IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 2366

korte hippe

“Een kapper heeft in een advertentie voor zijn zaak minister-president Balkenende een nieuw kapsel aangemeten. Op de afbeelding staat Jan Peter met een korte hippe coup." Er is ‘uiteraard’ geen toestemming verleend en de RVD heeft een sommatie gestuurd.

Lees hier iets meer (Telegraaf).

IEF 2365

Scherpe T-T-S klanken

Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 juli 2006, HA ZA 05-3481, Cofresco Frischhalterprodukte tegen Reynolds Metal Company.

Keurig “fill in the blanks” merkenrechtelijk vonnis waarin wordt geoordeeld dat het merk TUB-ITS op verwarringwekkende wijze overeenstemt met, en dus inbreuk maakt op, het merk TOPPITS.

Noemenswaardig is de nietigverklaring van een reeds doorgehaald merk (zie r.o. 4.13 onderaan geciteerd).

4.6. Voor de vraag of sprake is van overeenstemming in de zin van art. 3 lid 2 sub B BMW, is de te hanteren maatstaf of de TOPPITS merken enerzijds en het TUB-ITS merk anderzijds, globaal beoordeeld naar de totaalindruk die de betreffende merken maken, auditief, visueel of begripsmatig zodanige gelijkenis vertonen dat daardoor de mogelijkheid bestaat dat bij het in aanmerking komende publiek (waaronder is te verstaan de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument van de betrokken waren) verwarring wordt gewekt tussen de betreffende merken (directe verwarring), dan wel de indruk wordt gewekt dat enig verband bestaat tussen Cofresco en het Beneluxmerk van Reynolds (indirecte verwarring). Bij de beantwoording van die overeenstemmingsvraag dienen alle relevante omstandigheden van het geval in aanmerking te worden genomen. Bovendien moet meer acht worden geslagen op de overeenstemmende elementen dan op de verschillen. Bedoelde globale beoordeling van het verwarringsgevaar veronderstelt een zekere onderlinge samenhang tussen de overeenstemming van de merken en de soortgelijkheid van de waren. Zo kan een geringe(re) mate van soortgelijkheid van de betrokken waren worden gecompenseerd door een hoge(re) mate van overeenstemming tussen de merken. Ook dient rekening te worden gehouden met het onderscheidend vermogen en, in verband daarmee, de mate van bekendheid van het aanvallende merk.

4.7. Er is (in hoge mate) sprake van auditieve gelijkenis, blijkend uit het hanteren van vier identieke letters T, I, T, S, gepositioneerd op dezelfde plaatsen, waarbij de woordklank in beide gevallen in aanzienlijke mate wordt bepaald door de scherpe T-T-S klanken en de B uit TUB-ITS hetzelfde klinkt als de twee P's uit TOPPITS. Voor de auditieve gelijkenis is het koppelteken uit TUB-ITS niet relevant. Ook visueel is er (in hoge mate) gelijkenis. Beide merken bestaan uit zeven tekens, waarvan er vier identiek zijn, terwijl bovendien de eerste en de laatste drie letters dezelfde zijn. Vergeleken bij die overeenstemmende kenmerken komt minder gewicht toe aan het afwijkende kenmerk van het koppelteken in het TUB-ITS merk. De eventuele begripsmatige minder duidelijke overeenstemming (voor zover niet beide merken voornamelijk als fantasieaanduiding worden opgevat, kan het in aanmerking komende publiek in de Benelux voor zover de Engelse taal machtig TUB-ITS mogelijk meer beschrijvend opvatten in de zin van "stop het erin", zoals Reynolds terecht heeft aangegeven) doet aan het vorenstaande onvoldoende af.

4.8. Ook aan het vereiste van dezelfde of soortgelijke waren is voldaan. De TUB-ITS inschrijving geldt voor waren in klasse 21 omschreven als "houders voor de huishouding of voor de keuken". Voor zover gehandhaafd is het TOPPITS merk met inschrijving 654183 onder meer ingeschreven voor waren in klasse 21 omschreven als "récipient pour le ménage et la cuisine (…) produits et objets pour le ménage et la cuisine en (…) matières plastiques (…), boîtes pour maintenir les aliments frais", zodat hier sprake is van dezelfde waren. Voor de overige gehandhaafde waren waarvoor de TOPPITS merken zijn ingeschreven is sprake van soortelijke waren, omdat huishoudfolie, plastic zakjes etc. (verpakkingswaren voor voedingsmiddelen en met name huishoudelijke en keukenbenodigdheden) minstgenomen complementair zijn aan verhoudbakjes ingeschreven in klasse 21 (TUB-ITS) in de zin van het Canon/Cannon arrest (HvJEG NJ 1999/393), zo deze al niet naar hun aard, bestemming en gebruik overeenstemmen in de zin van bedoeld arrest. De verschillende plaatsen waar de betreffende producten (plastic zakjes, bakpapier en folie enerzijds en vershoudbakjes anderzijds) in winkelketens als Blokker en Albert Heijn in de schappen zouden zijn te vinden, wordt – zo al juist – te dezen niet zodanig relevant geoordeeld dat om die reden geen sprake zou zijn van soortelijke waren, zoals Reynolds ten onrechte aanvoert. Daarbij is mede van belang de hiervoor geconstateerde hoge mate van overeenstemming tussen de betreffende merken in auditieve en visuele zin.

4.9. Met Cofresco is de rechtbank van oordeel dat sprake is van verwarringsgevaar. Gelet op het gebruik van de TOPPITS merken sinds in ieder geval 1985 (een betrekkelijk lange periode) en de onvoldoende gemotiveerd betwiste jaarlijkse omzet in België en Nederland van ongeveer zeven miljoen Euro in de periode 1999-2005, alsmede de reclamebestedingen betreffende deze merken, is sprake van een grote mate van onderscheidend vermogen van TOPPITS en een aanzienlijke mate van bekendheid daarvan bij de consument. Volgens eerder genoemd Canon/Cannon arrest is het verwarringsgevaar met name afhankelijk van de onderscheidingskracht en de bekendheid van het aanvallende merk, de mate van overeenstemming en de mate van soortgelijkheid (met compensatiemogelijkheid tussen geringere mate van soortgelijkheid en grotere mate van overeenstemming en vice versa). Gelet op de grote mate van overeenstemming tussen TOPPITS en TUB-ITS en de deels identieke, voor het overige soortelijke waren van beide merken en het onderscheidend vermogen van de TOPPITS merken is sprake van direct, althans indirect verwarringsgevaar.

[…]

4.13. Aangezien het Beneluxmerk TUB-ITS al is doorgehaald inmiddels, zal weliswaar de in conventie sub iv) gevorderde nietigheid wegens lagere rangorde worden uitgesproken, maar niet de doorhaling daarvan worden gelast, ook al is de rechter daartoe ambtshalve gehouden op grond van art. 14D BMW. Dat geldt voor het normaaltypische geval dat het nietig te verklaren merk nog niet is doorgehaald.).

Lees het vonnis hier.

IEF 2364

Weinig impedantie

Rechtbank 's-Gravenhage 19 juli 2006, Whitaker tegen FCI. Geen inbreuk op het octrooi aangezien geen toepassing wordt gegeven aan ten minste twee kenmerken van conclusie.

Whitaker vordert met betrekking tot het Nederlandse deel van het octrooi EP 785 een inbreukverbod en onder meer het doen van opgaven, een recall en de vernietiging van de inbreukmakende connectoren. Het octrooi betreft een connector die wordt toegepast voor de overdracht van digitale signalen met zeer hoge snelheid.

"De voorzieningenrechter merkt op dat uit de bij het octrooi horende figuur 3 blijkt dat de pin receiving passageways feitelijk kokers of tunnels zijn die beginnen bij de aperture (18) aan de voorzijde van het huis en doorlopen tot de achterzijde (waar het web erop aansluit). Dat de passageways doorlopen van voor tot achterzijde blijkt ook uit kenmerk a2 waaruit blijkt dat zij zich uitstrekken tot a rear face (14) van het huis.

De constructie van de Airmax VS brengt met zich mee dat de contact portions niet afzonderlijk zijn opgesloten tussen onder en bovenwanden van het huis die een pin receiving passageway vormen en bij montage en gebruik de contact portions kunnen geleiden en steunen. Naar voorlopig oordeel geeft de Airmax VS dan ook geen toepassing aan onderdeel g van conclusie 1.

Samengevat leidt dit tot het voorlopig oordeel dat FCI met haar Airmax VS connector geen toepassing geeft aan ten minste twee kenmerken van conclusie 1 van EP 785. Mede in het licht van het gewicht dat de oppositieafdeling toekende aan deze kenmerken voert dit tot de slotsom – nu de overige conclusies alle als volgconclusies zijn aan te merken – dat de gevorderde voorlopige voorziening moet worden geweigerd.

De voorzieningenrechter overweegt daarenboven dat een uitleg van EP 785 die ertoe zou leiden dat ook de connector van FCI onder de beschermingsomvang daarvan zou vallen, onvoldoende recht zou doen aan de redelijke rechtszekerheid voor derden die kennisnemen van het octrooi. Hierbij is tevens de gedetailleerdheid van de conclusie van belang, nu feitelijk sprake is van een zogenaamde “portretconclusie” zodat een vakman niet snel enige afwijking of ruime interpretatie van de letterlijke tekst van de conclusie zal verwachten. Een eventueel beroep op equivalentie stuit ook hier op af.

Bij deze stand van zaken kan de voorzieningenrechter de overige verweren van FCI, welke onder meer de geldigheid van EP 785 betreffen, onbesproken laten."
Lees hier het vonnis.

IEF 2363

Ook eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank 's-Gravenhage, 19 juli 2006, Carrosseriebouw Compaan tegen Van den Born Carrosserie

"Voor toewijzing van de vordering tot vergoeding van bij staat op te maken schade is voldoende dat de mogelijkheid dat schade is of zal worden geleden, aannemelijk is gemaakt. Aannemelijk is dat Compaan en Veth onder de dreiging van het octrooi zijn belemmerd in hun pogingen afzet te vinden voor hun glasrastelen nadat in kort geding een
verbod op inbreuk was gegeven, welk vonnis ook was betekend. De mogelijkheid van schade is daarmee aannemelijk, zodat ook deze vordering moet worden toegewezen." Lees het vonnis hier.

- Rechtbank 's-Gravenhage, 19 juli 2006 (bij vervroeging), Cofresco Frischhalterprodukte tegen Reynolds Metals Company

"Gelet op de grote mate van overeenstemming tussen TOPPITS en TUB-ITS en de deels identieke, voor het overige soortelijke waren van beide merken en het onderscheidend vermogen van de TOPPITS merken is sprake van direct, althans indirect verwarringsgevaar." Lees hier het vonnis.

IEF 2362

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 juli 2006, KG ZA 06-673. The Whitaker Corporation c.s. tegen FCI 's-Hertogenbosch B.V. c.s

"Het octrooi, met de titel Impedance matched backplane connector, betreft een verbindingsinrichting voor printplaten in een stand haaks op elkaar. De connector kan daarbij een groot aantal electrische verbindingen tot stand brengen. Een connector van deze soort wordt toegepast voor de overdracht van digitale signalen met zeer hoge snelheid. Bij de gewenste snelheden wordt de impedantie van de afzonderlijke elektrische verbindingen van belang."

Lees het vonnis hier.

IEF 2361

Vlonders en pergola's

Gerechtshof Leeuwarden, 12 juli 2006, LJN: AY4127. De Industrie- en Handelsonderneming tegen De Handelsmaatschappij.
 
De  Industrie- en Handelsonderneming baseert in deze zaak haar tegen de Handelsmaatschappij ingestelde vorderingen op een inbreuk door de Handelsmaatschappij op het auteursrecht dat zij (de Industrie- en Handelsonderneming) stelt te hebben op een foto waarop - in essentie weergegeven - te zien is een houten tuinhuisje, vlonders en pergola's in een landelijke omgeving, welke foto is geplaatst in een door haar in 1996 uitgegeven jubileumnummer van de "Tuinplezier Koerier 1996".

De gestelde inbreuk door de Handelsmaatschappij bestaat naar stelling van de Industrie- en Handelsonderneming hierin dat eerstgenoemde dezelfde foto heeft afgedrukt in een door haar uitgegeven catalogus onder de naam "Tuindeco catalogus 2003". Het eventuele auteursrecht van de "architect" van de op de foto waarneembare opstelling van het tuinhuisje c.a. en zijn omgeving, is in deze procedure derhalve niet aan de orde.


De Industrie- en Handelsonderneming heeft in haar gedingstukken niet in toereikende mate uiteengezet wat haars inziens het eigen karakter van de foto is, als gevolg waarvan de foto zou kunnen worden aangemerkt als een werk in de zin van de Auteurswet.. De facto heeft zij volstaan met de herhaalde stelling dat sprake is van een werk in meerbedoelde zin, daartoe - in reactie op het door de Handelsmaatschappij gevoerde verweer dat van een werk geen sprake is - in haar laatst genomen akte slechts aanvoerende dat haar werkneemster werkneemster de foto heeft genomen "met gebruikmaking van haar eigen interpretatie van het geheel".

In het verband van de vraag wie als auteursrechthebbende op de foto is aan te merken, heeft de Industrie- en Handelsonderneming verder nog gesteld dat de fotograaf slechts "fysiek uitvoerder" is geweest en dat zij (de Industrie- en Handelsonderneming) de samenstelling van de te fotograferen objecten, de kleuren en de gehele setting heeft bedacht en voorbereid, doch dit een en ander ziet niet zozeer op het makerschap van een fotografisch werk als zodanig doch veeleer op het makerschap van het op de foto vastgelegde werk, welk laatste onderwerp als reeds overwogen niet de inzet is van het geding.

Met betrekking tot de eveneens door de Industrie- en Handelsonderneming geponeerde stelling dat zij heeft aangegeven van welke afstand en uit welke hoek gefotografeerd moest worden, overweegt het hof dat aan de hand van de gedeponeerde foto's niet valt waar te nemen dat op dit of enig ander punt sprake is van een eigen karakter, nu de foto ten aanzien waarvan naar stelling van de Industrie- en Handelsonderneming sprake is van een auteursrechtelijke inbreuk, een sterk "technisch" karakter heeft waaruit niet een persoonlijk stempel van de maker blijkt.

Het boven overwogene leidt het hof tot de conclusie dat er met betrekking tot de ten processe relevante foto geen sprake is van een werk in auteursrechtelijke zin, zodat daarop de vorderingen van de Industrie- en Handelsonderneming dienen te stranden. 
  
Lees het vonnis hier.

IEF 2360

Betink in list

NRC Handelsblad bericht dat “tussen de Friese uitgeverij Le Chat Mort en de Stichting Het Toonder Auteursrecht onenigheid is ontstaan over de publicatie van It spoek fan Bommel State (Het spook van Bommelstein). Dit zou het twaalfde Bommelverhaal in het Fries worden.

Het contract lag volgens de uitgeverij klaar toen Toonder in de zomer van vorig jaar overleed. „Ik heb dit weekend een nieuw contract toegestuurd gekregen van de stichting, maar daarin worden de afspraken veranderd die ik met Toonder zelf had gemaakt.”

De stichting zegt juist „uitermate positief” te staan tegenover de uitgave en de uitgeverij alleen gewaarschuwd te hebben dat het misschien niet allemaal zo snel zou lopen.

Lees hier meer.

IEF 2359

Recente RCC uitspraken

- De Reclame Code Commissie heeft reclame-uitingen voor de verzamelwerken “Creatief borduren” en “Tekenen” van Lecturama misleidend bevonden. Uit de reclame blijkt niet of niet duidelijk uit hoeveel “afleveringen” de verzamelwerken bestaan en welke kosten aan die afleveringen verbonden zijn.

- Swiss BV en de drogisterijen Herba en De Brink hebben voor de aanprijzing van het product Garlic Combi Gold gebruik gemaakt van een misleidende reclame-uiting. Dit product is niet ter toetsing voorgelegd aan de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten. In de uiting worden, niet onderbouwde, toespelingen gemaakt dat Garlic Combi Gold ziekten van een mens kan voorkomen, behandelen of genezen.

- De uitingen 'Gewrichten en spieren blijven soepel’ en  ‘Cranberry + vitamine C: Cran Combi voor gezonde blaas en nieren’ worden misleidend geacht, aangezien de adverteerders niet voldoende aannemelijk kunnen maken dat het product de werking heeft die daaraan in de advertentie wordt toegeschreven.

Lees hier meer.

IEF 2358

Verantwoord

Boekblad meldt dat de Vlaamse uitgever Snoecks NV, uitgever van het  glossy jaarboek Snoecks, de nieuwe eigenaar van drukkerij Snoeck-Ducaju betwist om de merknaam Snoecks. Beide bedrijven hebben een jaarboek in voorbereiding.

Na het faillissement van drukkerij Snoeck-Ducaju nam Deckers Druk personeel en activa van de Gentse drukker over. De uitgeverij Snoecks NV, die het jaarboek en de gelijknamige Almanak uitgeeft, had niets met deze overname te maken en bleef in handen van de broers Sidney en Patrick Snoeck. Deckers Druk beweert nu dat de merknaam Snoecks tot de activa van Snoeck-Ducaju behoort.

Snoecks NV beroept zich op een contract, waarin staat dat de naam van jaarboek (met ‘artistiek verantwoord bloot’) en kalender bij de NV horen. Uitspraak (Belgische) KG op 21 augustus.
 
Lees hier meer (alleen met inlogcode).

IEF 2357

Damesschoeisel en damestassen

HvJ EG, 18 juli 2006, zaak C-214/05. Sergio Rossi Spa tegen OHIM en Sissi Rossi Srl.


Voornamelijk procesrecht. Oppositie en vorderingen worden afgewezen . Het merk waarvan inschrijving is aangevraagd, is het woordteken SISSI ROSSI. De inschrijvingsaanvraag betreft klasse 18, leder en kunstleder en hieruit vervaardigde producten voorzover niet begrepen in andere klassen; dierenhuiden; reiskoffers en koffers; paraplu’s, parasols en wandelstokken; zwepen en zadelmakerswaren. Rossi SpA heeft oppositie op grond van het (Italiaanse) woordmerk MISS ROSSI (kleding).

Bij de omstreden beslissing heeft de eerste kamer van beroep van het BHIM de beslissing van de oppositieafdeling vernietigd en de oppositie afgewezen. De betrokken tekens stemmen in geringe mate overeen. Na een vergelijkend onderzoek van de distributiekanalen en van de bestemming en de aard van de betrokken waren heeft de kamer van beroep bovendien geconcludeerd dat de verschillen tussen de waren veel groter zijn dan de enkele gemeenschappelijke kenmerken ervan.

Zij heeft met name de stelling dat ,damesschoeisel’ en ,damestassen’ wegens de complementariteit ervan soortgelijke waren zijn, onderzocht en weerlegd. Volgens haar is er bijgevolg geen sprake van verwarringsgevaar. Het Gerecht heeft deze beslissing in stand gehouden. 

Het Hof buigt zich i.c. over het procesrecht, oordeelt dat het geen feitenrechter is en dat er geen procedurele fouten zijn gemaakt bij het afwijzen van niet coherent en begrijpelijk onderbouwde vorderingen en het geclaimde recht om te worden gehoord.

Lees het arrest hier.