IEF 22286
11 oktober 2024
Uitspraak

Schorsing octrooigeschil in afwachting van uitspraak TKB

 
IEF 22292
10 oktober 2024
Artikel

Nog een paar plekken voor de Midnight Marauders tour tijdens ADE

 
IEF 22282
10 oktober 2024
Uitspraak

Conclusie A-G: strafvermindering in zaak waarbij opzettelijk inbreuk werd gemaakt op auteursrecht

 
IEF 6394

Den Haag Gisteren

Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 juli 2008, HA ZA 07-3506, Van Diepen B.V. c.s. tegen Pronk Innovation Service B.V. c.s

Octrooirecht. Octrooiprocesrecht. NL Octrooi ‘inrichting voor het oogsten van gewassen met buffer’. Eiser stelt dat ‘De Roze Rooier’ van gedaagde inbreuk maakt op zijn octrooi en dat het octrooi van gedaagde nietig verklaard dient te worden. Gedaagde stelt dat octrooi eiser niet inventief is. Vorderingen afgewezen. Partijen werkten ooit samen, geen ongeoorloofde mededinging, schending geheimhoudingsverplichting Metaalunivoorwaarden.

Lees het vonnis hier.

cycl.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 2 juli 2008, gevoegde zaken HA ZA 07-2628 en HA ZA 07-2629,  Novartis AG Tegen Actavis Group HF c.s. en Novartis AG tegen Pharmachemie B.V. 

42 pagina’s octrooirecht. NL Octrooi ‘Farmaceutisch preparaat voor orale toediening dat een cyclosporine bevat’. Reconventionele vordering tot vernietiging wordt afgewezen, octrooi is geldig. Niet alle gedaagden zijn terecht gedaagd.

4.58. De vorderingen tegen Actavis dienen te worden afgewezen reeds omdat zij geen houder is van de marktregistratie en betrokkenheid van deze vennootschap bij de gestelde inbreuk door Actavis Group niet is komen vast te staan. (€45.000,- proceskosten voor Novartis).

4.59. Na intrekking ter zitting van haar primaire vordering, vordert Novartis thans nog slechts een verklaring voor recht dat het product Ciclosporine PCH onder de beschermingsomvang valt van NL 781. Die vordering wordt afgewezen. Novartis heeft slechts gesteld dat zij daarbij belang heeft omdat, indien zij daarover niet zou beschikken, Novartis onherstelbare schade zal lijden aangezien haar geen instrumenten ter beschikking staan om adequaat te kunnen optreden indien Pharmachemie haar product vroegtijdig, i.e. voor de expiratie, zou lanceren. Met de verklaring voor recht heeft zij, zo heeft Novartis betoogd, alle middelen in handen om zulks in een (ex parte) kort geding tegen te gaan. Pharmachemie heeft evenwel uitdrukkelijk toegezegd “that it will not commence any marketing, sale and distribution in the Netherlands of ‘Deximunne’ or any product identical thereto” voor de expiratiedatum van het octrooi behoudens de in r.o. 2.14. genoemde omstandigheden, die zich evenwel vooralsnog niet voordoen. Nu Pharmachemie ten pleidooie bovendien heeft erkend dat het product Ciclosporine PCH identiek is aan Deximunne en niet is gebleken van feiten en/of omstandigheden dat de toezegging is of zal worden geschonden, heeft Novartis bij haar subsidiaire vordering geen belang. (€ 100.000,- proceskosten voor Novartis).

4.100. De slotsom luidt dat het voorgenomen product van Actavis Group onder de beschermingsomvang valt van conclusie 1 van NL 781. (€75.000,- proceskosten voor Actavis Group)

4.113. Nu de voorwaarde waaronder deze is ingesteld is vervuld, dient ook de gevorderde
verklaring voor recht dat Ciclosporin Actavis geen inbreuk maakt op NL 781 te
worden beoordeeld. De verklaring voor recht wordt afgewezen, nu juist wel sprake
is van inbreuk. (€50.000,- proceskosten voor Actavis Group).

Lees het vonnis hier.

IEF 6379

The Sun Company Benelux tegen Sol de Mallorca

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008, HA ZA 06-3533.

Merkenrecht, handelsnaamrecht, auteursrecht huisstijl. Het 6e vonnis in dit zonnestudiofranchisegeschil.

“4.41. Sol de Mallorca c.s. (…) vorderen daarom in reconventie primair een verklaring voor recht dat zij binnen twee weken na de betekening van voormeld vonnis het gebruik van de handelsnaam, het merk en de huisstijl van Sun hebben gestaakt en gestaakt hebben gehouden.
(…) 4.44. Hierboven onder 4.8 heeft de rechtbank al overwogen dat de kwestie van de inbreuk in 2006 juist door Sol de Mallorca c.s. in reconventie aan de orde is gesteld. Sun kan zich daaraan niet onttrekken door te stellen dat zij dat debat gaarne in een andere door haar nog te initiëren procedure had gevoerd. Het dient dan ook voor rekening van Sun te komen dat zij geen of summier verweer heeft gevoerd in reconventie.
4.45. Zodanig verweer lag in het bijzonder op de weg van Sun nu de voorzieningenrechter al het voorlopig oordeel had gegeven dat de verbeurde dwangsommen hooguit zouden kunnen zien op een tweetal cadeaubonnen met het beeldmerk. In het licht van hetgeen hierboven met betrekking tot het beeldmerk is overwogen ligt het niet in de rede deze bonnen als inbreukmakend, dat wil zeggen inbreukmakend op enig recht van Sun, aan te merken.
4.46. Bij gebreke aan onderbouwd verweer zal dan ook de primair gevoerde verklaring
voor recht worden gegeven.”

Lees hier meer

IEF 6368

Innovatievouchers

Kamerstukken II 2007/08, 31474 XIII, nr. 3. Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden 

Vraag: Waarop is de verwachting gebaseerd dat in 2008 een grotere aanvraag van innovatievouchers/Innovatie Prestatie Contracten zal plaatsvinden,waardoor het beschikbare budget met € 14 mln wordt verhoogd?

Antwoord: In het Coalitieakkoord is een bredere inzetbaarheid van de innovatievouchers aangekondigd. Dit is in de subsidieregeling Innovatievouchers 2008 verwerkt. Zo kan de voucher nu aangevraagd worden door de gehele landbouwsector. Ook is de de voucher nu inzetbaar bij het aanvragen en verkrijgen van een octrooi. Hiermee is gevolg gegeven aan de motie-Aptroot/Gesthuizen (Kamerstuk II 2006–2007, 30 975, nr. 9). Vanwege de aanzienlijk bredere doelgroep zal naar verwachting een groter beroep worden gedaan op het aantal vouchers. Het aantal aanvragen gedurende de eerste twee maanden wijst ook op een ruime stijging ten opzichte van 2007. Om aan de toegenomen vraag tegemoet te komen is hiervoor extra budget vrij gemaakt.

Lees het verslag hier

IEF 6367

Nepspul invoeren

De Telegraaf bericht: "Toerist mag nepspul invoeren. Vakantiegangers die een beetje slim shoppen kunnen deze zomer zonder problemen een tas vol namaakmerkartikelen mee naar huis nemen. Zolang ze niet meer dan drie nephorloges, -shirts, -cd's, -dvd's, -elektronica of maximaal 250 milliliter nepparfum voor eigen gebruik meenemen, mogen ze het van de douane allemaal houden."

Lees hier meer.

IEF 6366

Eerst even voor jezelf lezen

GvEA, 1 juli 2008, zaak T-328/05, Apple Computer, Inc tegen OHIM / TKS-Teknosoft SA(Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Oppositieprocedure. Aanvraag Gemeenschapswoormerk QUARTZ (Apple). Oppositie o.g.v. eerder gemeenschapsbeeldmerk QUARTZ. Oppositie toegewezen.

“59. Accordingly, the fact that the relevant public is composed of persons whose level of attention may be considered high is not sufficient, given the fact that the signs at issue are almost identical and the similarity between the goods in question, to exclude the possibility that that public might believe that the goods and services concerned come from the same undertaking or, as the case may be, from economically-linked undertakings.”

Lees het arrest hier.

Rechtbank Amsterdam , 16 januari 2008, LJN: BD5729, A. tegen Omroepvereniging VARA.

Stilfoto van videoclip rapper (‘op de foto is A te zien met twee schaars geklede dames’. Bij artikel over de stelling dat rapclips aanzetten tot groepsverkrachting. Portretrecht, onrechtmatige perspublicatie. Nalatigheid, VARA, immateriele schadevergoeding.

“5.1.  Voorop dient te worden gesteld dat partijen van mening verschillen over het antwoord op de vraag of A ten aanzien van de gebruikte ‘stil’ uit de videoclip bescherming toekomt als bedoeld in artikel 21 Auteurswet. Volgens Vara berust het auteursrecht op de video niet bij A maar bij de stuntschool, volgens A berust het auteursrecht bij hem.

5.2.  Vast staat dat het portret van A (in de vorm van de ‘stil’ uit zijn videoclip) is gebruikt door Vara zonder toestemming van A te hebben gevraagd. Of dit een schending van het portretrecht van A in de zin van artikel 21 Auteurswet betekent, kan in het midden blijven nu zowel op grond van artikel 21 Auteurswet als op grond van een onrechtmatige daad (schending van de persoonlijke levenssfeer van A in het bijzonder schending van zijn eer en goede naam) de rechtbank toe zal komen aan dezelfde belangenafweging waarbij het belang van A bij bescherming van zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer dient te worden afgewogen tegen het recht op vrijheid van meningsuiting van Vara. Zoals de Hoge Raad bij arrest van 21 januari 1994 reeds heeft overwogen (HR 21 januari 1994, NJ 1994, 473), kent artikel 21 Auteurswet de geportretteerde een bescherming toe met name tegen inbreuken op zijn recht op eerbieding van zijn persoonlijke levenssfeer, maar dit recht heeft niet een absoluut gewicht dat in beginsel groter is dan het recht op vrijheid van meningsuiting.

Er bestaat geen deugdelijke reden om, ingeval het buiten toestemming van de geportretteerde publiceren van diens portret de vrijheid van meningsuiting in conflict brengt met het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, ter beoordeling van de vraag aan welke beide vrijheden in het gegeven geval voorrang toekomt, anders te werk te gaan dan wanneer zodanig conflict zijn grond vindt in een andersoortige publicatie, zoals die van mededelingen. Ingeval in het kader van een perspublicatie een portret zonder toestemming van de geportretteerde openbaar wordt gemaakt, onder zodanige omstandigheden dat deze openbaarmaking een inbreuk vormt op zijn recht op eerbieding van zijn persoonlijke levenssfeer, kan het antwoord op de vraag of die openbaarmaking jegens hem onrechtmatig is, slechts worden gevonden door een afweging die met inachtneming van alle bijzonderheden van het gegeven geval ertoe strekt na te gaan welke van beide fundamentele rechten in dit geval zwaarder weegt. “

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Amsterdam, 23 april 2008, LJN: BD5728, Nestlé Nederland B.V. tegen Nutricia Nederland B.V. 

Misleidende reclame, claimsverordening.

“4.25.  De rechtbank zal ten aanzien van de claims die zij misleidend of op grond van de Claimsverordening verboden acht de vorderingen tot het staken van het gebruik van die claims en de vorderingen tot rectificatie op na te noemen wijze toewijzen. Nu dit tot gevolg zal hebben dat er geen nieuwe producten en promotiemateriaal met de verboden claims in omloop komen en het publiek wordt geïnformeerd over het oordeel van de rechtbank ten aanzien van die claims, hebben partijen in dit geval geen belang bij de over en weer gevorderde terugname en vernietiging van reeds in de handel zijnde producten en promotiemateriaal met de verboden claims. Dat deel van de vorderingen zal dan ook worden afgewezen. Voorts zullen de gevorderde dwangsommen op na te noemen wijze worden gemaximeerd.”

Lees het vonnis hier

Rechtbank Middelburg, 11 juni 2008, LJN: BD5811, Gevoegde zaken Unitron Systems B.V. tegen Endotwinn B.V./ Unitron Systems B.V. c.s  tegen  Gedaagde c.s

Feitelijk ingewikkelde zaak over wortelkanaalmachine. Piepklein IE-componentje wordt niet nader uitgewerkt. “3.6 (…) Dat de overige gedaagden (als bestuurders) onrechtmatig zouden hebben gehandeld heeft Unitron c.s. niet onderbouwd. Deze gedaagden betwisten “het kunstmatig verschuiven van de intellectuele eigendomsrechten” in de zomer van 2005 naar MDCL;”

Lees het vonnis hier.

IEF 6365

Ongeoorloofde referentie

mmsgal.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 1 juli 2008, KG ZA 08-668, Steinway & Sons Corporation tegen Muziekmetropool Culemborg B.V.

Merkenrecht, reclamerecht. Dealerjurisprudentie. Gedaagde muziekinstrumentenwinkel  opent met heel veel publiciteit een “Steinway Gallery”. Steinway & Sons maakt bezwaar. Merkinbreuk en misleidende  reclame. Geen uitputting. Proceskosten verdeeld in IE- en niet-IE gerelateerde kosten. Een samenvatting in citaten:  

“4.14. Dat ligt anders ten aanzien van het gebruik van het teken Steinway Gallery en het – nadien (ook) gebruikte, kennelijk naar aanleiding van de door Steinway & Sons geopperde bezwaren – teken Steinway Plaza. Naar voorlopig oordeel komt Muziekmetropool voor het gebruik van deze tekens geen beroep op de uitputtingsregel toe omdat Steinway, zoals zij terecht heeft betoogd, een gegronde reden heeft zich tegen het gebruik van haar merken door Muziekmetropool te verzetten. (…)

4.16. Muziekmetropool gebruikt de (dominerende en onderscheidende bestanddelen uit de) woordmerken van Steinway & Sons in bedoelde campagne, zoals Steinway & Sons heeft betoogd, inderdaad zodanig dat geen sprake is van geoorloofd refererend merkgebruik, maar daarentegen van gebruik op een wijze die de indruk kan wekken dat er een commerciële band tussen Muziekmetropool en Steinway & Sons als merkhouder bestaat, en met name dat Muziekmetropool tot het distributienet van Steinway & Sons behoort of dat een bijzondere relatie tussen de twee bestaat, zodat Muziekmetropool’s gebruik van de merken van Steinway & Sons te ver gaat.

4.17. Steinway & Sons heeft in dit verband terecht betoogd dat de strekking van de reclamecampagne er onmiskenbaar op is gericht de consument te informeren dat Muziekmetropool een nieuw merk voert in haar nieuwe, nét geopende, Steinway Gallery. Het is, gezien de hiervoor in r.o. 4.15. opgesomde uitingen, bepaald aannemelijk dat, zoals Steinway & Sons heeft gesteld, bij die consument de indruk wordt gewekt dat Muziekmetropool is gestart met de verkoop van (ook nieuwe) STEINWAY & SONS piano’s en vleugels en dat zij tot het dealer netwerk van Steinway & Sons is toegetreden, althans dat zij een bijzondere relatie met haar heeft. Zulks evenwel ten onrechte, omdat, zoals hiervoor reeds is vastgesteld, Muziekmetropool sinds jaar en dag gebruikte piano’s en vleugels van het merk STEINWAY & SONS verkoopt, terwijl zij geen geautoriseerd dealer is van Steinway & Sons. Het feit dat, zoals Muziekmetropool heeft betoogd, zij enige tijd geleden over een grote partij gereviseerde Steinways & Sons vleugels kwam te beschikken, is daarvoor geen rechtvaardiging. Immers, de promotie daarvan heeft Muziekmetropool ook op een andere, niet de grenzen van refererend merkgebruik overschrijdende, wijze kunnen doen.”

(..) 4.26. Nu Steinway & Sons heeft betwist dat de onder (i) en (ii) bedoelde mededelingen juist zijn, en Muziekmetropool de juistheid of volledigheid van die mededelingen in dit geding niet aannemelijk heeft gemaakt, is de misleiding naar voorlopig oordeel gegeven. Wat de mededeling onder (iii) betreft, is de voorzieningenrechter voorshands van mening dat die mededeling ten onrechte suggereert dat Muziekmetropool ook nieuwe piano’s en vleugels van het merk STEINWAY & SONS verkoopt, dit terwijl, hierover verschillen partijen niet van mening, zulks niet het geval is. Dat, zoals Muziekmetropool ter zitting nog heeft aangevoerd, de in de mededeling genoemde “normaal”-prijs van € 49.900,00 ziet op de tweedehands-prijs en niet op de nieuwwaarde, die volgens Muziekmetropool € 52.000,00 bedraagt, zal de gemiddelde consument, gelet op het geringe verschil tussen nieuwwaarde en tweedehands-prijs, ontgaan, zodat dit aan het misleidende karakter van de mededeling niet afdoet.

(…) 4.27. Op grond van het vorenstaande wordt voorshands geoordeeld dat de door Muziekmetropool gedane mededelingen jegens Steinway & Sons als onrechtmatig moeten worden aangemerkt en zullen op die grond worden verboden.

Lees het vonnis hier.

IEF 6364

Klemmen en hangsloten

ccen.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 1 juli 2008, KG ZA 08-697, Schalkoort Beheer B.V. c.s tegen Container Centralen A.m.b.A c.s.

Opheffingsvonnis over toegewezen ex parte m.b.t. counterfeit klemmen en hangsloten met daarop o.a.  de aanduidingen CC, Container Centralen A/S (zie IEF 4687). De voorzieningenrechter wijst de vordering tot opheffing af. In de integraal opgenomen ex parte beslissing wijst de voorzieningenrechter er wel op dat de rechtsgrond slaafse nabootsing niet wordt vermeld in artikel 1019 Rv. als recht waarop titel 15 van toepassing is; bij slaafse nabootsing is een ex parte derhalve niet mogelijk. Nuttige informatie: de (werkelijke) proceskostenveroordeling betreft ook het ex parte verzoek.

“4.3. Schalkoort bestrijdt niet hetgeen door Container Centralen in het verzoekschrift van 19 mei 2008 aan het gevraagde bevel ten grondslag is gelegd. In het bijzonder bestrijdt Schalkoort niet dat zij namaak klemmen en sloten heeft geleverd aan een medewerker van SNB React en aldus moedwillig inbreuk heeft gemaakt op de merk- en modelrechten van Container Centralen. Het bevel richt zich allereerst tegen dit handelen en dient gezien de niet bestreden inbreuk te worden gehandhaafd.

(…) De omstandigheid dat Container Centralen onvoldoende actief zou zijn bij de bestrijding van inbreuk op haar rechten leidt er niet toe dat zij haar recht op handhaving daarvan zou verspelen. Schalkoort kan zich moeilijk verschuilen achter het in haar ogen onvoldoende voortvarende optreden van Container Centralen om een verbod tegen haar eigen moedwillige inbreuk af te wenden.

4.4. De voorzieningenrechter ziet, ook gezien de ernst van de inbreuk, geen aanleiding de opgelegde dwangsom verder te matigen dan in het bevel al is gedaan of deze aan een maximum te binden.

4.5. Schalkoort zal als de in het ongelijk gestelde partij in de volgens 1019h Rv. te begroten proceskosten worden veroordeeld. Deze bedragen volgens de gespecificeerde opgave van Container Centralen, inclusief de voorbereiding van het verzoek tot afgifte van het bevel en inclusief verschotten, circa € 40.000,-, waarvan zij € 30.000,- in rekening wil brengen. Schalkoort heeft deze opgaven niet gemotiveerd bestreden, zodat dit bedrag toewijsbaar is.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6363

Uit illegale bron (2)

Nog meer reacties op Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008,  HA ZA 05-2233, ACI Adam B.V. c.s. (20 eisers) tegen Stichting De Thuiskopie c.s (IEF 6341).

 “Wouter Pors van advocatenkantoor Bird & Bird in Den Haag vindt de ophef over de thuiskopie een storm in een glas water. ,,In de KaZaA-zaak, waarin het ging over de aansprakelijkheid van een softwareprovider, hebben de Hoge Raad en de advocaat-generaal in 2003 ook naar dit probleem gekeken. Zij hebben in het midden gelaten of het maken van een privé-kopie van een illegale kopie inbreuk op het auteursrecht oplevert.

Nederland werd daarmee een buitenbeentje in Europa. Pors: ,,Nu oordeelt de rechtbank dat dit illegaal is, waarmee Nederland weer in het spoor loopt. Iets anders is of de auteursrechthebbenden nu massaal de consument gaan aanpakken. In de VS is dat eerder wel gebeurd, maar dat leidde tot veel negatieve publiciteit. In Nederland zijn zulke acties volgens mij niet te verwachten.''

Lees hier meer (NRC).

Kamiel Koelman, rechtswetenschapper bij de UvA, de VU en momenteel advocaat bij Bousie, is bovenal verbaasd over het vonnis. "De rechter zegt eigenlijk dit: de minister van Justitie heeft er niks van begrepen, ik snap het beter en het zit zo. Ik zou hiermee wel naar een hogere rechter durven gaan."

(…) "Wat de minister van Justitie zegt moet leidend zijn, zeker omdat hij heeft aangegeven dat de drie-stappen-toets is doorlopen bij de totstandkoming van de wet."

(…) "Ook hier gaat hij (de rechter, red.) tegen de minister van Justitie én de logica in, de heffing geldt immers alleen voor legaal kopiëren. De thuiskopieregeling is een ruil: mensen mogen kopiëren en downloaden, mits er een vergoeding tegenover staat. Nu is er helemaal geen ruil meer: downloaden mag niet, maar de rechthebbenden krijgen er wel een vergoeding voor."

“Advocaat Edy Engels, die de gedaagde Stichting de Thuiskopie vertegenwoordigt, sluit een hoger beroep ook niet uit, maar gaat er vanuit dat de tegenpartij dat zal doen, want over het algemeen is Thuiskopie bijzonder content met het vonnis.”

Lees hier meer (Webwereld).

“Volgens Arnout Groen van De Brauw zullen de platenmaatschappijen en antipiraterijstichting Brein extatisch zijn over het vonnis. 'Het wachten is op de eerste zaak die aanhangig wordt gemaakt tegen een downloader. Op basis van dit vonnis zou Brein een goede kans maken. Iedereen die ook maar een liedje downloadt, maakt inbreuk op het auteursrecht.' Een goede zaak, vindt Groen: 'Het is een gek idee, dat je iets van waarde gratis kunt consumeren.'

(…) Ook advocaat Groen van De Brauw voorziet dat privacybescherming een grote rol zal gaan spelen in de ophanden zijnde discussie. Brein zou wel eens af kunnen stappen op internetaanbieders om via hen gegevens van individuele overtreders los te kunnen krijgen, denkt hij.”

Lees hier meer (FD).

IEF 6362

Toch oppassen

djgv.gifDirk Visser,Klos Morel Vos & Schaap, Reactie op de reactie van Ebba Hoogenraad op de reactie van Dirk Visser op een interview met Ebba Hoogenraad in de Adformatie.

“O2 heeft duidelijk gemaakt dat het merkgebruik in vergelijkende reclame voortaan moet worden gekwalificeerd als gebruik ex artikel [5 lid ] 1 sub b Merkenrichtlijn. En uit O2 blijkt dat de merkhouder NIET op basis van zijn merkrecht kan optreden als geen sprake is van verwarring. Dit is zo, ONGEACHT of de vergelijkende reclame voldoet aan de regels uit de Reclamerichtlijn. Dus ook als sprake is van ‘oneerlijk voordeel ten gevolge van de bekendheid van een merk’ ex sub h Reclamerichtlijn, is er géén merkinbreuk. Zelfs niet als door het ‘spelen met het merk’ oneerlijk voordeel wordt verkregen. Dat merkinbreuk toch nog om de hoek komt kijken, inclusief volledige proceskostenveroordeling, zoals Dirk Visser stelt, lees ik niet uit O2, integendeel”, aldus Ebba Hoogenraad in reactie op mijn reactie op haar uitspraken in Adformatie (eerdere berichten vanaf hier).

Ebba Hoogenraad heeft gelijk, voor zover het over een ‘onbekend’ merk gaat. Merkgebruik in vergelijkende reclame moet blijkens O2 inderdaad worden gekwalificeerd als gebruik ex artikel 5 lid 1 sub b Merkenrichtlijn, als het een ‘onbekend’ merk betreft.  Bij vergelijkende reclame met onbekende merken zal, als er geen sprake is van verwarring, een volledige proceskostenveroordeling niet meer mogelijk zijn, ook niet als van ‘oneerlijk voordeeltrekken’ sprake is.

Maar het ‘voordeel trekken uit de bekendheid’ gebeurt naar zijn aard in de praktijk nu juist meestal met bekende merken.

Als de vergelijkende reclame een bekend merk betreft, is artikel 5 lid 2 Merkenrichtlijn van toepassing en dus ons art. 2: 20 lid 1 sub c BVIE. Dan is verwarringsgevaar geen vereiste en zou het ‘oneerlijk voordeeltrekken’ van de reclamerichtlijn (artikel 3 bis sub h, art 6: 194a sub g BW) wel weer kunnen samenvallen met het ‘ongerechtvaardigd voordeel’ trekken van artikel 5 lid 2 Merkenrichtlijn (art. 2: 20 lid 1 sub c BVIE). Daar lees je in O2 inderdaad niets over, omdat die vraag niet aan de orde was, maar het is m.i. wel zo.

Bij vergelijkende reclame met bekende merken is via art. 5 lid 2 Merkenrichtlijn het merkenrecht weer wel van toepassing (ook als er geen sprake is van verwarring): als niet voldaan is aan de vereisten van de reclamerichtlijn kan er weer wel sprake zijn merkinbreuk en dus van een volledige proceskostenveroordeling.

IEF 6361

What about counterfeiting?

mccr.bmpSpeech Charlie McCreevy, Empowering consumers by promoting access to the 21st Century Market. eBay's Call for Action on access to on-line markets European Parliament (24 juni)

"What then about counterfeiting? I suppose it was to be expected that the burgeoning online market place was always going to attract fraudsters. Criminals who lure naïve consumers into buying counterfeit and pirated goods. Crooks who take advantage of the internet to cross normal borders through online channels, and who know they can get away with it. Well it's time that they stopped getting away with it. We've got to hit them where it hurts with fines, with penalties, and using all the legal tools at our disposal. This is clearly in the interests of all concerned - whether they are consumers, legitimate businesses or brand owners.

Indeed now, perhaps more than at any other time over the last couple of years, we all need to work to build confidence in our single market. Because a single market where criminals go unchecked will not promote people's confidence in the European Union.

At the recent hearing on counterfeiting and piracy that the Commission held jointly with the European Parliament, I suggested we should find a way forward in combating the use of the internet to increase counterfeiting and piracy. I would like to see industry take the lead in a drive to combat this phenomena.

Industry has the inherent knowledge to identify fake products and to unearth production and distribution networks. The brand owners and platforms should unite in the fight by developing ways and means, on the basis of voluntary agreements, for example.

I would like to see a stake holder forum which could develop a potential inter-industry agreement to lay down minimum common best practices and establish collaboration mechanisms between relevant stakeholders. The Commission stands ready to play a facilitator role in this work and will be inviting expressions of interest from all stakeholders.

I firmly believe that brand owners, online platforms and consumers have a common interest in jointly finding a common solution to the problems caused by the sale of counterfeit goods over the internet. We cannot underestimate the role that such voluntary agreements could play in the fight against counterfeiting and the promotion of online services. Let's face it. Unless solutions are found, then the pressure for legislation at EU level is inevitably going to build up. There is a window of opportunity to show that the industry is willing and capable of stepping up to the mark and finding solutions."

Lees hier de gehele speech.