IEF 22289
9 oktober 2024
Artikel

Lustrum Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht

 
IEF 22288
9 oktober 2024
Uitspraak

Partijen krijgen allebei deels gelijk in zaak over al dan niet onrechtmatige uitingen

 
IEF 22287
9 oktober 2024
Uitspraak

Merkinbreuk door handel in vervalste zegels voor gasflessen

 
IEF 7482

Intellectueel eigendom kan geld kosten

Column Monica Erasmus (PWC) op nuzakelijk.nl: “Intellectueel eigendom kan geld kosten. Als multinationals niet kunnen aantonen in welk bedrijfsonderdeel hun intellectueel eigendom winst genereert, trekt de fiscus zijn eigen conclusies. Enkele grote bedrijven die de afgelopen jaren grote naheffingsaanslagen kregen opgelegd, kunnen daarover meepraten.

Er bestaan wereldwijd geen uniforme regels voor de fiscale behandeling van intellectueel eigendom (Intellectual Property - IP). Voor het opstellen van een belastingstrategie is het echter essentieel om te weten hoe de verschillende fiscale regimes omgaan met zaken als octrooien en merken. IP is vanuit fiscaal oogpunt een ingewikkeld onderwerp omdat de wetgeving niet direct iets over IP zegt.”

Lees de column hier

IEF 7481

Hier zeg je ja of neen tegen, maar ik zeg er neen tegen

Maria van der HoevenKamerstuk 21501-30, nr. 199, 2e Kamer,  Raad voor Concurrentievermogen; Verslag algemeen overleg gehouden op 27 november 2008

Verlenging van de beschermingstermijn naburige recht. Gemeenschapsoctrooi. 

Minister Van der Hoeven: “Dan de naburige rechten. Ik ben het eigenlijk met de Kamer eens. De onderbouwing van het voorstel over de verlenging van de beschermingstermijn is gewoon zwak. De onderbouwing van het gestelde over de prijseffecten voor consumenten berust in feite op een studie die betrekking heeft op 129 albums. Ik vind dat veel te rigoureus. De inkomenseffecten zijn beperkt. De onderbouwing van de prijseffecten is smal. De vraag is verder wie de rekening betaalt, de consument of de detailhandel. Zolang niet overtuigend kan worden aangetoond dat hetzelfde resultaat dat men wil bereiken niet met minder ingrijpende middelen kan worden bereikt, wijzen wij dit voorstel gewoon af. Je kunt het ook niet amenderen. Hier zeg je ja of neen tegen, maar ik zeg er neen tegen.

Het krachtenveld op dit punt is enorm verdeeld. Een aantal landen is nog bezig met het consultatieproces of heeft een parlementair voorbehoud gemaakt. De kritiek zit vooral bij Zweden, Tsjechië, Denemarken, Luxemburg, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Finland, Roemenië, Oostenrijk, Letland, Nederland en Slowakije. Dat is dus heel breed. De kritiek is echter niet helemaal homogeen. Er zijn ook landen die een kortere verlenging willen, bijvoorbeeld tot 70 jaar. Er is in ieder geval geen helderheid over. Het lijkt mij daarom van belang heel goed te kijken naar de oppositie, ook vanuit wetenschappelijke kring. Er wordt gesteld dat er geen economische of culturele noodzaak is. Wij hebben de Commissie om een non-paper gevraagd, waarin gemotiveerd op die kritiek wordt ingegaan. Wij hebben dat inmiddels gekregen, maar ook dat is niet erg overtuigend. Onze positie op dit punt is dus niet gewijzigd.

(…) De verwachtingen met betrekking tot het gemeenschapsoctrooi waren hooggespannen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik had gedacht dat het met de Fransen een beetje sneller zou gaan, maar dat is niet gebeurd. In het begin ging het om de inwerkingtreding van het Vertalingenprotocol. In die zin was echt sprake van een ambitie, maar het Franse voorzitterschap heeft het vervolgens niet tot een prioriteit gemaakt. Er is nauwelijks sprake van vooruitgang, noch op het gemeenschapsoctrooi, noch op de geschilbeslechting. Misschien heeft dat te maken met een richtingenstrijd binnen de Franse bureaucratie. Ik hoop dat Tsjechië ons wat verder kan helpen. Op dit moment zijn wij samen met een aantal andere landen, zoals Zweden en Duitsland bezig om te kijken welke landen bereid zijn om tijdens de Raad daarover hun ongenoegen te uiten, want als je dat alleen doet, is het signaal niet zo sterk. Ik heb dus liever dat ons ongenoegen over omstreden punten als de verdeelsleutel van de octrooitaks, de splitsing tussen indruk en nietigheid, en de rol van het Europese Hof van Justitie op dit punt wordt gedeeld. Je moet overeenstemming hebben op een aantal punten. Ik hoop dat doordat wij de discussie opnieuw aanzwengelen, de Commissie en het aankomend Tsjechisch voorzitterschap voldoende mogelijkheden zullen geven om erop in te gaan.

Het is van belang dat wij in Europees verband spreken over nanotechnologie. Er is ook een Actieplan Nanotechnologie. Dat gaat niet zozeer over chips, maar vooral over ethische vraagstukken zoals de heer Aptroot die noemde. Daar ligt inderdaad het probleem.”

Lees het volledige verslag hier.

IEF 7480

Restanten 1912

Staatsblad 2009, 3. Besluit van 12 december 2008 tot aanpassing van enige algemene maatregelen van bestuur aan artikel 52 Auteurswet.

“In de Reparatiewet Justitie III is het jaartal 1912 bij de aanduiding van de Auteurswet geschrapt. (…) Dit besluit past de algemene maatregelen van bestuur aan aan bovengenoemde wijziging van de aanduiding van de Auteurswet. Het betreft een louter technische wijziging.

Artikel VII voorziet in een uitgestelde inwerkingtreding van dit besluit. Dit houdt verband met de in artikel 17d Auteurswet geregelde procedure, op grond waarvan een wijziging krachtens artikel 16b, vijfde lid, en 16m, tweede lid, Auteurswet vastgestelde algemene maatregel van bestuur, niet eerder in werking treedt dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst.”

Lees het staatsblad hier.

IEF 7479

Specialisaties gerechten uitbreiden

Kamerstukken II 2008/09, 29279, nr. 85 (Bijlage). Rapport Commissie Toedeling Zaakspakketten.

 "Gezien deze al bestaande gevallen van wettelijke en feitelijke landelijke concentratie, is het voor de hand liggend om deze specialisaties verder uit te bouwen. Immers, de expertise is al voorhanden in de betreffende gerechten en de “repeat-players” zijn hiermee ook bekend. Onder verder uitbouwen wordt zowel verstaan het vormen van een kenniscentrum in de betreffende rechtbank (met de daarbij behorende eisen van opleiding en selectie zowel als kennismanagement) als het mogelijk maken dat zaken die inhoudelijk een onderwerp betreffen dat onder het specialisme valt, maar waarvoor de wetgever niet die exclusieve bevoegdheid heeft geregeld, ook bij de gespecialiseerde rechter kunnen worden aangebracht. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan uitbreiding van het merkenrecht en modellenrecht met andere intellectuele eigendomszaken."

Lees het rapport hier.

IEF 7478

Wijziging van het Uitvoeringsbesluit ROW 1995

Staatsblad 2009, 7. Wijziging van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995. Besluit van 9 december 2008, tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de implementatie van het Verdrag inzake het octrooirecht en het verduidelijken van de procedure tot wijzigen van tarieven + Nota van toelichting.

In het kort betreffen de wijzigen de volgende drie punten:

1- Uitwerking in het Uitvoeringsbesluit van bepalingen uit drie verdragen (München, Genève, Londen). Het Verdrag inzake octrooirecht beoogt de formele aspecten van het octrooirecht in het verkeer tussen aanvrager of octrooihouder en het octrooiverlenende bureau te harmoniseren,

Het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Vertalingenprotocol heeft ten doel een vermindering van de kosten van het verkrijgen van een Europees octrooi te bereiken door een beperking van de vertaaleisen.  Bepaald is dat de daarvoor beschikbare termijnen bij algemene maatregel van rijksbestuur worden vastgesteld. In het besluit is hier uitvoering aan gegeven.

De op 29 november 2000 te München tot stand gekomen Herzieningsverdrag EOV moderniseert en actualiseert het EOV. Het Herzieningsverdrag EOV behoeft geen nadere uitwerking in het Uitvoeringsbesluit, aangezien dat verdrag in zijn geheel is uitgewerkt in de ROW 1995.

2- Wijziging procedure voor aanpassing van taksen. De Rijkswet van 17 december 2005 behelst naast de goedkeuring en implementatie van voornoemde drie verdragen ook een eenvoudiger en kortere procedure voor aanpassing van taksen. (…) In het besluit is aan deze wijziging uitvoering gegeven door te bepalen dat de krachtens het Uitvoeringsbesluit verschuldigde bedragen bij ministeriële rijksregeling kunnen worden vastgesteld, voor zover het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie daartoe aanleiding geeft.

3- Administratieve lasten en andere nalevingskosten. (…) Bij het implementeren is ook telkens gezocht naar de minst belastende uitvoeringsvorm voor de aanvragers en houders van octrooien.

De wijziging treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. 

Lees het Staatsblad hier.

IEF 7477

En daar kunt U van profiteren!

Rechtbank ’s-Gravenhage, 13 januari 2009,  LJN: BG9675, Young City Media B.V. tegen  [X] Communications B.V. tevens handelend onder de naam Fresh FM

Reclamerecht. Is verzending mailing ("Vanaf 1 januari wordt City FM Radio Decibel. En daar kunt U van profiteren! Hoe? Door uw campagne per 1 januari te stoppen op City FM en over te stappen naar Fresh FM") door gedaagde onrechtmatig jegens eiseres?

De mailing moet worden gekwalificeerd als vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a BW en dient dus te voldoen aan de eisen zoals gesteld in het tweede lid van dit artikel. De mailing is misleidend en onvolledig. Dit voert tot de conclusie dat sprake is van vergelijkende reclame die niet voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 6:194a lid 2 sub a en c BW, hetgeen onrechtmatig geacht moet worden jegens eiseres.

Lees het vonnis hier.

IEF 7476

Niet gerechtvaardigd, achteraf bezien

Vzr. Rechtbank Breda, 13 januari 2009, KG ZA 08-650, F. Loendersloot Warehousing B.V. c.s. tegen Bacardi And Company Limited en deurwaarderskantoor De Jong (met dank aan Freya van Schaik, Houthoff Buruma).

Bacardi heeft verloven verkregen voor beschrijving, monsterneming en conservatoir beslag bij douane-entreposeur Loendersloot en heeft die verloven ook gebruikt. In dit kort geding vorderen Loendersloot c.s., kort samengevat, herziening van het verlof en ongedaanmaking van de gevolgen ervan, omdat geen sprake zou zijn van merkinbreuk aangezien zuivere transitohandel (opslag en doorvervoer) van niet-communautaire goederen over her grondgebied van de EER niet inbreukmakend is. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen toe. 1019h proceskosten: €10.000,- “redelijk te achten in het licht van het indicatietarief in IE-zaken”

“5.7. Voor de gerechtvaardigdheid van de gevraagde verloven dienen Bacardi c.s. staande te kunnen houden dat er concrete verdenkingen bestonden, ten tijde van de verzoekschriften, dat zich onder Loendersloot c.s. merkinbreukmakende producten van Bacardi c.s. bevonden. Daarin oordeelt de voorzieningenrechter Bacardi c.s. niet geslaagd.

De verwijzing naar de betrokkenheid van Loendersloot c.s. bij  Ballantines zaken van meer dan tien jaar geleden is op zichzelf, en in samenhang met het navolgende, onvoldoende recent en onvoldoende pregnant.

De proefaankoop op 26 november 2007 waaruit bleek dat Van Caem International BV merkinbreuk maakte met goederen die bij Loendersloot c.s. in opslag lagen is té gedateerd om om één jaar later een voldoende concrete verdenking van herhaling te vestigen. De door Bacardi c.s. overgelegde prijslijsten waarin Bacardi-producten worden aangeboden die bij Loendersloot c.s. in opslag liggen, impliceren niet noodzakelijkerwijs dat de betreffende goederen in de EER in de handel zullen worden gebracht. Alle overige informatie uit andere procedures is betwist en niet gestaafd met enig procesverbaal of ander processtuk en dus ontoereikend. Op grond hiervan waren de conservatoire maatregelen en beslagen derhalve niet gerechtvaardigd, achteraf bezien.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7475

Verhuisbericht

Gebouw De Koophandel"Nieuw kantoor Varossieau IP. Per 1 januari 2009 is advocatenkantoor Varossieau IP gevestigd op Herengracht 141 te (1015 BH) Amsterdam.

Varossieau IP is opgericht door mr. Lisette Varossieau en is gespecialiseerd in het intellectuele eigendomsrecht met een sterke nadruk op kunst en design. Lisette Varossieau heeft ruim 12 jaar ervaring als advocaat op dit gebied."

IEF 7474

Namaakmunten

Persbericht EU: "The total number of counterfeit euro coins removed from circulation in 2008 was 195 900, down from 211 100 the year before. While this development confirms the success of the action to render euro coins safer for the users, Member States should maintain and intensify efforts to remove counterfeits from circulation. Two Commission initiatives presented in 2008 to further improve the fight against euro counterfeiting, were successfully adopted by the Council in December: ensuring that financial institutions authenticate euro coins and banknotes before putting them back into circulation and ensuring that medals and tokens are sufficiently different from euro coins, so as to avoid potential confusion of coin users."

Lees het persbericht hier.
 

IEF 7473

Publicaties

Stef van GompelStef van Gompel, IViR:  Another 45 miles to go? Kritisch commentaar op het richtlijnvoorstel duurverlenging naburige rechten. Gepubliceerd in AMI, 2008-6, p. 169-180.

Dit artikel zet kritisch uiteen waarom het richtlijnvoorstel dat door de Europese Commissie is ingediend om de beschermingsduur van naburige rechten op fonogrammen en de daarop vastgelegde uitvoeringen te verlengen van 50 naar 95 jaar, onwenselijk is en de problemen waarmee de fonogrammenindustrie en uitvoerende kunstenaars te maken hebben niet, of nauwelijks, oplost.

Lees het volledige artikel hier.

Christiaan Alberdingk Thijm, Solv:  Noot bij vzr. Rechtbank Amsterdam, 16 oktober 2008, KG ZA 08-1710 Pee/BB, Bruno press B.V. Image Media & Televisie B.V. (IEF 7181). Eerder gepubliceerd in Mediaforum.

“ (…) De eiseres, Bruno Press, vertegenwoordigt de rechten van fotografen, ook wel “paparazzi” genoemd. Naar eigen zeggen is Bruno Press exclusief vertegenwoordiger in Nederland van diverse agentschappen waar de paparazzi bij zijn aangesloten. De gedaagde, IMT, exploiteert een website onder de naam Showbiznewz.nl.

(…)  Hiermee introduceert de voorzieningenrechter een verbodsrecht dat de Auteurswet niet kent. Het “gelegenheid bieden” aan anderen om inbreuk te plegen, is naar Nederlands recht geen op zichzelf staande inbreukmakende handeling. De Auteurswet kent geen vorm van indirecte of afgeleide inbreuk.”

Lees de volledige noot hier