IEF 22289
9 oktober 2024
Artikel

Lustrum Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht

 
IEF 22288
9 oktober 2024
Uitspraak

Partijen krijgen allebei deels gelijk in zaak over al dan niet onrechtmatige uitingen

 
IEF 22287
9 oktober 2024
Uitspraak

Merkinbreuk door handel in vervalste zegels voor gasflessen

 
IEF 7696

Oplossing Letterquiz

Naar verluidt de laatste ouderwetse Nederlandse Shieldmark.Zacco nieuwsbrief (al het vaderlandse erfgoed komt in internationale handen, kort gezegd). Ergens boven Scandinavië broedt Chief Marketing Officer Bas Kist in de company jet op een nieuw format, maar het lijkt toch sterk dat de jaarlijks letterquiz het niet zal overleven.

Het aantal goede inzending was dit jaar boven verwachting groot. Winnaars zijn Christine Keijer, Ad van Beelen, Michelle Brownlee en Kim Brulé.  En dat haastige spoed zelden goed is, mag blijken uit het bij de mail gevoegde erratum: “Op de lijst van goede inzendingen van de Letterquiz ontbreken ten onrechte de namen van Josine van den Berg en Moira Truijens van KMVS. Hun goede inzending was zo snel binnen dat Shieldmark.Zacco zijn administratie nog niet op orde had. Excuses en een boekenbon voor beide dames.”

Verder in de nieuwsbrief o.a.: Peter van der Wees (Vereenigde) en Charlotte Coenen naar Shieldmark.Zacco. Joop wil uitroepteken, We verliest van Ell & Bavaria wint van Bravara.

Lees de oplossing Letterquiz en de nieuwsbrief hier.

IEF 7692

AUTEURSRECHT HOOFDARTIKEL TELEGRAAF

Telegraaf 17 maart 2009Naar aanleiding van Rechtbank Amsterdam, 24 december 2008, IEF 7667 (Tick / Vevam) bericht de Telegraaf vandaag in chocoladeletters op de voorpagina:  “Reclame kost kijker geld. Televisiekijkers betalen via hun kabelaar voor reclame op tv. (…) Of de kijker nu geïrriteerd wegzapt bij commercials of niet, jaarlijks vloeit een deel van het betaalde kabelgeld naar de reclamemakers.

PvdA-Kamerlid Van Dam vindt de geldstroom 'te gek voor woorden'. Hij wil daarom de Mediawet zo aanpassen, dat het met deze 'mistige' vergoeding is afgelopen. Volgens de Stichting ter incasso van commercial kabelgelden (Tick) ligt er op een filmpje dat een wasmiddel, auto of vliegvakantie aanprijst net zo goed auteursrecht als op muziek of films. Jaarlijks int de stichting een kleine twee ton, zonder dit geld overigens onder de makers te verdelen. Hoogleraar auteursrecht Dirk Visser noemt de afdracht voor commercialmakers 'getickt' (…) Dat Tick het geld zogenaamd int voor creatieve geesten, maar er ondertussen alleen congressen en seminars van organiseert, vindt de wetenschapper van de Universiteit Leiden onacceptabel.”

Lees hier meer.

IEF 7691

Een handelstussenpersoon

HvJ EG, 19 februari 2009, beschikking in zaak C-62/08, UDV North America Inc. tegen Brandtstraders N.V. Prejudiciële vragen Hof van Cassatie, België. (met dank aan Thierry van Innis, Allen & Overy)

Merkenrecht. Tussenhandel. Merkwaardig genoeg nog niet op de website van het HvJ Eg gepubliceerde beschikking over de vraag of een tussenhandelaar - in dit geval een tussenhandelaar (of handelstussenpersoon zoals het Hof het formuleert)  die een virtuele marktplaats exploiteert - gebruik maakt van het merk, niettegenstaande het feit dat dat niet ten behoeve van eigen waren is en niettegenstaande het feit dat zulks niet voor eigen rekening geschiedt. Het Hof beantwoordt deze vraag met een duidelijk ja. Een waarschuwing voor de tussenhandelaar.

UDV is houder van het gemeenschapsmerk Smirnoff Ice (klasse 33, gedestilleerde spiritualiën en likeuren). Brandtraders exploiteert een website waarop vennootschappen die lid zijn, anonieme advertenties kunnen plaatsen, zowel voor aan- als verkoop. Op deze website kunnen zij eveneens anoniem onderhandelen over hun transacties en eventueel tot een akkoord komen conform de algemene voorwaarden die op deze website zijn vermeld. Conform de algemene voorwaarden stelt Brandtraders, zodra zij op de hoogte wordt gebracht van een akkoord, als commissionair van de verkoper, tegen commissieloon een verkoopovereenkomst op met de koper Dit wil zeggen dat Brandtraders handelt in eigen naam, maar voor rekening van de verkoper.

Volgens een beschikking van de Brusselse Rechtbank van Koophandel heeft Brandtraders inbreuken gemaakt op artikel 9, leden l en 2, van verordening nr 40/94 omdat zij, om te beginnen, op 3 september 2001 van Hillyard een partij flessen Smirnoff Ice heeft gekocht, die zij heeft doorvekocht aan Checkprice; vervolgens omdat zij voordien op de website reclame heeft gemaakt voor deze handelstransactie en, ten slotte, omdat zij op 13 december 2001 op deze site opnieuw reclame voor een dergelijke handelstransactie heeft gemaakt.

Het Hof van beroep te Brussel heeft deze beschikking bij arrest van 23 september 2003 nietig verklaard, en de door UDV ingediende vordering tot staking ongegrond verklaard. UDV heeft cassatieberoep ingesteld bij het Hof van Cassatie, dat  de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vragen gesteld.

Met zijn vragen wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of het begrip ,,gebruik" in de zin van artikel 9, leden 1, sub a, en 2, sub d, van verordening nr 40/94 betrekking heeft op een situatie, zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarin een handelstussenpersoon die optreedt in eigen naam maar voor rekening van de verkoper en derhalve geen belanghebbende is bij een verkoop van waren waarin hij zelf wel verbonden partij is, in zijn stukken voor zakelijk gebruik een teken gebruikt dat gelijk is aan een gemeenschapsmerk voor dezelfde waren of diensten als die waarvoor het merk is ingeschreven. Het Hof concludeert dat dat inderdaad zo is.

47. Vervolgens is duidelijk dat het in het hoofdgeding aan de orde zijnde gebruik betrekking heeft op waren, aangezien er ook zonder aanbrenging van een teken dat gelijk is aan een ingeschreven merk, op de waren van de derde sprake is van gebruik ,,voor [ ] waren of diensten" in de zin van artikel 9, lid 1, sub a, van verordening nr 40/94, wanneer de derde dit teken op zodanige wijze gebruikt, dat een verband ontstaat tussen het genoemde teken en de waren die hij in de handel brengt of de diensten die hij verricht, in het hoofdgeding in de vorm van het gebruik van het betrokken teken in stukken voor zakelijk gebruik .

48. Wanneer een dergelijk verband eenmaal is gelegd, is het verder niet relevant dat de derde een teken dat gelijk is aan een ingeschreven merk, gebruikt voor het in de handel brengen van waren die niet zijn eigen waren zijn in die zin dat hij hierop geen titel verwerft tijdens de handelstransactie waarin hij optreedt

49. Bovendien kan niet worden betwist dat het gebruik van het genoemde teken door de derde, in een situatie zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, door het betrokken publiek kan worden gezien als een aanwijzing of een vermoedelijke aanwijzing dat de derde de onderneming is waarvan de waren afkomstig zijn, en derhalve de indruk doet ontstaan dat er in het economisch verkeer een materieel verband bestaat tussen deze waren en de onderneming waarvan deze waren afkomstig zijn (zie in die zin arrest Anheuser-Busch, reeds aangehaald, punt 60)

50. Met een dergelijk gebruik matigt de derde zich in feite immers het essentiële voorrecht aan dat door een merk aan zijn houder wordt verleend, namelijk de uitsluitende bevoegdheid om het betrokken teken te gebruiken om waren te onder scheiden

51. In een dergelijk geval wordt het teken kennelijk gebruikt als merk Dienaangaande doet het voorts niet ter zake dat de derde dit teken gebruikt om de waren in de handel te brengen voor rekening van een andere marktdeelnemer die als enige de titel heeft op deze waren

Het Hof van Justitie (tweede kamer), verklaart voor recht:

Het begrip ,”gebruik” in de zin van artikel 9, leden 1, sub a, en 2, sub d, van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk, heeft betrekking op een situatie, zoals die welke in bet hoofdgeding aan de orde is, waarin een handelstussenpersoon die optreedt in eigen naam maar voor rekening van de verkoper, en derhalve geen belanghebbende is bij een verkoop van waren waarin hij zelf wel verbonden partij is, in zijn stukken voor zakelijk gebruik een teken dat gelijk is aan een gemeenschapsmerk, gebruikt voor dezelfde waren of diensten als die waarvoor het merk is ingeschreven.

Lees het arrest hier.

IEF 7690

Een zin die daar niet had moeten staan

Margriet Koedooder (De Vos & Partners): Op het werk luisteren naar een ipod mag!

"Op 10 december 2008 werd vonnis gewezen (IEF 7655) in een kort geding tussen Buma en Suplacon. Suplacon werd veroordeeld tot het betalen van een vergoeding aan Buma vanwege de openbaarmaking van muziekwerken in het bedrijf. Op zichzelf is dat niets bijzonders. Voor het ten gehore brengen van muziek in openbaar toegankelijke ruimten of werkruimten moet nu eenmaal worden betaald. Maar er staat in het vonnis ook een zin die daar niet had moeten staan. Omroep Flevoland en anderen begrijpen namelijk uit die zin dat de rechter het tijdens het werk luisteren naar ipods verbiedt, tenzij aan Buma een vergoeding voor openbaarmking wordt voldaan. Dat is echter onzin.
 
De verwarring komt voort uit de volgende zin in het vonnis: ‘De Voorzieningenrechter is van oordeel dat uit het feit dat medewerkers van Suplacon tijdens werktijd naar muziek mogen luisteren, zelfs middels een ipod of mobiele telefoon, volgt dat Suplacon een bedrijfsbelang heeft dat zijn medewerkers naar muziek kunnen luisteren.’"

Lees hier meer (website Margriet Koedooder). 

IEF 7689

Auteursrecht op maatvoering

Dirk Visser: Auteursrecht op maatvoering. Kort commentaar bij Rechtbank ’s-Gravenhage, 6 maart 2009, KG ZA 08-1667, Noordwand B.V. tegen Spits Wallcovering B.V. (IEF 7643).

Gestreept behang (in zes varianten met als gemeenschappelijk kenmerk: de donker gekleurde streep heeft een breedte van 13,7 centimeter en de licht gekleurde streep een breedte van 12,9 centimeter) is auteursrechtelijk beschermd (en het één op één kopiëren ervan is dan uiteraard inbreuk).

De redenering is eenvoudig en sluitend:

1. De ontwerper heeft het behang niet gekopieerd en niet ontleend aan een ander (deze specifieke maatvoering bestond (kennelijk) nog niet). Dus is er, zo weten wij sinds ‘Endstra’, sprake van een ‘eigen oorspronkelijk karakter’.

2. De ontwerper heeft “uit een veelheid van mogelijke patronen, kleurstellingen en structuren een zestal specifieke combinaties van patroon, kleurstelling en structuur”, oftewel juist déze strepen met déze maatvoering gekozen. Sinds ‘Technip’ kan kiezen uit ‘een veelheid van mogelijkheden’ voldoende zijn om een ‘persoonlijk stempel’ aan te nemen.

3. En als er maar geen sprake is van ‘technisch bepaaldheid’ (Lancôme/Kecofa) is kiezen uit ‘een veelheid van mogelijkheden’ ook voldoende om een ‘persoonlijk stempel’ aan te nemen. Immers, dergelijk kiezen, is onderdeel van de ‘schepping’ door de ontwerper, gebeurt door een mens en kan dus gekwalificeerd worden als ‘scheppende menselijke arbeid’. En: “Die keuzes zijn, mede gelet op de context waarin zij zijn gemaakt, te weten het ontwerpen van behang, te kwalificeren als creatief”. Immers, het bedenken van nieuw behang is een creatieve bezigheid, in die ‘context’ is kiezen voor behang in deze specifieke maatvoering dus creatief.

4. Dit leidt ook niet tot stijlmonopolisering (‘Decaux/Mediamax’) want het persoonlijk stempel is slechts gelegen in die specifieke maatvoering (13,7 centimeter resp. 12,9 centimeter) en daarom is op grond van ‘Accordo/Tros’ de beschermingsomvang ook daar toe beperkt. Alleen één op één kopiëren kan op basis van dit behang-auteursrecht worden verboden. (Alleen wanneer de verwarrende totaalindrukken veroorzaakt worden door de overgenomen auteursrechtelijk beschermde trekken is er sprake van auteursrecht inbreuk. Aangezien de maatvoering de auteursrechtelijk beschermde trek is, is overname daarvan noodzakelijk om auteursrechtinbreuk aan te nemen.)

Zie hier, het auteursrecht op maatvoering (van twee gekleurde strepen), het gevolg van een onweerstaanbare mix van Technip, Endstra en Lancôme/Kecofa (en verenigbaar met Accordo/Tros en Decaux/Mediamax). De Haagse voorzieningenrechter past de rechtspraak van de Hoge Raad volledig juist toe. Geen speld tussen te krijgen. De beschermingsomvang is beperkt, maar je hebt wel een echt auteursrecht, een exclusief recht tot 70 jaar na de dood. Op gestreept behang.

Dirk Visser, 13 maart 2009

IEF 7688

Alleen doorgeven

Kamerstukken II 2008/09,31876, nr. 3. Wijziging van de Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten. Uit de Memorie van Toelichting:

"Juridische aansprakelijkheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid van dienstenaanbieders moet duidelijk worden onderscheiden van redactionele verantwoordelijkheid. Zo mag uit de mogelijkheid van bijvoorbeeld de aanbieder van videomateriaal om filmpjes te weigeren of te verwijderen die het auteursrecht of strafrecht schenden geen automatische redactionele verantwoordelijkheid in de zin van de richtlijn worden afgeleid. De redactionele verantwoordelijkheid moet specifiek betrekking hebben op de audiovisuele media-inhoud. Ook het uitsluitend doorgeven van programma’s waarvoor een derde redactioneel verantwoordelijk is, brengt de organisatie die de programma’s doorgeeft niet onder de werkingssfeer van de richtlijn of de wet. Een voorbeeld hiervan zijn kabelaars en providers, zij geven alleen de signalen door."

Voorstel van Wet hier, MvT hier, Koninklijke Boodschap hier, advies Raad van State hier.

IEF 7687

Tegengehouden

Kamerstukken II 2008/09,  vraagnr. 2009Z04247. Vragen van de leden Irrgang en Bashir (beiden SP) aan de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Financiën en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over medicijnen voor Afrika die worden tegengehouden. (Ingezonden 10 maart 2009)

"1.  Wat is uw reactie op het bericht «Weer partij medicijnen voor Afrika tegengehouden»?

2.  Kunt u aangeven of zowel wat betreft de Hiv-medicijnen als wat betreft de Losartan-zaak uitvoering wordt gegeven aan Nederlandse en/of Europese wetgeving en beleid? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, hoe kan het dan zijn dat inbeslagname van generieke medicijnen tweemaal in korte tijd plaats vindt?"

Lees alle vragen hier.

IEF 7686

Mogen luisteren?

Suplacon plaatbewerkingKamerstukken II 2008/09, vraagnr. 2009Z04606. Vragen van het lid Teeven (VVD) aan de minister van Justitie over een uitspraak van de rechtbank Zwolle in de zaak tussen Buma en het bedrijf Suplacon (IEF 7655) over de uitleg van artikel 12 van de Auteurswet (Ingezonden 13 maart 2009)

"1. Hebt u kennisgenomen van de uitspraak van de civiele kamer van de rechtbank Zwolle tussen de Buma en het bedrijf Suplacon te Emmeloord? Geeft deze uitleg van artikel 12 van de Auteurswet u aanleiding een wetswijziging aan te brengen?

2. Deelt u de mening dat Nederlandse burgers niet tweemaal zouden moeten betalen voor het uitluisteren van muziek? Deelt u de mening dat na de aanschaf van een mp3-speler niet opnieuw door de werkgever zou moeten worden betaald voor het uitluisteren van muziek op de werkvloer, indien door die werkgever wordt toegestaan dat werknemers tijdens hun werkzaamheden luisteren naar muziek van een privé mp3-speler of hun mobiele telefoon?"

Lees alle vragen hier

IEF 7685

Atavismen uit onze rechtsorde

Mr ir Henk S.M. Kruijer: Bestuursrechtelijke onderbewindstelling van de CBO's voor auteurs- en naburige rechten. 

(Het materiaal voor dit artikel heeft de auteur vergaard als lid van een studiecommissie van de Vereniging voor Auteursrecht. Het artikel is geschreven op persoonlijke titel)

In dit artikel wordt een wetsvoorstel besproken dat onlangs door de Tweede Kamer in behandeling is genomen en waardoor de belangrijkste collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten (CBO's), georganiseerd als civielrechtelijke verenigingen en stichtingen, onder een verregaande vorm van overheidsbewind geplaatst dreigen te worden.Dit geschiedt niet in het belang van de openbare orde maar omdat het algemeen belang zulks zou vergen. Het wetsvoorstel kan de toets der rechtskritiek, gevormd door met name art. 11 EVRM ("freedom of association"), dan ook niet doorstaan.

En passant blijkt dat deze CBO's een rechtsvorm hebben gekozen die niet past bij hun werkzaamheden - die zij bedrijfsmatig als lasthebbers ten bate van hun cliènteles van auteurs uitoefenen. Zij overtreden aldus wettelijke verboden die voor hun rechtsvorm zijn gesteld. Het is dringend geboden dat het OM zijn wettelijke, corrigerende rol in deze (art. 2:21 BW) gaat vervullen.

De Minister van Justitie blijkt over volstrekt willekeurige (absolutistische) bevoegdheden te beschikken waarmee hij aan enkele CBO's een monopolie heeft verleend, o.a. aan Buma. Het is onderhand geboden dat deze atavismen uit onze rechtsorde worden geëlimineerd.

Lees het volledige artikel hier.

IEF 7684

Maatregelen die passen

Rapport Studiecommissie Toezicht, Vereniging voor Auteursrecht: Collectief beheer, toezicht en geschillenbeslechting. Reactie op het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten.

Het rapport zal op de eerstvolgende vergadering van de VvA worden besproken. Op dit moment is het derhalve nog geen rapport van de Vereniging en zijn de meningen als weergegeven in het rapport van de studiecommissie.

De verschillende opvattingen binnen de studiecommissie hebben tot felle en vruchtbare discussies aanleiding gegeven. Tot een eenduidig oordeel zijn wij niet gekomen. De studiecommissie erkent het belang van toezicht op het beheer van wettelijke vergoedingsrechten, maar is verdeeld ten aanzien van de aard van de maatregelen die passen bij de verschillende vormen van vrijwillig collectief beheer (collectieve uitoefening van rechten op basis van een contractueel mandaat van rechthebbenden).

De algemeen gedeelde conclusie is dat het wetsvoorstel onvoldoende rekening houdt met de verschillende vormen van collectief beheer en de uiteenlopende gevolgen die het toezicht als gevolg daarvan kan hebben op het functioneren van de cbo en de positie van de door de cbo vertegenwoordigde rechthebbenden. Het wetsvoorstel brengt alle in de Bijlage bij het wetsvoorstel vermelde cbo’s onder eenzelfde regime, zonder onderscheid naar de aard van de activiteiten, de organisatievorm, de bestaande toezichtstructuur en de positie in de markt

(…) Met dit rapport wil de Studiecommissie aangeven dat de aard en omvang van het toezicht dient te passen bij de vorm van collectief beheer. De rechthebbende draagt de zeggenschap over zijn rechten over aan de collectieve beheersorganisatie opdat deze zijn rechten zo goed mogelijk uitoefent. De cbo kan dit waarma ken als zij die zeggenschap inderdaad kan uitoefenen. Regulering van collectief beheer dient te waarborgen dat de cbo die zeggenschap in het belang van de rechthebbenden kan uitoefenen en ook daadwerkelijk uitoefent, met inachtneming van de gerechtvaardigde belangen van gebruikers.

Lees het volledige rapport hier.