IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 2629

Preekbeurten

testbeeld.JPGKamerstukken 29680, nrs. 9  en 10, Tweede Kamer 2006.  Voorstel van wet van de leden Örgü en Bakker tot wijziging van de Mediawet en de Auteurswet 1912 (regeling verstrekking programmagegevens); Nota naar aanleiding van het verslag en Nota van wijziging.

“Onlangs is in het kader van de implementatie van de richtlijn hergebruik overheidsinformatie artikel 15b Auteurswet gewijzigd en in werking getreden. (…) Bij stukken die niet onder leiding en toezicht van de overheid tot stand zijn gebracht rust het auteursrecht niet bij de overheid. Het is de vraag of artikel 15b AW daarmee van toepassing is op programmagegevens.

De nieuwe formulering van artikel 15b staat alleen in de weg aan het ‘vrij’ maken van de programmagegevens als vast staat dat ‘de openbare macht’ niet de maker of rechthebbende is van die gegevens. Die vraag is niet direct te beantwoorden. De formulering van een auteursrechtexceptie ten aanzien van programmagegevens zou derhalve in overeenstemming kunnen worden gebracht met het nieuwe artikel 15b Aw. Als echter zou blijken dat de openbare macht niet als maker van programmagegevens van de publieke omroep kan gelden, zou moeten worden bezien of de publieke omroepen cq de NOS zich tot overdracht willen verplichten, waardoor de openbare macht alsnog rechthebbende wordt en alsnog aan de voorwaarde van art 15b kan worden voldaan. Openbare macht en publieke omroep zijn immers in ieder geval zo nauw verbonden dat een dergelijke overdracht tot de mogelijkheden behoort. Het nadeel van deze oplossing zou echter zijn dat zij hoe dan ook vooralsnog rechtsonzekerheid in stand zou laten en dwingt tot verdere onderhandelingen en/ of tot rechtszaken. Zoals eerder uiteengezet willen de indieners zulks nu juist voorkomen.

Daarom  wordt voorgesteld onder art. 10 Aw een zesde lid toe te voegen dat bepaalt dat de bescherming van het auteursrecht zich uitstrekt tot uitingen en niet tot ideeën, procedures, werkwijzen of wiskundige concepten als zodanig. Dit is een letterlijke transcriptie van art. 2 World Intellectual Property Organization (WIPO) Copyright Treaty 1996. Daarnaast wordt als 7e lid onder art. 10 opgenomen dat: de programmering van radio- of televisie-uitzendingen, alsmede de schriftelijke neerslag daarvan in lijsten of overzichten, wordt aangemerkt als een idee als zodanig. Deze voortbrengselen van de geest zijn uitgezonderd van de geschriftenbescherming. Programmagegevens vallen daarmee buiten de geschriftenbescherming. Omdat de geschriftenbescherming een typisch Nederlandse rechtsfiguur is, is de Nederlandse wetgever vrij om er de grenzen van vast te stellen.

Nota naar aanleiding van het verslag hier.
Nota van wijziging hier.

pdf medewerker hier

IEF 2628

Ja, zo kan ik het ook!

grppsprtv.JPGNRC 18 september, kort interview met Hans Vandenburg, zanger, gitarist en drijvende kracht van Gruppo Sportivo over pop en plagiaat:

”Een Amerikaanse fan van Gruppo Sportivo maakte me attent op een coversie van mijn liedje Tokyo door het meidentrio Puffy AmiYumi. Dat is een hit aan het worden in Japan en de VS. Best leuk gedaan, maar zanger Dexter Holland van punk- groep The Offspring beweert dat hij het geschreven heeft. Onzin, want iedereen kan horen dat het mijn lied is. Omdat Holland er twee nieuwe coupletten bij heeft geschreven, claimt hij nu dat het zijn compositie is. Ja, zo kan ik het ook! Dan neem ik gewoon een mooi refrein van The Beatles, maak er nieuwe coupletten bij en klaar is mijn song. Of ik schrijf een nieuw hoofdstuk bij een boek van Jan Wolkers, en alweer rolt er een meesterwerk uit de pen van Hans Vandenburg! Maar zo zijn meneer Holland en ik niet getrouwd. We treffen elkaar binnenkort in de rechtszaal.

(...) Die Dexter Holland had hij de brutaliteit om mij een deal aan te bieden, waarbij we de royalties fifty-fifty zouden verdelen. Hij beweert dat hij het origineel van Gruppo Sportivo nooit heeft gehoord, maar dat zijn manager het refrein altijd zong in de tourbus. Wat hij dus eigenlijk zegt, is dat e een paar noten kunt toevoegen aan een symfonie van Mozart die je vaag in de supermarkt hebt gehoord, en dat het daarmee je eigen compositie is geworden. Niet, dus.”

IEF 2627

Persoonlijke groei

sbbp.JPG“De populaire dieetgoeroe Sonja Bakker wordt beschuldigd van plagiaat. Haar Noord-Hollandse collega Bea Pols zegt na het lezen van Bakkers bestseller 'Bereik je ideale gewicht' dat minstens twintig zinnen letterlijk en twintig zinnen bijna exact zijn overgenomen uit een van haar boeken.

‘Tot mijn verbazing herkende ik hele zinnen uit mijn boek uit 2003, 'Afslanken en persoonlijke groei'.’ Hoewel Pols erkent dat Bakker en zij dezelfde opleiding hebben gehad, noemt ze het geen toeval meer: ‘Hele alinea's zijn hetzelfde of er verschilt een woordje.’

Bakker reageert verontwaardigd op: ‘Al tien jaar heb ik een praktijk en geef ik aan mijn cliënten bijlagen mee. Daar komen die zinnen ook uit (…) ik vermoed dat zij bijlagen van een van mijn cliënten in handen heeft gekregen en gebruikt heeft voor haar boek.’

Beide dames hebben een advocaat ingeschakeld.”

Lees hier meer. (Telegraaf).

IEF 2626

Toch Tien

O.a. het AD komt met het bericht dat Talpa toch de rechten  op de naam ‘Tien’ heeft gekocht van SBS .“insiders vermoeden dat de mediatycoon de naam zal gebruiken voor zijn tweede zender, die hij volgend jaar wil beginnen.

De Mol mocht vorig jaar de met veel bombarie gepresenteerde naam Tien niet gebruiken voor zijn eerste tv-zender. SBS (SBS 6, Net 5 en Veronica) protesteerde met succes bij de rechter, omdat Tien te veel zou lijken op TV10, een merk dat SBS al had gedeponeerd. SBS bood de naam daarop voor 5 miljoen euro te koop aan, maar dat vond De Mol te duur.

De deal tussen SBS en Talpa is onlangs beklonken. Tegelijkertijd hebben beide tv-bedrijven, die elkaar het afgelopen jaar voortdurend in de haren zaten, ook het lange conflict over het realityprogramma Expeditie Robinson geschikt, bevestigt SBS. Over de financiële details van de regeling doet het concern geen mededelingen."

Lees hier meer. Eerdere berichten o.a. hier en hier en hier.

IEF 2625

Kabinetsbehuizingen

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 31 augustus 2006, rolnr. 04/943. ADP Gauselmann GmbH & Atronic Casino Technology GmbH tegen G.E.F. IM. Di Domenico Girardini S.R.L., Magic Dereams S.R.L. & OMG Metal Works S.R.L.

Auteursrecht op gokkastkasten. Een offerte is geen openbaarmaking in de zin van artikel 12 AW.

ADP en ATRONIC hebben verschillende Italiaanse gokkast fabrikanten (Giraridini c.s.) gedagvaard, omdat zij auteursrechtinbreuk zouden hebben gemaakt op het auteursrecht op de kabinetsbehuizing van kansspelautomaten, gokkasten,  van ADP,de “Big Wheel”, door haar toevertrouwde tekeningen, ontwerpen en informatie voor de productie te gebruiken.  Girardini produceerde de (behuizingen van de) “Big Wheel” voor Orion B.V. die deze naar Tsjechië en Slowakije exporteerde.

De Voorzieningenrechter heeft zich onbevoegd verklaard om van het geschil kennis te nemen.
ADP c.s. hebben tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld.

Het geschil draait om de vraag om de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft ex artikel 5 sub 3 EEX-Verordening. Het Hof gaat er veronderstellenderwijs vanuit dat de kabinetsbehuizing van de kansspelautomaten auteursrechtelijke bescherming genieten. Uit de stukken blijkt echter niet dat Giraridini het ontwerp in Nederland openbaar hebben gemaakt. De factuur aan Orion B.V., waarop is vermeld dat de levering “ex works” in Italië geschiedt, bewijst het tegendeel.

Uit de wetsgeschiedenis van de genoemde wet blijkt dat aan het begrip “openbaarmaking” in artikel 12 weliswaar een ruime betekenis moet worden toegekend maar dat in elk geval, ook in de afgeleide betekenissen van het begrip, vereist is dat het werk op een of andere manier aan het publiek ter beschikking komt (HR 27 januari 1995, NJ 1995, 669 r.o. 3.2.2.). Daaraan wordt niet voldaan door offertes per fax te sturen, of folders van (andere) kansspelmachines.

Uit correspondentie tussen Orion en Girardini, volgt dat er plannen tot samenwerking waren waarbij Orion 5000 behuizingen in de Benelux wilde gaan leveren. Ministerie van EZ gaf echter geen toestemming, zodat er ook geen dreiging van een onrechtmatige daad in Nederland meer is. Het hof bekrachtigt het vonnis.

Lees het arrest hier.

IEF 2624

Beschermde titel

rrr.JPGRechtbank Maastricht, 18 september 2006, KG ZA 06-269. St. Nicholas Music Inc. tegen Get Nosed B.V. c.s. (Met dank aan Klos Morel Vos & Schaap).

Nicholas is exclusief rechthebbende van het auteursrecht dat rust op titel en tekst van het wereldwijd bekende liedje “Rudolph the red-nosed reindeer” dat in 1949 is uitgebracht. In de afgelopen decennia zijn diverse (teken)films met het personage Rudolph gemaakt en via geautoriseerde licenties is ook een breed scala aan andere producten op de markt gebracht (boeken, dvd’s, cd’s, speelgoed), waardoor de faam van Rudolph nog verder is toegenomen.

Sinds enige tijd brengt Get Nosed c.s een alcoholhoudende drank in kleine flesjes op de markt waarop de naam ‘Rudolph’ wordt gebruikt, waarbij de letter ‘o’ als een rode bol is afgebeeld die tevens de neus is van een rendierkop van welke de contouren met donkere lijnen in cartoonstijl rond de naam zijn getekend.

Eiser Nicholas en de Rechtbank Maastricht zien dit als een ongeoorloofde inbreuk op het auteursrecht van Nicholas.  De inbreukvraag valt volgens de rechtbank in diverse deelvragen uiteen:  a) kan de titel “Rudolph the red-nosed reindeer” als een werk in de zin van artikel 10 AW worden beschouwd? b) indien ja, wordt daarop in het onderhavige geval inbreuk gemaakt?”

Dat en waarom er sprake is van een werk wordt niet direct verwoord, maar blijkt afdoende uit de constatering dat en waarom er sprake is van inbreuk.

Niet in dispuut is hier dat het auteursrecht van Nicholas betrekking heeft op titel en liedje “Rudolph the red-nosed reindeer”, en derhalve niet direct op (de afbeelding van) een personage. Dat is echter niet waar het om gaat. Waar het wél om gaat is de vraag of, ondanks de afwezigheid van een uniforme uiterlijke voorstellingswijze van Rudolph, de voorstelling [van gedaagde] in verbinding met de naam ‘Rudolph’ een onrniddellijke associatie met de titel “Rudolph the red-nosed reindeer” teweeg brengt en daarvan als een veruiterlijking kan worden opgevat. (…) is sprake van een bewerking “welke niet als een nieuw, oorspronkelijk werk moet worden aangemerkt” (art 13 Auteurswet) dan wel van iets nieuws en oorspronkelijks dat - onverminderd het auteursrecht op het oorspronkelijke werk - als zelfstandig werk bescherming verdient (art. 10, lid 2 Auteurswet)?

Het door gedaagde gebruikte logo met de drie elementen ‘Rudolph’, de ‘rode neus’, en het ‘rendier’ (of hert, wat in dit verband op hetzelfde neerkomt), waarvan Nicholas ter zitting onder verwijzing naar auteursrechtelijke literatuur met juistheid heeft betoogd dat dit drie geheel subjectieve elementen zijn, wekt zozeer én onmiddellijk de associatie op met een - wellicht tot op dat moment in het voorstellingsvermogen nog niet concreet gevisualiseerd - beeld van “Rudolph the rednosed reindeer”, dat daarmee het ongelijk van gedaagde een gegeven feit is.

Ook het ‘parodie argument’ slaagt niet. Van een visuele parodie kan ook in de optiek van gedaagde geen sprake zijn bij gebreke aan een uniform uiterlijk van Rudolph. Blijft over wat men een situationele parodie zou kunnen noemen; het plaatsen van een karakter in een ironiserende situatie die afwijkt van de gebruikelijke omgeving. Daarvan is hier evenmin sprake, nu Rudolph slechts als vrolijk beeldmerk op een flesje alcoholhoudende drank wordt gebruikt; enige parodie valt daarin niet te onderkennen.
Dat er tussen partijen nog een ‘merkenrechtelijke procedure’ bij het OHIM loopt is niet van belang. “Rechtspraak noch regelgeving dwingen in een situatie als de onderhavige, waarin een conflict tussen partijen vanuit zowel nationaal-auteursrechtelijk alsook Europees-rnerkenrechteljk perspectief kan worden bezien, tot enigerlei terugtred van de nationale rechter zoals kennelijk wordt bepleit.

De verschillen in verkoopkanaal en doelgroep zullen zeker wel dusdanig zijn dat kinderen niet of nauwelijks in aanraking komen met het Rudolphdrarikje. Bij een louter daarop gebaseerde vordering tot schadevergoeding in de bodemprocedure zal Nicholas ongetwijfeld nog het nodige moeten doen om dat hard te maken. Die kwestie kan hier verder in het midden worden gelaten.

Nicholas heeft, met verwijzing naar de IE-handhavingsrichtlijn en in afwijking van het bij een proceslkostenveroordeling gebruikelijkerwijs gehanteerde forfaitaire tarief, de veroordeling van gedaagde Get Nosed in de daadwerkelijk gemaakte advocaatkosten gevorderd, thans te bepalen op een voorschot van € 7.500,-. Daarbij heeft Nicholas gewezen naar recente kort geding uitspraken, waarin een dergelijke veroordeling is uitgesproken bij een bewuste inbreuk op een rnerkrecht.

Get Nosed betwist in dit verband dat sprake is geweest van een bewuste inbreuk. Zij stelt te goeder trouw te zijn geweest en onderzoek te hebben gedaan in de merkregisters De voorzieningenrechter overweegt dat deze zaak auteursrechtelijk van aard is zodat merkenrechtelijk onderzoek, wat daar ook verder van zij, niet kan bijdragen tot goede trouw in de door Get Nosed voorgestane zin Het komt voor rekening van Get Nosed dat zij wellicht heeft gemeend dat het auteursrecht geen beletsel zou vormen voor de verkoop van het Rudolphdrankje. In de bewoordingen van artikel 3:11 BW is zij iemand die de aan Nicholas toekomende auteursrechtelijke bescherming “in de gegeven omstandigheden behoorde te kennen”/ Het toe te kennen voorschot wordt bepaald op € 5.000,-.

Lees het vonnis hier.

IEF 2623

Punt

Gerechtshof Den Haag, 15 juni 2006, rol nummer 05/1107.Nokta Telecom V.O.F. tegen Nokia Corporation

In juni 2005 oordeelde de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag dat er sprake is van auditieve en visuele gelijkenis tussen het bekende merk NOKIA en de door gedaagde gebruikte handelsnaam Nokta Telecom en de domeinnaam www.noktatelecom.nl.

 Nokta voert aan dat zij het teken NOKTA niet als merk, maar als onderdeel van hun handelsnaam en hun domeinnaam gebruiken.  Het Hof oordeelthet teken 'nokta' wordt gebruikt als onderdeel van een handelsnaam. Hoewel een handelsnaam mede kan dienen ter onderscheiding van waren of diensten (in de zin van art. 13A lid 1 sub b en c BMW) is er in casu geen sprake van merkgebruik. Nokia  heeft niet aannemelijk gemaakt  dat het publiek het gebruik van de handelsnaam NOKTA TELECOM in fiete opvat als gebruik van een teken waarmee de diensten van Nokta worden onderscheiden.. Het gebruik van Nokta als onderdeel van de domeinnaam levert volgens het hof gebruik als handelsnaam, en geen merkgebruik op.

 

Met betrekking tot 13A lid 1 sub d merkt het hof op  Nokia sinds de jaren 90 merkrechten heeft, Nokia een bekend merk is en dat Nokta haar winkels pas in 2002 heeft geopend. Daar de tekens voor wat betreft het kenmerkende gedeelte - Nokta - in ieder geval visueel overeenstemt met het merk Nokia en gebruikt wordt dan wel ingeschreven is voor dezelfde waren  en diensten, en dat Nokia als bekend merk een ruime beschermingsomvang heeft, acht het hof aannemelijk dat Nokta  ongerechtvaardigt voordeel heeft getrokken uit en/of ongerechtvaardigd afbeuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk. Het feit dat 'nokta' een aanduiding is voor (tref)punt in de Turkse taal, levert ook bij het hof geen geldige reden voor gebruik  op.

Ten overvloede gaat het Hof nog in op de stelling van Nokta dat art. 5a Handelsnaamwet toepassing mist omdat er naar haar mening geen sprake van verwarringsgevaar is. Het Hof overweegt dat in de handelsnaam NOKTA TELECOM, NOKTA als het kenmerkende deel moet worden aangemerkt en dat de woorden 'nokia' en 'nokta' een visuele gelijkenis vertonen. Op grond van de activiteiten die beide ondernemingen verrichten, oordeelt het Hof dat er gevaar voor indirecte verwarring mogelijk is.

Het Hof verlengd wel de termijn waarbinnen Nokta het gebruik van de domeinnaam moet staken.

Lees het arrest hier. Eerder bericht + vonnsi rechtbank hier

IEF 2622

Geen zoekmachine

gnb.bmpO.a. de NRC bericht dat Google News van de Belgische rechter alle artikelen van Franstalige kranten verwijderen. “In tegenstelling tot de Nederlandse dagbladuitgevers tekenden de Belgische kranten bezwaar aan tegen Google News, dat naar hun mening inbreuk maakt op het auteursrecht. De Franstalige pers stapte naar de rechter en kreeg gelijk, zo bleek afgelopen weekeinde: de Brusselse rechtbank heeft Google News verboden nog langer naar artikelen te verwijzen, op straffe van een dwangsom van 1 miljoen euro per dag. Bovendien moet Google een bericht over de beslissing van de rechter publiceren. Sinds gisterenavond zijn geen artikelen van Franstalige kranten als La Soir, La Libre Belgique en La dernière meer bij Google verschenen.

Voor zijn vonnis baseerde de Belgische rechter zich op de bevindingen van Luc Golvers, de internetexpert en voorzitter van Belcliv, de Belgische club voor Informaticaveiligheid. Golvers beschouwt Google News als een nieuwsportaal, en niet als een zoekmachine. Door de caching (langdurige opslag) die Google gebruikt, kunnen bezoekers een artikel blijven lezen, ook nadat de uitgever het van zijn eigen site heeft verwijderd. “

Lees hier meer. Vonnis hier.

IEF 2620

Oppervlakkig reclamerecht

Adformatie.nl bericht over een kort geding tussen KPN en JCDecaux. “ Het telecombedrijf wil reclamevlakken op zijn telefooncellen gaan aanbrengen in samenwerking met Hillenaar, maar JCDecaux heeft het exclusieve recht door contracten met de gemeenten. KPN meent dat het contract tussen JC Decaux en gemeenten geen exclusiviteit behelst voor het formaat van twee vierkante meter, het formaat waarop KPN in de telefooncellen wil laten adverteren. Woensdag dient een kort geding voor de rechtbank van Amsterdam.”

Lees hier iets meer.

IEF 2619

Vier categorieën

vwa.bmpRapport VWA: Claims bij levensmiddelen onderzocht. “De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) onderzocht 175 voedingsmiddelen op het gebruik van zogenaamde claims. Dertien maal is opgetreden tegen oneigenlijk gebruik van claims. Ook is door de VWA een medische claim aangetroffen op een levensmiddel. Dit is verboden omdat medische claims alleen op medicijnen mogen staan.

De VWA onderscheidt vier categorieën claims: medische claims, gezondheidsclaims, voedingswaarde claims en overige claims.  Verreweg de meeste aangetroffen claims zijn voedingswaarde claims, met name gericht op de (lage) hoeveelheid vet die het product bevat. Daarnaast is er in ongeveer een derde van de aangetroffen claims sprake van een claim die valt in de categorie ‘overig’. Deze ‘overige’ claims zijn vaak vaag en betekenisloos, zoals: “perfect geschikt voor de verantwoorde lekkere trek’, of: ”draagt bij aan een evenwichtige voeding”. Dit soort claims kan verwarring wekken bij de consument of zelfs misleiden.

De komende jaren wordt gewerkt aan het implementeren van een Europese verordening voor claims, die de huidige wetgeving gaat vervangen. Het is op dit moment (nog) niet duidelijk of de bovengenoemde vage, ‘overige’ claims verboden gaan worden door de nieuwe Europese claimsverordening.

De VWA dringt er bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op aan zorg te dragen dat de nieuwe claimswetgeving eenduidig geïnterpreteerd kan gaan worden, ook met betrekking tot de ‘overige’ claims.”

Lees het rapport rapport ‘Claims bij levensmiddelen’ hier.