zo goed mogelijk te informeren over de ontwikkelingen rond het gemeentehuis. "Liberaal Hardenberg voelt zich gehouden aan auteursrecht, maar van schenden is in dit geval geen sprake. Dat hebben we het architectenbureau laten weten en we wachten de reactie af."

Lees hier meer. 

IEF 7023

Filmrechten

Rechtbank 's-Gravenhage, 28 mei 2008, LJN: BE9368, Cinéart S.A. c.s. tegen RCV 2001 Nederland B.V.

Voor de liefhebber: Geschil over de financiële afwikkeling na beëindiging van samenwerking filmdistributeurs met betrekking tot de gezamenlijke aankoop, exploitatie en distributie van filmrechten (o.a. Leaving Las Vegas, My Name is Joe, Central do Brasil) in onder meer België, Nederland, Luxemburg, Suriname en de ABC-eilanden. Tussenvonnis, bewijsopdracht. Vrijwel geen inhoudelijk IE-recht.
 
4.11. “Anders dan RCV betoogt, impliceert het enkele feit dat Cinéart RCV toestemming gaf voor verkoop van de tv-rechten aan een omroep die zowel in Nederland als België actief was, nog niet dat zij ook de aan België toe te rekenen opbrengst van die verkoop mocht behouden. In dit verband is mede van belang dat van een tegenprestatie van de zijde van RCV geen sprake was. Eventuele andere feiten of omstandigheden die die veronderstelling van RCV zouden kunnen rechtvaardigen, zijn gesteld noch gebleken. Nu van de zijde van RCV niet (gemotiveerd) is betwist dat het te dezen gaat om een aan België toe te rekenen bedrag van omgerekend € 14.175,-- per film, is de rechtbank van oordeel dat Cinéart tot dit bedrag per film gerechtigd is. RCV zal worden toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat zij de bedoelde bedragen reeds aan Cinéart heeft betaald.”

Lees het vonnis hier

IEF 7022

Shownieuws

Trouw bericht: “DJ Tiësto wordt beschuldigd van het plegen van plagiaat. In 2003 zou dj Michiel de Jong een nummer hebben gemaakt dat veel gelijkenissen vertoont met Tiësto's 'Elements of life'. "Ik heb het nummer een aantal jaren geleden aangeboden aan de platenmaatschappij van Tiësto, maar die wees mijn demo af", vertelde dj Michiel dinsdag in Shownieuws.”

Lees hier meer.

"DJ Michiel de Jong heeft zijn collega Tiësto onterecht beschuldigd van plagiaat. Dat stelt althans Black Hole Recording, de platenmaatschappij van Tiësto. "Wij wijzen iedere suggestie of insinuatie pertinent van de hand." De Jong stelde dinsdagavond in het televisieprogramma Shownieuws dat hij in 2003 een demo maakte die erg veel lijkt op Tiësto's 'Elements of life'"

Lees hier meer.

IEF 7021

Prs vs. Buma

District Court of Haarlem, 19 August 2008, Judgment in summary proceedings, in the case between Performing Right Society (PRS) and Buma 

On August 19, the District Court in Haarlem handed down a preliminary injunction in a case between the collecting societies PRS (UK) and Buma (NL). PRS had sought the injunction to prevent Buma from continuing to breach its contract of representation with PRS by granting multi-territorial licences for online use of the PRS repertoire outside the Netherlands thereby causing licensees to infringe the copyrights of PRS’ members.
 
On 21 July 2008 Buma announced that it had issued a pan-European licence to online music store Beatport.com, claiming that it was for worldwide repertoire, including that controlled by PRS. Under its representation contract with PRS, Buma is not authorised to include PRS repertoire in a licence anywhere outside the Netherlands. However, Buma claimed that as result of the EU Commission Decision in the CISAC case of 16 July 2008, it was no longer bound to any territorial delineation in the contract.
 
Following a hearing that took place on 8 August, the judge ordered Buma to refrain from offering licences that involve the use of PRS repertoire outside of the Netherlands. The judge found that Buma offered “no convincing arguments” in its case. The judgement of the District Court of Haarlem confirms that collection societies cannot issue licences without the explicit consent of rights holders and that this principle of law is not affected by the recent CISAC decision.
 
Read the entire judgment here (translation made available by Pauline Kuipers, Bird & Bird) IEFenglish