IEF 22275
3 oktober 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Phillips/Remington

 
IEF 22267
3 oktober 2024
Uitspraak

Schadevergoeding toegewezen voor inbreuk auteursrechten persfotografen

 
IEF 22227
2 oktober 2024
Artikel

Brinkhof Symposium op woensdag 9 oktober 2024

 
IEF 8924

Nederlandse vertaling

HvJ EU, beschikking van 18 maart 2010, zaak C 136/09, Organismos Sillogikis Diacheirisis etc. tegen Divani Akropolis Anonimi etc.

Auteursrecht en naburige rechten. Publicatieblad-publicatie in het Nederlands van de nog niet in het Nederlands vertaalde beschikking in de Griekse variant op Rafael Hoteles (C-306/05), hoewel “verricht door dit loutere feit” wellicht nog wat verder gaat.

Begrip "mededeling aan het publiek". Werken verspreid via televisietoestellen die in hotelkamers zijn geïnstalleerd en die zijn verbonden met de centrale antenne van het hotel, zonder andere tussenkomst van het hotel voor de ontvangst van het signaal door de gasten

Dictum: “De hotelhouder die televisietoestellen installeert in de kamers van zijn hotel en deze toestellen verbindt met de centrale antenne van het hotel, verricht door dit loutere feit een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij.”

Lees de publicatie hier.

IEF 8923

Valse merkkleding en het wegmaken van een lijk

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 16 juni 2010, LJN: BM7688, Strafzaak (wegmaken lijk en merkinbreuk)

Merkenrecht. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het wegmaken van een lijk, door dat weg te voeren naar een braakliggend terrein en het aldaar te verbranden. Niet is vast te stellen wat de mogelijke betrokkenheid van de verdachte bij het om het leven brengen van het slachtoffer is geweest. Onder deze omstandigheden kan dan ook niet anders worden geconcludeerd dan dat, bij het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs, de verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1 tenlastegelegde moord dan wel doodslag. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het telen, verwerken, voorhanden hebben en verkopen van hennep. Ten slotte heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het (ter verspreiding) voorhanden hebben van valse merkkleding. Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 34 maanden, met aftrek van voorarrest, een passende en geboden reactie vormt.
 
Lees het arrest hier.

IEF 8922

Uit het cachegeugen

Vzr Rechtbank Alkmaar, 3 juni 2010,  LJN: BM6719, Eiser tegen Gedaagde (Verwijderen Cache)

Geen IE, wel ten nutte voor de IE. Algemene verplichting om inbreukmakende content ook te (laten) verwijderen uit het cachegeheugen van zoekmachines.

4.7 Uit het vorenoverwogene valt af te leiden dat [eisers] wel de juiste eerste stap hebben gezet om aan hun verplichtingen uit het vonnis te voldoen door de verschillende beheerders van sites en zoekmachines (onder wie Google) aan te schrijven met het verzoek (de inhoud van) de artikelen te verwijderen, maar dat zij daarnaast nog een separaat verzoek hadden moeten doen aan Google om de bewuste URL's te verwijderen. Dit hebben zij evenwel nagelaten. Door [eisers] is in dat verband opgemerkt dat zij leken zijn op dit gebied en dat zij niet bekend waren met de mogelijkheid om de cache-bestanden door Google te laten verwijderen. Dit verweer kan hen evenwel niet helpen. Op [eisers] rustte uit hoofde van het vonnis een zware inspanningsverplichting (verstevigd met een dwangsombepaling) om aan hun verplichtingen uit dat vonnis te voldoen. Als zij van mening zijn dat zij onvoldoende kennis van internet hadden om er zeker van te zijn dat zij aan het vonnis voldeden had het op hun weg gelegen zich daarover te laten voorlichten of daar nadere informatie over in te winnen. Niet is gesteld of gebleken dat zij dit (tijdig) hebben gedaan of dat zij naar dergelijke informatie hebben gezocht. Dat zij dit hebben nagelaten, is echter een omstandigheid die voor hun rekening en risico dient te blijven. Daarbij wijst de voorzieningenrechter erop dat [eisers] ook uit de brief van de advocaat van Microsoft van 14 april 2010 (als productie 16 door [eisers] in het geding gebracht) hadden kunnen opmaken wat de procedure is voor het verwijderen van content uit zoekresultaten en cache uit zoekmachines.

Lees het vonnis hier.

IEF 8921

Maatregelen tegen auteursrechtinbreuk door P2P-filesharing

Prof. Mr. Drs. M. de Cock Buning en A. Ringnalda (CIER), Maatregelen tegen auteursrechtinbreuk door P2P-filesharing: wat leert het Umfeld ons? Gepubliceerd in AMI 2010-1, p. 1-11.

Maatregelen tegen auteursrechtinbreuk door P2P-filesharing: wat leert het Umfeld ons?  Onze wetgever wikt en weegt over de vraag op welke wijze vorm te geven aan het voorstel van de Parlementaire Werkgroep Auteursrecht (Gerkens) om een halt toe te roepen aan auteursrechtinbreuk door P2P-filesharing door downloaden uit illegale bron niet langer onder de thuiskopie-exceptie te laten vallen maar strafbaar te stellen.1In deze bijdrage richten wij onze blik naar buiten. In Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland zijn namelijk al de nodige stappen gezet. Ook in het Europese Telecoms Package en de (vooralsnog geheime) Anti Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) wordt gerefereerd aan de aanpak van illegale filesharing. Indachtig deze buitenlandse ontwikkelingen, analyseren we in dit artikel met welke voor de regulering van illegale filesharing relevant gebleken factoren onze wetgever geconfronteerd wordt.

Lees het artikel hier.

IEF 8920

De verantwoordelijkheid voorbij

Bart van der Sloot (IViR): De verantwoordelijkheid voorbij: de ISP als verlengstuk van de overheid. Gepubliceerd in Mediaforum, 2010-5, p. 157-161

De positie van de internet service provider (ISP) komt steeds verder onder druk te staan. Door toenemende zorgen over auteursrechtschendingen op het internet worden er steeds grotere en bredere verplichtingen opgelegd aan providers om inbreuken te voorkomen of tegen te gaan. Waar deze plichten aanvankelijk voorvloeiden uit hun verantwoordelijkheid of zorgplicht, worden er in nieuwe wetgeving plichten aan providers opgelegd die niet zijn gekoppeld aan een goede bedrijfsvoering, maar voortvloeien uit het feit dat zij zich in de meest geschikte positie bevinden om overheidsbeleiduit te voeren. ISP’s lopen daarmee het gevaar om te worden gebruikt als verlengstuk van de overheid. Dit artikel vormt een eerste verkenning van dit gevaar.

Lees het artikel hier.

IEF 8919

Uitvoering in (strikt) besloten kring

Gerard Mom (IViR): Uitvoering in (strikt) besloten kring. Gepubliceerd in AMI, 2010-3, p. 81-91.

Uitvoering van beschermde werken in een besloten kring is in beginsel aan toestemming van de betrokken rechthebbenden onderworpen, daar dit door wetsduiding geacht wordt ‘in het openbaar’ te geschieden. Een uitvoering in een familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen besloten kring mag echter zonder toestemming plaats vinden. In deze bijdrage staan de uit de greep van rechthebbenden blijvende voordrachten, op- en uitvoeringen en voorstellingen binnen deze drie ‘strikt’ besloten kringen centraal. De wettelijke regeling terzake is gecompliceerd en roept in de rechtspraktijk, meestal in zaken waar het gaat om het ten gehore brengen van beschermde muziek, steevast vragen op als: is wel van een ‘uitvoering’ sprake en zo ja, speelt die zich af in een strikt besloten kring? Is de situatie in landen om ons heen vergelijkbaar met de onze?

Lees het artikel hier.

IEF 8918

Attempting to restrict the use of Community trade marks

EU: Parliamentary questions. Subject: Use of Community trade marks in the internal market 

1. In view of the necessity to fight effectively against massive importation of counterfeited and pirated goods into the single market, there is a strong need to be able to seize and withdraw these goods under the EU Customs Regulation at all of the EU's external borders, irrespective of the place of importation.

As far as trade mark piracy is concerned, the use of a Community trade mark currently confers such seamless protection everywhere in the EU and accordingly makes effective seizures possible at all external borders of the EU. Therefore, it is essential that the benefits of Community trade marks are not hampered by the introduction of a new requirement, according to which the use of a Community trade mark within one Member State is not sufficient for a company to enforce its own property rights in the single market.

2. Is the Commission aware that some Member States are currently attempting to restrict the use of Community trade marks through the introduction of a new requirement, according to which the use of a Community trade mark within one Member State is not sufficient?

3. Is the Commission aware that this not only impedes the effective combating of trade mark piracy, but also hampers access to the Community trade mark for SMEs?

4. Can the Commission confirm that it will counter these attempts by Member States in an effective way?

Lees de vragen hier.

IEF 8917

Deelt u de mening dat het de omgekeerde wereld is?

Kamervragen (Aanhangsel) 2009-2010, 2509, Tweede Kamer. Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie) op vragen Thieme over Google street view (ontvangen 20 mei 2010).

Vraag 4:  Deelt u de mening dat het de omgekeerde wereld is dat personen moeten aangeven dat ze van Google street view af gehaald willen worden in plaats van dat foto's van personen niet door Google mogen worden gebruikt?

Antwoord: De werkwijze lijkt – gezien de zorgvuldigheid die wordt betracht – in beginsel toegestaan (zie het antwoord op vraag 2). Wanneer personen evenwel een redelijk belang hebben, kunnen zij zich bijvoorbeeld op grond van art. 21 van de Auteurswet tegen openbaarmaking van de foto verzetten. Ik deel de in de vraag besloten mening derhalve niet.

Lees alle vragen en antwoorden hier.

IEF 8916

I have nothing against intellectual property

Neelie Kroes: Address at Open Forum Europe 2010 Summit: 'Openness at the heart of the EU Digital Agenda' Brussels, 10th June 2010

Interoperability and (ICT) standards.  “(…) everybody who cares about interoperability should care about the financial conditions for the use of standards as well as the indirect constraints imposed on third parties: the fewer constraints the better.  (…)  we must use all opportunities to promote appropriate rules for ex-ante disclosures of essential IPR and licensing conditions in standard-setting contexts.

I have nothing against intellectual property being brought to the standard-setting table, but it must be disclosed. Any economist will tell you that you can only make a rational decision between different options if you can compare their benefits and their costs. And, let's face it, establishing FRAND (Fair, Reasonable and Non-Discriminatory) prices is a hard task over which reasonable people often disagree. Transparency is therefore in everyone's interest - the alternatives are not. Why risk the litigation? Why set a standard in ignorance of the costs of implementation?

In some cases, the choice of a technology in a standard might be obvious in the absence of technical alternatives. Costs and licensing conditions are less relevant in such cases. But in most cases there are competing options and it makes clear sense to also consider this information.

The Commission has already taken an important step by drafting new guidelines (…) The draft, which is currently available for public comment, relies on the well-established concepts of non-discrimination, transparency and availability and specifies minimum requirements that distinguish standard-setting from a cartel.

But I want to do more. Some standard-setting bodies already have ex-ante disclosure rules, so why not all of them? This is a matter of efficiency in my opinion.

Lees de gehele toespraak hier.

IEF 8915

Van onmogelijkheid is voorshands geen sprake

Rechtbank Rotterdam, KG ZA 10-466, Hans Textiel B.V. tegen Bonnie Doon Europe B.V. (met dank aan Marion Tapper en Lars Bakers, Bingh)

Modellenrecht, althans executiegeschil na Rechtbank ’s-Gravenhage, 17 januari 2010, IEF 8603 (inbreuk op model ‘legging shorts’). Geen accountantsverklaring. Dwangsommen verbeurd. Geen 1019h proceskostenveroordeling, nu “dit geding louter ziet op een executiegeschil met betrekking tot het verbeuren van dwangsommen.”

4.6. Tussen partijen is niet in geschil dat de goedkeurende verklaring waarop de veroordeling onder 5.2 van het dictum ziet, door Hans Textiel niet aan Bonnie Doon is overgelegd. (…) De door Bonnie Doon aangewezen accountant heeft zich immers tijdig (…) aan Bonnie Doon kenbaar gemaakt (…). Hans Textiel is hier - buiten het aanvechten van het door de accountant verzochte voorschot - niet verder op ingegaan. Het door de accountant verzochte voorschot ad € 15.000,00, dat bovendien nog tot € 7.500,00 naar beneden toe is bijgesteld, komt de voorzieningenrechter overigens voorshands niet onredelijk voor. Naar voorlopig oordeel maakt Bonnie Doon dan ook geen misbruik van recht, dan wel is er sprake van onrechtmatig handelen zijdens Bonnie Doon jegens Hans Textiel, indien zij - gelet op 5.2 juncto 5.4 van het vonnis - overgaat tot het innen van de dwangsommen. Het doel en de strekking van de onder 5.2 gegeven veroordeling is er immers mede op gericht om een dispuut tussen partijen over het al dan niet volledig verstrekken door Hans Textiel aan Bonnie Doon van de onder 5.2 genoemde bescheiden te voorkomen. (…)

4.7  (…) Van onmogelijkheid in de zin van artikel 611d Rv is sprake wanneer het onredelijk zou zijn meer inspanning en zorgvuldigheid te vergen dan de veroordeelde heeft betracht. Tegen de achtergrond van het onder 4.6 overwogene is van onmogelijkheid in voormelde zin van artikel 611d Rv voorshands geen sprake, zodat er geen aanleiding bestaat een termijn te stellen voor het aanhangig maken van een procedure ex genoemd artikel bij de rechtbank 's-Gravenhage.

4.8 Gelet op het voorgaande is voor een verbod van Bonnie Doon om over te gaan tot tenuitvoerlegging van de verbeurde dwangsommen geen plaats.

Lees het vonnis hier.